Renovatie van appartementen: collectieve aanpak aangewezen

Je wilt je appartement grondig energetisch renoveren, maar in jouw appartementsgebouw met tal van flats heb je niet alles zelf in handen. Sommige eigenaars begrijpen de noodzaak van grote renovatiewerken, maar andere niet. En het is niet altijd vanzelfsprekend om met eigenaars met soms uiteenlopende belangen tot eenzelfde samenhangende visie over de renovatie van het gebouw te komen.
Voor elke ingreep geven we aan welke weg je het best kunt bewandelen.
- Hoe isoleer je het dak?
- Hoe isoleer je de vloer?
- De muren isoleren: het liefst langs buiten
- Deuren en ramen aanpakken: geen totale keuzevrijheid
- Zonwering plaatsen aan de ramen
- Verwarming: bij voorkeur een collectief systeem
- Koelen van de woning
- Hoe een appartementsgebouw ventileren
- Collectieve plaatsing van zonnepanelen
Waarom je woning energetisch renoveren?
Hoeft het nog gezegd dat de goedkoopste energie de energie is die je… niet verbruikt? De hoge energieprijzen zorgen er trouwens vaak voor dat je de investering in korte tijd zult hebben terugverdiend.
In Vlaanderen moet wie vanaf 2023 een woning koopt, dus ook een appartement, met een slechte energiescore in de vorm van een label E of F, die zelfs binnen 5 jaar na aankoop naar een label D of beter opkrikken. Dit geldt al bij de aankoop van één enkel appartement in een flatgebouw.
Tot slot mag een iets duidelijk zijn: ongeacht in welk gewest je woont, in de toekomst zullen appartementsgebouwen waar de warmte langs alle kanten buitenvliegt, hun waarde ongetwijfeld zien verminderen.
De kosten: een drempel voor een energetische renovatie
Tal van eigenaars schrikken terug voor de hoge kosten van de investering. En renoveren is niet goedkoop. Maar de kosten voor de renovatie van een appartement zullen uiteindelijk lager uitvallen dan wat de eigenaar van een huis betaalt. In dit dossier zul je kunnen vaststellen dat de eigenaars van appartementen schaalvoordelen kunnen genieten bij de plaatsing van zonnepanelen, gevelisolatie, de vervanging van het schrijnwerk of de verwarming. Bovendien bestaan er soms speciale premies of leningen tegen een voordelig tarief.
Tegelijk wordt het door de beslissing van de overheden om geen verhoging of slechts een gedeeltelijke verhoging van de meest energieverslindende huurwoningen toe te laten, ook makkelijker om eigenaars-verhuurders op eenzelfde lijn te krijgen om tot een energetische renovatie over te gaan waaruit ze onmiddellijk voordeel puren.
De rol van de syndicus en de vereniging van mede-eigenaars
Zodra een appartementsgebouw bestaat uit twee of meer appartementen die eigendom zijn van verschillende personen, zijn de mede-eigenaars verplicht om een syndicus aan te stellen. Die kan of moet een voortrekkersrol spelen binnen de vereniging van mede-eigenaars (VME) om er bepaalde beslissingen door te krijgen.
Voor de gemeenschappelijke delen zal de vereniging van mede-eigenaars de werken moeten laten uitvoeren en de kosten ervan dragen. Het aandeel in de gemeenschappelijke delen dat aan ieder privatief deel is verbonden, bepaalt hoeveel elk appartement bijdraagt in de kosten (gerekend in duizendsten). Dit is opgenomen in de basisakte bij ieder appartement.
De vereiste meerderheid voor werken aan de gemene en privatieve delen
Een tweederdemeerderheid zal nodig zijn voor werken aan de gemeenschappelijke delen waarover de syndicus niet alleen kan beslissen. Denken we maar aan ingrepen zoals gevelisolatie of de vervanging van een collectieve verwarmingsinstallatie. Dat geldt ook voor werken aan privatieve delen die door de vereniging van mede-eigenaars zullen worden uitgevoerd.
Als er van overheidswege zaken worden opgelegd, volstaat alsnog een gewone meerderheid. (50 % + 1) van de stemmen van de eigenaars, althans van degenen die op het moment van de stemming aanwezig zijn.
In Vlaanderen is dat het geval als men moet voldoen aan de dakisolatienorm (er moet een minimale hoeveelheid isolatie in het dak aanwezig zijn) of de dubbelglasnorm (enkel glas wordt in de meeste situaties gebannen).
Hoe ga je te werk bij elke soort ingreep?
Je leest in dit dossier welke ingrepen je kunt uitvoeren.
Hoe isoleer je het dak?
Een plat dak kun je beter van bovenaf isoleren. Bekijk daarbij de impact die de werken kunnen hebben. De bovenste verdieping doet natuurlijk het meest profijt. Hoe lager je in het gebouw woont, hoe kleiner de impact van een verbeterde dakisolatie zal zijn. Wanneer er in het gebouw echter een gemeenschappelijke verwarmingsinstallatie is, zal die bij een doorgedreven dakisolatie minder moeten werken en zullen de gemeenschappelijke kosten voor iedereen afnemen. Meer hierover lees je hier.
Hoe isoleer je de vloer?
Bij vloeren tussen appartementen onderling heeft het weinig zin om vloerisolatie aan te brengen. Door de kleine temperatuurverschillen tussen appartementen onderling zullen de warmteverliezen zeer beperkt zijn. Dat is anders bij vloeren op het gelijkvloers, of nog grenzend aan de grond of aan een (kruip)kelder. Of bij vloeren van vrij overhangende delen die met de buitenlucht in contact staan. Meer hierover lees je hier.
De gevels isoleren: het liefst langs buiten
Muren kunnen aan de buitenzijde, aan de binnenzijde of in de spouw (als er een is) worden geïsoleerd. Weet echter dat zo’n spouw slechts een beperkte dikte heeft van veelal 5 tot 8 cm, en dat het sowieso aangewezen is om dikker te isoleren. De concrete mogelijkheden zullen geval per geval moeten worden beoordeeld. Meer hierover lees je hier.
Deuren en ramen aanpakken: geen totale keuzevrijheid
De ramen en deuren van de gemeenschappelijke delen zijn vanzelfsprekend gemeenschappelijk. De ramen en deuren van het eigen appartement zijn veelal privatief. Toch heb je geen volledige keuzevrijheid voor je eigen ramen en deuren. Tenzij je alleen het glas vervangt. Meer hierover lees je hier.
Zonwering aanbrengen voor de ramen
Zonnestralen die op de beglazing invallen, warmen het appartement op. Dat is zeer welkom in de winter maar kan voor oververhitting zorgen in de zomer. Zonwering voor gevels die gericht zijn op het oosten, zuiden en westen is daarom onvermijdelijk in energiezuinige gebouwen. Meer hierover lees je hier.
Verwarming: bij voorkeur een collectief systeem
Voor de verwarming bekijk je het best eerst of een collectief systeem mogelijk is, dan wel of je moet kiezen voor individuele systemen. Het is belangrijk dat er centrale schachten aanwezig zijn in het gebouw die gemakkelijk toegankelijk zijn of dat de mogelijkheid bestaat om nieuwe trajecten aan te leggen voor nieuwe leidingen doorheen het gebouw. Meer hierover lees je hier.
Koeling van de woning
Als koeling kan worden vermeden, is dat nog altijd de beste oplossing. Misschien volstaat zonwering zoals screens op de ramen van de appartementen die op het oosten, zuiden of westen zijn gericht. Is er toch koeling nodig? Dan kies je beter voor passieve koeling. Meer hierover lees je hier.
Hoe zorg je voor ventilatie in een appartementsgebouw?
In principe beslist de Vereniging van Mede-Eigendom hoe een gebouw wordt verlucht. Het gaat dan ook over een grote gezamenlijke investering.
Kijk eerst of je een collectief ventilatiesysteem kunt voorzien. De kosten van een collectieve ventilatie worden dan evenredig verdeeld. Meer hierover lees je hier.
Collectieve installatie van zonnepanelen
Het is doorgaans financieel voordeliger om een grote installatie te plaatsen en die op de centrale meter aan te sluiten. Er zijn dan maar enkele kabels nodig vanaf de pv-installatie via de omvormer tot aan de centrale meter van het appartementsgebouw. Meer hierover lees je hier.
Voor de meeste appartementsgebouwen zal het dak tot de gemeenschappelijke delen behoren en dus zal de Vereniging van Mede-Eigendom (VME) de werken moeten laten uitvoeren en de kosten ervan dragen. Het aandeel in de gemeenschappelijke delen dat aan ieder privatief deel is verbonden, bepaalt hoeveel elk appartement bijdraagt in de kosten (gerekend in duizendsten). Dit is opgenomen in de basisakte bij ieder appartement.
Het dak van bovenaf isoleren
Een dak langs de binnenzijde isoleren wordt sterk afgeraden omdat je zo doorgaans een zgn. “koud dak” creëert: de buitenste schil van het dak zit ’s winters letterlijk in de kou want ze komt boven op de isolatie. Dat vergroot sterk de kans op bouwfysische schade.Je kunt beter van bovenaf isoleren. Als de bestaande dakbedekking van het plat dak nog in voldoende goede staat verkeert, kan die trouwens blijven en er komt een nieuwe laag isolatie bovenop. De oude dakbedekking doet dan dienst als een dampscherm, dat moet vermijden dat vocht tot in de bovenliggende isolatie dringt. Tot slot komt er een nieuwe dakbedekking over de isolatie. Op die manier creëert men, wat heet, een “warm dak”.
Wat zijn de eisen in elk gewest?
De dakisolatienorm in Vlaanderen
De Vlaamse dakisolatienorm schrijft een minimale warmteweerstand van dakisolatie voor. Concreet moet hierdoor het equivalent van bv. minstens 3 à 4 cm minerale wol aanwezig zijn, zelfs in bestaande gebouwen. Alle huiseigenaren worden geacht hieraan te voldoen, hoewel er niet altijd effectief toezicht is op deze norm, vooral wanneer eigenaars er zelf wonen.Op lange termijn zal dit niet voldoende zijn om het huis tegen 2050 bijna energieneutraal te maken en wij raden je ten zeerste aan om de dikte van het dak nu al te vergroten om de energie-efficiëntie van de woning te verbeteren en van premies te profiteren. Aangezien deze minimumeis door de overheid is vastgesteld, volstaat een eenvoudige meerderheid (50% + 1) van de stemmen van de mede-eigenaars om deze dakisolatiewerken te starten.
Eis qua isolatie in Brussel en Wallonië
Er is geen verplichting voor bestaande woningen, tenzij men wil profiteren van premies.
Dakrenovatie: bekijk ook andere zaken
Bij de vernieuwing van het dak is het belangrijk om tegelijk oog te hebben voor andere zaken.
1. Schoorstenen
Als er schouwen zijn die geen dienst meer doen, kun je ze volledig afbreken. Zo kun je het dampscherm, de isolatie en de dakbedekking overal doortrekken.
Zijn er gemetselde schoorstenen die wel nog deels een functie hebben, dan kun je ze toch beter afbreken en een nieuwe aangepaste dakdoorvoer voorzien. Zo beperk je de warmteverliezen.
2. Dakkoepels
Dakkoepels vernieuw je het liefst meteen mee. Er is minstens een vierwandig model nodig, in combinatie met een geïsoleerde opstand, waarop de koepel rust. Beter nog zijn platdakvensters, die soms kunnen worden uitgerust met een zonwering aan de buitenzijde. Idealiter laat je die elektrisch bedienen.
3. Zonnepanelen
Voorzie al een doorvoer voor de bekabeling van een zonnepaneelinstallatie. Zo anticipeer je op een latere investering in zonnepanelen op het dak.
4. Ramen of deuren die uitgeven op het dak
Op het dak van een appartementsgebouw zijn er soms ramen of deuropeningen (bv. bij een technische ruimte op het dak, dakappartement met terras) waarvan de onderzijde zodanig dicht bij de dakdichting komt, dat de plaatsing van bijkomende dakisolatie erbovenop onmogelijk wordt. Die ramen en deuren zul je dan moeten vervangen door minder hoge modellen opdat hun onderzijde zich voldoende hoog boven de nieuwe dakdichting zou bevinden.
Als dak en vloer tegelijk worden aangepakt op het vlak van isolatie, is dat voor veel bewoners een logische ingreep. Dan wordt het gebouw zowel onderaan als bovenaan geïsoleerd, waardoor de baten en de kosten voor alle appartementen logischer en billijker verdeeld lijken.
De vloer isoleren als er een kelder of ondergrondse parking aanwezig is
Als het gebouw volledig onderkelderd is, is vloerisolatie een makkelijke ingreep. Als je als eigenaar van een gelijkvloers appartement ook eigenaar bent van de garage of de berging onder dit appartement, kun je die zonder problemen isoleren tegen de onderzijde van het kelderplafond. Dat zal de hoogte onder het plafond wel wat verminderen.
Bij vloeren opgebouwd met houten liggers kun je tussen deze balken isoleren. Een dampremmende laag aan de “warme” zijde van de isolatielaag is dan onontbeerlijk. De balkkoppen die in de muren dragen, moeten immers altijd droog blijven. Dit type vloer vergt dus een grondig inzicht in de situatie alvorens tot uitvoering wordt overgegaan.
De vloer isoleren op de volle grond: eerst de vloer uitbreken
Bij vloeren op de volle grond bestaat er maar één oplossing: de vloer en de chape uitbreken. Alle leidingen die in de chape zitten, moet je dan mee vernieuwen. Vast meubilair zoals keukenkasten moeten volledig weg. Dit is dus een zeer ingrijpende maatregel.
Je moet dan laten onderzoeken hoeveel hoogte er beschikbaar is voor isolatie. Als er te weinig of geen is, zul je eventueel nog drastischer moeten ingrijpen en zelfs de betonplaat moeten uitbreken om dieper te kunnen uitgraven.
Wanneer de voordeur moet worden aangepast, kan de VME daar bezwaar over maken. Ingrepen die een impact kunnen hebben op de stabiliteit van het gebouw, zoals het uitgraven van vloeren, zijn hoe dan ook niet mogelijk zonder de goedkeuring van de Vereniging van mede-eigenaars en worden het best uitgevoerd onder het toezicht van een stabiliteitsingenieur.
De gevels van het appartement langs buiten isoleren
Een appartementsgebouw langs de buitenzijde isoleren geniet steeds de voorkeur omdat de eigenlijke constructie dan in de winter niet te sterk afkoelt en in de zomer niet te sterk opwarmt. Als de te isoleren gevels tot de gemeenschappelijke delen behoren, zal de Vereniging van Mede-Eigendom de opdrachtgever voor de werken zijn.
Grote appartementsgebouwen lenen zich overigens doorgaans vrij goed voor geprefabriceerde elementen. De maatvoering van de delen komt immers meermaals terug. Bekijk dus zeker of prefabmodules een mogelijkheid zijn. Dan hoeven die enkel nog ter plaatse worden bevestigd, wat de overlast en de werfkosten beperkt. Hou er rekening mee dat als je de aanblik van de gevel verandert, je een bouwvergunning nodig zult hebben. Informeer ernaar bij jouw stad of gemeente.
De muren van een appartementsgebouw langs binnen isoleren
De individuele eigenaars kunnen in de meeste gevallen wel afzonderlijk isolatie aan de binnenzijde van de gevels aanbrengen. Maar daarbij moet je aan strikte voorwaarden voldoen opdat er op termijn geen schade zou ontstaan aan de gevel. Een muur langs de binnenzijde isoleren blijft bouwtechnisch echter een moeilijke klus. Daarom is een gemeenschappelijke beslissing van de Vereniging van Mede-Eigendom aan de orde, zodat iedereen op de hoogte is van de risico’s. Je gaat beter niet zonder toestemming op eigen houtje te werk.
Isolatie van de gevels: specifieke aandacht voor terrassen
Bij terrassen loopt de betonplaat vaak door van binnen naar buiten en gaat er nogal wat warmte langs daar verloren.
Soms worden de terrassen doorgeslepen en losgekoppeld om er vervolgens een afzonderlijke draagstructuur voor te voorzien. Een andere optie bestaat erin om de vloerplaat van het terras langs beide zijden minstens 1 m ver met isolatie in te pakken.
Meestal gelden er regels voor de onderverdeling in de ramen, of nog het materiaal en de kleur van de profielen. Het gevelbeeld moet immers een zekere eenheid bewaren.
Overigens heb je voor de vervanging van ramen en deuren in een gevel gericht naar de straatzijde veelal verplicht een vergunning nodig.
Hiervan wordt meestal in de basisakte melding gemaakt. Vraag steeds de nodige info op bij de bouwdienst van je stad of gemeente.
Alleen het glas vervangen
De vervanging van alleen de beglazing kan wel zonder vergunning. Maar het is natuurlijk van belang dat de profielen in goede staat zijn en voldoende isoleren. Er zijn immers grote verschillen in isolatiewaarde tussen recente raamprofielen en die van 20 jaar oud.
Bij de keuze van de ramen is het ook een goed moment om al na te denken over het gewenste type ventilatiesysteem: C (met ventilatoren enkel voor de afvoer) of D (met ventilatoren voor de aanvoer van verse lucht en de afvoer van de verzadigde lucht). Als je een systeem C wenst, moet je immers raamroosters voorzien, wat sowieso via de VME moet passeren. Denk hier van tevoren aan.
Het schrijnwerk vervangen: samen aanpakken en de kosten delen
Bij vernieuwing van buitenschrijnwerk is het interessant om die, ondanks het privatieve karakter, bij alle of zoveel mogelijk appartementen tegelijk te laten uitvoeren. Zo kun je niet alleen de kosten van een kraan maar ook die van de opstart, een stelling en de opkuis van de werf delen.
Je zou ook kunnen opteren voor zonwerende beglazing, maar dat zal dan ook de zonnewarmte weren in de winter, wat niet de bedoeling is. Buitenzonwering geniet de voorkeur.
Buitenzonwering aan de ramen
Uiteraard is buitenzonwering het meest efficiënt. Binnenzonwering zal een beperkter effect hebben. Zodra de zon op het glas schijnt, is de warmte immers al binnen. Kleur en vorm van buitenzonwering moeten aan bod komen in de Vereniging van mede-eigenaars.
De plaatsing van zonwering voor gevels gericht naar de straatzijde is, net als bij buitengevelisolatie en de vervanging van ramen en deuren, veelal vergunningsplichtig. Win dus voor deze werken tijdig advies in bij de bouwdienst van je stad of gemeente.
Windvaste zonwering bij hoge appartementsgebouwen
Bij hoge appartementsgebouwen is windvastheid van een zonwering belangrijk. Schuifpanelen langsheen terrassen en/of windvaste screens, met een ritssluiting, zijn hiervoor de ideale oplossing.
Warmtepompen als collectief verwarmingssysteem
Als de huidige ketel aan vervanging toe is, zou je die gewoon kunnen vervangen. Maar toekomstgericht is het beter om na te gaan of het mogelijk is over te schakelen op een warmtepomp. Uiteraard is het dan cruciaal om eerst de warmtebehoeften te verminderen door bijkomend te isoleren.
Een lucht-waterwarmtepomp
Concreet kan dan een lucht-waterwarmtepomp te overwegen zijn. De buitenunit komt daarbij het liefst op het dak, maar hier heb je het akkoord van de Vereniging van mede-eigenaars voor nodig. Hou rekening met het eventuele lawaai en het mogelijke zicht vanaf de straat.
Je zou de unit eventueel ook in een kelder kunnen plaatsen, maar dan moet de vrije aanvoer van verse lucht worden gegarandeerd. Dat vergt vaak zeer grote doorvoerroosters.
Een bodem-waterwarmtepomp
Een alternatief is de een bodem-waterwarmtepomp. Dit is echter een zeer zware investering. Vaak moet zelfs worden onderzocht of je verderop niet in de bodem van openbaar terrein boringen mag uitvoeren want het eigen domein van het appartementsgebouw zal hiervoor doorgaans te beperkt zijn. Dit kan een juridisch lastige kluif worden.
Individuele verwarming: ook een warmtepomp
Als er geen collectieve stookplaats is en iedereen beschikt over een individuele gasketel, moet je wellicht toch voor een individuele oplossing gaan. Dan zijn lucht-lucht- of lucht-waterwarmtepompen meestal de meest aangewezen optie.
Dan moet er wel voldoende plek zijn voor individuele buitenunits, bij voorkeur op het dak. Die units kunnen echter voor geluidsoverlast zorgen.
Warm water afhankelijk van het verwarmingssysteem
In functie van het gekozen verwarmingsscenario zal de manier voor de aanmaak van warm water worden bepaald. Is een collectieve productie van sanitair warm water voorzien, bv. in een centraal stooklokaal in de kelder, dan moeten de warmwaterleidingen makkelijk tot in de appartementen kunnen raken. Hiervoor moeten er voldoende centrale schachten in het gebouw aanwezig zijn die vlot toegankelijk zijn of moet je de mogelijkheid hebben om nieuwe leidingen te trekken vanaf het stooklokaal tot in de verschillende appartementen.
Wordt het sanitair warm water opgewekt door een individuele warmtepompboiler, dan is de impact van het leggen van de leidingen in het appartement veeleer beperkt.
Een warmtepomp om passief te koelen
De temperatuur enkele graden doen zakken zal lukken met een warmtepomp die in de zomer zijn koelte uit de grond haalt en die dan veelal via de buizen van vloerverwarming verdeelt.
Aparte airco’s
Behoort passief koelen niet tot de mogelijkheden, dan bestaat een alternatief erin te koelen via collectieve of individuele lucht-waterwarmtepompen of lucht-luchtwarmtepompen. Dan wordt er wel actief gekoeld, wat elektriciteit vergt. In deze gevallen is een combinatie met een collectieve zonnepaneelinstallatie een aanrader. De zonnepanelen leveren immers ’s zomers het meest stroom net op het ogenblik dat je het meest moet koelen.
Vermijd een koelinstallatie op het dak
Vermijd een collectieve oplossing waarbij een aparte koelmachine op het dak komt en de installatie enkel en alleen dient om te koelen. Dat belast het dak extra, er is kans op lawaaioverlast, de investering is hoog en je moet nog extra afgifte-elementen voorzien in de appartementen.
Collectief ventilatiesysteem: werken via schachten
Belangrijk bij een collectieve oplossing is om volgende zaken af te stemmen. Zijn er al centrale schachten aanwezig waar alle appartementen op kunnen worden aangesloten? Zijn ze voldoende toegankelijk en groot genoeg? Kunnen de nodige brandwerende afdichtingen worden gemaakt voor in- en uitgaande kanalen?
Als je een luchtgroep op het dak wilt plaatsen, zal de Vereniging van Mede-Eigendom moeten beslissen. Wordt een apart lokaaltje voorzien op het dak, dan geldt bovendien soms een vergunnings- of meldingsplicht.
Uitkijken voor terugslag bij ventilatie
Er bestaat bij een ventilatiesysteem een risico op contaminatie van dit systeem met lucht uit de gemeenschappelijke kanalen. Zo is het aangewezen om een terugslagklep te voorzien in deze kanalen zodat terugstroom van afgevoerde lucht niet mogelijk is. In een dampkap met afvoer naar buiten wordt het best een terugslagklep voorzien zodat ongewenste luchtinfiltraties worden vermeden.
Individueel ventilatiesysteem
Als er geen gemeenschappelijke schachten of kokers beschikbaar zijn, kan per appartement een afzonderlijke ventilatie-unit worden voorzien met aan- en afvoerkanalen tussen die unit en de buitenomgeving, doorheen een gevel. Voor zover de situatie het toelaat. De individuele eigenaars kunnen elk hun eigen ventilatiesysteem plaatsen.
De nadelen van een individueel ventilatiesysteem
Alle ingrepen die vanuit andere appartementen zichtbaar zijn, kunnen botsen op een weigering van de Vereniging van Mede-Eigendom. Voor muurdoorvoeren zal steeds haar toestemming nodig zijn.
Muurdoorvoeren zullen trouwens ook nodig zijn als je zou opteren voor een decentrale ventilatie-unit. Dat soort units dat zorgt voor ventilatie per ruimte of per twee ruimten, is echter niet zo ideaal. Bovendien bestaat het gevaar dat de afvoer van het ene appartement de toevoer van een ander contamineert.
Energiedelen volgens de investering
Elke bewoner of een minimaal deel van de bewoners investeert dan in de zonnepanelen en centrale omvormer zodat via energiedelen de elektriciteit wordt verdeeld over de bewoners in functie van de investering die elke bewoner heeft gedaan. Randvoorwaarde is wel dat iedereen een digitale meter heeft. De eis in Vlaanderen dat iedereen dezelfde energieleverancier moet hebben om energie te kunnen delen, is sinds 2023 weggevallen.
Individuele zonnepaneelinstallatie minder interessant
Individueel zonnepanelen leggen op een appartementsgebouw is veel minder interessant. Omdat elke bewoner dan een eigen omvormer nodig heeft waar een of meer panelen op zijn aangesloten. Dit geeft verhoudingsgewijs hogere kosten. En er is ook meer plek nodig voor al die individuele omvormers en kabels. Tot slot zal ook bij de plaatsing van individuele zonnepanelen een en ander moeten worden geregeld binnen de Vereniging van Mede-Eigendom.
Werken via een energiegemeenschap
De voordelen van energiedelen zijn ook toe te passen door het opzetten van een energiegemeenschap van burgers of een hernieuwbare energiegemeenschap. Bij beide gemeenschappen moet er een vennootschap of vzw worden opgericht, wat een bijkomende juridische voorwaarde is, naast de bestaande Vereniging van Mede-Eigendom.
Overigens is het dan een goed idee om breder te kijken dan enkel het appartementsgebouw en ook anderen in de wijk in het verhaal van een energiegemeenschap te betrekken.