Zonnepanelen: alles wat je moet weten

Is mijn dak geschikt voor zonnepanelen? Welke terugleververgoeding kies is? Hoe rendabel zijn zonnepanelen? Ons uitgebreide dossier maakt je wegwijs.
Hoe werken zonnepanelen?
Sinds meer dan 10 jaar kennen zonnepanelen een zeker succes bij de consument. Dankzij deze technologie kunnen zonnepanelen hun eigen stroom produceren voor zover deze over een goed georiënteerd dak beschikken.
Licht omgezet in elektriciteit
In een fotovoltaïsche zonnecel wordt licht omgezet in elektriciteit. Hoeveel stroom een cel produceert, hangt af van hoeveel licht er rechtstreeks of onrechtstreeks op valt. En dat varieert gedurende de dag en het seizoen. De zon hoeft daarvoor niet volop te schijnen: een beetje zonlicht is voldoende om stroom op te wekken. Zonnecellen worden aan elkaar geschakeld in zonnepanelen of zogeheten PV-modules. Die modules worden doorgaans op een dak geplaatst dat naar de zon is gericht en weinig schaduw kent.
Een omvormer zet de stroom van 230 V om alvorens die naar het elektriciteitsnet in huis wordt gestuurd. Als de stroom niet meteen (zelf) wordt verbruikt, gaat hij de wijk bevoorraden.
Antwoorden op al jouw vragen
De situatie rond zonnepanelen is al meermaals veranderd. Daarom houden wij constant de vinger aan de pols en antwoorden we op al jouw vragen.
- Wanneer is een woning geschikt voor zonnepanelen? Doorgaans worden zonnepanelen op het dak geplaatst. Moet je dak dan per se op het zuiden zijn gericht of kan een oost-westoriëntatie ook interessant zijn?
- Wat omvat zo'n installatie? Er moet een keuring plaatsvinden. Het kan de gelegenheid zijn om de elektrische installatie in orde te brengen.
- Wat gebeurt er met de geproduceerde stroom? Je kunt die meteen zelf verbruiken of het net op sturen.
- Hoe rendabel zijn zonnepanelen? Op welke steun kun je nog rekenen: een premie, groenestroomcertificaten,...?
- Wat gebeurt er met de stroom die je niet zelf verbruikt? En krijg je daar geld voor? De tijd van de terugdraaiende teller is bij sommigen al lang voorbij. Zelfverbruik wordt dan des te belangrijker, maar soms heb je productie over. Wat gebeurt daarmee?
- Welk uurtarief moet je nemen: enkelvoudig of tweevoudig uurtarief? Dat hangt af van jouw situatie. We leggen je uit wat de beste optie is.
- Hoe kun je verschillende offertes onderling vergelijken? We geven je alle elementen in handen om zelf offertes te kunnen vergelijken. Zo laat je je niets op de mouw spelden.
- Waarop moet je extra letten? Je moet een aantal formaliteiten vervullen en op een aantal zaken letten om niet voor verrassingen te staan.

Sinds meer dan 10 jaar kennen zonnepanelen een zeker succes bij de consument. Dankzij deze technologie kunnen zonnepanelen hun eigen stroom produceren voor zover deze over een goed georiënteerd dak beschikken.
Licht omgezet in elektriciteit
In een fotovoltaïsche zonnecel wordt licht omgezet in elektriciteit. Hoeveel stroom een cel produceert, hangt af van hoeveel licht er rechtstreeks of onrechtstreeks op valt. En dat varieert gedurende de dag en het seizoen. De zon hoeft daarvoor niet volop te schijnen: een beetje zonlicht is voldoende om stroom op te wekken. Zonnecellen worden aan elkaar geschakeld in zonnepanelen of zogeheten PV-modules. Die modules worden doorgaans op een dak geplaatst dat naar de zon is gericht en weinig schaduw kent.
Een omvormer zet de stroom van 230 V om alvorens die naar het elektriciteitsnet in huis wordt gestuurd. Als de stroom niet meteen (zelf) wordt verbruikt, gaat hij de wijk bevoorraden.
Antwoorden op al jouw vragen
De situatie rond zonnepanelen is al meermaals veranderd. Daarom houden wij constant de vinger aan de pols en antwoorden we op al jouw vragen.
- Wanneer is een woning geschikt voor zonnepanelen? Doorgaans worden zonnepanelen op het dak geplaatst. Moet je dak dan per se op het zuiden zijn gericht of kan een oost-westoriëntatie ook interessant zijn?
- Wat omvat zo'n installatie? Er moet een keuring plaatsvinden. Het kan de gelegenheid zijn om de elektrische installatie in orde te brengen.
- Wat gebeurt er met de geproduceerde stroom? Je kunt die meteen zelf verbruiken of het net op sturen.
- Hoe rendabel zijn zonnepanelen? Op welke steun kun je nog rekenen: een premie, groenestroomcertificaten,...?
- Wat gebeurt er met de stroom die je niet zelf verbruikt? En krijg je daar geld voor? De tijd van de terugdraaiende teller is bij sommigen al lang voorbij. Zelfverbruik wordt dan des te belangrijker, maar soms heb je productie over. Wat gebeurt daarmee?
- Welk uurtarief moet je nemen: enkelvoudig of tweevoudig uurtarief? Dat hangt af van jouw situatie. We leggen je uit wat de beste optie is.
- Hoe kun je verschillende offertes onderling vergelijken? We geven je alle elementen in handen om zelf offertes te kunnen vergelijken. Zo laat je je niets op de mouw spelden.
- Waarop moet je extra letten? Je moet een aantal formaliteiten vervullen en op een aantal zaken letten om niet voor verrassingen te staan.

Doorgaans worden zonnepanelen op het dak aangebracht. Je moet je enkele vragen stellen alvorens tot de plaatsing ervan over te gaan.
Heb ik voldoende plaats op mijn dak?
Doorgaans zou het streven moeten zijn om het eigen totale jaarlijkse stroomverbruik van het gezin volledig te compenseren met de stroom uit de zonnepanelen. Het vereiste vermogen van jouw installatie - dat wordt uitgedrukt in kilowattpiek of kWp - verkrijg je dan door je jaarlijkse stroomverbruik te delen door 900 (of iets minder als bv. de oriëntatie en dakhelling niet optimaal zijn; vermenigvuldig 900 dan met het percentage volgens de oriëntatie en de dakhelling uit de tabel hieronder, bv. 900 x 0,93 = 837).
Concreet verbruikt een doorsneegezin 3 500 kWh stroom per jaar en heeft dat dus ongeveer 4 kWp nodig. Als je per kWp mag rekenen op 5 à 6 m², heb je al snel 20 à 25 m² panelen nodig bij een goede oriëntatie. Niet elk dag heeft zoveel plaats beschikbaar. Soms zul je dus moeten aanvaarden dat je niet je volledige behoefte aan elektriciteit zult kunnen dekken. Weet bovendien dat in het Brussels Hoofdstedelijk gewest het totale vermogen van een huishoudelijke installatie sowieso beperkt is tot 5 kWp en in Vlaanderen en Wallonië tot 10 kWp (technisch gesproken is het maximum uitgedrukt in kVA, wat dicht in de buurt ligt van het cijfer in kWp).
Heeft mijn dak een goede oriëntatie?
Het dak van de woning is bij voorkeur op het zuiden gericht en heeft een hellingshoek van 30°-35°. Ook daken die op het oosten of het westen (over het zuiden heen) zijn gericht of een helling hebben tussen 15° en 50°, komen nog in aanmerking voor zonnepanelen. Al zullen die een iets lagere opbrengst hebben.
Bij een plat dak heb je doorgaans de mogelijkheid om voor de ideale oriëntatie en helling te gaan. De panelen worden bevestigd op een metalen draagstructuur die met ballast op zijn plaats wordt gehouden (zonder een bevestiging die de dakbedekking zou kunnen beschadigen).
Impact van de oriëntatie op het rendement van de zonnepanelen
Impact van de oriëntatie op het rendement van zonnepanelen | |||||||
Dakhelling | |||||||
Oriëntatie | 0° | 15° | 30° | 45° | 60° | 75° | 90° |
oost/west | 90% | 88% | 85% | 79% | 71% | 62% | 52% |
zuidoost/zuidwest | 90% | 95% | 96% | 93% | 87% | 77% | 65% |
zuid | 90% | 97% | 100% | 98% | 92% | 83% | 70% |
Ideaal (= 100 %) is een dak dat op het zuiden is gericht en een dakhelling heeft van 30°. Zodra de oriêntatie en/of de dakhelling minder gunstig zijn, daalt het rendement van de zonnepanelen met een aantal procenten. |
Wat doet schaduw met zonnepanelen?

Schaduw op zonnepanelen kun je maar beter vermijden. Zelfs een streepje schaduw kan de totale productie sterk afzwakken. Vooral schoorstenen en bomen kunnen een spelbreker zijn. Toch kunnen technische oplossingen als micro-omvormers of optimisers de totale impact van schaduw op de installatie beperken. Je installateur zal je daarvoor een voorstel doen als schaduw een echte spelbreker op je dak zou zijn.
Is mijn dak in goede toestand?
Alvorens een fotovoltaïsche installatie op het dak aan te brengen, doe je er goed aan om de toestand van het dak na te kijken. Het is de gelegenheid om eventueel je dak te vernieuwen, liever dan achteraf de zonnepanelen te moeten demonteren, wat extra kosten met zich zou brengen. Het is ook de gelegenheid om het dak te isoleren, vooral omdat sommige isolatiewerken ervoor zorgen dat het dak hoger komt.
Heb je een leien dak dat asbest bevat, dan verbiedt de arbeidscode om er zonnepanelen op te plaatsen. Je moet dan eerst je dakbedekking veranderen mits de nodige beschermingsmaatregelen worden genomen, alvorens je zonnepanelen kunt laten plaatsen. Lees ook het uitgebreide antwoord van onze expert op de vraag Mag je zonnepanelen plaatsen op een dak met asbest?
De plaatsing van zonnepanelen vereist niet alleen kennis van elektrische installaties maar ook van dakdichting. Vergewis je ervan dat de installateur op beide vlakken beslagen is.
Zonnepanelen wegen ongeveer 10 kg per m². Normaal mag dat geen probleem vormen voor een correct gebouwd dak, dat zwaardere lasten aan kan. Schakel bij twijfel een specialist in.
Heb ik een bouwvergunning nodig?
Voor de plaatsing van zonnepanelen op een plat of schuin dak is meestal geen bouwvergunning nodig. Tenzij er voor de locatie specifieke voorschriften gelden zoals verkavelingsvoorschriften, bijzondere plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen of nog bepalingen voor cultuurhistorisch beschermde gebouwen.
Vraag dus steeds bij de gemeente na of er specifieke voorschriften voor zonnepanelen gelden en/of je de plaatsing ervan moet melden.

Een conformiteitscontrole is verplicht bij elke grote aanpassing van de elektrische installatie, zoals bv. bij de plaatsing van zonnepanelen. Normaal kan de elektrische installatie van je woning geen onoverkomelijke hindernis zijn. In een woning met een oude elektrische installatie moet die op zijn minst conform worden gemaakt. De plaatsing van fotovoltaïsche zonnepanelen is een ideale gelegenheid om de hele elektrische installatie bij te werken (differentieelschakelaar, aarding, doorsnede van de elektrische geleiders, zekeringenkast …).
Voor wie niet meteen een vertrouwde elektricien kan aanspreken, kan het handig zijn om een eerste controle te laten uitvoeren door een keuringsinstelling en die te laten uitschrijven wat precies aan de elektrische installatie moet worden veranderd. Vervolgens kun je dan bestekken vragen bij meerdere elektriciens. Zo vermijd je dat die je onnodig op kosten jagen. De prijs voor een tweede controle kun je er op die manier soms snel weer uitwinnen.
Maar wat behelst een fotovoltaïsche installatie? Zijn er grote aanpassingen aan jouw elektrische installatie nodig?
Een omvormer
De omvormer zet de gelijkstroom die door de zonnepanelen worden geproduceerd om in wisselstroom die geschikt is voor de elektrische installatie in huis. Het zal vooral de installateur zijn die bepaalt welke omvormer geschikt is voor jouw installatie. Zelf kun je wel informatie opvragen over het merk en de waarborg.
Een omvormer vreest hitte en hoort bij voorkeur thuis in een koele ruimte, bv. in een garage. Sommige installateurs zullen dan ook, terecht, weigeren om hem op een zolder te plaatsen, waar het in de zomer erg warm kan worden. Er moet ook voldoende ruimte rond zijn voor de ventilatie. Verder is de omvormer bij voorkeur goed bereikbaar. Dan kun je hem, wanneer nodig, vlot uitschakelen. En als hij de spanning en andere productiekenmerken zoals het geproduceerde vermogen op een display weergeeft, kun je nagaan of de installatie nog correct werkt. Bij sommige omvormers heb je de mogelijkheid om de data van op afstand te lezen, via een monitoringsysteem en internet; dat maakt de controle ervan nog gemakkelijker.
Een (bijkomende) meter
In het Brussels Gewest moet een extra (“groene”) meter worden geplaatst om te meten hoeveel stroom je fotovoltaïsche installatie produceert. Dat bepaalt hoeveel groenestroomcertificaten je zult krijgen.
De gekende klassieke meter moet soms worden vervangen door een digitale meter die afzonderlijk de afgenomen en de geïnjecteerde stroom meet. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is dat altijd al het geval geweest en Vlaanderen volgt nu dat voorbeeld. In Wallonië moet je jouw netbeheerder contacteren om te weten of de meter moet worden vervangen.
Een differentieelschakelaar
Een algemene differentieelschakelaar van maximaal 300 mA (van het type A) is verplicht om je tegen elektrische schokken te vrijwaren en zelfs om eventuele stroomlekken op te sporen, die je honderden euro’s per jaar kunnen kosten.
In bepaalde gevallen, onder meer bij elektrische installaties uit de jaren 80, zit er nog een algemene differentieelschakelaar van het type AC. Die moet dan worden vervangen door een differentieelschakelaar van het type A. Of anders zal de installateur er een van het type A moeten plaatsen ter hoogte van de fotovoltaïsche installatie.
De aarding
Componenten als het metalen frame rond de zonnepanelen en de draagstructuur waarop die zijn bevestigd, moeten op de aarding van de elektrische installatie zijn aangesloten. Een correcte aarding is vereist. Desnoods moeten extra aardingspennen in de grond worden geslagen om de stroom beter te spreiden.
De plaatsing van een aardingsonderbreker is verplicht om zo later de meting door een erkend keuringsorganisme te kunnen laten verrichten.
Een zonnekabel of PV-kabel
De kabel op het dak tussen de panelen en de omvormer moet bestand zijn tegen uv als hij in het zonlicht is geplaatst, en meestal ook tegen hoge temperaturen (van 90 tot 120°C). Daartoe is een zgn. zonnekabel of PV-kabel de veiligste keuze. Zijn doorsnede moet wel juist worden gedimensioneerd in functie van de stroom, het voltage en de lengte van de kabel; een doorsnede van 2,5 mm² kan soms volstaan, maar de installateur mag niet aarzelen om zo nodig voor 4 of zelfs 6 mm² te opteren. Dat zal ook een positieve impact hebben op het rendement van de installatie (hoe korter en dikker de kabel, hoe groter in principe het rendement).
De stroom die door de zonnepanelen wordt geproduceerd, kan direct worden verbruikt of anders in het stroomnet worden geïnjecteerd. Als er te weinig stroom wordt geproduceerd, zul je stroom van het elektriciteitsnet moeten afnemen.
Het eigen zelfverbruik
Wie zonnepanelen bezit, verbruikt de stroom die zijn installatie produceert deels of volledig op het moment zelf. Die stroom hoeft niet meer van het net te worden gehaald. Op jaarbasis kan een gezin zo gemiddeld 30 tot 50 % van de geproduceerde stroom zelf verbruiken, althans zonder een batterij.
De injectie van overtollige stroom op het net
Tijdens een zonovergoten dag zal de fotovoltaïsche installatie meer produceren dan wat het gezin verbruikt. De overtollige productie wordt dan op het net gezet en zo door de buren worden verbruikt.
Stroom van het net afnemen
Overdag op bewolkte dagen of gewoon ’s nachts brengen de zonnepanelen weinig of niets op. Dan moet er (ook) stroom van het net worden gehaald. Doorgaans moet een gezin 50 tot 70% van zijn totale jaarlijkse stroomverbruik van het net halen.
De eigenaars van zonnepanelen hoeven geen stroom van het net halen wanneer ze hun eigen stroomproductie meteen verbruiken: men heeft het dan over "zelfverbruik". Dit voordeel hoort bij alle fotovoltaïsche installaties. Maar afhankelijk van het gewest en het type meter wordt de stroom die op het net wordt geplaatst, op een andere manier vergoed: via een totale compensatie met netvergoeding (prosumententarief), een gedeeltelijke compensatie of een terugleververgoeding.
Het zelfverbruik
Het zelfverbruik is dus de elektriciteit die je niet van het stroomnet moet afnemen. Het financiële voordeel ervan is gelijk aan de stroomprijs, alles inbegrepen. Het zelfverbruik is een basisvoordeel dat altijd zou moeten blijven bestaan, ook als alle andere voordelen zouden verdwijnen.
De elektriciteit die je niet zelf verbruikt, wordt in het elektriciteitsnet geïnjecteerd en volgens het gewest, de datum van de plaatsing van de installatie en de datum van de productie zal die injectie de afgenomen hoeveelheid stroom in meer of mindere mate “compenseren”.
De compensatie
De hoeveelheid elektriciteit die je van het stroomnet afneemt, kan worden “gecompenseerd” door de hoeveelheid elektriciteit die je in het stroomnet injecteert, hetzij integraal (volledige compensatie), hetzij deels (gedeeltelijke compensatie). Een netvergoeding vermindert echter de winst afkomstig van een volledige compensatie.
Volledige compensatie
Bij de start van de zonnepanelen genoot je in de drie gewesten een belangrijke basissteun: de vergoeding voor de stroomproductie werd in mindering gebracht van je elektriciteitsverbruik. Dat voordeel is gekend als de “terugdraaiende” meter. Men gaat ervan uit dat wat op het net wordt gestuurd, compenseert wat van het net wordt gehaald, en dat over een periode van een jaar, van de ene meteropname tot de volgende. Alsof je alle geproduceerde stroom zelf verbruikt, ook al is dat in de praktijk niet zo.
De meter hoeft niet fysiek terug te draaien opdat het principe van de "compensatie" zou worden toegepast: die wordt berekend door gewoon de geïnjecteerde stroom af te trekken van de afgenomen stroom.
De volledige compensatie houdt een reëel voordeel in voor de eigenaar van zonnepanelen, die zo een groot deel van de kosten voor de elektriciteit die hij van het net afneemt, niet moet betalen.
Ze is nog voor de meeste installaties van toepassing in Wallonië , maar je moet er wel een netvergoeding (prosumententarief) betalen (met een tijdelijke korting vanwege de regering tot 2023). Er is geen compensatie meer in Brussel. In Vlaanderen geldt ze enkel nog voor de bestaande installaties met een analoge meter, weliswaar in combinatie met een netvergoeding of prosumententarief.
De volledige compensatie met netvergoeding
De netvergoeding, ook prosumententarief genoemd, is een bedrag dat wordt betaald volgens het vermogen van de fotovoltaïsche installatie (of eigenlijk van de omvormer) omdat je het stroomnet gebruikt. Het gaat om een forfaitair bedrag dat niet afhangt van het werkelijke stroomverbruik.
De volledige compensatie met netvergoeding is voor de meeste installaties van toepassing in Wallonië met evenwel een tijdelijke korting op die netvergoeding tot 2023.
Er is nooit een volledige compensatie met netvergoeding geweest in Brussel.
In Vlaanderen geldt ze nog slechts tijdelijk voor de bestaande installaties met een analoge meter.
Gedeeltelijke compensatie met een bidirectionele meter
Met een bidirectionele digitale meter die apart meet hoeveel je in het stroomnet injecteert en hoeveel je van het stroomnet afneemt, is het mogelijk om een gedeeltelijke compensatie toe te passen.
Je betaalt dan de kosten van de netbeheerder in functie van de afgenomen hoeveelheid elektriciteit. Maar de geïnjecteerde stroom compenseert nog altijd de afgehaalde stroom, althans voor het deel “levering”. Maar ook al is dat maar goed voor de helft van de totale stroomprijs, die gedeeltelijke compensatie blijft toch een voordeel, vooral omdat dan ook de netvergoeding verdwijnt.
Er is geen gedeeltelijke compensatie meer in Vlaanderen sinds de uitspraak van het Grondwettelijk Hof van Beroep op 14 januari 2021.
In Wallonië is momenteel voorzien om een gedeeltelijke compensatie te behouden voor wie over een digitale meter beschikt. Daar is bovendien bepaald dat als de compensatie minder voordelig zou uitvallen dan de volledige compensatie met een netvergoeding, die laatste oplossing toch in rekening wordt gebracht.
In Brussel is de gedeeltelijke compensatie verdwenen in november 2021.
De gedeeltelijke compensatie kan voordeliger uitvallen dan de volledige compensatie gecombineerd met een netvergoeding als je erin slaagt om voldoende stroom zelf te verbruiken. Dat zal ook het geval zijn als jouw installatie een minder gunstige oriëntatie heeft of last heeft van schaduw, want je moet geen forfaitaire netvergoeding meer betalen die uitgaat van een goed georiënteerde installatie.
Verkoop van geïnjecteerde stroom
Bij installaties die geen compensatie meer genieten, levert de injectie van eigen stroomproductie op het net een vergoeding op, een zogenaamde terugleververgoeding. Je moet een overeenkomst sluiten met een energieleverancier om hen jouw elektriciteit te verkopen.
Met een terugdraaiende teller is het eenvoudig: wekken je zonnepanelen onvoldoende op om je elektriciteitsbehoefte te dekken, dan draait je teller vooruit. Produceer je meer stroom dan je kunt verbruiken, dan draait je teller terug. Op die manier is je geïnjecteerde stroom evenveel waard als de stroom die je van het net afneemt.
Een digitale meter registreert afname en injectie als twee aparte stromen, wat een preciezere factuur op basis van jouw werkelijke verbruik toelaat. In Vlaanderen draait de meter van zonnepaneeleigenaars met een digitale meter niet meer terug. Die kunnen wel een vergoeding krijgen voor de stroom die ze op het net zetten, de zogeheten terugleververgoeding. En die valt lager uit. In Brussel is het principe van de terugleververgoeding van kracht sinds november 2021.
Momenteel kun je voor een terugleververgoeding terecht bij zo goed als elke leverancier die in Vlaanderen huishoudelijke contracten aanbiedt. De meeste leveranciers hanteren één en dezelfde terugleververgoeding voor al hun afnamecontracten. Bij sommigen, zoals Engie, varieert de terugleververgoeding wel volgens het afnamecontract dat je hebt.
De gemiddelde terugleververgoeding voor stroom bedraagt 9 eurocent per kWh (maart 2023). Voor de 2 500 kWh stroom die een gemiddelde prosument per jaar op het net steekt, betekent dit toch een vergoeding van 225 euro. Deze prijzen veranderen snel, het is dus niet zeker of ze op dit niveau blijven.
Voor de afname van stroom betaal je een pak meer dan wat jij krijgt voor jouw geïnjecteerde stroom. Maar je kunt de twee moeilijk vergelijken. In je afnametarief zit behalve de prijs voor je elektriciteit (goed voor slechts ongeveer een derde van de totale prijs), ook het nettarief (voor het gebruik van het elektriciteitsnet) voor je netbeheerder en allerhande belastingen en heffingen vanwege de verschillende overheden. Bovendien is in het tarief van de leverancier btw verrekend, en in de terugleververgoeding niet.
Daarnaast speelt de wet van vraag en aanbod: als jij stroom injecteert, doen andere zonnepaneeleigenaars dat ook, waardoor het aanbod aan stroom groter is dan de vraag en de prijs verlaagt. Wanneer er weinig eigen zonnestroom wordt opgewekt, bv. ’s avonds of op winterdagen, zal men stroom van het net afhalen die op dat moment door andere productiecentrales moet worden geleverd. In periodes waarin traditioneel meer afname is, bv. ’s avonds als iedereen thuiskomt en begint te koken, stijgen de prijzen op de groothandelsmarkt. Met andere woorden: wanneer jij stroom afneemt van het net omdat je zonnepanelen te weinig produceren, ligt ook de marktprijs hoger; wanneer jij injecteert, ligt de marktprijs lager.
Net zoals voor afnametarieven, bestaan er voor de teruglevercontracten vaste en variabele tarieven (schommelingen tijdens een energiecrisis zoals die van 2022 niet meegerekend). Waar een variabel tarief evolueert doorheen de tijd, blijft een vaste prijs stabiel gedurende de looptijd van je contract. Bij de meeste leveranciers gaat een variabele afnameprijs gepaard met een variabele terugleververgoeding en dezelfde redenering geldt voor vaste tarieven.
Maar dat is niet altijd het geval: zo biedt Lampiris een vaste terugleververgoeding ongeacht of je bij hen een variabel of vast afnametarief hebt. Omgekeerd biedt Eneco enkel een variabele terugleververgoeding, ook al beschik je over een vast afnametarief.
Een hogere terugleververgoeding kan aantrekkelijk lijken maar je baseert je het best niet louter hierop. Als ze gekoppeld is aan een duur afnametarief, zal het je uiteindelijk weinig voordeel opleveren. Kijk daarom altijd eerst naar de prijs van je afnamecontract. Die zal veel bepalender zijn voor de hoogte van je uiteindelijke energiefactuur.
Wettelijk is dat niet verplicht. Je kunt in principe je elektriciteit verkopen aan een leverancier en je elektriciteit bij een ander afnemen. Maar in de praktijk is dit vaak niet mogelijk: alle leveranciers verplichten je om ook een afnamecontract bij hen te sluiten, met uitzondering van Engie. Maar bij Engie moet je een aparte vaste vergoeding ophoesten voor het teruglevercontract. Deze vaste vergoeding varieert, afhankelijk van het contract, tussen 27,35 euro en 60,50 euro en komt boven op de vaste vergoeding die je bij je andere leverancier betaalt voor je afnamecontract. Wij raden je op dit moment dus aan om voor zowel afname als injectie bij één en dezelfde leverancier te blijven.
Vergelijken wordt een stukje complexer nu je zowel met je afnametarief als met je teruglevertarief rekening moet houden. Het belangrijkste advies is dat je het best een simulatie kunt doen op basis van jouw persoonlijke verbruiksprofiel. Als je weet hoeveel stroom je jaarlijks van het net afneemt en hoeveel je ongeveer zult injecteren, kun je een berekening doen via onze koopwijzer om energieleveranciers te vergelijken. Wij hebben alle terugleververgoedingen verwerkt in onze tool zodat je dankzij onze simulatie het meest voordelige tarief kunt vinden voor jouw profiel.
De prijs van de fotovoltaïsche installaties is sterk gedaald sinds het einde van de jaren 2000. Van ruim € 6 000 is de prijs gezakt naar minder dan € 1 000 per kilowattpiek, alles inbegrepen, in de meest voordelige offertes. Intussen zijn de prijzen opnieuw aan het stijgen en zijn bedragen van € 1 400 à € 2 000 geen uitzondering. Deze prijzen kennen sterke schommelingen, afhankelijk van het vermogen, het materieel en de installateur. Sommige offertes zakken tot onder € 1 400 en andere komen boven € 2 500 per kWp. Wij raden je aan om steeds meerdere bestekken te vragen om de marktprijzen voor je eigen situatie te kunnen beoordelen op het ogenblik dat je een installatie zou willen plaatsen.
Uiteraard zijn offertes niet altijd volledig vergelijkbaar. Zo bestaan er verschillende soorten zonnepanelen (qua rendement en aanblik), zijn er tal van merken en zijn in de bestekken soms ook enkele bijkomende posten opgenomen, zoals de aanpassing van de elektrische installatie of de plaatsing van een stelling om op een hoog dak te kunnen.
In de rubriek “Hoe offertes te vergelijken?” geven wij jou alle elementen in handen om zelf een diepgaande analyse van de verschillende offertes te maken.
De prijs per kilowattpiek die je voor je zonnepanelen moet betalen, heeft alvast een cruciale impact op het financiële rendement. Wanneer je offertes ontvangt, doe je er goed aan om steeds de prijs per kWp te berekenen (alle kosten inbegrepen). Daarna kun je gebruik maken van onze grafieken hierna om een beeld te krijgen van je rendement.
Stijgende energieprijzen
Voor onze raming inzake het financiële rendement van zonnepanelen gaan wij uit van een gemiddelde elektriciteitsprijs van maart 2023. Die zijn lager dan de piekprijzen van 2022 en lijken een realistischere basis om het rendement op lange termijn in te schatten. Wij denken dat wanneer je baseren op de ongemeen hoge crisisprijzen zou kunnen leiden tot een overschatting van de te verwachten winst. Wij veronderstellen dat de prijs van elektriciteit gemiddeld elk jaar zal 3% stijgen; dat is althans wat wij de laatste decennia hebben kunnen vaststellen, met afwisselend periodes van snellere en tragere stijgingen.
Rendement in Vlaanderen
Voor nieuwe installaties vanaf 2021 is in Vlaanderen elke vorm van compensatie (totaal of gedeeltelijk) verdwenen. Je moet vooral voordeel halen uit het zelfverbruik van de stroom afkomstig van jouw zonnepanelen, met bijkomend een vergoeding (terugleververgoeding) van een leverancier voor de elektriciteit die je op het net steekt. Daartoe moet je een specifiek contract met een energieleverancier sluiten.
Omdat het verdwijnen van de compensatie zorgt voor een daling van het financieel rendement van de investering, heeft de Vlaamse overheid een investeringspremie ingevoerd voor wie zonnepanelen plaatst sinds 2021 op een woning waarvan de bouwvergunning dateert van vóór eind 2013. In 2023 gaat het om een bedrag van € 150 per kWp voor de eerste vier kilowattpiek en van € 75 per kWp tussen 4 en 6 kWp, met een maximum van € 750 per installatie. Voor installaties die in dienst zullen worden genomen in 2024, zal de premie in twee verdeeld worden.
Met een zeer goede oriëntatie, een hoog zelfverbruik en met een aanschafprijs van € 1 750 per kWp kan het rendement oplopen tot bijna 4 %. Maar in minder gunstige omstandigheden kan het rendement zakken tot 1,5 %.
De terugverdientijd varieert van 10 tot meer dan 15 jaar als de voorwaarden minder voordelig zijn.
Ook goed om weten is dat hoe hoger de prijs van een installatie per kWp, hoe lager de rendabiliteit. Daarom is het belangrijk om verschillende offertes te vergelijken.
Rendement in Brussel
In Brussel renderen je zonnepanelen door het directe verbruik of door de elektriciteit te verkopen. Wel krijg je als eigenaar van zonnepanelen groenestroomcertificaten. De elektriciteit die door de panelen wordt geproduceerd, geeft recht op certificaten gedurende 10 jaar. In de praktijk krijg je een minimum van € 123,5 per geproduceerde 1 000 kWh. Weet dat het bedrag afhankelijk is van een markt waar je je certificaten aan leveranciers moet verkopen en dat je er meer kan krijgen, zelfs op de dalende markt van 2023.
In Brussel is het financiële rendement vrij hoog dankzij de steun van de groenestroomcertificaten, en dat zelfs met de afschaffing van de compensatie, op voorwaarde dat de prijs van de groenestroomcertificaten op het huidige peil blijft. Wij gaan er daarbij van uit je 30 tot 45 % van de geproduceerde stroom direct zelf verbruikt.
Met een zeer goede oriëntatie en een prijs van € 1 750 per kilowattpiek kan het rendement oplopen tot meer dan 5 %. Maar in minder gunstige omstandigheden kan dat rendement zakken tot onder 4 %. Het rendement blijft altijd positief en hoger dan wat een spaarboekje opbrengt.
De terugverdientijd is in Brussel vrij kort: dankzij de groenestroomcertificaten mag je rekenen op 6 à 8 jaar.
Ook goed om weten is dat hoe hoger de prijs van een installatie per kWp, hoe lager de rendabiliteit. Daarom is het belangrijk om verschillende offertes te vergelijken.

Rendement in het Waals Gewest
Voor wie zonnepanelen heeft, blijft een meter die terugdraait én een prosumententarief de normale gang van zaken in het Waals Gewest. De overheid heeft aangekondigd dat dat zo blijft tot 2030. Wij houden in onze berekeningen voorzichtigheidshalve geen rekening met dit tijdelijke voordeel.
Het rendement is in Wallonië positief. Met een zeer goede oriëntatie en een prijs van € 1 750 per kWp voor een installatie kan het financiële rendement in Wallonië oplopen tot 4 %. Maar dat percentage kan zakken tot 3 % in minder gunstige omstandigheden.
Wat de terugverdientijd betreft, mag je in Wallonië rekenen op 6 tot 8 jaar.
Ook goed om weten is dat hoe hoger de prijs van een installatie per kWp, hoe lager de rendabiliteit. Daarom is het belangrijk om verschillende offertes te vergelijken.

In Wallonië kun je ook kiezen voor een gedeeltelijke compensatie zonder netvergoeding, als je over een digitale meter beschikt. Onze simulaties op basis van een gemiddeld zelfverbruik tonen dan vergelijkbare rendementscurves als bij de volledige compensatie in combinatie met een netvergoeding. Je hoeft die mogelijkheid om voor het net te betalen dus niet te vrezen, tenzij je een laag zelfverbruik hebt of als je verwarmt met een klassieke elektrische verwarming of een warmtepomp.
Met de tool van energieregulator CWaPE kun je de impact van de overstap op een gedeeltelijke compensatie berekenen.
Moet ik zonnepanelen nemen?
Investeren in zonnepanelen is een optie voor wie een dak met een goede oriëntatie heeft, een correcte aankoopprijs kan verkrijgen en ermee kan leven dat soms bepaalde zaken wijzigen. Als je het echter moeilijk hebt met het idee dat men op een bepaalde dag je zonnepanelen gaat belasten, dat men je meter verandert of nog de manier wijzigt waarop je voordeel wordt berekend, kun je beter voor een andere belegging kiezen.
Het hangt af van het scenario waarin je je bevindt: je beschikt over een meter die wel of niet terugdraait.
De laatste jaren is het tweevoudig uurtarief vaak minder voordelig geworden dan het normale tarief, zelfs zonder zonnepanelen. Bekijk dus zeker onze vergelijker om de beste keuze te maken.
Moet je het tweevoudig uurtarief behouden als zonnepanelen installeert? Er zijn verschillende scenario's.
Je beschikt over een meter die terugdraait
In dat geval moet je kijken in welke mate je zonnepanelen je jaarlijks elektriciteitsverbruik kunnen dekken.
Als je zonnepanelen 70 tot 100 % van je elektriciteit leveren, ben je beter af met het enkelvoudig uurtarief. De teller draait doorheen het jaar dan voor- en achteruit om uiteindelijk tot een (quasi) nulverbruik te komen.
Met het tweevoudige uurtarief heb je daarentegen een dag- en een nachtteller. De dagteller draait tijdens weekdagen (tegen het duurdere piekuurtarief) en de nachtteller enkel tijdens het weekend (tegen het lagere daluurtarief). Aangezien de piekteller 5 dagen en de dalteller maar 2 dagen draait, zullen de zonnepanelen dus vooral de piekteller doen terugdraaien. De kWh die je “te veel” produceert op een van de meters, krijg je echter niet terugbetaald. Daarom laat je je toestellen beter meer overdag draaien om beide tellers in evenwicht te brengen. Met een enkelvoudige meter hoef je daar niet aan te denken. De winst die het tweevoudig uurtarief voor een beperkt verbruik zal opleveren, is minder belangrijk; de hoofdmoot van jouw verbruik wordt immers door je zonnepanelen gedekt.
Als je zonnepanelen minder dan 70 % van je jaarverbruik dekken, kun je de tweevoudige uurtariefmeter beter behouden als je een voordelig contract vindt voor dit tarief (bekijk onze vergelijker voor de elektriciteitsprijzen). Je kunt je kosten dan zo veel mogelijk verlagen door je toestellen zo veel mogelijk tegen het lagere daluurtarief te laten draaien. Controleer wel regelmatig of je dagteller niet te veel vooruit of terug is gedraaid. Is dat wel het geval, zet je toestellen dan minder vaak of juist vaker aan tijdens weekdagen.
Je beschikt niet (meer) over een meter die terugdraait
Het verdwijnen van de compensatie zorgt ervoor dat jouw panelen bijna nooit 70 % van je verbruik zullen dekken. Dan kun je beter het tweevoudige uurtarief behouden als je een voordelig contract hebt voor dit tarief.
De plaatsing van zonnepanelen gaat gepaard met een reeks formaliteiten of aandachtspunten om in de gaten te houden.
Een keuring voor de opstart
Je mag de fotovoltaïsche installatie opstarten nadat de keuring door een erkend organisme is gebeurd. Het is verboden om je zonnepaneelinstallatie vóór de keuring te laten draaien.
Na de plaatsing van de hele installatie komt er effectief een keuringsinstelling (erkend organisme) langs om de installatie en de elektrische veiligheid te controleren. Het tarief voor deze keuring is doorgaans in het bestek van de installateur vervat. Als niets is vermeld, vraag je de installateur het best expliciet wie die kosten zal dragen – reken op € 90 tot € 150 – en wie de afspraak met de keuringsinstelling zal maken.
Je moet als consument een volledig dossier kunnen voorleggen aan de keuringsinstelling met o.a. een technische beschrijving van de installatie. Als dit dossier niet volledig is, voert de keurder alleen een gedeeltelijke controle uit en moet achteraf een afspraak voor een nieuwe keuring worden gemaakt en uiteraard ook betaald. Als de consument zelf de keuring aanvraagt in plaats van de installateur, komt het voor dat die laatste niet alle documenten afgeeft zolang hij niet volledig is betaald. Om dit te vermijden, zijn van bij het begin goede afspraken met de installateur aangewezen. Bij de keuring zal de meterstand en de referentie van de meter worden genoteerd.
Aanmelding bij de netbeheerder
Na de keuring maakt de keuringsinstelling een verslag van het gelijkvormigheidsonderzoek. Dit document moet je aan je distributienetbeheerder bezorgen om je installatie daar aan te melden.
Jouw contract met je elektriciteitsleverancier
Jouw contract met je elektriciteitsleverancier loopt gewoon door. Maar je kunt eventueel een herziening van de voorschotfacturen vragen, met het oog op het toekomstige lagere stroomverbruik. En in Brussel en Vlaanderen moet je een contract tekenen met een operator die de door jou geproduceerde energie afneemt.
Als je later zou overwegen om van leverancier te veranderen, hou dan voor ogen dat de meterstand wordt opgenomen bij een leverancierswissel en er een eindafrekening volgt. Als je een terugdraaiende meter hebt, en je splits de facturatie in de loop van het jaar op, dan loop je het risico van een deel van je productie van je zonnepanelen te verliezen. Dat zal het geval zijn als je verbruik in de winter niet is gecompenseerd door je productie in de zomer. Hoe dichter de datum van de leverancierswissel aanleunt bij de datum van je jaarlijkse meteropname, hoe minder die gesplitste facturatie nadelig voor jou kan zijn.
Groenestroomcertificaten
Alleen in Brussel zijn er nog groenestroomcertificaten. Dat gebeurt via energieregulator Brugel. Voor bestaande installaties moet je in het Vlaams gewest aankloppen bij netbeheerder Fluvius; in Wallonië is bij Wallonie Energie SPW.
Verzekering
Schade aan en diefstal van zonnepanelen wordt doorgaans gedekt door de woningverzekering, beter gekend als de brandverzekering. Teken dus niet onbezonnen zomaar een bijkomende zonnepanelenverzekering. Vaak heb je helemaal geen extra verzekering nodig.
Wil je absolute gemoedsrust? Neem zeker contact op met je verzekeraar. En laat je zonnepanelen expliciet opnemen in de lijst van zaken die onder de dekking van je woningverzekering vallen (als deel van de woning of als deel van de inboedel). Soms kan dat de premie wel doen stijgen.
Diefstalbeveiliging
Je kunt het dieven moeilijker maken door borgmoeren (contramoeren) te gebruiken, waardoor ze de panelen minder makkelijk kunnen demonteren, of zelfs moeren te gebruiken die je niet kunt terugdraaien. Dit is des te meer het geval bij installaties op de grond of op tuinhuizen.
Neem steeds contact op met je verzekeraar om na te gaan of de installatie verzekerd is tegen diefstal (dekking binnen de woningverzekering, beter gekend als brandverzekering).
Reiniging
De regelmatige reiniging van zonnepanelen is niet altijd nodig. Bij een dakhelling van meer dan 15° zal de regen het oppervlak van de panelen op natuurlijke wijze schoonmaken, net zoals een dakvlakvenster. Het je kunt beter vermijden om de zonnepanelen te veel aan te raken, hoge druk kan ze beschadigen. Toch kan er soms vuil achterblijven, zoals uitwerpselen van vogels. Daarom is het belangrijk dat je de panelen af en toe aan een controle onderwerpt en zo nodig aangekoekt vuil verwijdert. je moet er dan natuurlijk wel bij kunnen.
Subsidies
Doe steeds navraag bij de gemeente of er nog een financieel steuntje in de rug is voorzien voor zonnepanelen. Voor Vlaanderen kun je ook terecht op de website www.premiezoeker.be, waar het volstaat om het postnummer van je gemeente in te tikken.
Geen verhoging van het kadastraal inkomen
De overheid heeft willen vermijden dat wie zijn woning beter isoleert of andere energiebesparende ingrepen uitvoert, met een verhoging van zijn kadastraal inkomen zou worden “bestraft”. Daarom verboogt de fiscus het kadastraal inkomen niet na onder meer de plaatsing van fotovoltaïsche zonnepanelen.
Als je zonnepanelen wilt plaatsen, vraag je het best vooraf enkele offertes op, net als bij alle andere grote werken aan de woning. Als je dan weet welke elementen er echt toe doen, kun je zelf al snel je eigen oordeel vellen. Wij vertellen je hier welke.
Welk vermogen heb ik nodig?
Zonnepanelen hebben één eenvoudige maar wel belangrijke opdracht, namelijk elektriciteit produceren. De elektriciteitproductie hangt af van het aantal kilowattpiek, d.w.z. het nominale of maximale vermogen van de fotovoltaïsche installatie. Dat is een sleutelgegeven, en toch staat het niet altijd als dusdanig op de offerte vermeld. Meer dan eens wordt alleen beschreven hoeveel panelen er op je dak zullen worden geplaatst.
Het vermogen van de panelen zit wel vaak verscholen in de referentie van het product, bv. type XYZ 380 wijst op een vermogen van 380 Wp. Je kunt ook de technische fiche van de panelen van het internet downloaden om je hiervan te vergewissen. Als je dus 20 panelen van die aard laat plaatsen, kom je uit op 20 x 380 Wp = 7600 Wp of 7,6 kWp.
Welke zonnepanelen kies ik?
Op de offerte moet je kunnen terugvinden welke panelen deel zullen uitmaken van de installatie, met vermelding van het merk en het model. Je houdt daarbij het best rekening met twee criteria.
Qua aanblik heb je blauwachtige panelen (polykristallijn), zwarte panelen (monokristallijn) met een grijs frame en volledig zwarte panelen (met dus ook een zwart frame). De “all black”-optie is een esthetische keuze die doorgaans iets duurder uitvalt.
Qua rendement bestaan er panelen met een hoger rendement, waarvan je er minder nodig hebt per m². Die hoogrendementspanelen zijn duurder. Ze zijn niet per se beter, maar kunnen van pas komen om voldoende vermogen te halen als de ruimte op het dak beperkt is.
In het ideale geval zou je eigenlijk een offerte voor de verschillende varianten moeten vragen: “all black” of niet, en gewone versus hoogrendementspanelen.
Wat het merk en type van de panelen betreft, raden we er geen aan noch af. Op basis van onze tests, onderzoeken en feedback van abonnees beschikken we over geen elementen die ons ertoe brengen om er bepaalde te verkiezen boven andere. De tevredenheid van de consumenten over hun panelen blijft hoog over de diverse merken en modellen heen.
Wees kritisch voor de bewering die je her en der hoort dat Europese panelen sowieso goed zijn en Chinese altijd slecht. De basiscomponenten van de panelen zijn immers veelal van Aziatische oorsprong. Dat de assemblage in Europa plaatsvindt, kan een criterium zijn, maar is geen must.
Wel geldt de basisvoorwaarde dat je een garantie van 10 jaar op de zonnepanelen moet krijgen. Dat is in de praktijk nagenoeg altijd het geval. Natuurlijk oogt een garantie van veel langere duur verleidelijk. Maar hecht er ook niet te veel waarde aan. Het valt nooit uit te sluiten dat de firma die met dit soort garantie uitpakt, ook al is het een gekende naam, in die verre toekomst zal ophouden te bestaan.
Welke omvormer moet ik hebben?
De omvormer van de fotovoltaïsche installatie zorgt ervoor dat de gelijkstroom die wordt opgewekt door zonnepanelen, wordt omgezet in wisselstroom die kan worden benut door het stroomnet en zo door de elektrische huishoudtoestellen in huis.
De offerte moet een beschrijving van de omvormer geven: het merk en het model, alsook het totale vermogen in kVA. Soms kan de installateur de plaatsing van verschillende omvormers voorstellen, bv. wanneer de zonnepanelen op meerdere dakvlakken met een verschillende oriëntatie liggen.
Het vermogen van de omvormer, uitgedrukt in kVA, is belangrijk omdat dit gaat bepalen hoeveel prosumententarief je zult moeten betalen. In Vlaanderen geldt dit prosumententarief voor oudere installaties; in het Waals gewest moeten bezitters van zonnepanelen ook zo'n tarief moeten betalen. Goed om te weten: doorgaans ligt het vermogen van de omvormer lager dan het totale vermogen van de zonnepanelen (bv. 25 % lager), zonder dat dit een negatieve impact hoeft te hebben op de stroomproductie door de fotovoltaïsche installatie.
In de post van de omvormer op de offerte kan een oplossing vervat zitten om met schaduw op het dak om te gaan (al vermijd je die nog altijd beter het best). De oplossing kan bestaan uit micro-omvormers of een systeem van optimisers (van het type Solar Edge of Tigo). Die systemen houden wel meer kosten in en zijn vooral van nut als je het hele jaar door schaduw hebt op een deel van de installatie. Als je installatie alleen last heeft van schaduw in de winter (met een laag staande zon) in de ochtend en in de avond, is zo’n investering niet nodig.
Het is belangrijk te weten welke garantie er op de omvormer wordt gegeven. Voor ons is een garantie van 10 jaar sterk aanbevolen, vooral als je weet dat de vervanging ervan soms meer dan € 2 000 kan kosten.
Het is beter dat de garantie door de fabrikant van de omvormer wordt gegeven, met inbegrip van een vervanging bij jou thuis (werk inbegrepen). Laat in de offerte expliciet vermelden dat je zo’n garantiecertificaat zult krijgen. Dat geeft je meer in handen dan louter een garantie vanwege de installateur.
Zijn alle kosten in de totaalprijs inbegrepen?
Sommige specifieke posten kunnen de kosten doen oplopen. Als je een stelling moet laten plaatsen om tot bij een hoog dak te kunnen bijvoorbeeld, zal er een prijstoeslag aan gekoppeld zijn. En moet het dak worden bijgewerkt alvorens er zonnepanelen op komen? Is de elektrische installatie oké of moeten er nog elementen aan worden toegevoegd, zoals een gepaste differentieelschakelaar of aarding? Staat de technische controle van de installatie door een erkend keuringsorganisme vermeld op de offerte en wie zal het initiatief nemen om dat bedrijf in te schakelen? In Brussel is de plaatsing van een meter verplicht om de groenestroomcertificaten te kunnen krijgen.
Zul je de productie van jouw installatie op afstand kunnen volgen, bv. via een app of via een website? Het kan handig zijn om zo geregeld te kunnen opvolgen of je systeem correct werkt en zo te vermijden dat je een eventuele panne pas laattijdig zou opmerken.
Het is ten zeerste aan te raden om op de offerte expliciet al dit soort toeslagen te laten vermelden. Als je bepaalde twijfels hebt, kun je je hier maar beter uitdrukkelijk naar vragen bij de installateur.
Tot slot moet je een totaalprijs krijgen waarin alle elementen vervat zitten. Die prijs moet ook vast en definitief zijn.
Wij waarschuwen voor bedrijven die er een handje van weg hebben om mist te spuiten over een geheel aan installaties die ze willen plaatsen: behalve een fotovoltaïsche installatie komt er bv. ook een warmtepompboiler, een warmtepomp en/of elektrische verwarming. Ze geven dan soms alleen een totaalprijs voor alles samen, zonder verdere details. Als we de diverse systemen opsplitsen, blijkt de consument dan uiteindelijk vaak een torenhoge prijs voor zijn panelen te betalen.
Wat is de totaalprijs per kWp?
Om de prijs van een offerte uiteindelijk te beoordelen en te kunnen becijferen hoe rendabel de hele investering kan zijn, moet je de totaalprijs, alle taksen en opties inbegrepen, per kWp uitrekenen.
De prijs per kWp zal het financiële rendement van de investering bepalen en je toelaten om offertes te vergelijken waarin een lichtjes verschillend vermogen is vooropgesteld.
Welk btw-tarief?
Wie zonnepanelen plaatst op een woning van minstens 10 jaar, betaalt normaal slechts 6 % btw. Die maatregel geldt ook tijdelijk, tot eind 2023, voor woningen jonger dan 10 jaar.
Recyclage
Sinds 1 juli 2016 kan iedereen oude of kapotte zonnepanelen binnenbrengen bij een twintigtal inzamelpunten. Het bedrijf PV Cycle staat in voor de inzameling en de verwerking van de panelen. Het hele proces is gratis, en wordt eigenlijk gefinancierd met een kleine milieubijdrage van € 2 op elk nieuw zonnepaneel. Daar komt nog 6 % of 21 % btw bovenop. Het bedrag kan zo nodig jaarlijks worden aangepast.
Zonnepaneelinstallatie met een derde investeerder?
Sommige bedrijven stellen je niet alleen voor om panelen te plaatsen maar ze ook tegelijk voor jou te bekostigen. Zij promoten hun voorstel als “fotovoltaïsche installaties zonder investering” of “gratis installaties”. Soms worden deze bedrijven ook aangeduid als “derde investeerders”.
Vergewis je ervan of het wel degelijk gaat om een derde investeerder die zelf de installatie financiert en de risico’s draagt. In het verleden werden consumenten het Wallonië het slachtoffer van bedrog omdat ze letterlijk werden opgelicht met voorstellen waarbij ze zich in eigen naam in de schulden werkten en een goed deel van de winst naar de pseudo-derde investeerder moesten doorstorten. Sommige ervan bleken vrij interessant. Vergelijk steeds deze voorstellen met voorstellen van traditionele installateurs en een lening bij jouw eigen bank.
Er bestaan verschillende soorten garanties:
Rendementsgarantie van 25 jaar
De meeste fabrikanten garanderen dat de zonnepanelen na 25 jaar nog 80 % van het beginrendement leveren. Het gaat hierbij dus niet om een garantie met eventueel een vervanging van materiaal in geval van een gebrek, maar om een bewering over de toekomstige prestaties van de panelen.
Garantie op het materiaal (panelen en/of omvormer)
Vertonen er zich gebreken aan de installatie binnen 2 jaar na de plaatsing, dan heb je dankzij de wettelijke garantie in principe recht op gratis herstelling of vervanging van de panelen en/of de omvormer. Wanneer het gebrek ernstig is en niet meer hersteld kan worden, kan er een prijscompensatie worden gegeven of kan de overeenkomst worden ontbonden.
De wettelijke garantie verzwakt wel na de eerste zes maanden, in die zin dat het vanaf dan aan jou is om te bewijzen dat het gebrek al bestond op het ogenblik van de levering. Als de installateur te kwader trouw is, zul je desnoods naar de rechter moeten stappen en aan de hand van een expertise moeten aantonen dat het gebrek effectief al bij de levering bestond.
Je hebt overigens steeds minstens 2 maanden de tijd om het gebrek te melden nadat je het hebt vastgesteld.
Zodra de wettelijke garantieperiode voorbij is, gelden de gewone regels op het vlak van een koopovereenkomst: je kunt nog steeds verhaal halen voor ernstige verborgen gebreken die al aanwezig waren op het ogenblik van de installatie.
Naast de wettelijke garantie kan een verkoper een commerciële “fabrieksgarantie” aanbieden. Vaak is ze ruimer dan de wettelijke. Zo genieten de panelen doorgaans een waarborg van minstens 10 jaar. Een waarborg van 5 jaar op de omvormer is een minimum en 10 jaar is aan te bevelen als je weet dat zijn vervanging soms meer dan € 2 000 kan kosten. Soms kun je mits een toeslag van bv. € 300 een bijkomende garantie van 5 jaar krijgen. Nog beter is over een extra termijn zonder meerkosten te onderhandelen.
Wat de fabrieksgarantie inhoudt, wordt zelden of nooit toegelicht. Je vraagt daar dus maar beter expliciet naar. Vraag steeds de voorwaarden van de fabrieksgarantie op en laat zo mogelijk schriftelijk vastleggen dat het werk en de verplaatsingskosten inbegrepen zijn.
Garantie op het werk
Sommige installateurs geven 10 jaar op de plaatsing, en meer specifiek op elk gebrek qua lekdichtheid voor het deel van het dak waarop de fotovoltaïsche installatie is geplaatst. Dat vormt een belangrijke - en volgens ons inziens zelfs noodzakelijke - aanvulling op de fabrieksgarantie (op de panelen en/of de omvormer), enigszins te vergelijken met de tienjarige aansprakelijkheid in de bouw.
Contractclausules
Naast de garanties zijn er nog enkele specifieke punten waarmee je jouw positie tegenover de installateur kunt versterken:
Plaatsingstermijn
Weinig installateurs geven een bindende leveringstermijn op. Nochtans zijn de leveringstermijn en de nalevering ervan essentieel bij een overeenkomst. Sommige installateurs wachten zelfs de bestelling van de klant af om pas daarna, louter eenzijdig, een leveringstermijn op te geven. Hiermee overtreden ze de wet.
Weet dat als er geen termijn is vermeld, er toch zoiets bestaat als de notie van “redelijke termijn”. Wanneer je meent dat die overschreden is, kun je een installateur in gebreke stellen om de werken binnen een bepaalde termijn uit te voeren. Wanneer hij hier niet op ingaat, heb je het recht om de overeenkomst te verbreken en de voorschotten die je hebt betaald, terug te vorderen. Daarnaast kun je een schadevergoeding eisen voor onder meer de gederfde stroomproductie of gemiste groenestroomcertificaten (in Brussel).
Vaste prijs
Sommige installateurs behouden zich de mogelijkheid voor om de prijs voor de installatie nog op te trekken nadat de overeenkomst is gesloten. Dat druist in tegen de wet op de marktpraktijken. Bovendien mag toch worden verondersteld dat een installateur zijn prijs pas na een grondige studie bepaalt. Een tip: laat in de overeenkomst uitdrukkelijk opnemen dat de prijs onherroepelijk vast staat.
Vrijblijvende informatie
Installateurs van zonnepanelen hebben meer dan eens de neiging om hun aanbod als vrijblijvend te beschouwen, terwijl de klant zich wel moet binden. Zo stellen installateurs vaak bepaalde rendementen voorop. Volgens ons moeten ze die ook effectief kunnen staven en waarborgen. Een verkoper mag een klant immers niet overhalen om een contract te sluiten op basis van informatie die onjuist is en bedrieglijk wordt voorgesteld. Als het vooropgestelde rendement niet zou worden gehaald, zou hiertegenover zelfs een compensatie van de installateur moeten staan.
Voorschotten
De plaatsing van zonnepanelen vergt een investering van duizenden euro’s. Veel installateurs vragen om een aanzienlijk deel van de totale factuur te betalen vóór de panelen op het dak liggen. Op die manier heb je zo goed als de hele factuur betaald op een ogenblik dat je nog niet weet of de installatie correct zal werken. Idealiter zou een installateur niet meer dan 15 à 20 % van de totale kosten als voorschot mogen vragen.
In onze groepsaankopen van zonnepanelen hanteerden wij de volgende verdeelsleutel:
- een voorschot van maximaal 20 % van de totaalprijs btw inbegrepen;
- 20 % van de totaalprijs alles inbegrepen bij de start van de plaatsing;
- 20 % van de totaalprijs alles inbegrepen bij de beëindiging van de werken;
- maximaal 20 % bij de definitieve oplevering door het keuringsorganisme;
- het saldo bij de bezorging van het administratieve dossier.
In de praktijk probeer je het best zo weinig mogelijk voorschot te betalen. Want als de installateur zou verdwijnen, ben je wellicht je geld kwijt.
Risico-overdracht
Installateurs hebben wel eens de neiging om alle risico’s van bij het sluiten van de overeenkomst op de klant af te schuiven terwijl ze het eigendomsrecht op de panelen behouden tot alles is betaald. Met dat laatste kunnen wij leven, maar dan mag ook het risico pas op de klant overgaan op het ogenblik dat de panelen op het dak zijn bevestigd. Zo wordt vermeden dat de klant moet opdraaien voor schade aan de panelen wanneer de installateur nalaat om ze tijdig aan te brengen en ze intussen op de werf laat liggen.
Eventuele boetes
Als een klant een van zijn verplichtingen niet nakomt, bv. omdat hij de bestelling annuleert of omdat hij de betalingen niet tijdig uitvoert, zwaaien nogal wat installateurs met zware boetes, die buiten proportie en onrechtmatig zijn. Kijk uit voor dit soort bedingen en laat ze zo nodig aanpassen.