Is de Belg klaar voor de energietransitie? We deden een rondvraag bij onze leden
Hoe kijken wij Belgen aan tegen de energietransitie? Zijn we klaar om de sprong te wagen en wat zijn de belangrijkste obstakels? We peilden bij onze leden naar hun mening hierover, met enkele zeer duidelijke conclusies.

Onze onderzoeksmethodologie
De doelstellingen van onze enquête
Wat is de energietransitie precies? Wat houdt deze term in, wat betekent dit voor consument en - vooral - is die bereid actie te ondernemen om deze transitie mogelijk te maken? Dat zijn de belangrijkste vragen die Testaankoop met dit nieuwe onderzoek wilde beantwoorden.
Via een diepgaand onderzoek vroegen we de Belgen naar de staat van hun woning. We probeerden een representatief beeld te schetsen van de populairste verwarmingssystemen, het isolatieniveau van het woningbestand, de meest voorkomende energiebesparende maatregelen en de obstakels die er zijn, vooral op financieel vlak. Terwijl 39% het begrip "energietransitie" goed begreep, had 28% ervan gehoord zonder de betekenis ervan te begrijpen en had 33% er nog nooit van gehoord.
Lees alle antwoorden op deze vragen in onze volledige analyse van de resultaten.
De steekproef en representativiteit van de deelnemers
Voor deze enquête verzamelde Testaankoop reacties van 1 046 consumenten tussen 25 en 79 jaar oud, met een representatieve verdeling op vlak van geslacht, leeftijd, regio en opleidingsniveau.
De resultaten van onze enquête over de energietransitie
Algemeen overzicht van de situatie in België
Om te beoordelen hoe de energietransitie in België verloopt, keken we eerst naar huisvesting. België heeft een groot aandeel eigenaars: 71% van de respondenten heeft zijn huidige woning gekocht en slechts 29% huurt. Bovendien woont een grote meerderheid van de respondenten in een huis (76%, waarvan 31% in een vrijstaande woning).
Thermische brandstoffen (gas of stookolie) zijn nog steeds veruit de meest verspreide vorm van verwarming: 77% van de respondenten gebruikt ze om de woning te verwarmen en 73% om het water te verwarmen. Hout, pellets en warmtepompen zijn nog steeds in de minderheid.
Het Belgische woningbestand raakt echter meer en meer verouderd, en dat is geen verrassing. 43% van de respondenten woont in woningen ouder dan 50 jaar en 37% in woningen die gebouwd zijn tussen 1970 en 1999. Die woningen zijn lang niet allemaal efficiënt op het vlak van isolatie. Slechts 12% van de respondenten vindt dat hun huis zeer goed geïsoleerd is, en dat geldt zowel voor muren (14%), daken (19%), deuren en ramen (12%) als vloeren (9%). Er is dus nog veel ruimte voor verbetering.
Er is ook nog werk om het bewustzijn te vergroten, want ... 86% van de deelnemers aan het onderzoek weet niet welke energieklasse hun huis heeft. Dat is een nuttig instrument om de isolatie en technische installaties in een woning te beoordelen. Het biedt ook de mogelijkheid om te beoordelen wat de beste investeringen zijn om de energieklasse van een huis te verbeteren.
De meest voorkomende energiebesparende verbeteringen
Hier zijn de meest voorkomende verbeteringen die de Belgen doen om de energie-efficiëntie van hun woning te verbeteren en geld te besparen:
Obstakels voor de energietransitie
Om deel te nemen aan de energietransitie moet je eerst en vooral de doelstellingen begrijpen. Op de vraag over klimaatverandering zei 25% van de deelnemers dat ze zich geen zorgen maken, 32% is matig bezorgd en 43% is zeer bezorgd. Op de vraag wat de belangrijkste obstakels zijn om een milieuvriendelijkere levensstijl aan te nemen, antwoordde 3% van de respondenten dat ze daar niet wakker van liggen.
Het meest genoemde obstakel is helaas puur financieel: 70% zegt zelfs dat dat het belangrijkste obstakel is.
De kwestie van de financiële middelen die nodig zijn voor de energietransitie
Deze bevinding roept een aantal vragen op, aangezien consumenten die klaar zijn om de stap naar een groenere woning te zetten, dat om financiële redenen niet kunnen doen.
In termen van investering zegt 51% van de consumenten niet bereid te zijn meer te betalen voor groenere oplossingen, 32% is bereid tot 10% meer te betalen en 16% is bereid meer dan 10% meer te betalen. De financiële situatie is de belangrijkste factor, hoewel jongere mensen en mensen met een hoger opleidingsniveau eerder bereid zijn om meer te betalen.
ALLES WAT JE MOET WETEN OVER BESCHIKBARE PREMIES IN BELGIË
Terug naar bovenOnze conclusies uit het onderzoek over de energietransitie
Samenvatting van de resultaten
Wat kunnen we leren van deze enquête? Ten eerste dat er nog veel voorlichtingswerk te doen is onder het grote publiek. Willen we slagen in de energietransitie, dan moeten alle burgers erbij betrokken worden. Het is echter duidelijk dat een aanzienlijk deel van de consumenten niet begrijpt wat de energietransitie is of wat er op het spel staat. Bovendien blijft klimaatverandering een gevoelig thema, waar sommige mensen gewoon het belang niet van inzien.
Aan de andere kant blijft geld het hete hangijzer. Voor 7 van de 10 respondenten die willen deelnemen aan de energietransitie, is het belangrijkste obstakel financieel. Een teleurstellende bevinding, die nog maar eens het belang van stimuleringsmaatregelen van de overheid aantoont.
Maatregelen die nodig zijn om de energietransitie te versnellen
De politiek zal dus haar inspanningen om burgers te ondersteunen in de energietransitie moeten handhaven en zelfs opvoeren. De algemene opinie van de deelnemers is onmiskenbaar:
- 76 % van de respondenten is van mening dat de energietransitie, vanwege de investeringen die nodig zijn om efficiëntere groene oplossingen te installeren, de sociale ongelijkheid zal vergroten.
- 70 % van de respondenten vindt dat de Belgische overheid duidelijker moet zijn over de voorwaarden voor het verkrijgen van premies.
- 73 % van de respondenten is van mening dat energie-efficiëntere oplossingen alleen kunnen worden ontwikkeld als ze niet duurder zijn dan conventionele oplossingen.
- 60 % van de respondenten is van mening dat de premies die in België worden aangeboden niet hoog genoeg zijn om mensen te overtuigen om voor energie-efficiëntere oplossingen te kiezen.
Uiteindelijk leidt deze situatie tot een zeker pessimisme. Slechts 8% van de ondervraagden gelooft dat de Europese Unie erin zal slagen om haar doelstelling van nul CO₂-uitstoot (netto) tegen 2050 te bereiken.
Terug naar boven