Wat mag ik niet eten als ik medicatie neem?


Sommige voedingsmiddelen zoals pompelmoes, melk, broccoli, alcohol, veenbessensap of bananen kunnen de werking van medicatie versterken of verminderen. Ze kunnen ook bijwerkingen veroorzaken. Hetzelfde geldt voor bepaalde planten en kruiden, zoals sint-janskruid, Ginkgo biloba, kurkuma of valeriaan. We leggen uit hoe dat komt.
In dit artikel
- Wat zijn wisselwerkingen tussen voeding en geneesmiddelen?
- Wat zijn de gevolgen van wisselwerkingen tussen voeding en geneesmiddelen?
- Welke voedingsmiddelen en dranken kunnen de werking van geneesmiddelen beïnvloeden?
- Welke planten of kruiden kunnen de werking van geneesmiddelen beïnvloeden?
- Tips om wisselwerkingen tussen voeding en geneesmiddelen te voorkomen
- Conclusie
Wat zijn wisselwerkingen tussen voeding en geneesmiddelen?
Geneesmiddelen stimuleren een bepaald proces in ons lichaam of remmen het net af. Maar wanneer je twee of meer geneesmiddelen tegelijkertijd neemt, kunnen ze elkaars werking beïnvloeden. We spreken dan van een onderlinge wisselwerking of interactie tussen de geneesmiddelen.
Maar niet alleen geneesmiddelen kunnen een onderling effect hebben op elkaar. Ook voedingsmiddelen en voedingssupplementen kunnen de werking van geneesmiddelen beïnvloeden: ze kunnen de opname van het geneesmiddel, de omzetting ervan in het lichaam, of de afbraak en uitscheiding van het geneesmiddel uit het lichaam versnellen of vertragen. Omgekeerd kunnen bepaalde geneesmiddelen ook een effect hebben op onze voeding, bijvoorbeeld door onze smaak te beïnvloeden of door onze eetlust af te remmen of net te stimuleren. We spreken dan van wisselwerkingen of interacties tussen voeding en geneesmiddelen.
Terug naar bovenWat zijn de gevolgen van wisselwerkingen tussen voeding en geneesmiddelen?
Wanneer er een wisselwerking optreedt tussen een geneesmiddel en een voedingsmiddel of voedingssupplement kan dit leiden tot:
- Een verminderd of verhoogd effect van het geneesmiddel of het voedingsmiddel;
- Een nieuw effect dat niet optrad bij inname van beide stoffen afzonderlijk;
- Meer kans op bijwerkingen.
Bij sommige patiënten kan zo’n interactie ernstige gevolgen hebben en zelfs leiden tot blijvende schade, invaliditeit en overlijden.
Terug naar boven
Welke voedingsmiddelen en dranken kunnen de werking van geneesmiddelen beïnvloeden?
Enkele voorbeelden van voedingsmiddelen en dranken die de werking van bepaalde geneesmiddelen kunnen beïnvloeden:
- Pompelmoes(sap) (‘grapefruit’):
Bepaalde geneesmiddelen worden normaal gezien (gedeeltelijk) afgebroken in de lever. Pompelmoessap zorgt ervoor dat dit niet of nauwelijks gebeurt. Bijgevolg wordt de werkzame stof in het geneesmiddel minder afgebroken en stijgt de concentratie ervan in het bloed. Dit leidt niet alleen tot een verhoogde werkzaamheid van het geneesmiddel maar ook tot meer kans op bijwerkingen. Voorbeelden van geneesmiddelen waarbij dit het geval is zijn bloeddrukverlagende middelen (calciumantagonisten) en cholesterolverlagende middelen (statines).Voor alle duidelijkheid: dit soort wisselwerking treedt enkel op bij pompelmoes(sap), niet bij appelsienen of mandarijnen of het sap ervan.
- Alcohol:
Slaapmiddelen en sommige antidepressiva of zware pijnstillers kunnen je slaperig of suf maken. Alcohol versterkt dit effect, en vice versa.
Lees ook ons dossier over de effecten van alcohol op geneesmiddelen.
- Melk(producten):
In melk, maar ook in kaas of yoghurt, zit calcium. Calcium gaat met bepaalde geneesmiddelen een verbinding aan, waardoor deze niet goed meer kunnen worden opgenomen in de darmen en dus hun werking vermindert. Voorbeelden van dergelijke geneesmiddelen zijn antibiotica, het schildkierhormoon L-thyroxine en ijzerpreparaten.
- Groene groenten (broccoli, groene kool, spinazie, sla, spruitjes, enz.):
Deze groenten bevatten vitamine K. Dit kan het effect van bepaalde antistollingsmiddelen (vb. warfarine; merknaam: Marevan) verminderen. Als je zo’n geneesmiddel neemt, zorg dan dat je een evenwichtig voedingspatroon aanhoudt: eet niet ineens veel groene groenten en dan weer een poosje niets, anders schommelt de hoeveelheid vitamine K te veel, wat kan leiden tot een versnelde bloedstolling.
- Gerijpte, gefermenteerde, gepekelde of gezouten voedingsmiddelen:
In een aantal voedingsmiddelen die langer bewaard kunnen worden omdat ze gerijpt, gefermenteerd, gepekeld of gezouten zijn, zoals kaas, bier, rode wijn, salami, chocolade, sojasaus en zuurkool, zit de stof tyramine, die een rol speelt bij het regelen van de bloeddruk. Bepaalde geneesmiddelen, met name MAO remmers −die gegeven worden tegen depressies of angststoornissen− zorgen ervoor dat tyramine minder goed afgebroken wordt, waardoor er meer tyramine in het bloed aanwezig blijft. Dit kan leiden tot een stijging van de bloeddruk en klachten zoals hoofdpijn of misselijkheid.
- Veenbessensap (‘cranberry’):
Een grote hoeveelheid veenbessensap kan de afbraak van het antistollingsmiddel warfarine afremmen, wat leidt tot een verhoogde concentratie van warfarine in het bloed en een verhoogd risico op bloedingen.
- Kaliumrijke voedingsmiddelen:
Kalium speelt een belangrijke rol bij de werking van je hart. Bij inname van sommige geneesmiddelen om de bloeddruk te verlagen of hartfalen tegen te gaan, zoals vochtafdrijvers (bv. spironolacton), stijgt het kaliumgehalte in je bloed. Wanneer je zo’n geneesmiddel ook nog combineert met kaliumrijke voedingsmiddelen, zoals bananen, kiwi’s, meloen, champignons, aardappelen, aardbeien, of groene bladgroenten, kan de hoeveelheid kalium in je bloed té fel stijgen, wat kan leiden tot hartritmestoornissen.
Welke planten of kruiden kunnen de werking van geneesmiddelen beïnvloeden?
Bij een kruidenmiddel bestaat de werkzame stof uit (delen van) planten of plantenmaterialen. Omdat dit natuurlijke producten zijn, denken vele consumenten dat ze per definitie ‘onschuldig’ zijn. Maar dat klopt niet: ook bij kruidenmiddelen kunnen er bijwerkingen en interacties met geneesmiddelen optreden.
Enkele voorbeelden van veelgebruikte kruiden die een wisselwerking kunnen vertonen met geneesmiddelen:
Op de website van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen lees je meer over de bijwerkingen van deze kruiden en hun interacties met geneesmiddelen.
In België is er voor een aantal van bovenstaande kruiden bij gebruik als voedingssupplement een maximaal toegelaten dosis vastgelegd en/of moet er een verplichte waarschuwing op de verpakking staan over de wisselwerking met geneesmiddelen. Uit bovenstaande illustratie blijkt dat dit niet systematisch het geval is: voor Mariadistel en Rode Salie is er bijvoorbeeld geen wettelijke limiet en evenmin een verplichte waarschuwing, alhoewel ze allebei interacties kunnen veroorzaken die aanleiding geven tot blijvende effecten of invaliditeit.
Daarom ijveren wij om de veiligheid van de consument te waarborgen voor een verbetering van de wetgeving rond kruidensupplementen en meer overheidscontroles op het naleven van deze wetgeving. Lees ook ons onderzoek naar de informatie die de consument krijgt over mogelijke wisselwerkingen tussen kruidensupplementen en geneesmiddelen.
Terug naar bovenTips om wisselwerkingen tussen voeding en geneesmiddelen te voorkomen
Als je geneesmiddelen neemt:
- Wees je ervan bewust dat voeding een invloed kan hebben op de werking van geneesmiddelen;
- Vraag aan je arts of apotheker of je moet opletten met de inname van bepaalde voedingsmiddelen, voedingssupplementen of kruidenmiddelen en/of controleer dit in de
bijsluiter van het geneesmiddel; - Wil je een voedings- of kruidensupplement gebruiken, controleer dan ook op het etiket of de verpakking van het supplement of er waarschuwingen staan voor de mogelijke wisselwerking met geneesmiddelen;
- Volg nauwkeurig de instructies van de arts of apotheker bij het innemen van geneesmiddelen: volg altijd de raad wat betreft de tijd die je moet laten tussen het nemen van het geneesmiddel en je maaltijd (bv. op een nuchtere maag, 2u voor de maaltijd);
- Vraag advies aan je apotheker als je een geneesmiddel wil pletten en mengen met vloeistof. Niet alle geneesmiddelen laten dit toe.
Terug naar boven
Conclusie
Wees je ervan bewust dat voeding een invloed kan hebben op de werking van geneesmiddelen, wat kan leiden tot bijwerkingen en/of een verhoogd of verminderd effect van het geneesmiddel. Dit is niet alleen het geval voor ‘gewone’ voedingsmiddelen (bv. pompelmoes, alcohol, melk, broccoli, veenbessensap, bananen), maar ook voor bepaalde planten en kruiden (bv. sint-janskruid, Ginkgo biloba, kurkuma, valeriaan). Als je geneesmiddelen neemt, vraag dan aan je arts of apotheker of de werking ervan beïnvloed kan worden door voedingsmiddelen of -supplementen. Terug naar bovenGeneesmiddelen stimuleren een bepaald proces in ons lichaam of remmen het net af. Maar wanneer je twee of meer geneesmiddelen tegelijkertijd neemt, kunnen ze elkaars werking beïnvloeden. We spreken dan van een onderlinge wisselwerking of interactie tussen de geneesmiddelen.
Maar niet alleen geneesmiddelen kunnen een onderling effect hebben op elkaar. Ook voedingsmiddelen en voedingssupplementen kunnen de werking van geneesmiddelen beïnvloeden: ze kunnen de opname van het geneesmiddel, de omzetting ervan in het lichaam, of de afbraak en uitscheiding van het geneesmiddel uit het lichaam versnellen of vertragen. Omgekeerd kunnen bepaalde geneesmiddelen ook een effect hebben op onze voeding, bijvoorbeeld door onze smaak te beïnvloeden of door onze eetlust af te remmen of net te stimuleren. We spreken dan van wisselwerkingen of interacties tussen voeding en geneesmiddelen.
Wanneer er een wisselwerking optreedt tussen een geneesmiddel en een voedingsmiddel of voedingssupplement kan dit leiden tot:
- Een verminderd of verhoogd effect van het geneesmiddel of het voedingsmiddel;
- Een nieuw effect dat niet optrad bij inname van beide stoffen afzonderlijk;
- Meer kans op bijwerkingen.
Bij sommige patiënten kan zo’n interactie ernstige gevolgen hebben en zelfs leiden tot blijvende schade, invaliditeit en overlijden.
Enkele voorbeelden van voedingsmiddelen en dranken die de werking van bepaalde geneesmiddelen kunnen beïnvloeden:
- Pompelmoes(sap) (‘grapefruit’):
Bepaalde geneesmiddelen worden normaal gezien (gedeeltelijk) afgebroken in de lever. Pompelmoessap zorgt ervoor dat dit niet of nauwelijks gebeurt. Bijgevolg wordt de werkzame stof in het geneesmiddel minder afgebroken en stijgt de concentratie ervan in het bloed. Dit leidt niet alleen tot een verhoogde werkzaamheid van het geneesmiddel maar ook tot meer kans op bijwerkingen. Voorbeelden van geneesmiddelen waarbij dit het geval is zijn bloeddrukverlagende middelen (calciumantagonisten) en cholesterolverlagende middelen (statines).Voor alle duidelijkheid: dit soort wisselwerking treedt enkel op bij pompelmoes(sap), niet bij appelsienen of mandarijnen of het sap ervan.
- Alcohol:
Slaapmiddelen en sommige antidepressiva of zware pijnstillers kunnen je slaperig of suf maken. Alcohol versterkt dit effect, en vice versa.
Lees ook ons dossier over de effecten van alcohol op geneesmiddelen.
- Melk(producten):
In melk, maar ook in kaas of yoghurt, zit calcium. Calcium gaat met bepaalde geneesmiddelen een verbinding aan, waardoor deze niet goed meer kunnen worden opgenomen in de darmen en dus hun werking vermindert. Voorbeelden van dergelijke geneesmiddelen zijn antibiotica, het schildkierhormoon L-thyroxine en ijzerpreparaten.
- Groene groenten (broccoli, groene kool, spinazie, sla, spruitjes, enz.):
Deze groenten bevatten vitamine K. Dit kan het effect van bepaalde antistollingsmiddelen (vb. warfarine; merknaam: Marevan) verminderen. Als je zo’n geneesmiddel neemt, zorg dan dat je een evenwichtig voedingspatroon aanhoudt: eet niet ineens veel groene groenten en dan weer een poosje niets, anders schommelt de hoeveelheid vitamine K te veel, wat kan leiden tot een versnelde bloedstolling.
- Gerijpte, gefermenteerde, gepekelde of gezouten voedingsmiddelen:
In een aantal voedingsmiddelen die langer bewaard kunnen worden omdat ze gerijpt, gefermenteerd, gepekeld of gezouten zijn, zoals kaas, bier, rode wijn, salami, chocolade, sojasaus en zuurkool, zit de stof tyramine, die een rol speelt bij het regelen van de bloeddruk. Bepaalde geneesmiddelen, met name MAO remmers −die gegeven worden tegen depressies of angststoornissen− zorgen ervoor dat tyramine minder goed afgebroken wordt, waardoor er meer tyramine in het bloed aanwezig blijft. Dit kan leiden tot een stijging van de bloeddruk en klachten zoals hoofdpijn of misselijkheid.
- Veenbessensap (‘cranberry’):
Een grote hoeveelheid veenbessensap kan de afbraak van het antistollingsmiddel warfarine afremmen, wat leidt tot een verhoogde concentratie van warfarine in het bloed en een verhoogd risico op bloedingen.
- Kaliumrijke voedingsmiddelen:
Kalium speelt een belangrijke rol bij de werking van je hart. Bij inname van sommige geneesmiddelen om de bloeddruk te verlagen of hartfalen tegen te gaan, zoals vochtafdrijvers (bv. spironolacton), stijgt het kaliumgehalte in je bloed. Wanneer je zo’n geneesmiddel ook nog combineert met kaliumrijke voedingsmiddelen, zoals bananen, kiwi’s, meloen, champignons, aardappelen, aardbeien, of groene bladgroenten, kan de hoeveelheid kalium in je bloed té fel stijgen, wat kan leiden tot hartritmestoornissen.
Bij een kruidenmiddel bestaat de werkzame stof uit (delen van) planten of plantenmaterialen. Omdat dit natuurlijke producten zijn, denken vele consumenten dat ze per definitie ‘onschuldig’ zijn. Maar dat klopt niet: ook bij kruidenmiddelen kunnen er bijwerkingen en interacties met geneesmiddelen optreden.
Enkele voorbeelden van veelgebruikte kruiden die een wisselwerking kunnen vertonen met geneesmiddelen:
Op de website van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen lees je meer over de bijwerkingen van deze kruiden en hun interacties met geneesmiddelen.
In België is er voor een aantal van bovenstaande kruiden bij gebruik als voedingssupplement een maximaal toegelaten dosis vastgelegd en/of moet er een verplichte waarschuwing op de verpakking staan over de wisselwerking met geneesmiddelen. Uit bovenstaande illustratie blijkt dat dit niet systematisch het geval is: voor Mariadistel en Rode Salie is er bijvoorbeeld geen wettelijke limiet en evenmin een verplichte waarschuwing, alhoewel ze allebei interacties kunnen veroorzaken die aanleiding geven tot blijvende effecten of invaliditeit.
Daarom ijveren wij om de veiligheid van de consument te waarborgen voor een verbetering van de wetgeving rond kruidensupplementen en meer overheidscontroles op het naleven van deze wetgeving. Lees ook ons onderzoek naar de informatie die de consument krijgt over mogelijke wisselwerkingen tussen kruidensupplementen en geneesmiddelen.
Als je geneesmiddelen neemt:
- Wees je ervan bewust dat voeding een invloed kan hebben op de werking van geneesmiddelen;
- Vraag aan je arts of apotheker of je moet opletten met de inname van bepaalde voedingsmiddelen, voedingssupplementen of kruidenmiddelen en/of controleer dit in de
bijsluiter van het geneesmiddel; - Wil je een voedings- of kruidensupplement gebruiken, controleer dan ook op het etiket of de verpakking van het supplement of er waarschuwingen staan voor de mogelijke wisselwerking met geneesmiddelen;
- Volg nauwkeurig de instructies van de arts of apotheker bij het innemen van geneesmiddelen: volg altijd de raad wat betreft de tijd die je moet laten tussen het nemen van het geneesmiddel en je maaltijd (bv. op een nuchtere maag, 2u voor de maaltijd);
- Vraag advies aan je apotheker als je een geneesmiddel wil pletten en mengen met vloeistof. Niet alle geneesmiddelen laten dit toe.
Wees je ervan bewust dat voeding een invloed kan hebben op de werking van geneesmiddelen, wat kan leiden tot bijwerkingen en/of een verhoogd of verminderd effect van het geneesmiddel. Dit is niet alleen het geval voor ‘gewone’ voedingsmiddelen (bv. pompelmoes, alcohol, melk, broccoli, veenbessensap, bananen), maar ook voor bepaalde planten en kruiden (bv. sint-janskruid, Ginkgo biloba, kurkuma, valeriaan). Als je geneesmiddelen neemt, vraag dan aan je arts of apotheker of de werking ervan beïnvloed kan worden door voedingsmiddelen of -supplementen.