Hoe houden we onze geneesmiddelen betaalbaar?

Zijn die hoge prijzen écht nodig?
Naar eigen zeggen kunnen fabrikanten niet anders dan deze hoge prijzen te vragen, aangezien de ontwikkeling van nieuwe medicijnen handenvol geld kost. Wij hebben daar echter onze bedenkingen bij. Want zelfs jij betaalt onrechtstreeks mee voor deze studies en ontwikkelingen.
Onderzoek betaald met publieke middelen
De overheid pompt heel wat geld in academisch onderzoek dat aan de basis ligt van nieuwe geneesmiddelen. Uit een recente analyse blijkt dat fundamenteel onderzoek gefinancierd door publieke middelen aan de basis ligt van elk geneesmiddel dat tussen 2010 en 2016 in Amerika is goedgekeurd. Universiteiten verrichten ook in toenemende mate meer toegepast onderzoek en dragen ook rechtstreeks bij aan de ontwikkeling van het geneesmiddel zelf. Zo werd een kwart van de geneesmiddelen goedgekeurd in de VS tussen 2008 en 2017 ontdekt aan publieke onderzoekscentra, zoals de universiteiten, of aan spin-offs van publieke onderzoeksinstanties.
Om even te schetsen over wat voor bedragen we dan spreken: in 2015 vloeide er in ons land in totaal 575 miljoen euro aan publieke middelen naar biomedisch onderzoek.
Aanzienlijke belastingvoordelen
Farmaceutische firma’s kunnen ook rekenen op aanzienlijke belastingvoordelen. Ondernemingen die investeren in onderzoek betalen bijvoorbeeld minder vennootschapsbelasting. Zo wordt 80 % van de inkomsten uit patenten vrijgesteld van belastingen. Medische bedrijven krijgen bovendien een belastingkrediet voor investeringen in onderzoek en ontwikkeling. In 2016 liet de overheid 872 miljoen euro aan inkomsten liggen door fiscale voordelen toe te kennen aan medische firma’s.
Deze fiscale maatregelen zijn bedoeld om onderzoek naar nieuwe geneesmiddelen te stimuleren. Maar sommige maatregelen - net diegene waar het meeste geld naar vloeit - missen hun effect. Voor de belastingaftrek voor inkomsten uit patenten bijvoorbeeld bespeurt het Planbureau geen enkel gunstig effect. Integendeel. Sommige multinationals registreren hun octrooien in België, terwijl het product waarvoor het octrooi dient niet in ons land wordt ontwikkeld. Ze gebruiken de maatregel gewoon om hun belastingen te minimaliseren.
Meer efficiëntie kan de kosten reduceren
Als de kosten oplopen, komt dat gedeeltelijk doordat onderzoek en ontwikkeling niet op een efficiënte manier verlopen. Sommige onderzoeken zijn overbodig, omdat verschillende firma’s nagenoeg hetzelfde onderzoek verrichten zonder hun resultaten te delen.
Zo waren er in 2016 niet minder dan 803 klinische studies lopende over checkpoint immuuntherapieën voor kanker, waarbij meer dan 160.000 patiënten betrokken waren. Een flink aantal van die studies was uiteraard overbodig, aangezien ze over vergelijkbare molecules gingen. De resultaten werden echter niet met elkaar gedeeld.
Samenwerken zou nochtans lonen. Op dit moment wordt zowat 90% van het onderzoeksbudget binnen de farmaceutische industrie ingezet voor ziektes die maar 10% van de globale ziektelast uitmaken. De overige 90% van de ziektelast komt voor in markten die commercieel niet interessant zijn.
Werkelijke kosten onder de radar
Farmaceutische bedrijven houden hun lippen op elkaar over het bedrag van die kosten. Een Amerikaans onderzoeksinstituut, gesponsord door de farmaceutische industrie, schat de kosten op zo’n 2,6 miljard dollar per geneesmiddel. Een recente studie raamt de kosten voor een kankergeneesmiddel op 648 miljoen dollar, minder dan een derde. Sommige onderzoekers komen zelfs tot een bedrag van 180 à 231 miljoen dollar wanneer ze onder andere de belastingvoordelen in rekening brengen.
De farma-industrie verdedigt zich met het argument dat ze de winst investeert in innovatie. In een recente analyse stelden onderzoekers echter vast dat de winst vrijwel integraal naar de aandeelhouders gaat.
Transparantie is cruciaal
Dat het ontbreekt aan iedere vorm van transparantie in de farmaceutische sector, valt niet enkel ons op. In mei 2019 namen de lidstaten van de wereldgezondheidsorganisatie op de World Health Assembly een resolutie aan, waarbij ze zich engageren om maatregelen uit te werken om die transparantie in de farmasector te verhogen.
De WHO stelt expliciet dat alle lidstaten “gepaste maatregelen nemen om informatie over de nettoprijzen van geneesmiddelen publiek te maken”. Een stap in de goede richting. Al betreuren we het wel dat de afspraken over de transparantie omtrent de kosten van onderzoeken en ontwikkeling die we in de oorspronkelijke versie van de resolutie terugvonden, grotendeels zijn verdwenen in de finale versie.
Dat hoeft echter niet te betekenen dat er ook op dat vlak geen vooruitgang kan worden geboekt. Zo werd in Italië onlangs een wet goedgekeurd die bepaalde veranderingen doorvoert voor de prijsonderhandeling van nieuwe geneesmiddelen. Bedrijven die een aanvraag voor terugbetaling indienen moeten hierbij bepaalde informatie aanleveren, zoals de publieke middelen die ze ontvangen hebben voor onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma's, evenals een rechtvaardiging van de vraagprijs op basis van de kosten voor productie, onderzoek, ontwikkeling.
Wij hopen dat ook ons land snel met concrete maatregelen voor meer transparantie zal komen.