Dossier

Zo stel je het beeld van je televisie perfect af

01 juni 2018
Afstandsbediening in hand die wijst naar televisiescherm

Wanneer je een televisie koopt, staat deze meestal erg slecht afgesteld. Fabrikanten stellen hun tv’s namelijk vaak zo fel en scherp mogelijk af om op te vallen in de winkel, maar dat geeft niet zo’n goede resultaten in je woonkamer.  Wij leggen uit hoe je wel de beste beeldinstellingen verkrijgt.

Benieuwd hoe je de beeldkwaliteit van je televisie met gemiddeld 30% kunt verhogen? 
In onze module optimale beeldinstellingen voor je televisie vind je de juiste instellingen voor jouw televisie. 

De optimale beeldinstellingen vind je hier

 

Elk jaar testen wij tussen de 200 à 250 televisies. Enkelen onder hen behalen zeer goede resultaten op het vlak van beeldkwaliteit. Maar die zeer goede resultaten worden nooit direct behaald met de instellingen die je televisie heeft wanneer je hem uit de doos haalt. Wanneer de televisietoestellen arriveren in het labo bepalen onze experts daarom altijd eerst de beste beeldkwaliteit voor alle verschillende aansluitingen.

 

Het instellen is nodig voor elke tv-aansluiting

Belangrijk om te weten is dat de optimale instellingen moeten gebeuren voor alle soorten aansluitingen op je televisie. Als je zowel tv kijkt via een decoder aangesloten via HDMI en je ook video’s kijkt via een harde schijf aangesloten via USB, dan zul je dus dat de instellingen moeten aanpassen voor zowel de HDMI-ingang als voor de USB-ingang. Wij raden je aan om de instellingen te doen voor minstens twee ingangen: de HDMI-ingang voor je decoder en de HDMI-ingang waarop je je DVD- of Bluray- speler op aansluit.

De belangrijkste televisie-instellingen

Als je al eens het beeldinstellingen-menu van je tv hebt bekeken, heb je misschien al wel gemerkt dat er heel veel verschillende parameters zijn. De fabrikanten pakken hier nogal graag mee uit. Maar in feite zijn slechts de volgende zaken het belangrijkst voor de beeldkwaliteit:

  • Helderheid
  • Contrast
  • Kleuren: tint en saturatie
  • Scherpte
  • Kleurentemperatuur

Helderheid (brightness)

De helderheid regelt de zwartwaarden van je televisiescherm. Dit is een erg belangrijke instelling omdat het menselijk oog bijzonder gevoelig is voor details bij weinig licht. Als de helderheid te laag is zullen de donkere details in het beeld verloren gaan.  Bij een te hoge helderheid zie je veel detail maar zal het zwart eerder donkergrijs lijken. Bij een optimale instelling zijn de details bij weinig licht goed van elkaar te onderscheiden.

Correcte helderheid op de afbeelding links, maar te zwak rechts: de zwarttinten "kleven" en het beeld mist details op plaatsen met onvoldoende helderheid

Contrast (contrast)

Deze instelling regelt de heldere, witte delen van het beeld. Als deze parameter correct is afgesteld, zal je televisie zowel zeer heldere als gedetaileerde lichte beelden kunnen tonen. Een te hoog contrast zal zorgen voor een te helder beeld, terwijl kleuren erg flets zullen worden bij een te laag contrast (licht grijs).

Het oog is daarentegen wel veel minder gevoelig aan nuances in de witte delen van de tv. Daarom hangt deze instelling ook deels af van je persoonlijke voorkeur. Let wel op om het niveau niet te hoog in te stellen, het beeld zal dan snel vermoeiend worden voor je ogen.

Scherpte (sharpness)

Deze instelling bepaalt in hoeverre je televisie het beeld dat hij binnenkrijgt scherper zal maken. Je denkt dan misschien: hoe scherper, hoe beter! Maar het is niet zo eenvoudig. Als je de scherpte heel hoog zet, zal de tv kunstmatig scherpte toevoegen aan het beeld. Dat zorgt ervoor dat je juist vaak details verliest. Daarnaast zal een te hoge scherpte het beeld snel erg hard en onnatuurlijk doen ogen.

Kleur: tint (hue) en saturatie (saturation)

Om de kleuren van het beeld te optimaliseren zijn er twee opties: kleur of tint en saturatie. De saturatie zorgt voor de intensiteit van de tint. Een te weinig gesatureerd beeld zal fletse kleuren opleveren, terwijl een te hoog niveau zal zorgen voor onnatuurlijke en flashy kleuren.

Het gevolg van saturatie: links zie je een beeld dat niet voldoende gesatureerd is, rechts een beeld dat te gesatureerd is.


Kleurtemperatuur (colour temperature)

Bij deze instelling zijn er over het algemeen 3 opties: koud, warm of neutraal. Een lage of warme kleurtemperatuur zal zorgen voor roodachtige, warme beelden. Bij een hoge of koude kleurtemperatuur worden de blauwe tinten benadrukt en zal het beeld koeler ogen. Over het algemeen is neutraal de beste keuze voor je televisie.

 

Gebruik onze module: optimale beeldinstellingen

 

Beeldverbetertechnieken (motion enhancement)

Beeldverbetertechnieken of "motion enhancement" zijn een populair verkoopsargument van fabrikanten. Ze hebben er ook elk een eigen naam voor: Motion flow, Clear Motion Rate, Perfect Motion Rate,... Deze instelling komt eigenlijk neer op een verschil in frequenties. Dat lijkt allemaal erg spectaculair, maar in realiteit werkt het vaak niet zo goed. Vaak zijn deze instellingen vooral in het leven geroepen voor marketingredenen: een paar chique woorden die ervoor moeten zorgen dat het toestel beter verkoopt. Daarom raden wij aan om je niet blind te staren op deze beeldverbetertechnieken. 

Om te begrijpen wat deze frequenties precies betekenen moet je begrijpen hoe tv’s televisiesignalen omzetten. De standaard televiesignalen hebben een frequentie van 50Hz: dat betekent dat er 50 halve beelden per seconde in het signaal verwerkt zitten. Over het algemeen is dat beeld voldoende vloeiend. Maar bij spectaculaire of snelle bewegingen kunnen de tussenliggende beelden redelijk sterk van elkaar verschillen. Hierdoor kan het lijken alsof de bewegingen niet vloeiend zijn.

Wat beeldverbetertechnieken doen is extra beelden tussen de oorspronkelijke beelden plaatsen, zodat ze vloeiender worden. Deze televisies hebben dus een hogere frequentie: vaak 100 of 200 Hz, maar soms zelfs 800Hz. Ze analyseren het inkomende signaal en berekenen zelf de tussenliggende beelden. Bij een 100 Hz-televisie wordt er zo steeds 1 beeld tussen geplaatst. Dit zorgt voor een verdubbeling van het aantal (halve) beelden tot 100 per seconde. Bij een frequentie van 200 Hz zijn dit dan 3 extra beelden, wat zorgt voor 200 halve beelden per seconde.

Als het gaat om ongelijkmatige bewegingen, slaagt de televisie er vaak niet in om de juiste berekeningen te maken. Hierdoor kunnen er fouten in beeld komen en zal het beeld bijvoorbeeld wazig zijn. Kortom, als je gewoon tv kijkt is het aan te raden om dit uit te laten staan.