Haal meer uit je thuisbatterij en zonnepanelen: verhoog je zelfverbruik
Steeds meer mensen die zonnepanelen laten installeren, kiezen ook meteen voor een thuisbatterij. Met zo'n batterij kun je immers meer van je eigen stroom verbruiken, op momenten dat je panelen geen elektriciteit opwekken. Maar hoe zit het met de prijs, de rentabiliteit, de types, aandachtspunten en alternatieven? Wij beantwoorden al je vragen.

Met een thuisbatterij kun je het eigen verbruik van de door jouw zonnepanelen geproduceerde elektriciteit verhogen. Je slaat stroom op als je installatie te veel produceert, en je gebruikt het als de installatie te weinig of helemaal niet levert, bijvoorbeeld 's nachts of als het te bewolkt is.
Wel of geen batterij bij je zonnepanelen?
Lagere vergoeding voor de eigen stroom
- In Vlaanderen heeft een uitspraak van het Grondwettelijk Hof een einde gemaakt aan de terugdraaiende teller voor wie zonnepanelen én een digitale meter heeft. Wie zo'n digitale meter krijgt, moet zijn terugdraaiende teller opgeven. Voor de stroom die je op het net injecteert, krijg je dan een terugleververgoeding van je energieleverancier, die echter lager uitvalt dan het afnametarief.
- In Brussel draait de teller niet meer terug sinds november 2021.
- In het Waals gewest kun je voor een gedeeltelijke compensatie (van toepassing op het deel "energie" van de factuur) kiezen, waarbij dan het prosumententarief wegvalt. Maar als je hiermee slechter af zou zijn dan met de standaardregeling met een volledige compensatie én het prosumententarief, kun je altijd op de financieel meest voordelige optie terugvallen.
Wanneer verdwijnt de terugdraaiende teller definitief?
Het mag echter duidelijk zijn: het zelfverbruik van de stroom uit je zonnepanelen verhogen wint hoe dan ook aan belang. En daar kan een thuisbatterij bij helpen.
Je zelfverbruik verhogen
Met de terugdraaiende teller gebruik je het stroomnet als een grote batterij. Wanneer je te veel stroom produceert, zet je die op het net. Wanneer je er te weinig of niet produceert, haal je er stroom van af.
De geïnjecteerde stroom wordt vergoed tegen de aankoopprijs van de elektriciteit, zolang je een volledige compensatie door de terugdraaiende teller geniet. Als je minder wordt vergoed voor je eigen stroomproductie – via een terugleververgoeding of een gedeeltelijke compensatie - kun je ze maar beter zoveel mogelijk direct zelf verbruiken.
Je kunt bijvoorbeeld je zelfverbruik verhogen door een thuisbatterij aan je zonnepanelen te koppelen. Je leidt de overtollige stroomproductie dan tijdelijk naar je batterij af om die vervolgens te benutten als de panelen te weinig of niet meer produceren, bv. 's avonds of als het te bewolkt is.
Wat doet zo'n thuisbatterij precies?
De stroom die door je zonnepanelen wordt opgewekt, en die je niet meteen verbruikt, kun je dankzij een batterij tijdelijk opslaan in plaats van hem het net op te sturen.
Tot de batterij vol is toch, want bijvoorbeeld op mooie zomerdagen zul je soms meer produceren dan de batterij aan kan. Zo kun je misschien 35 kWh stroom
produceren, terwijl je er hooguit 10 kWh kunt opslaan. Je overproductie gaat dan het stroomnet op.
Wanneer de zonnepanelen stoppen met produceren, 's avonds en 's nachts, kun je dan je eigen stroom uit de batterij putten. Is die op een bepaald ogenblik leeg, dan moet je opnieuw stroom van het net afnemen.
Denk trouwens vooral niet dat je in de zomer je overtollige stroom kunt opslaan om die dan in de winter te gebruiken. De opslag in een thuisbatterij zal je hooguit een of enkele dagen uit de nood kunnen helpen.
Welke omvormer voor zonnepanelen met batterij?
Tenzij jouw PV-installatie al uitgerust is met een hybride omvormer, zul je een andere omvormer moeten laten plaatsen.
Welk type batterij?
Lithium-ionbatterijen hebben de concurrentie verpletterd. Ze hebben voordelen, maar ook nadelen.
Welke capaciteit nodig voor een thuisbatterij?
Om je investering te optimaliseren, is het belangrijk dat de opslagcapaciteit van je batterij aangepast is aan jouw PV-installatie.
Hoeveel kost een thuisbatterij?
Hoewel de prijzen over het algemeen dalen, zien we grote verschillen tussen offertes voor batterijen met hetzelfde vermogen.
Is een thuisbatterij voor je zonnepanelen rendabel?
Helaas is de levensduur van zo'n batterij nog te kort om de investering rendabel te maken. De beloofde winst is vaak nogal optimistisch.
Waarop letten bij offertes voor thuisbatterij?
Wij geven vijf concrete aandachtspunten waarop je moet letten als je offertes gaat vergelijken.
Alternatieven om je zonnepanelen maximaal te doen opbrengen?
Er zijn goedkopere oplossingen dan een thuisbatterij om de opgewekte stroom van je zonnepanelen maximaal te benutten.
Behalve een digitale meter, heb je voor de thuisbatterij een speciale omvormer nodig die de batterij vertelt wanneer er stroom kan worden opgeslagen en wanneer er opnieuw moet worden afgestaan.
Het alternatief is dat je de bestaande omvormer van je zonnepaneelinstallatie door een hybride model laat vervangen dat zowel de stroom van de zonnepanelen als de batterij beheert (tenzij de installatie al over een hybride omvormer beschikt).
Reken op € 1 000 à € 1 400 voor een klassieke omvormer voor een fotovoltaïsche installatie en op € 1 000 voor een specifieke omvormer voor een batterij. Een hybride omvormer zal ongeveer € 1 800 kosten.
Als je een nieuwe fotovoltaïsche installatie wilt plaatsen en overweegt om er laten een thuisbatterij aan toe te voegen, kan het zinvol zijn om meteen een hybride omvormer te laten plaatsen.
Jarenlang werd de markt gedomineerd door loodzuurbatterijen. Maar intussen hebben die plaatsgemaakt voor lithium-ion-batterijen. Op tal van vlakken overtreffen lithium-ion-batterijen ruimschoots hun voorgangers, maar ze hebben zowel voordelen als nadelen.
Pluspunten
|
Minpunten
|
Je kunt voor een extrazware batterij gaan om toch maar zoveel mogelijk stroom te kunnen opslaan, maar dan betaal je wellicht te veel. Het is beter om te streven naar een perfecte balans om de zelf geproduceerde stroom maximaal via de batterij te benutten.
Vuistregel: 1,4 à 1,6 keer het vermogen van je zonnepanelen
Concreet geldt de vuistregel dat je het vermogen van je zonnepaneleninstallatie (in kilowattpiek of kWp) met 1,4 à 1,6 moet vermenigvuldigen om de optimale capaciteit (in kilowattuur of kWh) te bepalen. Voor een doorsnee installatie van 4 kWp heb je dus een batterij van rond de 6 kWh nodig.
Sommige thuisbatterijen zijn modulair opgebouwd. Je moet dan telkens een module toevoegen totdat je aan de gewenste capaciteit komt.
Variërende stroomproductie versus vrij stabiel verbruik
Terwijl je elektriciteitsverbruik het hele jaar door vrij stabiel blijft (voor zover je niet elektrisch verwarmt), varieert de productie van zonne-energie sterk naargelang het seizoen.
Tijdens de donkerste maanden (december en januari) levert een grote zonnepaneleninstallatie van 10 kilowattpiek (kWp) amper 50 % van de benodigde elektriciteit (ongeveer 200 van de 400 kWh die per maand nodig is). En dit houdt geeneens rekening met het gebrek aan gelijktijdigheid tussen de momenten waarop je energie opwekt en verbruikt.
In de zomer lopen de momenten waarop je energie opwekt en verbruikt meer gelijk en vormt een thuisbatterij een ideale buffer. Maar doordat die moeite heeft om pieken in de productie van zonne-energie volledig op te vangen, gaat alsnog een deel van de opbrengst verloren.
En je zult de opgeslagen stroom trouwens zowat dagelijks moeten opgebruiken, als je nieuwe stroom wilt kunnen opslaan.
Het net blijft nodig
Als je een thuisbatterij met een opslagcapaciteit van 5 kWh aan een zonnepaneleninstallatie van 5 kWp koppelt, stijgt de jaarlijkse zelfvoorzieningsgraad van 28 naar 44 %. Een verdubbeling van de opslagcapaciteit van de batterij (10 kWh) doet dat cijfer stijgen tot 57 %.
Als je een installatie van 10 kWp aan een batterij van 10 kWh koppelt, zorgt dat voor een jaarlijkse zelfvoorzieningsgraad van 81 %.
Het mag duidelijk zijn: het is vrijwel onmogelijk om volledig onafhankelijk van het stroomnet te functioneren.
Gemiddelde prijs rond € 850 per kWh
Sinds eind 2021 zagen we de prijs van batterijen dalen. Offertes boven de € 1 000 per kWh, inclusief plaatsing, zien we anno 2024 niet meer. Bovendien zakt de prijs per kWh naarmate je meer opslagcapaciteit kiest.
Waar de prijzen in onze laatste offertes voor een thuisbatterij van 5 kWh schommelen rond de € 850 per kWh, liggen de prijzen voor een batterij van 15 kWh nog maar rond de € 600 per kWh.
Vraag minstens drie offertes
Toch blijft het belangrijk om meerdere offertes op te vragen en te vergelijken. We zien soms immers enorme prijsverschillen voor batterijen met eenzelfde opslagcapaciteit. Zo noteerden we voor een batterij van 10 kWh prijzen van € 450 tot wel € 850 per kWh.
Stem je capaciteit af op je zonnepanelen
Om te weten welke opslagcapaciteit je nodig hebt voor jouw zonnepanelen, moet je het vermogen van je PV-installatie vermenigvuldigen met 1,4 tot 1,6. Voor een gemiddelde installatie van 4 kWp is dus een batterij nodig van ongeveer 6 kWh.
Het heeft geen zin om voor een zwaardere batterij te kiezen dan nodig om zo te profiteren van de lagere prijzen per kWh. De overtollige capaciteit zal je in de winter niets opleveren en de extra investering is niet de moeite.
Premie geschrapt in Vlaanderen
Sinds 31 maart 2023 zijn er in Vlaanderen geen premies meer voor batterijen.
Waar je zonnepanelen minstens 20 jaar meegaan, moet je voor een thuisbatterij rekenen op een reële rentabiliteit van 10 jaar, en dus niet 15 of 20 jaar. Dat maakt de investering natuurlijk een pak minder interessant.
Thuisbatterij is zelden de moeite
Te korte levensduur
Volgens onze berekeningen is een thuisbatterij zelden rendabel. Eigenlijk zou je moeten uitkomen op een nettoprijs van hooguit € 300 per kWh om de thuisbatterij met enige winst te kunnen afschrijven binnen 10 jaar. De werkelijke prijzen liggen natuurlijk een pak hoger.
Tenzij je erin zou slagen om je zelfverbruik niet met 30 % maar met 40 % (van 30 % naar 70 %) te verhogen. Dat veronderstelt dan wel dat de batterij meer van de opgeslagen stroom kan leveren buiten de uren dat er zonnestroom wordt opgewekt. Maar dat gaat niet zomaar.
Eigenlijk kan de investering pas echt rendabel worden als de batterij een stuk langer in goede conditie zou blijven. Minstens 15 jaar, wat ons momenteel nog overdreven optimistisch lijkt.
Verlies aan capaciteit
Een thuisbatterij verliest jaar na jaar stelselmatig aan capaciteit: zo'n 3 à 4 % per jaar. Na 10 jaar zul je op die manier bv. nog slechts 60 % van de initiële capaciteit overhouden.
Totaal zelfverbruik blijft beperkt
Een totaal zelfverbruik van 80 % of zelfs 90 % met een correct gedimensioneerde batterij is weinig realistisch. Een totaal zelfverbruik van 60 à 70 % - en dus een winst van ruim 30 % ten opzichte van een doorsnee zelfverbruik van 30 % dankzij de thuisbatterij - zou wel haalbaar moeten zijn.
Teruglevertarieven, betaald door de leverancier
Je krijgt een vergoeding voor de geproduceerde stroom die je op het net injecteert. De tarieven liggen daarvoor weliswaar een pak lager dan de prijs die je zelf betaalt om elektriciteit van het net af te nemen, maar ook deze beetjes dragen mee aan het rendement van je zonnepanelen.
Controleer wel altijd goed je energiecontract om te weten welke tarieven en voorwaarden gelden voor de stroom die je teruglevert aan het net.
Realistische terugverdientijd
Installateurs beloven nogal graag dat de terugverdientijd voor de thuisbatterij korter zou zijn dan 10 jaar. Die inschattingen zijn meestal gebaseerd op optimistische aannames en gemiddelde cijfers voor jaarlijkse afname en injectie, in plaats van op jouw eigen verbruiksgeschiedenis. Nochtans kun je die persoonlijke gegevens – als je een digitale meter hebt – eenvoudig downloaden.
Als je een offertes voor een thuisbatterij inzamelt, bekijk je ze maar beter met enige scepsis. Enkele punten zijn daarbij van cruciaal belang.
1. De prijs
Als je een offerte vraagt voor zowel zonnepanelen als voor een thuisbatterij, ga dan na of de prijs voor de batterij niet kunstmatig wordt verlaagd en deels wordt doorgeschoven naar een hogere prijs voor de zonnepanelen.
Vraag desgevallend ook enkele offertes voor alleen zonnepanelen om te kunnen vergelijken.
2. Correcte dimensionering
Streef naar een correcte dimensionering. Een overdimensionering zal de prijs per kWh voor de batterij wellicht wel doen dalen, maar de totale prijs van de investering sterk doen stijgen.
Dat zal uiteindelijk geen meerwaarde opleveren als je weet dat de batterij regelmatig en aanzienlijk moet worden ontladen om opnieuw stroom te kunnen opslaan. Anders dreigt toch een groot deel van de zelf geproduceerde stroom naar het net te verdwijnen.
3. Verlies aan capaciteit
Na zo'n 10 jaar zal de batterij al heel wat aan capaciteit hebben ingeboet. Wellicht houdt hij nog 80 % of zelfs maar 60 % van de originele capaciteit over. Vraag na of de berekening van de installateur voor het financiële rendement van de investering hier wel degelijk rekening mee houdt.
4. Realistisch zelfverbruik
Installateurs gaan meer dan eens uit van al te rooskleurige inschattingen voor de verhoging van het zelfverbruik. Een totaal zelfverbruik van 80 % of zelfs 90 % met een correct gedimensioneerde batterij is weinig realistisch.
Een totaal zelfverbruik van 60 à 70 % - en dus een winst van ruim 30 % ten opzichte van een doorsnee zelfverbruik van 30 % dankzij de thuisbatterij - zou wel haalbaar moeten zijn. Vraag de installateur ook naar de terugverdientijd bij een zelfverbruik van 70 %.
Ugent stelt een tool ter beschikking waarmee je de terugverdientijd van jouw investering, kunt narekenen.
5. Garantie en levensduur
Installateurs geven doorgaans een garantie van 10 jaar op hun thuisbatterij, die in principe een levensduur van (minstens) 15 jaar zou moeten halen, zij het met een dan veel lagere capaciteit, en voor zover je geen tegenslag hebt. Vergewis je van de garantieduur die je krijgt.
Een tweede leven voor de autobatterij
Een alternatief voor de thuisbatterij zou erin kunnen bestaan om lithium-ion-batterijen uit auto’s te hergebruiken. Auto’s hebben immers een krachtige batterij om snel te kunnen versnellen. Als de batterij niet genoeg vermogen meer levert, moet ze worden vervangen. Maar met het resterende vermogen en aantal oplaadcycli (meer dan 2 000) zou ze daarna probleemloos kunnen worden omgebouwd tot een thuisbatterij.
Dat zou niet alleen de prijs drukken, maar ook de milieu-impact verminderen en de vraag naar schaarse grondstoffen verkleinen. Door de stijgende behoefte aan grondstoffen voor de batterijen van elektrische auto’s dreigen er op termijn immers tekorten.
Collectieve opslag
Er bestaan alternatieven die parallel kunnen worden ontwikkeld: centrale systemen met lithium-ion-batterijen die pieken in de productie en de vraag opvangen, kunnen worden gecombineerd met nieuwe opslagtechnologieën.
Er zijn ook samenwerkingsverbanden mogelijk tussen burgers, al dan niet voor collectief zelfverbruik: de zgn. energiegemeenschappen. Die bieden prosumenten de mogelijkheid om hun stroomoverschot door te verkopen aan bv. buren tegen een tarief dat onder de marktprijs ligt. Daar heeft zowel de netwerkbeheerder als de deelnemende burger baat bij. In de diverse gewesten komen hier steeds meer mogelijkheden voor of wordt er nog aan gewerkt. Zo voorziet het Vlaams gewest in energiedelen sinds januari 2022 in appartementen en sinds juli 2022 voor andere woningen. Vanaf 2023 zou het energiedelen verder worden uitgebreid naar échte energiegemeenschappen.
Zelfverbruik op een andere manier verhogen
Een thuisbatterij kan je zelfverbruik fors opkrikken, maar je moet er wel stevig voor investeren. Er zijn soms goedkopere alternatieven om je zelfverbruik de hoogte in te jagen.
In de verschillende gewesten hanteert men min of meer vergelijkbare cijfers voor het doorsnee zelfverbruik (zonder batterij): 35 % in Vlaanderen, 37,40 % in Brussel en 37,76 % in Wallonië. De cijfers van Brussel zijn effectief gebaseerd op reële metingen; daar is bij de plaatsing van zonnepanelen immers al van bij het begin gewerkt met een dubbele meter, die zowel afname als productie meet. Met deze nuance dat dit gewest verhoudingsgewijs kleinere daken en bijgevolg kleinere fotovoltaïsche installaties dan de andere gewesten telt, wat de mate van zelfverbruik ten goede komt.
Concreet gaan wij liever uit van een doorsnee zelfverbruik van 30 %. En dat cijfer kun je ook op andere manieren verhogen. Dat bleek eerder al uit onderzoek dat we uitvoerden in het kader van een Europees project rond hernieuwbare energie.
Uitgestelde start
Zo kun je de grote energievreters (wasmachine, droogkast, vaatwasser) vooral laten draaien op de uren dat de zonnepanelen stroom produceren. Dat veronderstelt een uitgestelde start en/of dat je regelmatig thuis bent om de toestellen te bedienen. Maar zelfs dan bleek de winst beperkt tot 3 à 5 %.
In de winterperiode zullen de zonnepanelen overigens vaak te weinig produceren om je verbruik te dekken.
Een timer op de elektrische boiler
Een toestel dat wel een groot verschil kan maken is de elektrische boiler. Je kunt er makkelijk een timer op plaatsen zodat hij alleen het water kan opwarmen tijdens de normale uren van de zonnestroomproductie. Dat krikte het zelfverbruik met 13 % op.
De elektrische auto
Als je over een elektrische auto beschikt en je die overdag langzaam (tegen laag vermogen) kunt laten opladen of met een slimme laadpaal die het laadvermogen aanpast aan het beschikbare vermogen, ligt 10 % extra zelfverbruik binnen handbereik.
Dat cijfer kan naar 30 % oplopen als de batterij van de auto de rol van thuisbatterij kan overnemen en dus ook kan worden ontladen om in huis stroom te leveren als daar nood aan is.
Je verbruik eerst monitoren
Om een goede beslissing over de verhoging van het zelfverbruik te nemen, zou je eigenlijk op voorhand een energiemonitoringsysteem moeten kunnen plaatsen en gedurende bv. een jaar nagaan wat jouw grote stroomverbruikers precies zijn en bekijken op welke manier je de werking ervan in de tijd zou kunnen verschuiven. Pas dan beschik je over alle gegevens om de juiste beslissingen te nemen, ook die over een thuisbatterij.