Peulvruchten, wat zijn dat?


Peulvruchten leveren in combinatie met granen een volwaardig eiwit en deze combinatie is daarmee een goede basis voor vleesvervanging. Een grotere consumptie van peulvruchten in de dagelijkse voeding kan bijdragen aan de algehele gezondheid en de duurzaamheid ten aanzien van de voedselvoorziening.
Witte bonen, spliterwten en koraallinzen: onze gezonde "bondgenoten".
Dankzij de veelzijdigheid van peulvruchten (als vezelrijke groente, eiwit- en zetmeelbron én bron van verschillende vitamines en mineralen) verdient het een eigen plaats in ons dagelijkse voedingspatroon.
Uit een studie van Gezondleven blijkt dat 1 op de 4 Vlamingen er niet in slaagt om één soort, laat staan meer, peulvrucht op te noemen. De zeer lage resultaten betekent alleszins dat de doorsnee Vlaming zeker niet aan een consumptie van éénmaal per week peulvruchten komt.
Uit de laatste consumptiepeiling in België (2014) bleek dat 20% van de respondenten nooit peulvruchten eet en van de 80% die wel peulvruchten eet, stond dit minder vaak dan elke week op het menu.
Hoe vaak mag je peulvruchten eten?
De Hoge Gezondheidsraad raadt aan om wekelijks aandacht aan peulvruchten te besteden. In dit opzicht kunnen supermarkten een belangrijke rol spelen in het koopgedrag van de consument, aangezien de meesten van ons daar hun voedselinkopen doen. Onze overheden kunnen de consumenten ook helpen, zoals in het geval van de Green Deal Protein Shift onder leiding van de Vlaamse overheid (waarin wij als consumentenvereniging partner zijn) en het Plan voor de ontwikkeling van plantaardige eiwitten in Wallonië.
Frequente vragen over peulvruchten
In dit dossier kijken we naar de volgende punten:
- Welke soorten peulvruchten zijn er? En welke hebben de meeste eiwitten?
- Hoe gezond zijn peulvruchten?
- Wat is de Green Deal eiwitshift? De shift van dierlijke naar plantaardige eiwitten?
- Dierlijke of plantaardige eiwitten? Het belang van eiwitrijke voeding
- Hoelang moeten peulvruchten weken en koken?
- Wat is de milieu-impact van peulvruchten?
- Waar zijn peulvruchten te koop?
- Peulvruchten klaarmaken, hoe doe je dat?
Kom meer te weten over plantaardige voeding en vleesvervangers in verschillende dossiers.
Peulvruchten zijn de rijpe (gedroogde) zaden van vlinderbloemige planten, ook wel leguminosen genoemd. De zaden groeien in peulen, een peul bevat een of meer zaden. Deze zaden kennen we onder andere als erwten, bruine bonen, sojabonen, linzen en kikkererwten. Maar ook pinda’s en lupine vallen onder de peulvruchten.
Peulvruchten zijn officieel geen groenten, aangezien deze uitsluitend tot de vlinderbloemfamilie gerekend worden. Vervolgens worden peulen wel in verschillende groepen onderverdeeld. Zo behoort bijvoorbeeld de kikkererwt tot de groep van kiemgroentes.
Bij het eten of klaarmaken van peulvruchten worden de zaden meestal uit de peul gehaald zoals bij pinda’s of sojabonen, maar sperziebonen zijn dan weer een voorbeeld waarbij peul en zaden in zijn geheel geconsumeerd worden. Ten slotte worden peulvruchten niet alleen gebruikt om te eten. Zo kan je ook de zaden gebruiken om potgrond te bemesten.
Peulvruchten zijn verkrijgbaar in verschillende varianten: vers, gedroogd, gegaard in een pot, blik of bevroren. Daarnaast worden peulvruchten verwerkt in vleesvervangers: gemalen, geëxtrudeerd, gefermenteerd, getextureerd. Maar ook in de vorm van isolaten en concentraten worden eiwitten van peulvruchten (vooral soja) toegepast. Er bestaan tientallen soorten peulvruchten. Dit onderzoek draait om peulvruchten die in een voedingspatroon passen, dus wordt er enkel gekeken naar eetbare peulvruchten. Verder draait het onderzoek specifiek rond het aanbod peulvruchten in Belgische supermarkten.
Klik hieronder om enkele van de vele soorten peulvruchten te ontdekken
Erwt
Erwten zijn een voorbeeld van ronde, kleine peulvruchten. Ze behoren tot de familie van vlinderbloemige planten onder het geslacht Pisum. Erwten worden aangeboden in blik, bokaal of in de diepvries. Meestal worden deze gedopt gegeten, maar van sommige soorten erwten zijn de peulen zelf ook eetbaar. "Erwt" is eigenlijk een overkoepelende term voor verschillende soorten zoals doperwten, kapucijners, groene erwt, gele erwt, suikererwt (sugarsnaps) en peultjes.
Kikkererwt
De kikkererwt is een peulvrucht die lid is van de onderfamilie Faboideae of Papilionoideae. Het is een roze-gele en rondvormige peulvrucht die voorkomt per 2 à 3 stuks in één peul. Kikkererwten hebben een nootachtige smaak. Ze worden gedroogd, in blik of in bokaal aangeboden. Verder worden kikkererwten vaak verwerkt tot falafel, chips of hummus of kunnen ze geroosterd als snack gegeten worden. Kikkererwten zijn dan ook rijk aan koper, ijzer, zink, fosfor, B-vitamines, vezels, mangaan en koolhydraten.
Kousenband
De kousenband is afkomstig uit Suriname en behoort tot de Fabaceae familie. Het is een peulvrucht die tot de groenten gerekend wordt. Het uiterlijk lijkt zeer goed op dat van een sperzieboon, maar het verschil zit in de smaak. Kousenband kent een vollere en pittigere smaak. De lange peulen van de kousenband bevatten kalium, foliumzuur en naast vitamine B1 en B6 heel wat andere mineralen.
Linzen
Linzen zijn een soort peulvrucht die tot de onderfamilie Papilionoideae behoren. Linzen zijn klein en bolvormig, maar de kleur verschilt naargelang de soort. Er bestaan namelijk groene, gele, bruine, rode en zwarte linzen. Deze peulvrucht is eigenlijk het zaad van een plant, die enkel gedroogd wordt aangeboden. Ze zijn een goede bron van vezels, mineralen, ijzer en eiwitten.
Pinda
De pinda behoort ook tot de onderfamilie genaamd Papilionoideae. Pinda’s worden ook wel eens aardnoten of apennoten genoemd, maar vallen technisch gezien ook onder de peulvruchten, aangezien de pinda eigenlijk een peul is waarin twee zaden zitten. De pinda is rijk aan eiwitten en kan als een goede bron voor B-vitamines beschouwd worden.
Pronkbonen
Pronkbonen behoren opnieuw tot de onderfamilie van Papilionoideae. Het uiterlijk lijkt goed op dat van snijbonen, alleen zijn ze wat langer, slanker en is de buitenkant iets ruwer. Het klaarmaken van de pronkboon is wel hetzelfde als de snijboon, namelijk dat de jong gedroogde bonen worden gekookt en opgegeten.
Sojabonen
De sojaboon behoort tot de Papilionoideae familie van de peulvruchten. Er zijn heel veel verschillende variaties in sojabonen waaronder gele, bruine, groene, en zelfs zwarte soorten. Sojabonen worden vers of gedroogd aangeboden, maar worden meestal verwerkt in producten zoals tofu, sojasaus, tempé of sojamelk. Ze beschikken over meer eiwitten dan de meeste soorten vlees, maar ook over onverzadigde vetzuren, diverse vitaminen, mineralen, vezels en essentiële aminozuren.
Tamarinde
De tamarinde behoort tot een onderfamilie genaamd Caesalpinioideae. Het is een bruine, lange peul die zowel rijp als onrijp eetbaar is. De tamarinde wordt vooral gebruikt in de Aziatische keuken en wordt hoofdzakelijk verwerkt in sauzen zoals worcestersaus. Deze peulvrucht beschikt over een zoetzure smaak.
Tuinbonen
Tuinbonen behoren dan weer tot de onderfamilie van Papilionoideae. Tuinbonen komen voor in een viltachtige en grote peul. Verse tuinbonen kennen een bittere en frisse smaak. Het zijn wel echt seizoensgebonden peulvruchten, dus zijn niet doorheen het volledige jaar beschikbaar. Verder bevatten tuinbonen een hoog gehalte aan vitamine B en C.
Bruine bonen
De bruine boon is een ras van de gewone boon en behoort daarmee ook tot de Fabaceae familie. Zoals de naam zelf zegt hebben deze bonen een bruine kleur en ofwel een kleine ronde vorm ofwel een langwerpige vorm. Bruine bonen worden vers, gedroogd, in blik of in bokaal aangeboden. De smaak wordt door velen als romig beschreven.
Witte bonen
Witte bonen vallen ook weer onder één van de rassen van de gewone boon en behoren dus tot de Fabaceae familie. Het uiterlijk bestaat uiteraard uit een witte kleur, maar de boon zelf kan plat, rond of niervormig zijn. Witte bonen worden zowel gedroogd, vers, in blik als in bokaal aangeboden en kennen een romige smaak.
Zwarte bonen
Ook de zwarte bonen zijn weer één van de rassen van de gewone boon, dus behoren ze ook tot de Fabaceae familie. Ze hebben een zwarte kleur en zijn niervormig. Zwarte bonen worden gedroogd, in blik of in bokaal aangeboden. Qua smaak kunnen ze vergeleken worden met champignons. Ze zijn vooral populair in de Latijns-Amerikaanse keuken.
Kidneybonen
De kidneyboon behoort tot één van de rassen van de gewone boon en kan dus toegewezen worden aan de Fabaceae familie. De naam is zeer toepasselijk aangezien deze bonen over een rode kleur beschikken en niervormig zijn. Kidneybonen worden gedroogd, in blik of in bokaal aangeboden en zijn zowel koud als warm op te eten. De kidneyboon kent een lichtzoete smaak.
Sperziebonen
Sperziebonen, ook bekend als prinsessenbonen, zijn ook weer één van de rassen die onder de gewone boon vallen en daarmee tot de Fabaceae familie behoren. Sperziebonen zitten in langwerpige, groene en ruwe peulen. Ze worden vers aangeboden, want de boon wordt in zijn geheel (incl. peul) gekookt alvorens men overgaat tot consumeren. Sperziebonen kennen een lichtzoete smaak en qua voedingswaarden behoren ze eigenlijk tot groenten.
Adukibonen
Adzuki- of adukibonen behoren tot de familie van Papilionoideae. Het zijn eigenlijk bonen die uit de Aziatische cultuur zijn overgewaaid naar het Westen. De bonen kennen een roodbruine kleur en zijn qua vorm vergelijkbaar met nierbonen, maar dan minder langwerpig. Adukibonen beschikken over een lichtzoete en notige smaak.
Cannellinibonen
Cannellinibonen zijn eigenlijk een Italiaanse variant van de witte boon en behoren dus ook tot de Fabaceae familie. Ze beschikken over een romige, witte kleur en zijn niervormig. Ze worden zowel gedroogd, als in blik of in bokaal aangeboden. Verder wordt de smaak beschreven als zacht en nootachtig.
Limabonen
Limabonen, ook wel olifanten- of boterbonen genoemd, behoren tot de Leguminosae familie. Het zijn eigenlijk een soort grote, witte bonen. Limabonen worden zowel gedroogd als in blik aangeboden. Limabonen kennen een zachte en boterachtige smaak en zijn een vetvrije bron boordevol eiwitten.
Snijbonen
De snijboon is één van de rassen van de gewone boon en behoort dus ook tot de Fabaceae familie, maar is eigenlijk ook familie van de sperzieboon. Het uiterlijk bestaat uit platte en brede peulen, die zeer lang kunnen worden. Snijbonen hebben een volle en lichtzoete smaak en behoren worden eigenlijk tot de groenten gerekend.
Niet alle peulvruchten bevatten genoeg eiwitten en andere peulvruchten hebben een te hoog vetgehalte om als goede eiwitbron te dienen in een voedingspatroon.
De volgende peulvruchten zijn in de voedingsdriehoek opgenomen en kunnen ten minste eenmaal per week in het menu worden opgenomen:
- Kikkererwten, linzen, witte bonen, kidneybonen, bruine bonen, zwarte bonen, sojabonen, edamame, borlotti, cannellini, spliterwten, lupinebonen, tuinbonen en limabonen.
Linzen zijn een van de soort peulvruchten om op het menu te zetten.
Voeding staat centraal in het leven, het wordt dagelijks geconsumeerd. Hierdoor bouwt elk individu doorheen de jaren een eigen voedingspatroon op. Dit voedingspatroon heeft een impact op de persoonlijke gezondheid en op het milieu. In de voedingsdriehoek worden de bronnen van dierlijke eiwitten en plantaardige eiwitten weergegeven.
De Vlaamse voedingsdriehoek, gepubliceerd door Vlaams Instituut Gezond Leven, werkt met drie uitgangspunten, met elk een kleurencode. Hierbij staat groen voor meer inname, oranje voor middelmatige inname en rood voor zo weinig mogelijk inname. De driehoek gaat van breed naar smal, bovenaan de gezonde voedingsmiddelen en onderaan de ongezonde voedingsmiddelen. De peulvruchten bevinden zich in de donkergroene zone, dit betekent dat we er meer van moeten consumeren.
Met de voedingsdriehoek wordt gezond eten en milieuverantwoorde keuzes maken efficiënter. Deze richtlijnen dragen bij aan de eigen gezondheid en aan de planeet. Vlees behoort tot de oranje categorie in de Vlaamse voedingsdriehoek. Het is aangeraden om de consumptie van vlees te beperken.
Huidige vleesconsumptie
De Belg is een echte vleeseter, dit is ook te zien in het voedingspatroon. Mannen eten in het algemeen meer vlees dan vrouwen. Zo eet een derde van de mannen minstens twee keer rood vlees per week. Bij vrouwen is dit slechts een vierde. Het thuisverbruik van vlees gaat afgelopen jaren in een dalende lijn. De oorzaak hiervan is het flexitarisme. Steeds meer mensen willen afwisseling in hun voedingspatroon en kiezen daarom voor vis of vleesvervangers. Ook de voedselconsumptiepeiling geeft resultaten weer over het huidige consumptiepatroon. Daarin wordt gesteld dat de Belgische bevolking 80% meer vlees, vis en vervangproducten consumeert dan de aanbevelingen voorschrijven.
Vlees heeft positieve en negatieve effecten op de gezondheid. Zo is het een rijke bron van eiwitten, mineralen en vitamines. Maar in het meeste vlees is een hoog gehalte aan verzadigde vetten terug te vinden. De vraag of vlees gezond is, hangt af van de hoeveelheid en het soort vlees dat geconsumeerd wordt:
Wit vlees: geen waarneembare effecten
Rood vlees: verhoogd risico op (darm)kanker, hoger risico op longkanker, beroerte, diabetes type 2
Bewerkt vlees: verhoogd risico op (darm)kanker, beroerte en diabetes type 2
Het is aangeraden om vlees te beperken tot één maaltijd per dag, en het matigen van de hoeveelheid. De Hoge Gezondheidsraad geeft volgende aanbevelingen:
- Eet maximaal 300 gram rood vlees per week
- Eet maximaal 30 gram bewerkt vlees per week
- Voor wit vlees is er geen aanbeveling
Variëren met peulvruchten of andere vleesvervangers is ook aangeraden. Een volledige omschakeling van dierlijke eiwitten naar plantaardige eiwitten is niet noodzakelijk. Peulvruchten staan in de donkergroene kleurzone in de Vlaamse voedingsdriehoek. De Hoge Gezondheidsraad geeft aan om minstens één keer per week en bij voorkeur meerdere keren per week vlees te vervangen door peulvruchten. De Vlaming eet op heden amper vleesvangers. Uit onderzoek blijkt dat 80% van de Vlamingen nooit peulvruchten eet en de 20% die minder dan wekelijks peulvruchten consumeren.
Nog te veel dierlijke eiwitten
Eiwit is een energieleverende voedingsstof, een belangrijke bouwstof voor ons lichaam.
De Gezondheidsraad beveelt voor gezonde volwassenen met een gemengde voeding een eiwitconsumptie aan van rond de 10%. Voor mensen met een vegetarisch (geen vlees en vis, wel ei en zuivel) en een veganistisch (geen dierlijke producten) voedingspatroon, zijn de aanbevolen hoeveelheden voor eiwitten respectievelijk 1,2 en 1,3 maal hoger. Dat komt omdat bij deze voedingspatronen de eiwitkwaliteit iets minder is dan bij voedingspatroon met vlees(producten). De aanvaardbare bovengrens voor eiwitten is 25%. Deze aanvaardbare bovengrens is grotendeels terug te voeren op de verhoogde belasting van de nieren die optreedt bij een relatief hoge inname van eiwit. Het eiwitgehalte van ons westerse voedingspatroon ligt boven de door de Gezondheidsraad geadviseerde hoeveelheid van 10%, maar ruim onder de aanvaardbare bovengrens. Dit eiwit is voornamelijk van dierlijke oorsprong.
Het huidig voedingspatroon weegt zwaar door op onze planeet, meer dan wat de planeet oorspronkelijk aankan. De impact is te meten op de klimaatveranderingen, de luchtkwaliteit, de bodemkwaliteit, het land- en watergebruik en de biodiversiteit. De Green Deal Eiwitshift is een nationaal akkoord tussen verschillende bedrijven, ngo’s, verenigingen om de verhouding tussen de consumptie van dierlijke eiwitten en plantaardige eiwitten te verbeteren. Het akkoord is gesloten tussen 60 partijen die terug te vinden zijn op de website van Omgeving Vlaanderen.
Noodzaak van de Green Deal Eiwitshift
De voedselconsumptiepeiling toonde tot nu toe aan dat de gemiddelde consumptie bestaat uit 60% dierlijke eiwitten en 40% plantaardige eiwitten. Het doel van de Green Deal Eiwitshift is om deze verhoudingen om te draaien naar 40% dierlijke en 60% plantaardige eiwitten. De Green Deal wilt deze doelstelling tegen 2030 halen. Deze structurele verandering is noodzakelijk om de groeiende wereldbevolking in de toekomst te voorzien van genoeg eiwitten en voor de verduurzaming van het milieu.
Een kans voor verschillende spelers
Verscheidene schakels in de voedselketen spelen een rol bij de vervanging van vlees door andere eiwitbronnen:
- De landbouw: het grootste deel van de eiwitgewassen wordt geproduceerd door akkerbouwbedrijven. Dit vormt een opportuniteit voor de landbouw. Met de toekomstige toenemende vraag naar plantaardige eiwitingrediënten zal de productie een boost kennen op wereldwijd niveau. In België kan geconcludeerd worden dat er een intensieve akkerbouw is. Enkel de oogstonzekerheid kan een nadelig gevolg hebben voor België.
- De verwerkers van eiwitgewassen: wanneer de eiwitten klaar zijn voor gebruik worden deze verwerkt tot eiwitconcentraat en eiwit isolaat. Bijkomend maken dezelfde producenten ook nog andere producten bestaande uit het eiwitgewas, zoals vezels of zetmeel.
- De producenten van vleesstructuren: producenten in deze stap van het proces maken de eiwitgewassen tot halffabricaten met een echte vleesstructuur.
- De vleesvervangerproducenten: bedrijven die overgaan tot de productie van de vleesvervangers. Naast de ontwikkeling van de vleesvervangers staan deze producenten ook in voor de commercialisatie.
- Retail en foodservice: de retail en foodservice staan tussen de consument en de producent. Zij kopen de producten aan van de producent om ze door te verkopen aan de consument. Zij gaan de consument moeten stimuleren tot aankoop.
Alle producten voor menselijke consumptie, ook producten op basis van deze alternatieve eiwitten, moeten voldoen aan nationale en Europese wet- en regelgeving.
In België is het wettelijk kader voor voedingsnormen de wet van 24 januari 1977 tot bescherming van de gezondheid van de consumenten van voeding en andere producten. Daarnaast zijn er ook andere federale wetten van toepassing, zoals de 2010 Market Practices and Consumer Protection Act.
Novel Food
Om de concurrentie met de traditionele eiwitten aan te kunnen gaan, moeten alle innovatie eiwitten op minimaal duurzaamheids-, gezondheids- en/of voedselveiligheid goed scoren. Om de novel food status te verkrijgen, is het duurzaamheidsaspect niet belangrijk.
Alternatieve eiwitten die uit plantaardige aard zijn ontwikkeld, hebben eerder een lagere kans om bij de novel food te horen. Bij andere soorten alternatieve eiwitten is de kans dan weer groter, waarbij geldt dat hoe onbekender een product of ingrediënt is binnen de EU, hoe groter de kans is dat dit onder deze wetgeving valt.
Voedselveiligheid
• Accumulatie van zware metalen;
• Toxinen;
• Residuen van bestrijdingsmiddelen of diergeneesmiddelen.
Bij plantaardige eiwitten is één van de voornaamste potentiële risico's dat bij het eiwit uit koolzaad (canola) sprake kan zijn van verontreiniging met zware metalen. Zware metalen is de verzamelnaam voor metalen zoals kwik, lood en cadmium. Deze kunnen terechtkomen in voedsel en vervolgens in consumenten hun lichaam. Een overmaat kan schadelijke gevolgen hebben voor de gezondheid.
Allergieën
• Het optreden van kruisreacties met bestaande allergenen;
• Het ontstaan van nieuwe allergenen.
Etikettering
Door het risico van allergene stoffen in alternatieve eiwitten is etikettering een belangrijk gegeven. De etikettering, of het aanduiden van producten op etiketten, mag eerst en vooral niet misleidend zijn. Volgens de wetgeving hoeft de naam of de afbeelding van het product niet exact overeen te komen met de inhoud van het betreffende product. De voorwaarde is wel dat zowel de naam als de afbeelding de consument niet mag misleiden. De wetgeving rond etikettering zorgt ervoor dat de consument volledig op de hoogte is van de samenstelling van het product. Naast verplichte meldingen zijn er ook een aantal algemene eisen waaraan etikettering moet voldoen.
Het probleem dat verschillende Europese landen bij etikettering ondervinden, is dat het gebruik van "vleestermen" volgens hen niet gepast is bij producten die geen vlees bevatten. Zo kwam de Duitse Voedsel Code Commissie met een nieuw voorstel, namelijk dat termen zoals ‘schnitzel’ wel nog mogen gebruikt worden bij vegetarische producten, maar benamingen met dieren of delen van dieren zouden uitgesloten zijn. In Nederland herkende men een gelijkaardig probleem, waarbij parlementsleden de benamingen zoals ‘schnitzel’ verwarrend vonden bij vegetarische producten en de minister om herzieningen vroeg betreffende deze wetgeving. Diverse sectoren, ondersteund door de Federatie Belgisch Vlees, pleiten voor een verbod op het gebruik van vleesnamen voor bepaalde vegetarische producten. Zij vinden dat dit misleidend is voor de consument en in strijd met de Europese wetgeving.
In Nederland heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit na diverse klachten van consumenten een producent de opdracht gegeven om de naamgeving van sommige producten te veranderen op de website, maar de naamgeving op de producten zelf mocht blijven. De discussie wordt door verschillende partijen beschouwd als flauw en overdreven. Mocht er toch een wetgeving komen rond deze kwestie, zou dit een heel groot gevolg hebben op de verkoopcijfers van vegetarische producten en de producenten.
Conclusie wetgeving Eiwitshift
Algemeen is de wetgeving en het beleid rond alternatieve eiwitten een eerder complex en onduidelijk gegeven. Bedrijven kunnen hierdoor ook belemmeringen ondervinden bij het uitbrengen van alternatieve eiwitten op de markt.
De Novel Food Verordening zal een positieve invloed hebben op het autorisatieproces van innovatieve eiwitproducten. Toch ondervindt men dat de bestaande regelgeving kan bijgewerkt worden voor de nieuwe alternatieve eiwitbronnen. Dit geldt ook voor de voedselveiligheid van enkele eiwitbronnen en de waardering van rest- en nevenstromen.
Dit alles biedt kansen voor Vlaamse onderzoeksgroepen van universiteiten en instituten om hier dieper op in te gaan en om uiteindelijk duidelijke wetgeving te kunnen formuleren rond alternatieve eiwitten.
Eiwitten zijn belangrijk voor zowel de groei als voor het goed functioneren van het lichaam. Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren, de bouwstenen van eiwitten in onze cellen, weefsels, botten, spieren en zelfs bloed. Aminozuren worden ook gebruikt door het lichaam om antilichamen en hormonen aan te maken.
Sommige van deze aminozuren (tryptofaan, lysine, methionine, fenylalanine, threonine, valine, leucine, isoleucine en histidine) worden essentieel genoemd: zij kunnen niet door het lichaam worden gesynthetiseerd en moeten dus in voldoende hoeveelheden in onze voeding aanwezig zijn. Een gezonde en gevarieerde voeding levert voldoende essentiële aminozuren. De lever kan de andere zogenaamde "niet-essentiële" aminozuren uit andere aminozuren vormen.
Welke eiwitten zijn beter: dierlijk of plantaardig?
Regelmatig wordt gediscussieerd over de vraag of dierlijke dan wel plantaardige eiwitten beter zijn voor de mens. Hun aminozuursamenstelling is niet identiek. Dierlijke eiwitten hebben een aminozuursamenstelling die redelijk overeenkomt met die van de mens, vooral wat de essentiële aminozuren betreft (qua verhouding). Bij plantaardige eiwitten is deze verhouding anders, en daarom worden ze soms "onvolledig" of "van slechte kwaliteit" genoemd. In België is dat echter geen probleem, want onze gevarieerde voeding compenseert eventuele tekorten.De verschillende soorten peulvruchten leveren ongeveer evenveel eiwitten - met uitzondering van sojabonen en lupinen, die rijker zijn aan eiwitten en vetten. Peulvruchten bevatten ook ongeveer tweemaal zoveel eiwitten als granen. Hoewel peulvruchten een goede aminozuursamenstelling hebben (hoofdzakelijk lysine, leucine en arginine), zijn de zwavelhoudende aminozuren (methionine en cysteïne) minder aanwezig. De oplossing? Combineer ze met granen om het aandeel van deze twee aminozuren te verhogen.
Door bepaalde planten te combineren kan in de behoefte aan essentiële aminozuren worden voorzien. Vegetariërs en veganisten weten dit over het algemeen goed. Bijvoorbeeld: maïs + granen of bonen + granen. Dit soort combinaties vinden we terug in gerechten over de hele wereld: dahl en papadums (India), maïstortilla's en bonen (Mexico), rijst en tofu (Azië), rijst en tempeh (Indonesië), falafel en hummus + brood (Midden-Oosten), kikkererwten en bulgur (Noord-Afrika). Maar je hoeft ze niet per se tijdens dezelfde maaltijd te combineren. Net als de vitamines die we in de loop van de dag opnemen, is het lichaam - mits het gevarieerd eet - in staat uit de verschillende voedingsmiddelen te putten wat het nodig heeft om zijn voorraad aminozuren, met name essentiële aminozuren, op te bouwen.
Goede vetten en vezels
Anderzijds is er een opmerkelijk verschil tussen vlees en peulvruchten wat vetten betreft: peulvruchten bevatten bijna geen vet, en dit bestaat uit onverzadigde vetzuren, in tegenstelling tot dierlijke producten die rijk zijn aan verzadigde vetten. Verzadigde vetzuren verhogen het cholesterolgehalte in het bloed, vooral het "slechte" cholesterol (LDL), en daardoor het risico op hart- en vaatziekten. Vervanging van dierlijke producten door peulvruchten vermindert de inname van (slechte) vetten. Overmatige consumptie van rood vlees wordt ook in verband gebracht met een verhoogd risico op (colorectale) kanker, beroerte en diabetes type 2.
Peulvruchten hebben een extra voordeel wat betreft hun koolhydraten (die 40-70% van onze dagelijkse inname zouden moeten uitmaken), omdat ze een uitstekende bron van polysachariden (lage glycemische index) en voedingsvezels zijn, die beide worden aanbevolen voor een goede gezondheid. De meerderheid van de bevolking consumeert niet genoeg vezels. De Hoge Gezondheidsraad beveelt 25 tot 30 gram per dag aan. Peulvruchten, gedroogd of vers, zijn allemaal rijk aan voedingsvezels (hoofdzakelijk niet-fermenteerbare), met meer dan 3 g per 100 kcal. Zij kunnen eerlijk beweren dat zij "vezelrijk" zijn. Vezels spelen een essentiële rol bij de darmtransit, de preventie van zwaarlijvigheid, hart- en vaatziekten en diabetes.
Vitamines: peulvruchten bevatten een aantal B-vitamines, met name B1, B6 en B11 (foliumzuur). Zij bevatten geen B12, dat alleen voorkomt in voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong, zoals vlees en zuivelproducten. Dit kan een probleem zijn voor veganisten, die wellicht supplementatie moeten overwegen. Vleesvervangers (ook op basis van peulvruchten) zijn echter meestal verrijkt met vitamine B12. De Hoge Gezondheidsraad stelt de aanbevolen hoeveelheid vitamine B12 voor volwassenen (19-50 jaar) vast op 4 µg per dag. Vitamine B12 (cobalamine) is nodig voor de aanmaak van rode bloedcellen en de goede werking van het zenuwstelsel. Verschijnselen van tekorten treden vaak pas na jaren op, omdat het lichaam dan een voorraad van deze vitamine aanlegt.
Mineralen en spoorelementen: peulvruchten bevatten vooral kalium, fosfor, ijzer, koper en zink. Het ijzer in plantaardige producten zoals peulvruchten wordt "non-haem ijzer" genoemd, in tegenstelling tot vleesproducten, die haem ijzer bevatten. Het lichaam absorbeert deze laatste beter (ongeveer drie keer beter). Maar andere factoren beïnvloeden deze absorptie: vitamine C en vis, bijvoorbeeld, verhogen de absorptie van niet-haemijzer uit planten.
Lees meer over vitamines en mineralen
Andere bioactieve stoffen in peulvruchten zijn flavonoïden, die als fyto-oestrogenen aanwezig zijn (vooral in sojabonen). Fyto-oestrogenen stimuleren de werking van oestrogeenhormonen, die het risico op osteoporose en hart- en vaatziekten verkleinen. Er zijn ook wetenschappelijke aanwijzingen dat fyto-oestrogenen een gunstige invloed hebben op de preventie van borst-, darm- en prostaatkanker. De westerse bevolking heeft een lage inname van fyto-oestrogenen in hun voeding (minder dan 1 mg per dag, vergeleken met 50 tot 100 mg in Aziatische landen). Saponinen worden ook gevonden in peulvruchten, die cholesterol uit de voeding in de darmen binden en voorkomen dat het in de bloedbaan terechtkomt.
Gezondheidsvoordelen en... kleine ongemakken
Er bestaan weinig studies over peulvruchten en hun effect op de gezondheid, vooral in het Westen. Sommige epidemiologische studies lijken echter een preventieve rol te spelen tegen chronische ziekten, met name hart- en vaatziekten, diabetes en zwaarlijvigheid. Peulvruchten bevorderen ook de darmgezondheid. Verscheidene eigenschappen zouden deze verschillende voordelen verklaren, waaronder het lage gehalte aan verzadigde vetten, de lage glycemische index (verzadiging en minder insulinepieken) en de aanwezigheid van fytosterolen en saponinen. Deze laatste spelen ook een preventieve rol tegen bepaalde vormen van kanker.Daarnaast kunnen peulvruchten winderigheid veroorzaken. Maar geef ze niet de schuld, want het zijn hun gezondheidsbevorderende bestanddelen - vezels en oligosacchariden - die winderigheid en een opgeblazen gevoel veroorzaken. Dit is de (kleine) prijs die moet worden betaald voor een gezondere darmflora. Het goede nieuws is dat dit ongemak bij de meeste mensen na twee tot vier weken consumptie over het algemeen verdwijnt.
Hoe zit het met allergieën? Soja, lupine en pinda's behoren tot de officieel erkende allergenen. Er bestaat ook een zeldzame genetische ziekte, "favisme" genaamd, die vooral mannen in het Middellandse-Zeegebied en Afrika treft en die de patiënten verhindert rauwe bonen te eten. Net als granen of noten bevatten rauwe peulvruchten "antinutritionele factoren" (tannines, lectines, fytaten) die hen beschermen, maar giftig kunnen zijn voor de mens. Weken en koken elimineren de meeste van deze anti-nutriënten en maken ze veilig om te eten.
Peulvruchten daarentegen zijn glutenvrij en vormen dus een mooi alternatief voor tarwe en andere granen, terwijl ze vitaminen, mineralen, vezels en zetmeel leveren. Peulvruchten worden vaak gebruikt in glutenvrije producten.
Het koken met gedroogde peulvruchten lijkt lastig, maar is eigenlijk heel gemakkelijk. Het is vooral een kwestie van plannen, zoals het weken van de peulvruchten de avond voor je ermee gaat koken.
- Kook wat extra en vries dit in. Handig, want zo heb je altijd een voorraadje.
- Gedroogde peulvruchten zijn pure producten zonder bewaarmiddelen. Gedroogde peulvruchten kunnen het beste koel, droog, donker en goed verpakt bewaard worden. Ze horen gaaf, onbeschimmeld en niet muf te zijn. Onder invloed van licht, vocht en warmte kunnen peulvruchten gaan kiemen of schimmelen.
- Zorg er altijd voor dat peulvruchten voor het weken een keer schoon gespoeld worden. Wil je snel weken of heb je de tijd; kies voor warm of koud water. Afhankelijk van het seizoen moet je soms wat langer weken. Linzen hoeven niet te worden geweekt. Na ruim een jaar wordt de schil wat harder en gedroogde peulvruchten moeten dan langer geweekt en gekookt worden. Ook spliterwten hoeven niet te worden geweekt.
- Controleer regelmatig tijdens het koken de gaarheid. Bij sommige peulvruchten ontstaat er eiwitschuim, net als bij erwtensoep. Schep dit er met een schuimspaan af. Heb je extra gekookt, dat kun je gerust invriezen met een gedeelte van het kookvocht. Je kunt het kookvocht en het schuim ervan, vooral dat van kikkererwten (aquafaba genoemd), bewaren om te gebruiken als alternatief voor eiwit.
Welke peulvrucht? |
Weektijd |
Kooktijd |
Gebruik het voor… |
Bruine bonen |
8u (een nacht) |
45 minuten |
Soepen, stoofschotels |
Azuki bonen |
8u (een nacht) |
45 tot 60 minuten |
Soepen, stoofschotels, ter garnering |
Zwarte bonen |
8u (een nacht) |
60 minuten |
Soepen, stoofschotels, gefrituurd |
Witte bonen |
8u (een nacht) |
40 minuten |
Cassoulet, stoofschotels, met tonijn in olijfolie, minestrone |
Rode bonen |
8u (een nacht) |
45 minuten |
Chili en Mexicaanse gerechten, in salades |
Cannellini |
8h (une nuit) |
90 minuten |
In gebak, cassoulet, soepen |
Borlotti |
8h (une nuit) |
60 tot 90 minuten |
Soepen, in salades, met pasta |
Flageolet |
8u (een nacht) |
90 minuten |
In salades, casserole, soepen |
Sojabonen |
8u (een nacht) |
2 tot 3 heures |
In salades, in soep, grilgerechten |
Kikkererwten |
8u (een nacht) |
35 minuten |
In salades, in couscous, in houmous, falafel |
Spliterwten |
8u (een nacht) optioneel |
45 minuten |
Soep, gepureerd |
Rode linzen |
/ |
5 minuten |
Dahl, paté, in salades, ter garnering |
Groene linzen |
/ |
12 minuten |
Dahl, in salades, soepen, gestoofde gerechten |
Gemengde linzen |
/ |
12 minuten |
Dahl, in salades, soepen, gestoofde gerechten |
*Reken 75 tot 100gr per persoon
Verder tonen studies ook aan dat peulvruchten de bodemmicroben helpen voeden, iets wat de bodemgezondheid ten goede komt. Hierbij wordt ook aangetoond dat peulvruchten grotere hoeveelheden en andere soorten aminozuren produceren waardoor de plantenresten die achterblijven een andere, meer gunstige, biologische samenstelling hebben dan andere plantenresten. Het is deze verschillende samenstelling die eigenlijk zorgt voor een goede vruchtwisseling van peulvruchten, die andere gewassen helpt gedijen en een sterkere bescherming biedt tegen slechte bacteriën en schimmels. Daarbovenop zorgt de gezondere bodem ook nog eens voor meer biodiversiteit wat uiteraard een positieve impact op het milieu met zich meebrengt.
De watervoetafdruk van peulvruchten
Peulvruchten zijn een eiwitbron met een lage voetafdruk zowel op het gebied van koolstof als van water. De waterafdruk van een kilo rundvlees, varkensvlees, kip en sojabonen zijn daarmee 43, 18, 11 en 5 keer groter dan die van peulvruchten.De productie van peulvruchten kent een veel lagere CO2-uitstoot dan die van de meeste dierlijke eiwitbronnen. Uit onderzoek blijkt dat een kilo rundvlees 9,5 kg CO2-uitstoot, terwijl peulvruchten slechts 0,5 kg uitstoot. Dat wil dus zeggen dat vlees een koolstofvoetafdruk heeft die 19 keer zo groot is als van peulvruchten.
Bewaring en transport
Een bijkomend voordeel van peulvruchten is dat ze zeer lang bewaard kunnen worden in vergelijking met andere productgroepen. Bij het transport van peulvruchten is dan ook geen koeling of een bepaalde snelheid vereist, wat weer voor een besparing van meer energie zorgt.
De Green Deal Eiwitshift heeft enkele voor- en nadelen wanneer er gekeken wordt naar het milieu.
Voordelen van de Green Deal Eiwitshift voor het milieu:
• Minder uitstoot van broeikasgassen
• Minder landgebruik
• Minder watergebruik
• Mindere impact op de biodiversiteit
• Minder stikstofverliezen
Er zijn geen nadelen voor het milieu verbonden aan de Green Deal Eiwitshift.
Naar dossier "Gezond eten is goed voor de planeet"
Prijs, kwaliteit, zichtbaarheid
Met de hulp van studenten van een Vlaamse universiteit hebben we onderzocht hoe supermarkten zich engageren en hun strategie aanpassen.
In veel supermarkten zijn reeds verschillende beleidsmaatregelen genomen. Ze zijn begonnen met het aanbod van peulvruchten uit te breiden en deze zichtbaarder te maken. Het is hierbij de bedoeling om de belangstelling van de consument te wekken - soms door hardnekkige clichés te bestrijden (groenten zijn te duur) - maar ook om beter in te spelen op de vraag van klanten die de stap naar een "groener" bord al hebben gezet. Sommige detailhandelaren legden ons bijvoorbeeld uit dat in regio's waar veel vegetariërs wonen er al een ruimer assortiment producten in de winkel ligt.
Vind de goedkoopste supermarkt
De supermarkten kunnen verschillende strategieën toepassen, zoals het plaatsen van groenten en fruit bij de ingang van de winkel, het organiseren van proeverijen of het duidelijk herkenbaar maken van de afdeling "groenten" door de kleur groen te associëren met gezondheidsgerelateerde afbeeldingen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij Albert Heijn, waar ook specifieke etikettering (groene randen) wordt gebruikt. De prijs kan ook helpen, aangezien peulvruchten goedkopere eiwitten bieden dan vlees.
Maar de klant moet zich ook niet opgejaagd voelen: "Voor sommige mensen is het nog moeilijk om over te stappen op linzen of kikkererwten, dus proberen we overgangsproducten aan te bieden, zoals vegetarische alternatieven", zegt een manager bij Albert Heijn. "Maar we moeten ook voorzichtig zijn," voegt Delhaize eraan toe, "we mogen de vleessector ook niet in diskrediet brengen".
Via de klantenkaart en social media
De winkels doen ook mee aan nationale en zelfs internationale campagnes, zoals de "Meatless Week" of de Wereld Vegetarisme Dag. De winkels voeren zelf ook campagne om te laten zien dat peulvruchten net zo voedzaam en lekker zijn via hun apps en sociale netwerken.
Gezien op de Instagrampagina van Colruyt
Bewustmaking betekent ook inspireren, zoals een manager van Delhaize uitlegt: "Je moet laten zien dat het gemakkelijk is om peulvruchten te eten door recepten en inspiratie aan te bieden, of eventueel door wedstrijden te houden. Bijvoorbeeld door klanten te vragen wat hun vijf favoriete gerechten zijn en hoe we we die vegetarisch kunnen maken".
Wees niet verbaasd als je een promotie ziet via je elektronische klantenkaart, dit kanaal wordt ook gebruikt om te communiceren en aanbiedingen te personaliseren. Sommige detailhandelaren, zoals Aldi, leggen uit dat deze aanbiedingen tijdelijk kunnen zijn, maar als ze succes hebben, kunnen ze permanent in het assortiment worden opgenomen. Er zijn ook werkzaamheden gepland met betrekking tot e-shops om het onderscheid tussen "vegetarische" en "veganistische" producten duidelijker te maken.
Peulvruchten worden ook in supermarktbladen aangeprezen. Zo biedt Colruyt in hun Inspiration folder in de rubriek 'Tip van Valerie' een anti-verspillingsrecept aan met restjes erwten.
Recept met erwten
Een solidaire overgang
Bovendien is een apart pictogram ontwikkeld om de peulvruchten in de winkel gemakkelijker terug te vinden. Colruyt biedt daarnaast workshops en kookboeken aan. Ook voorlichting van de consument (voedingswaarde van peulvruchten, aanwezigheid van allergenen, bereidingswijzen, enz.) is een manier om hen te helpen bij de overschakeling. Ten slotte wordt "nudging" (via posters, banners, creatieve stickers op de vloer van schappen, displays) steeds vaker gebruikt om consumenten ervan te overtuigen in de voetsporen te treden van degenen die al gezonder eetpatroon hebben aangenomen.
De overgang naar meer plantaardige eiwitten impliceert ook minder voor de hand liggende formules, zoals meer peulvruchten opnemen in kant-en-klaarmaaltijden of ze in maaltijdboxen stoppen om deze te introduceren ("echter zonder te vervallen in ultra-bewerkte producten", zoals Carrefour opmerkt). Bovendien werken supermarkten steeds vaker met lokale leveranciers en gaan ze partnerschappen aan met Belgische spelers die al een stevige positie hebben in de biologische sector of op het gebied van voedselinnovatie (bv. vleesvervangers op basis van peulvruchten).
Bolognesesaus: half vlees, half peulvruchten
Ingrediënten: 200 g gehakt, 75 g kikkererwten (uit blik of bokaal), 75 g linzen (uit blik), 2 wortelen, 2 stengels bleekselderij, 1 rode paprika, 200 g champignons, 1 ui, 3 teentjes knoflook, 600 g gepelde tomaten (uit blik), 2 blokjes groentebouillon, 2 eetlepels olijfolie, 1 eetlepel oregano, ½ eetlepel harissa, zout en peper, 2 laurierblaadjes, 1 takje tijm.
Voorbereiding
- Snijd de ui fijn en fruit deze in een pan met een beetje olijfolie. Voeg de fijngehakte teentjes look toe.
- Voeg het gehakt toe en bak tot het gaar is.
- Maak alle groenten schoon en hak deze fijn.
- Voeg eerst de groenten toe die langer moeten koken, zoals de wortelen en de selderij. Voeg daarna de paprika en tomaat toe.
- Voeg de kruiden (peper, zout, oregano en harissa) en de bouillonblokjes toe.
- Voeg als laatste de linzen en kikkererwten toe en de fijngesneden champignons.
Eet smakelijk!