Isolatie van buitenmuren

Waarom is muren isoleren belangrijk?
Je buitenmuur isoleren is net zo belangrijk als dakisolatie. Het komt er immers op aan om je hele woning een isolatiemantel aan te trekken. Zo bespaar je energie en verhoog je het comfort binnen in de woning. De wanden zullen immers minder koud hebben, wat aangenamer zal aanvoelen.
Huiseigenaren doen er vaak goed aan om bij gevelrenovatie de buitenmuren te isoleren. Vaak wordt voor buitengevelisolatie geopteerd als de gevel toch aan een opknapbeurt toe is. Je moet dan toch al kosten maken (plaatsing van een stelling, ramen en vloer afdekken, opkuis achteraf enz.).
De extra prijs die je moet betalen voor een laag isolatie valt mee in verhouding tot de totale investering. En een nieuwe gevelafwerking zal de waarde van de woning ten goede komen.
Hierna bekijken we buitengevelisolatie in al haar facetten.
Welke technieken bestaan er?
Er bestaan drie technieken om een buitenmuur te isoleren. Omdat het isolatiemateriaal zelf niet waterdicht en/of niet erg esthetisch fraai is, moet er een afwerking worden aangebracht: pleisterwerk, gevelbekleding (bijvoorbeeld met leisteen) of gevelsteen. Er bestaan verschillende soorten afwerking: crepi, spuitkurk, steenstrips, hout, leien, sliding, panelen enzovoort.
Welke analyse van de gevel moet vooraf plaatsvinden?
Vooraleer je isolatie plaatst, gaat er een analyse aan vooraf om te controleren of je gevel wel in een goede toestand is om te kunnen isoleren.
Wat moet je aanvragen alvorens aan de werken te beginnen?
In principe is een bouwvergunning (of een milieuvergunning) vereist voor wijzigingen aan de voorgevel. Voor zij- en achtergevels kan een aanmelding voldoende zijn. Dit kan echter verschillen van regio tot regio. In Vlaanderen zijn de regels voor buitengevelisolatie onlangs versoepeld, waardoor het in veel gevallen niet langer nodig is om een bouwvergunning aan te vragen.
Wat zijn de specifieke aandachtspunten voor een correcte uitwerking?
Bij buitengevelisolatie komt het erop aan om zorgvuldig en nauwgezet te werk te gaan. We overlopen een aantal specifieke punten die jouw aandacht verdienen.
Hoeveel kost het en kun je financiële steun genieten?
Het is moeilijk om een eenduidige prijs te geven. Veel zal afhangen van het soort afwerking en van de extra werkzaamheden die nodig zijn om de isolatie en afwerking volgens de regels van de kunst aan te brengen.
Waarop moet je letten bij het opvragen van offertes?
Bij grote werkzaamheden als buitengevelisolatie doe je er goed aan om meerdere offertes te vragen. Zo kun je niet alleen de prijzen vergelijken maar vergaar je stelselmatig meer kennis over de toegepaste technieken.
Terug naar bovenMuurisolatie: 3 mogelijkheden
Spouwmuurisolatie en buitengevelisolatie worden vaak toegepast, isolatie van de muren aan de binnenzijde minder.
Als je wilt na-isoleren in de spouw, ben je beperkt tot 5 à 7 of 8 cm dikte.
Als je langs binnen isoleert, moet je er rekening mee houden dat je daar ruimte verliest en de techniek zeer delicaat toe te passen is, onder meer wegens het gevaar op inwendige condensatie in de wand.
Twee gouden regels bij de isolatie van een woning
De isolatie van een woning moet aan twee regels voldoen:
- De eerste is dat de isolatiemantel rond de woning een doorlopend geheel moet vormen. Anders is er sprake van warmtelekken – of koudebruggen in het jargon – waarlangs alsnog energie verloren gaat. Om die reden wordt het isolatiemateriaal bij voorkeur aan de buitenkant van de gevel aangebracht, of toch aan de buitenzijde van het binnenblad van een spouwmuur.
- Bij een nieuwbouw is dat zonder meer de aangewezen methode, en wordt de isolatie doorgaans in de spouw verwerkt.
- In geval van een bestaande muur zijn er drie mogelijkheden: achteraf isolatie in de spouw spuiten, isoleren langs de buitenkant van de muur of isoleren langs de binnenkant.
- Een tweede regel die men moet proberen te volgen, is de muur warm te houden in de winter. Dat biedt drie voordelen.
- Op een warme muur is er minder kans op condensatie en dus op schimmelvorming dan op een koude. Een warmere muur zal ook sneller drogen.
- Een muur die in staat is om warmte vast te houden om die daarna geleidelijk af te geven als de verwarming wordt uitgeschakeld – dit fenomeen wordt ook 'thermische inertie' genoemd – zorgt bovendien voor meer comfort in de woning.
- Verder heeft een warme gevel gedurende het jaar minder te lijden van temperatuurschommelingen en kan hij daardoor geen vorstschade (barstjes) oplopen.
De diverse Gewesten in ons land streven ernaar dat tegen 2050 zowel bestaande als recente nieuwbouwwoningen (even) energiezuinig zouden moeten zijn, waardoor buitengevelisolatie aan belang zal winnen. Om de eenvoudige reden dat je alleen dan een voldoende dikke isolatielaag zult kunnen aanbrengen.
Isolatie van je buitenmuren: wat zijn de voordelen?
Je buitengevel isoleren biedt tal van voordelen:
- Je kunt makkelijker een doorlopende laag isolatie aanbrengen en zo koudebruggen en bijbehorende condensatieproblemen vermijden.
- De muren kunnen als warmtebuffer dienen, wat de temperatuurwisselingen in de woonruimte tempert: je hebt minder buitensporige hitte in de zomer en minder snel te koud in de winter. Daardoor zal de verwarmingsinstallatie minder vaak aan- en afslaan.
- Met een nieuwe afwerking kun je de gevel beter beschermen tegen weer en wind.
- Buitenisolatie kan ook geluiddempend werken: met de gepaste isolatie kun je ook akoestisch isoleren en bijv. straatgeluiden beter buiten houden.
Moeten jouw muren -en andere delen van de woning- nog worden geïsoleerd? In onze isolatiegids vind je alle info die je nodig hebt.
Terug naar bovenRuwweg kunnen we spreken over drie verschillende methodes voor buitengevelisolatie (zie verder). Cruciaal is dat de isolatie ononderbroken wordt aangebracht, aan de buitenkant tegen de bestaande muur, zonder luchtlaag tussen die muur en de extra isolatie.
Je mag immers absoluut geen koude luchtstroom achter de isolatie hebben; anders boet die aan efficiëntie in.
1. Isolatie + afwerking met pleister of spuitkurk
Een afwerking met crepi en spuitkurk is niet zo dik (als bv. een baksteen), wat een voordeel kan zijn.
Eerst wordt isolatie op de buitenzijde van de gevel bevestigd met een hechtmortel, lijm of pluggen. Meestal gaat het om geëxpandeerd polystyreen (EPS), in een witte of vaak ook een grijze variant waaraan grafiet is toegevoegd. Die laatste biedt een iets beter isolerende waarde.
Daarop wordt de afwerking in verschillende lagen aangebracht. Die moeten telkens de nodige tijd drogen.
Typisch aan de werkwijze met crepi is het gebruik van tal van profielen, die onzichtbaar zullen worden weggewerkt. Het gaat onder meer om hoekprofielen alsook profielen waarop de isolatie van onderen af (vanaf een hoogte van 30 cm) wordt bevestigd.
Je hebt daar de keuze tussen siliconenpleister en minerale pleister. De eerste is elastischer en meer vuilafstotend dan minerale pleister, die dan weer meer dampopen is.
De pleisterlaag zal om de 10 tot 15 jaar aan een nieuw onderhoud toe zijn.
Bij de zgn. ETICS-methode maken de verschillende onderdelen – pleister, isolatie, bevestigingen – deel uit van een geheel. ETICS is de afkorting van External Thermal Insulation Composite System. Alles moet dan van een en dezelfde fabrikant komen, wat een garantie inhoudt dat alle onderdelen op elkaar zijn afgestemd.
2. Isolatie + afwerking met steenstrips
Met steenstrips blijft de baksteenaanblik van de woning behouden.
De steenstrips worden op isolatieplaten gekleefd. Ze moeten op maat worden gebracht, onder meer rond ramen en deuren. Bovendien moet er doorgaans achteraf worden gevoegd.
Er komt dus heel wat manueel werk aan te pas. Er zijn ook geprefabriceerde systemen verkrijgbaar (meestal op polyurethaan). Sommige systemen met steenstrips bezitten eveneens een technische goedkeuring (ATG).
3. Lattenwerk en isolatie + afwerking met hout, leien, sidings, panelen enz.
Bij na-isolatie met een lattenwerk zijn er twee methodes.
- Houten latten worden tegen de gevel bevestigd waartussen dan soepel isolatiemateriaal komt, dat goed tegen de latten aansluit. Zijn hiervoor geschikt: minerale wol, houtwol, cellulose, hennep, vlas, …
- Stijve isolatieplaten worden tegen de gevel bevestigd, in bv. polyurethaan (PUR), polyisocyanuraat (PIR), geëxtrudeerd polystyreen (XPS), geëxpandeerd polystyreen (EPS), … De bevestiging gebeurt met (mortel)lijm of pluggen, of een combinatie van beide. Eventueel wordt een dubbele laag isolatie geplaatst.
Als bescherming tegen regen en wind, wordt tegen de nieuw aangebrachte isolatie een folie of een houtvezelplaat geplaatst. Soms zit er van fabriekswege al folie op het isolatiemateriaal. Deze beschermlaag moet dampdoorlatend zijn.
Op de isolatieplaten komen klemlatten die door de isolatie heen in de muur worden bevestigd. Op die latten komt de afwerking in hout, zink, leien, sidings, plaatmaterialen enz.
Hier moet een geventileerde luchtspouw worden voorzien tussen de isolatie en de afwerking om die laatste aan de achterkant te kunnen laten uitdrogen. Een (insecten)rooster zal moeten voorkomen dat insecten, kleine knaagdieren of vogels in de spouw binnendringen.
4. Onder aan de muur
Onder aan de muur moet de afwerking bestand zijn tegen beschadigingen en opspattend water. Wat crepi betreft, stellen sommige aannemers onderaan een ander soort bepleistering of cementering voor. Andere zien dan weer meer heil in een plint in blauwsteen; die moet wat inspringen ten opzichte van de afwerking erboven. Doorgaans wordt onder aan de muur een meer waterbestendig isolatiemateriaal gebruikt zoals geëxtrudeerd polystyreen (XPS).
5. Welke isolatiedikte?
Bij een eigen enquête die werd uitgevoerd tussen oktober 2020 en januari 2021, bleek bij een steekproef bij 25 aannemers dat in Vlaanderen doorgaans wordt uitgegaan van 10 cm isolatie.
Met EPS wordt dan voldaan aan de vereiste waarde (zgn. R-waarde van 3 m²K/W) om voor de isolatiepremie via het loket van MijnVerbouwpremie in aanmerking te komen. En dat is des te meer het geval met 10 cm PUR of PIR. Vraag je premie aan via het loket Mijn VerbouwPremie.
De Waalse aannemers isoleren dikker met 12 of 14 cm. Daar is de eis voor de premie strenger want er is een U-waarde van de wand van 0,24 W/m².K vereist, wat overeenstemt met een R-waarde van 4,2 m².K/W.
Tenzij er beperkingen zijn qua ruimte of concept, kun je in elk gewest overwegen om voor 14 cm dik of meer te gaan, tot zelfs 20 cm. Zo maak je je woning extra energiezuinig en futureproof. De meerprijs voor de isolatie zelf zal al bij al beperkt zijn ten opzichte van de totale investering.
Als er een spouw aanwezig is in de bestaande muur, kun je overwegen om die eveneens na te vullen. Die centimeters isolatie tellen uiteraard mee voor de totale isolatiedikte.
6. Technische goedkeuring (ATG)
Soms vormen isolatie en afwerking een geïntegreerd systeem, onder meer bij crepi en steenstrips, waaraan een technische goedkeuring (ATG, wat staat voor Agrément Technique/Technische Goedkeuring) is toegekend, voor zowel de materialen als de plaatsing. Zo’n ATG geeft een aanduiding voor de gebruiksgeschiktheid van de gehanteerde componenten en techniek, maar een systeem zonder ATG kan net zo goed oké zijn. Veel zal van de materialen en de plaatsing afhangen. Bij zo’n ATG kun je wel een informatiefiche van het internet downloaden.
Alvorens je gaat isoleren, moet een controle van de toestand van de gevel gebeuren.
- De muur moet proper zijn. Er mogen ook geen elementen loszitten. Mos, afbladderende verf, schadelijke uitbloeiingen moet je eerst verwijderen.
- Als de muur te vochtig is, komt het eropaan om eerst de oorzaak van het vochtprobleem aan te pakken. En vervolgens de muur te laten drogen en pas dan isolatie te plaatsen. Zie ook ons dossier over vochtbestrijding.
- Merk je barsten op in de muur, is het zaak om na te gaan of die zich nog verderzetten of niet. Vraag eventueel raad aan een expert. Desgevallend moeten de barsten eerst worden hersteld.
- Kleinere oneffenheden in de gevel zijn op te vangen met soepele isolatiematerialen zoals minerale wol. Als er met stijve isolatieplaten wordt gewerkt, moet de muur wel vlak zijn. Je moet in elk geval een ongewenste luchtstroming tussen de isolatie en de bestaande muur zien te vermijden, wat nefast is voor de goede werking van de isolatie.
- Een eventueel aanwezige spouw van de muur moet worden dichtgemaakt, onder meer bovenaan, om luchtcirculatie te voorkomen. Als de spouw al is nageïsoleerd en opgevuld is met isolatie, zal dit normaal al opgelost zijn.
- Het metselwerk moet vorstbestendig zijn en de gevel mag niet geschilderd zijn met een dampdichte verf. Als je jouw gevel in het verleden hebt geschilderd, is het mogelijk de dampopenheid van de verf na te gaan door het type verf op te vragen bij een schilder of de fabrikant van de verf. Dat kan ook aan de hand van een labtest. Bij een gunstig advies mag je de gevel aan de buitenzijde isoleren. In het andere geval moet de verflaag desnoods eerst worden verwijderd, bv. door te zandstralen.
Bij een verandering aan de voorgevel is in principe altijd een bouwvergunning (of omgevingsvergunning) vereist.
Voor de zij- en achtergevels kan een melding voldoende zijn.
De meeste aannemers van de 25 die we voor onze eigen enquête in 2020-2021 contacteerden, maken je hier niet wijzer over, noch mondeling, noch in de offerte. Behalve dat zij in hun voorwaarden doorgaans opnemen dat de klant voor de nodige vergunningen moet instaan (bouwvergunning, vergunning voor de plaatsing van een stelling enz.).
Over de rooilijn
In Vlaanderen is het sinds 2024 is het niet langer nodig om een bouwvergunning aan te vragen voor isolatie tot een dikte van 26 cm, zolang de rooilijn niet is overschreden. Deze regel geldt echter niet voor beschermde gebouwen en gemeenten kunnen nog steeds zelf een meldingsplicht opleggen. Maar je doet het best altijd navraag bij de stad of gemeente om na te gaan wat je precies mag en moet doen.
In het Brussels gewest is er voor de voorgevel altijd een stedenbouwkundige vergunning vereist voor de isolatie en de gevelbekleding, aangezien die altijd publiekelijk zichtbaar is.
In het Waals gewest mag je in principe vrij tot 30 cm uitbouwen voor zover de aanblik van de woning niet verandert. Maar als je over de rooilijn gaat, zul je ook hier een goedkeuring moeten krijgen.
Afhankelijk van wie eigenaar is van het trottoir, kan overigens ook de goedkeuring van de provincie van het gewest of een nutsonderneming vereist zijn.
Hou er rekening mee dat het even kan duren alvorens je een goedkeuring krijgt, voor zover je die al krijgt. Dat kan de startdatum van de effectieve werkzaamheden doen opschuiven.
Gemeenschappelijke gevel
Bij de isolatie van een (punt)gevel die gemeenschappelijk is, kom je op de aangrenzende eigendom. Dan heb je de goedkeuring van je buur nodig. Je kunt dit akkoord het best formeel laten vastleggen in een overeenkomst en die eventueel zelfs laten registreren.
Voor alle duidelijkheid: de buur kan weigeren of een vergoeding vragen. Alle kosten en het onderhoud zijn voor rekening van de partij die de isolatie laat aanbrengen.
Als er geen vergelijk komt, kan je naar de vrederechter stappen.
Premies
Hou er rekening mee dat als je aanspraak wilt maken op een isolatie- of renovatiepremie, je soms vooraf al een aanvraag moet indienen.
In het Waals gewest moet je trouwens eerst een woningaudit laten uitvoeren als je in aanmerking wilt komen voor een premie.
Bij buitengevelisolatie komt het erop aan om zorgvuldig en nauwgezet te werk te gaan. We overlopen een aantal specifieke punten die jouw aandacht verdienen.
Als je je muren beter isoleert, maak je de woning normaal ook luchtdichter, onder meer bij de aansluitingen rond ramen en deuren. Dat zal de noodzaak aan een goede, gecontroleerde ventilatie verhogen, kwestie van vochtproblemen in de woning te voorkomen. Er bestaan verschillende ventilatiesystemen, zoals ook weergegeven in ons dossier “Stapsgewijs renoveren: weloverwogen aanpakken”.
De dampdichtheid van de verschillende lagen in een muur moet normaal verminderen van binnen naar buiten. Als er dan ’s winter toch door gaten of kieren wat vocht door de luchtdichte binnenbepleistering zou dringen, kan die weg naar buiten zonder dat er inwendige condensatie optreedt. Dat is des te meer van belang bij na-isolatie van de spouw omdat het buitenblad van de muur dan kouder staat.
Zit er al isolatie in de spouw en wordt de gevel ook extra aan de buitenzijde geïsoleerd en met bv. crepi afgewerkt, dan zal het oorspronkelijke buitenblad een stuk minder koud staan. Bovendien is het afgeschermd van (slag)regen en zal het niet langer vochtig staan. Er is dan niet per se nood aan een meer dampopen afwerking aan de buitenkant.
Wat wel belangrijk is, is dat de warmteweerstand van de buitenisolatie hoog genoeg is, bv. twee keer de warmteweerstand van de spouwvulling. Op die manier ben je zeker dat de gevelsteen effectief warm zal staan. Maar normaal zal het bijna vanzelfsprekend zijn om beduidend sterker te isoleren langs de buitenkant dan in de spouw.
In het ideale geval zitten de ramen netjes in het verlengde van de isolatie, in hetzelfde vlak. Maar dat is vaak alleen mogelijk als je de ramen tegelijk vervangt wanneer je buitengevelisolatie plaatst. Dan is het makkelijker om de onderlinge aansluitingen perfect uit te voeren, ook op het vlak van luchtdichtheid.
Om een waterdichte aansluiting tussen het schrijnwerk en de gevel te verkrijgen, is bv. de plaatsing van een EPDM-membraan een goede oplossing, om insijpelend regenwater te voorkomen. Het membraan wordt vastgelijmd aan de gevel en vastgehecht aan het raamprofiel.
Tussen de vensterbank en de gevel is de plaatsing van drukvaste isolatie aangewezen, bv. cellenglas, zeker als de ramen niet worden vervangen.
Het is ook belangrijk om enkele centimeters isolatie tegen de dagkanten rond het raam en boven het raam aan te brengen. Is er onvoldoende ruimte om isolatie aan te brengen, kan eventueel een stuk van de dagkanten worden weggeslepen. In onze eigen enquête kwam dit punt veelal niet aan bod bij de aannemers. Toch is het belangrijk om hier isolatie te voorzien. Enkele centimeters EPS, PU, PIR of zelfs een dure aerogel kunnen helpen. Vergeet niet dat je met 2 cm isolatie al de helft van de energieverliezen kunt vermijden!
De bestaande vensterbank zal doorgaans niet diep genoeg zijn. De druiplijst moet immers minstens 3 cm voorbij de voorkant van de (nieuwe) gevel komen. Anders dreig je opgezadeld te zitten met druipsporen op de gevel.
Vaak wordt een aluminium vensterbank op de bestaande vensterbank geplaatst. Dit is een goedkopere oplossing dan het alternatief waarbij de bestaande vensterbank wordt weggenomen en vervangen door een nieuwe in bv. blauwsteen.
Niet alleen onderaan, maar ook aan de zijkanten en dagkanten is de aansluiting van de buitengevelisolatie met de vensterbanken van belang om afloop van hemelwater te voorkomen.
Bij aluminium vensterbanken voorzie je het best een dreunband onder de vensterbank, zodat de ruimte tussen de vensterbank en de muur opgevuld is met een absorberend materiaal (dus geen harde isolatieplaat). Doe je dat niet, dan krijg je hier een soort van klankkast die het geluid van de regendruppels op de vensterbank versterkt.
Bij een aansluiting op een plat dak moet de continuïteit van de isolatie worden verzekerd door de opstaande dakrand te bekleden met isolatie of door een isolerend bouwblok van bv. cellenbeton te plaatsen. Tegelijk moet insijpelend water worden voorkomen.
Bij een aansluiting op een schuin dak is het evenzeer zaak om dak- en muurisolatie op elkaar te laten aansluiten. Uit onze enquête blijkt dat heel wat aannemers gewoon tegen bv. de bakgoot in pvc werken. Als het dak al geïsoleerd is, kan de aannemer de omkasting in pvc wegnemen en de ruimte tussen de bevestigingen van de dakgoot met isolatiemateriaal opvullen. Dat is erop gericht om de isolatie van de muur te laten aansluiten op die van het dak.
Bij een zijgevel zal het dak vaak niet ver genoeg uitspringen ten opzichte van de nieuw aan te brengen isolatie en afwerking. Dan moeten je de dakranden laten verbreden, al was het maar om een goede afwatering te voorzien. Als de isolatie zou uitsteken ten opzichte van de dakrand, zou die bovenaan nat kunnen worden door de regen. En het oogt natuurlijk ook niet mooi als de dakrand minder ver komt dan de buitenisolatie.
Een meer ingrijpend alternatief bestaat erin om de bestaande gevelsteen af te breken om daarna isolatie te plaatsen en een nieuwe muur te metselen of een andere afwerking aan te brengen.
Vaak moet je de afvoerpijp verplaatsen om de isolatie en de gevelafwerking aan te brengen. Vergewis je ervan of de aannemer die de isolatie en de afwerking voor zijn rekening neemt, ook voor de demontage en de herplaatsing van die afvoerpijp wil instaan. Dat is niet altijd het geval!
Als je een andere aannemer moet inschakelen, is het aan jou om de planning van de beide aannemers op elkaar af te stemmen. Als dezelfde aannemer voor alles instaat, is dat handiger. Ga zeker na of de kosten van dit soort extra klusjes op de offerte zijn vermeld, zodat je niet plots voor verrassingen komt te staan.
Bij crepi wordt de gewone gevelisolatie veelal vanaf 30 cm boven de begane grond gestart. Voor de strook wordt vaak geopteerd voor een vochtbestendiger materiaal zoals XPS. Tussen de onderste isolatie en de rest van de isolatie komt dan een aanzetprofiel.
Onderaan wordt de isolatie veelal beschermd door een schokbestendig materiaal, zoals een cementering of blauwsteen. Belangrijk is dat het dagvlak van het pleisterwerk uitspringt ten opzichte van de plint. Zo vermijd je dat er water kan blijven staan op de bovenkant van de plint en dat bij wind zelfs water achter kan sijpelen.
Bij het doorboren van de buitengevel voor bv. een ventilatiebuis, een kraan, een stopcontact of een rookgasafvoer moet je verhinderen dat er vocht kan binnendringen. Dat moet gebeuren met een zwelband en een kitvoeg.
Bij grotere elementen zoals een verstraler voor de tuin kan een druiprandprofiel onderaan voorkomen dat de pleister wordt vervuild door aflopend regenwater.
Bij isolatieplaten in kunststofschuim moet je de afvoerkanalen van een verwarmingsinstallatie eerst rondom voorzien van onbrandbaar isolatiemateriaal (minstens 5 cm). Zo vermijd je dat het kunststofschuim in contact komt met de doorvoerbuis.
Het is belangrijk om luchtcirculatie in een bestaande spouw te vermijden, onder meer door hem van bovenaf af te sluiten. Maar het is niet onzinnig om de spouw alsnog met isolatie in te spuiten. De kosten voor spouwmuurisolatie zijn beperkt ten opzichte van de totale investering.
Bij een halfopen bebouwing kan het gebeuren dat jouw buurman later zal bouwen, en dat je te maken krijgt met een niet-geïsoleerde wachtgevel. Als je dan isolatie aanbrengt, moet je die beschermen want natte isolatie verliest van haar waarde en kan stukgaan. Gevelbekleding aanbrengen heeft echter weinig zin, aangezien je die achteraf zou moeten verwijderen zodra je buur tegen jouw gevel aanbouwt.
Je kunt de isolatie dan afdekken met een geveldoek (dat je achteraf op zijn plaats kunt laten). Trouwens, als je hier minerale wol gebruikt, zal die ook akoestisch goed isoleren. Op isolatie uit PUR of PIR kun je een coating laten spuiten.
Het is moeilijk om een eenduidige prijs te geven. Veel zal afhangen van het soort afwerking en van de extra werkzaamheden die nodig zijn om de isolatie en afwerking volgens de regels van de kunst aan te brengen.
Prijzen
Bij een afwerking in crepi bedraagt de gemiddelde prijs in onze enquête in het najaar van 2020 € 175 per m² (6 % btw inbegrepen). Al bij al betaal je veelal tussen € 126 en € 244 per m².
De prijs voor een afwerking met spuitkurk ligt in de buurt van die voor crepi.
Met hout gaat de prijs al richting € 250 per m² en met steenstrips liep de prijs op tot boven € 300 m². Niet onlogisch want er kom meer werk aan te pas (op maat brengen, stuk gevel uitslijpen, rond ramen en deuren,…).
Op basis van de informatie uit 25 offertes blijkt de prijs voor het isolatiemateriaal op zich rond € 40 per m² te schommelen. Voor het pakket isolatie + afwerking draait de prijs rond € 100 per m².
Dat de totaalprijzen een stuk hoger uitvallen, is te verklaren door de extra materialen en werken die vereist zijn: een stelling (al gauw € 1 000 tot € 2 000), gevelplinten in blauwsteen, aanpassingen aan dakranden, diepere vensterbanken, verlenging van aansluitingen voor een buitenkraantje of stopcontact, demontage en herplaatsing van de regenafvoerpijp enz. Dat alles kan de prijs maal 1,5 doen ten opzichte van louter de prijs voor de isolatie en de afwerking.
Nog dit. Het prijsverschil tussen de goedkoopste en duurste offerte voor een en dezelfde woning bedroeg in onze enquête minimaal 32 % en liep op tot 77 %. Zoals steeds loont het dus om meerdere offertes te vergelijken.
Prijs per m²?
Aannemers berekenen de oppervlakte van de gevel elk op hun manier. De verschillen in aantal m² lopen in onze enquête voor een en dezelfde woning op tot minstens 16 % en in het uiterste geval tot maar liefst 47 %. Dat komt onder meer omdat de aannemers de openingen (ramen, deuren, garagepoort), op een andere manier in rekening brengen.
Belangrijker dan het aantal m² is echter na te gaan of alle voorziene werken zijn vermeld, zodat je achteraf geen onverwachte werken en kosten gepresenteerd krijgt: eventuele herstellingen aan de gevel, aanpak van vochtproblemen, mosbestrijding, afbraakwerken, aansluitingen op het dak en de dakgoot, verplaatsing van de regenafvoerpijp enz.
Bekijk ook welke materialen in het prijsvoorstel zitten. Het is normaal dat vensterbanken in blauwsteen meer kosten dan aluminium exemplaren. En plinten in blauwsteen zijn duurder dan een afwerking in pleister of cementering. En binnen blauwsteen heb je nog Belgische en Aziatische varianten. Elk heeft zijn prijs.
Premies
In de diverse gewesten kun je aanspraak maken op een premie voor buitengevelisolatie. Daarbij moet je aan een aantal voorwaarden voldoen, onder meer een bepaalde R-waarde halen met de isolatie. De R-waarde geeft de warmteweerstand van een materiaal met een bepaalde dikte weer. Hoe groter de R-waarde, hoe beter de laag isoleert.
De warmteweerstand R van een laag isolatie is gelijk aan zijn dikte d (uitgedrukt in meter) gedeeld door zijn warmtegeleidingscoëfficiënt lambda: dus R = d / lambda.
- In Vlaanderen is een R-waarde van 3 m²K/W vereist voor buitengevelisolatie. De premie is afhankelijk van de inkomenscategorie en bedraagt €30/m² voor de hoogste inkomenscategorie en 35% en 50% van het factuurbedrag voor respectievelijk de midden- en lage inkomenscategorieën. Mensen die exclusief nachttarief genieten (voor hun verwarming) kunnen 50 % extra krijgen. Als je tegelijk asbestleien of een gevelbekleding met asbest laat verwijderen, komt er € 8 per m² bovenop.
- In Brussel is een R-waarde van 3,5 m²K/W vereist. De premie bedraagt er €50, €70 of €90 afhankelijk van het inkomen. Premies kunnen voorlopig echter niet meer worden aangevraagd en alles zal afhangen van de volgende regering, die een einde zou kunnen maken aan premies en zou kunnen overstappen op een leningssysteem.
- In Wallonië moet de R-waarde groter zijn dan of gelijk aan 4,00 m²K/W.
De premie hangt af van je inkomensklasse, maar bedraagt minimaal €22/m² en maximaal €132/m². Als isolatie van biologische oorsprong wordt gebruikt, ligt de premie tussen €30/m² en €180/m².
Let wel: in het Waals gewest kun je pas aanspraak maken op een premie als je vooraf een woningaudit hebt laten uitvoeren. Bovendien moet je de volgorde van de werken die de auditeur heeft voorgeschreven (tenzij er echt argumenten zijn om hiervan af te wijken).
Het Waals gewest ken overigens een eengemaakt stelsel van woningpremies. In Vlaanderen en Brussel bestaat er naast de isolatiepremie nog een renovatiepremie voor bepaalde gevelwerken.
Informeer steeds via bv. de websites van de Gewesten naar de specifieke voorwaarden die aan de premies gelinkt zijn: maximuminkomen, ouderdom van de woning enz.
Bij grote werkzaamheden als buitengevelisolatie doe je er goed aan om meerdere offertes te vragen. Zo kun je niet alleen de prijzen vergelijken maar vergaar je stelselmatig meer kennis over de toegepaste technieken.
- Contacteer 5 aannemers om minstens 3 offertes te krijgen. Door verschillende aannemers over de vloer te krijgen, bouw je voor jezelf stelselmatig meer kennis en inzicht op over wat de gevelisolatie precies inhoudt.
- Bereid vragen voor tegen het plaatsbezoek. Anders dreig je weinig te vernemen van de aannemers, die zich toespitsen op het nemen van de maten. Haal inspiratie uit dit webdossier.
- Als je een andere afwerking wenst dan crepi, moet je de aannemers op voorhand goed selecteren. Ga bv. op hun website na op welke afwerking ze zich toeleggen: steenstrips, hout, gevelpanelen, leien,… Vraag ook stalen van hun materialen op.
- Begin tijdig aan je zoektocht. Hou er rekening mee dat je gemiddeld 4 weken op een offerte moet wachten. Als je een bouwvergunning nodig zult hebben, kan dat de werken nog eens extra vertragen.
- Zorg dat je weet welk isolatiemateriaal de aannemer zal gebruiken en vraag naar de merk- en productnaam. Laat ook de dikte en de technische kenmerken (zgn. lambda- en R-waarde) op de offerte vermelden.
- Vergewis je ervan wat in de prijs vervat zit en vooral ook wat niet. Welke bijkomende werken zal de aannemer uitvoeren en welke niet? Welke materialen zijn voorzien? Zo vermijd je onverwachte toeslagen.
- Vertrouw niet te veel op de aannemers voor up-to-date informatie over de premies. Je kunt beter te rade gaan op de websites van de Gewesten. Lees er op voorhand alle voorwaarden op na.
- Doe navraag bij de stad of gemeente of een bouwvergunning vereist is. Het is belangrijk dat je de voorschriften volgt alvorens met de werken te beginnen. Het zou zonde zijn als je tot afbraak zou worden verplicht.
- Beperk het voorschot tot 15 %, zeker als het gaat over totaalbedragen van (tien)duizenden euro’s voor de totale werken. Als er de aannemer dan iets overkomt, hou je je verlies nog enigszins beperkt.
- Laat een (uiterste) uitvoeringsdatum op de offerte opnemen. Kwestie van enig houvast te hebben omtrent de aanvang van de werken. Anders hang je te veel van de goodwill van de aannemer af.