Dossier

Alles wat je moet weten over hypertensie

23 mei 2025
Hoge bloeddruk

23 mei 2025
Bijna één Belg op vier heeft een te hoge bloeddruk. Dit verhoogt het risico op hart- en vaatziekten, één van de belangrijkste doodsoorzaken in België. Gelukkig is het mogelijk om er iets aan te doen door je levensstijl aan te passen en medicatie te nemen.

Wat is hypertensie?

De bloedsomloop vervoert voedingsstoffen, zuurstof en hormonen naar alle hoeken van je lichaam. Het dient ook om afvalstoffen zoals CO₂ en ammoniak af te voeren. Om dit te laten werken, moet de bloedstroom een bepaalde druk handhaven. Deze druk of kracht die het bloed uitoefent op de wanden van de bloedvaten wordt bloeddruk (of arteriële druk) genoemd.

Door het ritmische pompen van het hart circuleert het bloed niet onder constante druk. De bloeddruk varieert tussen een bovendruk (systolische bloeddruk) en een onderdruk (diastolische bloeddruk). De eerste is de druk op het moment dat de hartspier samentrekt om bloed door de slagaders te pompen, en de tweede is de druk tijdens de rustperiode tussen twee hartcontracties. Deze twee waarden worden uitgedrukt in millimeter kwik (mm Hg, een eenheid die stamt uit de tijd van de bloeddrukmeters met een kwikkolom).

Als de bloeddruk onder een bepaalde waarde zakt, bijvoorbeeld bij een bloeding na een ongeval, worden de weefsels niet meer van bloed voorzien en sterven ze af. Maar de druk kan ook te hoog zijn. Dit staat bekend als hypertensie. In ons land lijdt ongeveer een kwart van de bevolking eraan, vooral mannen en ouderen.

Wat is de drempel voor hoge bloeddruk?

Over het algemeen kun je de volgende waarden als richtlijn gebruiken:

Classificatie

Systolisch (mmHg)

Diastolisch (mmHg)

Lage bloeddruk (hypotensie)

Minder dan 90

Minder dan 60

Optimale bloeddruk

Tussen 90 - 120

Tussen 60 - 80

Normale bloeddruk

Tussen 120 - 129

Tussen 80 - 84

Hoog normale bloeddruk

Tussen 130 - 139

Tussen 85 - 89

Milde hypertensie

Tussen 140 - 159

Tussen 90 - 99

Matige hypertensie

Tussen 160 - 179

Tussen 100 - 109

Ernstige hypertensie

Meer dan 180

Meer dan 110

Artsen delen de cijfers meestal door 10, en spreken bijvoorbeeld van een bloeddruk van 12/8 of "12 over 8".

Terug naar boven

Wat veroorzaakt hypertensie?

Ons lichaam kan de bloeddruk naar gelang de behoefte reguleren. De bloeddruk stijgt bijvoorbeeld tijdens intensieve lichamelijke inspanning, wanneer onze spieren meer bloed nodig hebben. Stress of angst kunnen de bloeddruk ook verhogen. Bij de meeste mensen stijgt de bloeddruk ook naarmate ze ouder worden, omdat de bloedvaten stijver worden.

Er zijn twee soorten hypertensie.

Primaire hypertensie

In 95% van de gevallen gaat het om 'primaire' hypertensie. Er is geen directe oorzaak, dus hypertensie heeft vooral te maken met erfelijkheid en leefstijlfactoren. Mensen met overgewicht hebben bijvoorbeeld vaak een hoge bloeddruk omdat het bloed moeilijker in hun bloedvaten kan circuleren, waardoor het hart harder moet pompen. Andere risicofactoren zijn :

  • roken;
  • stress;
  • alcoholgebruik;
  • gebrek aan lichaamsbeweging.

Secundaire hypertensie

In het geval van "secundaire" hypertensie is een hoge bloeddruk een neveneffect van een andere aandoening. De belangrijkste daarvan is een nieraandoening. De nieren zijn vitale organen die zorgen voor het interne evenwicht van het lichaam door afvalstoffen te verwijderen, het water- en elektrolytenniveau te regelen en de bloeddruk te helpen reguleren. Wanneer deze functie verstoord is, kan de bloeddruk stijgen. Andere onderliggende aandoeningen zijn hormonale stoornissen (bijvoorbeeld schildklieraandoeningen) of slaapapneu.

Externe factoren kunnen de bloeddruk ook beïnvloeden. In de winter kan de bloeddruk bijvoorbeeld hoger zijn door de kou, maar ook door minder lichaamsbeweging. Ten slotte kunnen bepaalde medicijnen je bloeddruk verhogen.

Terug naar boven

Wat zijn de symptomen van hypertensie?

Hypertensie veroorzaakt meestal geen symptomen en blijft onder de radar. Mensen kunnen jarenlang last hebben van milde of matige hypertensie zonder het te beseffen. De aandoening wordt meestal ontdekt tijdens een routinecontrole.

Daarom wordt het ook wel de "stille moordenaar" genoemd. Volgens cijfers van de Belgische Cardiologische Liga wordt slechts de helft van alle mensen met hypertensie gediagnosticeerd en wordt slechts een kwart behandeld. Veel mensen met hoge bloeddruk zijn zich er dus niet van bewust. Het is daarom aan te raden om je bloeddruk regelmatig te controleren.

Alleen bij langdurige en extreme hypertensie kunnen zeldzame symptomen worden waargenomen, zoals neusbloedingen, hoofdpijn, duizeligheid, oorsuizen, beperkt vermogen om te sporten, kortademigheid en verminderd gezichtsvermogen.


Terug naar boven

Is hoge bloeddruk een ziekte?

Hypertensie is geen ziekte op zich, maar één van de risicofactoren voor hart- en vaatziekten, één van de belangrijkste doodsoorzaken in België. Mensen met langdurige, onbehandelde hypertensie lopen een groter risico op aandoeningen zoals een hartaanval, beroerte, hartfalen, dementie, enz.

Naast een hoge bloeddruk kunnen ook andere aandoeningen of factoren je risico op hart- en vaatziekten verhogen, zoals

  • roken ;
  • het hebben (gehad) van (een andere) hart- en vaatziekte;
  • erfelijkheid (aanwezigheid van hart- en vaatziekten in je familie);
  • diabetes;
  • een hoog cholesterolgehalte;
  • overgewicht of obesitas;
  • gebrek aan lichaamsbeweging en een zittende levensstijl;
  • een ongezond voedingspatroon;
  • verminderde nierwerking in gevorderd stadium;
  • zwaar alcoholgebruik;
  • reuma of reumatoïde artritis;
  • hogere leeftijd;
  • van het mannelijk geslacht zijn.

Terug naar boven

Hoe wordt hypertensie gediagnosticeerd?

Hypertensie wordt normaal gesproken pas gediagnosticeerd na herhaalde metingen op verschillende tijdstippen. De bloeddruk varieert voortdurend en is afhankelijk van veel factoren, zoals het tijdstip van de dag, de buitentemperatuur, stressniveaus, koffie- of alcoholgebruik, vermoeidheid, lichamelijke inspanning, medicatie, enz. Eén enkele meting, bij de dokter of thuis, volstaat dus niet om conclusies te trekken.

Bovendien lijden veel patiënten aan het "witte-jassen-effect": hun bloeddruk stijgt als gevolg van de stress van het medische bezoek. Omgekeerd bestaat er ook een minder vaak voorkomende vorm, namelijk gemaskeerde hypertensie, waarbij de bloeddruk constant hoog is wanneer deze thuis wordt gemeten, maar normaal in de dokterspraktijk.

Er zijn dus drie manieren om de bloeddruk te meten:

  • conventionele metingen tijdens consulten (wat de standaardmeting blijft)
  • metingen door de patiënt zelf thuis
  • ambulante metingen over een periode van 24 uur met behulp van een apparaat dat je bij je draagt.

Deze laatste optie wordt gebruikt als de bloeddrukmetingen thuis sterk verschillen van de metingen tijdens een consultatie. Het geeft een goed overzicht van de bloeddrukmetingen gedurende de volledige dag, aangezien de bloeddruk in de loop van de dag aanzienlijk kan schommelen.

Om te controleren of er sprake is van een onderliggende ziekte (secundaire hypertensie), kan je arts ook aanvullende onderzoeken doen, zoals:

  • een bloed- of urineonderzoek
  • een elektrocardiogram (ECG)
  • 24-uurs opname van je hartritme
  • een echografie van de nieren
  • regelmatige controle van de effecten van hypertensie op je organen (bijv. nierfunctie en gezichtsvermogen).

Hoe meet je je bloeddruk?

Een bloeddrukmeter wordt gebruikt om de bloeddruk te meten. De meting kan worden uitgevoerd door je arts, maar je kunt de bloeddruk ook thuis meten met een geschikt apparaat.

Om je bloeddruk thuis op de juiste manier te meten en betrouwbare waarden te verkrijgen, volg je best onze stap-voor-stap gids.

EEN BLOEDDRUKMETER CORRECT GEBRUIKEN: ONZE STAP-VOOR-STAP HANDLEIDING

Terug naar boven

Welke behandelingen zijn er voor hoge bloeddruk?

Je levensstijl aanpassen om je bloeddruk te verlagen

Hypertensie hoeft niet altijd met medicijnen te worden behandeld. Bij patiënten met milde of matige hypertensie zonder bijkomende risicofactoren wordt in eerste instantie een gezonde levensstijl aanbevolen.

In veel gevallen zijn gezonde leefgewoonten voldoende om de bloeddruk te verlagen. En zelfs als je bloeddrukverlagende medicijnen moet nemen, blijven ze belangrijk omdat je zo een lagere dosis medicatie kunt nemen, wat de kans op bijwerkingen verkleint.

  • Stoppen met roken. Vraag zo nodig advies aan een tabakoloog.
  • Vermijd lang stilzitten en zorg voor voldoende lichaamsbeweging. Aërobe lichaamsbeweging (bijvoorbeeld wandelen, joggen, fietsen of zwemmen; voor minstens 150 minuten per week matig intensief of minstens 75 minuten per week intensief) in combinatie met spierversterkende oefeningen is het meest effectief gebleken om de bloeddruk te verlagen.
  • Let op je gewicht. Heb je overgewicht of obesitas? Een paar kilo afvallen kan je bloeddruk al verlagen.
  • Beperk je zoutinname. Eet niet meer dan 5 tot 6 gram zout per dag (+/- een theelepel). Het meeste zout dat je eet wordt toegevoegd aan voedingswaren. Voedingsmiddelen die veel zout bevatten zijn brood, kaas, vleeswaren, kant-en-klaarmaaltijden en zoute snacks. Probeer zelf zo min mogelijk zout te gebruiken.
  • Wees matig met alcohol, koffie en andere cafeïnehoudende dranken.
  • Het DASH-dieet (Dietary Approaches to Stop Hypertension) kan je helpen je bloeddruk te verlagen. Dit dieet stelt basisvoedingsmiddelen centraal en is rijk aan groenten, fruit, volkoren granen, noten en peulvruchten, halfvolle of magere zuivelproducten, gevogelte en vis. Voedingsmiddelen die je moet beperken zijn hartige, verzadigde vetten, suiker, rood vlees en alcohol. Een diëtist kan je op weg helpen.
  • Verminder stress. Ontspanningstechnieken (zoals ademhalingsoefeningen, meditatie en mindfulness) kunnen helpen.

Medicijnen om hypertensie onder controle te houden

Je arts zal medicijnen voorschrijven om je bloeddruk onder controle te houden als veranderingen in je levensstijl na een aantal maanden niet voldoende effect hebben, als je last hebt van ernstige hypertensie of als je een hoog risico hebt om te overlijden aan hart- en vaatziekten (bijv. roken, cholesterol). Recent onderzoek bevestigt dat bloeddrukmedicatie goed werkt en de meeste gevolgen van een hoge bloeddruk kan voorkomen.

De keuze van de juiste medicatie hangt onder andere af van je leeftijd, medische voorgeschiedenis, eventuele andere medische aandoeningen, bepaalde symptomen (bijv. hartkloppingen), je gevoeligheid voor bepaalde bijwerkingen en de discipline waarmee je je behandeling volgt. Het nadeel is dat je ze dagelijks of zelfs levenslang moet innemen. Bij regelmatige controles kan echter worden bekeken of de dosis kan worden verlaagd of de behandeling kan worden gestopt. Soms blijft de bloeddruk na enkele maanden normaal, zelfs zonder medicatie. Maar probeer dit nooit zelf te doen zonder het advies van je arts.

De vijf soorten bloeddrukverlagende medicijnen:

  • Diuretica (ook plaspillen of vochtafdrijvende middelen genoemd) helpen het lichaam om meer water en zout af te voeren via de urine, waardoor de bloeddruk daalt. Ze hebben weinig bijwerkingen.
  • Bèta-blokkers vertragen het hartritme en verminderen de zuurstofbehoefte van het hart. Het hart hoeft minder te pompen en de bloeddruk daalt.
  • Calciumantagonisten verminderen de toevoer van calcium naar de cellen, zodat de spieren in de vaatwanden minder samentrekken en de vaten verwijden.
  • ACE-inhibitoren (angiotensineconversie-enzyminhibitoren) voorkomen dat het hormoon angiotensine de slagaders vernauwt.
  • Sartanen (of angiotensinereceptorblokkers) hebben een vergelijkbaar effect als ACE-remmers.

De medicatie wordt geleidelijk opgebouwd. Men begint met één medicijn. Als de resultaten onvoldoende zijn, wordt de dosis verhoogd of wordt een tweede medicijn toegevoegd, en indien nodig een derde. Veel mensen hebben twee of meer medicijnen nodig om hun bloeddruk onder controle te krijgen. Dit is meestal een combinatie van medicijnen met verschillende effecten in een lage dosis, om de dosis van één medicijn niet tot het maximum te verhogen en bijwerkingen te vermijden.

Het is daarom goed mogelijk dat je arts soms moet zoeken voordat hij de meest geschikte behandeling vindt, en dat hij je uiteindelijk meer dan één geneesmiddel voorschrijft. Raadpleeg altijd je arts als je denkt dat je bijwerkingen hebt. Soms is een ander medicijn of een andere dosering nodig. Je arts zal regelmatig je bloeddruk meten. Dit wordt gedaan totdat de streefwaarde is bereikt en stabiel blijft. Daarna is een maandelijkse, driemaandelijkse of zelfs zesmaandelijkse controle voldoende. Heb je last van andere aandoeningen dan hoge bloeddruk, zoals diabetes of een nierziekte? Dan moet je je bloeddruk vaker laten controleren.

Terug naar boven

Welke impact kan een ongecontroleerde hoge bloeddruk op je leven hebben?

Een hoge bloeddruk is één van de belangrijkste risicofactoren voor hart- en vaatziekten, nog steeds één van de belangrijkste doodsoorzaken in ons land. Als je bloeddruk te lang te hoog is, loop je meer risico's, vooral op de volgende aandoeningen:

  • hartaanval;
  • beroerte;
  • dementie;
  • hartfalen;
  • vernauwing van de bloedvaten door slagaderverkalking;
  • verminderde nierfunctie;
  • verminderd gezichtsvermogen.

Onbehandelde chronische hypertensie (boven 160/100 mm Hg) kan je bloedvaten op lange termijn beschadigen en vernauwen. Ze kunnen ook verdikken en stijf worden (slagaderverkalking). Dit belemmert de bloedstroom naar het hart, de nieren, de hersenen en de ledematen.

Omdat het bloed door verzwakte vaten moet circuleren, kunnen de wanden uitzetten en een uitstulping (aneurysma) vormen. Het risico bestaat dat het bloedvat scheurt en een levensbedreigende inwendige bloeding veroorzaakt.

Mensen met kransslagaderaandoeningen - een mogelijk gevolg van hoge bloeddruk - lopen het risico dat de bloedstroom wordt belemmerd. Dit kan leiden tot pijn in de borststreek, hartritmestoornissen en zelfs een hartaanval.

Omdat het hart meer moet pompen bij mensen met hoge bloeddruk, kan de linker hartklep stijf worden en verdikken, waardoor het risico op hartfalen of een hartaanval toeneemt.

Risico's van dementie en beroerte

Als de constante bloedtoevoer naar de hersenen in gevaar komt, zijn er nog meer risico's, zoals een kortstondige ischemische aanval (TIA): een korte, tijdelijke onderbreking van de bloedtoevoer naar de hersenen. Dit is vaak het gevolg van een bloedklonter of slagaderverkalking, die op hun beurt het gevolg kunnen zijn van een hoge bloeddruk. Een voorbijgaande ischemische aanval is vaak een voorloper van een 'echte' beroerte, waarbij hersencellen afsterven doordat ze verstoken blijven van zuurstof en voedingsstoffen.

Hypertensie kan ook leiden tot een afname van de intellectuele vermogens (geheugen, redeneren, enz.) en dementie (vasculaire dementie en Alzheimer).

Wanneer de bloedvaten die door en rond de nieren lopen beschadigd raken door een hoge bloeddruk, kan dit leiden tot verschillende nierziekten, vooral in combinatie met diabetes. De nieren zuiveren het bloed van verschillende afvalstoffen en als ze niet goed werken, hopen deze zich op, wat kan leiden tot nierfalen. Oudere mensen met hoge bloeddruk lopen een hoger risico op het ontwikkelen van een chronische nierziekte.

Terug naar boven

Aanbevolen voor jou