De ultieme gids voor het kiezen van de perfecte wijn
Wijn verovert steeds vaker een plekje op de tafel van de Belg. Het aanbod in de grote supermarkten en bij gespecialiseerde handelaars wordt echter almaar groter en gediversifieerder. Je hebt als consument dan ook meer dan ooit nood aan betrouwbare informatie om met kennis van zaken een weloverwogen keuze te kunnen maken. Met deze gids helpen we je op zoek naar de perfecte wijn voor elke gelegenheid.
De basisprincipes van wijnkeuze
Eens een wijn in de smaak valt, kopen we vaak telkens opnieuw dezelfde. Daar is natuurlijk niets mis mee. Toch merken we dat veel wijnliefhebbers graag eens een ander wijntje willen proberen, maar eigenlijk niet weten waar ze op moeten letten als ze voor een overvol winkelrek staan.
Ken je eigen voorkeuren
Het kennen van je persoonlijke voorkeuren is belangrijk bij het kiezen van een fles wijn, omdat het je helpt een wijn te selecteren die beter aansluit bij je smaakvoorkeuren. Wijnvariaties zijn enorm, van droog tot zoet, licht tot zwaar, fruitig tot kruidig, en nog veel meer. Door je eigen voorkeuren te begrijpen, kun je gerichter zoeken naar wijnen die jij lekker vindt.
De verschillende soorten wijn en hun smaakprofielen
Drink je liever witte wijn, rode wijn, rosé of schuimwijn? Het aanbod van witte en rode wijn is zeer uitgebreid. Bovendien worden witte en rode wijn doorgaans bij een gerecht geserveerd. Dat maakt de keuze ietwat complex. Wil je meer weten over de verschillen tussen rode en witte wijn? Daarvoor kan je hier terecht.
Rode wijn heeft over het algemeen een grotere variatie aan smaakprofielen, gaande van licht en fruitig tot rijk en krachtig, afhankelijk van de druivensoort en de regio waarin de wijn is geproduceerd. Rode wijnen kunnen smaakkenmerken bevatten zoals rood fruit (bijvoorbeeld aardbei, rode bes, bosbes, kers), kruiden, aardse tonen en tannines. Witte wijn heeft daarentegen een frisser en lichter karakter, met smaakkenmerken als citrus, appel, peer, perzik en florale toetsen.
Onder de witte en rode wijnen onderscheiden we acht smaakprofielen. Voorbeelden van wijnen die je kan vinden uit de verschillende categorieën vind je hier.
Witte wijn
- Droog en kruidig
- Licht en fruitig
- Vol en rijk
- Zoet en fruitig
Rode wijn
- Licht en fruitig
- Soepel en rond
- Vol en stevig
- Rijk en krachtig
Roséwijnen en schuimwijnen (champagne en andere mousserende wijnen) worden gewoonlijk goed gekoeld gedronken als aperitief of gewoon op zichzelf. De keuze is dus vrij eenvoudig en zal worden bepaald door de “zachtheid” van de wijn (en de kwaliteit natuurlijk). De meerderheid van de roséwijnen zijn fruitig, licht en droog (de meest gekende zijn die uit de Provence), hoewel er ook krachtigere (tavel of bordeaux bijvoorbeeld) en zachtere varianten (rosé d’Anjou, enkele roséwijnen uit de Nieuwe Wereld, enz.) bestaan. In ons dossier over roséwijnen lees je meer info.
De meerderheid van de schuimwijnen zijn van het type “brut”, dat wil zeggen droog. Liefhebbers van zeer droge schuimwijnen kunnen ook opteren voor een “brut zéro”, soms ook wel “brut nature” of “brut sauvage” genoemd. Anderen verkiezen dan weer een zachtere schuimwijn, een “demi-sec”. Die benamingen worden vrijwel altijd op het etiket vermeld. Echte champagne is nog altijd erg in trek, maar is relatief duur, althans de grote merken. Er bestaan echter ook budgetvriendelijkere champagnes en andere schuimwijnen (Spaanse cava, Italiaanse prosecco, Franse crémant, enz.) waarvan sommige een goede prijs-kwaliteitverhouding hebben. Geen wonder dus dat die ook erg populair zijn. Voor meer info over schuimwijnen, bekijk ons dossier.
Wijnetiketten lezen
Heb jij dat ook wel eens, dat je in de winkel voor het wijnrek staat en door de bomen het bos niet meer ziet? Zoveel flessen met elk een ander wijnetiket, van klassiek tot super trendy. En wat betekent al die info op het etiket? Het etiket van wijn is als het ware de identiteitskaart van het product. Het etiket moet de consument essentiële informatie verschaffen over de aard van het product, de herkomst, de samenstelling en het gebruik.
De wijnen die je in de supermarkt of bij de wijnhandelaar vindt, hebben allemaal andere etiketten met een wirwar van vermeldingen van wijnregio’s, herkomstbenamingen, labels, druivenrassen en andere specifieke termen. Het vergt enige kennis en inzicht om een wijnetiket te ontcijferen en de betekenis van alle termen te begrijpen. Maar als je even de tijd neemt om zo’n etiket rustig te analyseren, blijkt een aantal elementen steeds terug te keren. Alleen staan ze niet op elk etiket op dezelfde plaats en in dezelfde volgorde. Wij helpen je om het etiket te ontcijferen, en op basis daarvan de herkomst van de wijn te achterhalen, de stijl en kwaliteit ervan in te schatten, en je op die manier een stap verder te helpen in je keuze.
Factoren bij het kiezen van wijn
Gelegenheid en wijn-spijscombinatie
Denk na over de gelegenheid. Zoek je wijn voor dagelijkse consumptie bij de maaltijd? Wil je feestelijke wijnen om een rijke maaltijd te begeleiden of wijnen om te proeven met vrienden? Wijnen om jaren te bewaren of als investering?
Het is ook belangrijk om rekening te houden met welk soort gerecht je gaat serveren. Lekker eten en goede wijn gaan hand in hand. De juiste wijn serveren volgens de regels van de kunst is de sleutel tot een geslaagde feestmaaltijd. We helpen je op weg om een goede match te zoeken tussen wijn en gerecht.
De meeste wijnliefhebbers weten dat rode wijnen vaak goed samen gaan met rood vlees, terwijl witte wijnen beter passen bij vis en gevogelte.
Lichte gerechten vragen om lichte wijnen, terwijl stevigere gerechten goed samen gaan met volle en krachtige wijnen. De smaak van de wijn mag immers die van het gerecht niet overheersen, of omgekeerd. Beperk het aantal wijnen bij een maaltijd echter zo veel mogelijk. Door te veel verschillende smaakimpressies wordt de smaak vertroebeld en raken de smaakpapillen verzadigd. Als je het bij één wijn houdt, dan is een lichte, fruitige wijn doorgaans de aangewezen keuze.
Idealiter bouwt een goed uitgekiende feestmaaltijd geleidelijk op naar een climax. Je wijnkeuze moet daarbij volgen. Serveer dus:
- witte wijn vóór rode;
- droge wijn vóór zoete;
- jonge, lichte wijn vóór zware, belegen.
Niets belet je echter eens een witte wijn na een rode te schenken, bijvoorbeeld een stevige chablis na een jonge, rode beaujolais. In dat geval geldt de regel dat men liefst begint met de lichtere en vervolgt met de zwaardere wijnen.
Welke wijn bij welk gerecht?
Hieronder vermelden we enkele geslaagde combinaties van wijn en gerechten, waarbij we vertrekken vanuit het type gerecht.
Vlees
De smaak van eend overheerst die van veel wijnen. Uiteraard speelt de bereiding een grote rol: eend met sinaasappel (vrij zoet) gaat bijvoorbeeld goed samen met een soepele en ronde wijn, terwijl je bij een sterkere saus beter een rijkere, krachtigere wijn kiest.
Bij gevogeltegerechten past een volle, rijke witte wijn, maar bij gebraden kip eerder een ronde, fruitige rode wijn.
Steak vraagt dan weer om een karaktervolle, fruitige rode wijn met voldoende tannines.
Lamsvlees heeft een intense en subtiele smaak, die samengaat met soepele en ronde klassieke wijnen.
Bij charcuterie serveer je een volle, robuuste of zelfs rijke en krachtige rode wijn.
Vis en zeevruchten
Bij vis hangt de wijnkeuze grotendeels af van de bereiding: kruiden, sauzen en garnering hebben een grote invloed op de smaak.
Gekookte of gebakken vis die met weinig andere ingrediënten wordt geserveerd, kun je combineren met een lichte, fruitige witte wijn of een volle, rijke witte wijn. Bij vis die wordt geserveerd met groenten of saus, is een lichte, fruitige rode wijn het meest geschikt. Ook de vissoort speelt een rol.
Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen witte vis zoals koolvis, kabeljauw en pangasius enerzijds, en vette vis zoals tonijn of zalm. Er zijn ook combinaties mogelijk. In het algemeen kun je witte vis combineren met tal van witte wijnen of eventueel een goede schuimwijn.
Bij vette vis passen ook lichte rode wijnen. Zelfs rosé kan een goed alternatief zijn voor een volle witte wijn.
Bereidingen, pasta, aardappelen en groenten
Steeds meer mensen eten vegetarisch of zetten af en toe een maaltijd zonder vlees of vis op het menu. Vaak worden ook heel wat verschillende ingrediënten gecombineerd. Welke wijn moet je dan kiezen?
Bij rauwe groenten drink je het best een fruitige, frisse en lichte witte wijn.
Bij gestoomde of gekookte groenten een vollere, rondere witte wijn of zelfs een lichte rode wijn.
Gegrilde groenten gaan goed samen met krachtige witte of rode wijnen. Bij groenten met aardappelen, pasta, rijst of couscous passen volle, rijke wijnen, zolang ze voldoende frisheid bezitten. Je kunt ook kiezen voor een zachte, ronde rode wijn die het gehemelte “omhult”.
Als een gerecht ingrediënten bevat met een uitgesproken smaak, zoals geitenkaas, kies de wijn dan in functie van dat ingrediënt.
Kaas
Vroeger was het de regel dat kaas gecombineerd werd met goede rode wijn. Vandaag weten we dat het vooral belangrijk is welke kaas je met welke wijn (of welk bier) combineert. Idealiter zijn de wijn en de kaas even sterk.
Bij een sterke roquefort of een pittige geitenkaas hoort ook een wijn met een uitgesproken smaak. In het algemeen gaan rode wijnen met zeer veel tannines niet goed samen met kazen. We raden dus eerder lichte, fruitige rode wijnen aan bij verse en milde kazen, die een vrij neutrale smaak hebben.
Alleen sommige harde kazen kunnen eventueel worden gecombineerd met volle, stevige rode wijnen. Daarom geeft men vaak de voorkeur aan witte wijn, die beter past bij de romigheid van de kaas.
Organiseer je een kaas- en wijnavond, vermijd dan enkel droge en kruidige witte wijnen.
Nagerechten
Doordat desserts meestal erg zoet zijn, bestaat de kans dat de smaak van de wijn volledig wordt overschaduwd door die van de suiker. Anderzijds mag de wijn niet stroperig zijn. Normaal gezien worden zoete dessertwijnen gemaakt van overrijpe druiven.
Dankzij de edele rotting (door de botrytis-schimmel) wordt het suikergehalte in de druiven geconcentreerder, wat de smaak intenser maakt. Deze wijnen worden het best geserveerd bij niet al te zoete gebakjes of taart, zodat hun zoetheid wordt geaccentueerd.
Bij zoetere desserts kun je ook kiezen voor zoete witte wijn, die wat minder zoet is. Chocolade heeft een zeer aromatische smaak, waardoor de keuze beperkt is tot porto, Franse banyuls, muscat of Hongaarse tokay. Fruit vormt dan weer een goede combinatie met halfdroge schuimwijn.
Sommige eetwaren zijn moeilijk te combineren met om het even welke wijn, bijvoorbeeld ansjovis, bereidingen met azijn (vinaigrette) en chocolade. Schenk je daarbij toch wijn, hou het dan zo eenvoudig (en goedkoop) mogelijk. Ook bij soep is het moeilijk een wijn te schenken.
Druivensoorten
Verschillende druivensoorten produceren verschillende smaken. Flink wat wijnliefhebbers hebben dan ook een voorkeur voor bepaalde druivenrassen. Bijvoorbeeld, als je van lichte witte wijnen houdt, zou je kunnen kiezen voor een sauvignon blanc of pinot gris. Als je van volle rode wijnen houdt, zou je kunnen zoeken naar cabernet sauvignon of syrah. Om je de beste keuze te laten maken, hebben we de kenmerken (in het bijzonder de aroma’s) van de belangrijkste druivenrassen die worden gebruikt voor witte en rode wijn samengevat. De druivensoorten worden meer en meer vermeld op de voor- of achterkant van de wijnfles.
Regio
Wijnen uit verschillende regio's hebben vaak unieke kenmerken. Elke wijnstreek heeft unieke eigenschappen als gevolg van klimaat, bodem en wijnbouwpraktijken. Franse bordeaux is anders dan Italiaanse chianti. Proef wijnen uit verschillende regio's om de diverse smaakprofielen en de verschillen te ontdekken.
Prijs-kwaliteitverhouding
Wijnliefhebbers geven het niet altijd graag toe, maar ook de prijs blijft een belangrijk criterium. Over het algemeen geldt echter dat duurdere wijnen niet per se beter zijn dan goedkope exemplaren. Een hogere prijs is een indicatie, maar zeker geen garantie voor een hogere kwaliteit. Het is daarom een goede strategie om voor jezelf een maximumbedrag te bepalen en binnen je budget te zoeken naar wijnen die een goede prijs-kwaliteitverhouding bieden.
Uit de resultaten van de analyses en proeverijen die wij al jaren uitvoeren, blijkt dat er tussen de geteste wijnen heel wat pareltjes zitten die je aangenaam kunnen verrassen tegen een prima prijs. Normaal gezien beperken we ons in onze testen tot wijnen van maximaal € 15.
Laat je begeleiden
Raadpleeg een sommelier of wijnexpert
Als je in een restaurant bent of bij een gespecialiseerde wijnwinkel, aarzel dan niet om hulp te vragen aan een sommelier of wijnexpert. Ze kunnen je aanbevelingen doen op basis van je budget en voorkeuren (en het gerecht dat je hebt gekozen), en geven waardevolle informatie en tips. Ook in sommige supermarkten kun je je eventueel laten begeleiden in je keuze door een wijnadviseur.
Verbreed je smaakpalet
Wijnproefevenementen en wijncursussen kunnen uitstekende manieren zijn om je kennis over wijn te vergroten en je te helpen beter te begrijpen welke wijn bij je persoonlijke voorkeuren past. Ze bieden je de mogelijkheid om verschillende wijnen te proeven, wijnstijlen te leren kennen, en de nuances van smaken en aroma's te ontdekken. Het helpt je je smaakpalet en proefervaring te ontwikkelen en specifieke kenmerken van wijnen te herkennen.Wijnrecensies of wijn-apps
Hoewel recensies subjectief zijn, kunnen ze nog steeds waardevolle inzichten bieden. Zoek naar recensenten met vergelijkbare smaakvoorkeuren en lees over hun ervaringen met specifieke wijnen. Bovendien zijn er verschillende wijn-apps beschikbaar die suggesties kunnen doen op basis van je smaakprofiel of het gerecht dat je wilt serveren. Deze apps maken vaak gebruik van algoritmen en kunnen handig zijn voor snelle aanbevelingen.Experimenteer en wees avontuurlijk
Praat met vrienden, familieleden of collega's die een passie hebben voor wijn. Ze kunnen persoonlijke aanbevelingen doen op basis van hun eigen ervaringen. Neem zelf ook de tijd om meer te leren over wijn. Lees boeken, bekijk online video's over wijnproeven, en experimenteer met verschillende wijnen om je eigen voorkeuren te ontdekken. Probeer nieuwe wijnen uit en wees niet bang om buiten je comfortzone te gaan. Ontdek nieuwe druivensoorten, regio's en stijlen om je smaakpalet te verbreden.Tips voor het bewaren en serveren van wijn
Ideale bewaarcondities voor wijn
Tegenwoordig kan het merendeel van de wijnen op de markt meteen worden gedronken, wat vroeger niet altijd het geval was. Toch hebben bepaalde grote wijnen enkele maanden of zelfs jaren nodig om zich volledig te ontwikkelen. In dat geval moeten ze wel in de best mogelijke omstandigheden worden bewaard.
De ideale wijnkelder is koel, vochtig, donker en vrij van trillingen.
Temperatuur
Een temperatuur rond de 12°C is het meest geschikt voor een evenwichtige ontplooiing van bewaarwijnen. De temperatuur mag in de zomer enkele graden stijgen en in de winter enkele graden dalen, met een aanvaardbare schommeling van 4 tot 5 graden in elke richting.
Licht
Minstens even belangrijk als een vrij constante temperatuur is de bescherming tegen licht, en dan vooral zonlicht.
Stapelen
Stapelrekken voor wijn bestaan in allerlei vormen, materialen en formaten. Je moet er vooral op letten dat de wijnfles zó horizontaal ligt dat de kurk door de wijn voortdurend wordt bevochtigd. Stapelen in houten wijnkisten is gemakkelijk en handig. De wijn ligt niet alleen in de juiste positie, de flessen blijven ook schoon en zijn gemakkelijk terug te vinden. Hout regelt bovendien de vochtigheidsgraad. Organiseer het stapelsysteem op zo’n manier dat je makkelijk bij om het even welke fles kunt en dat je daarbij zo weinig mogelijk andere flessen moet verstoren of verplaatsen.
Trillingen
Wijn heeft letterlijk platte rust nodig om goed te kunnen verouderen. Een kelder aan een straatzijde met druk verkeer en trillingen is dus niet bijzonder geschikt om er wijnen in op te slaan.
Vochtigheid
Om wijn optimaal te bewaren moet de kelder ook redelijk vochtig zijn. De perfecte vochtigheidsgraad ligt om en bij de 60 % en dat kan gemakkelijk worden gemeten met een hydrometer. Tot 75 % is aanvaardbaar. Is de kelder te vochtig dan kan er schimmelvorming ontstaan die ook de kurken kan aantasten. Overtollig vocht kan worden geabsorbeerd met allerlei middeltjes, zand op de grond, gewoon keukenzout in een bakje, of met speciale vochtvreters. Is de kelder te droog, dan kun je een bak water plaatsen of zelfs lichtjes de vloer bevochtigen.
Je kan je wijnflessen ook zorgvuldig bewaren in speciale wijnkasten. Meer info vind je hier.
Wijn serveren volgens de regels van de kunst
Om een wijn tot zijn recht te laten komen, moet hij op de juiste manier worden geserveerd. Waar moet je op letten? Bewaar de wijn eerst en vooral op een koele plaats, bv. in de kelder. Zet de flessen die je gaat kraken één of twee dagen op voorhand rechtop. Zo kan eventuele droesem naar de bodem
van de fles zinken.
Heel belangrijk is de serveertemperatuur. Iedereen weet dat witte wijn gekoeld moet worden geschonken en rode wijn op kamertemperatuur. Maar let op: witte wijn wordt vaak te koud geserveerd en rode te warm.
Bij lichte en fruitige witte wijnen moet de temperatuur tussen 8 en 10 graden liggen, bij krachtigere, complexere of houtgerijpte witte wijnen tussen 10 en 12 graden. Leg witte wijn daarom twee tot drie uur op voorhand in de koelkast. Roséwijnen kun je op dezelfde temperatuur opdienen als witte wijnen, recht uit de kelder of in ijswater gekoeld tot 9 à 10°C. Bij rode wijnen ligt de ideale serveertemperatuur tussen 16 en 19 graden. Hoe lichter de wijn, hoe koeler hij gedronken moet worden. Voor krachtige wijnen geldt het tegenovergestelde. Rode wijnen kunnen dus minstens een half uur worden gekoeld. Wat er ook van zij, liever iets te koel serveren dan te warm. Vanaf 20-21°C gaat de alcohol in de wijn domineren en het smaakevenwicht verstoren.
Mousserende wijnen schenk je het best op een temperatuur van 6 tot 8 graden. De koelkast is net iets te koud: haal de flessen er een kwartiertje van tevoren uit, zodat ze de juiste temperatuur hebben wanneer je ze opent.
Wijn kun je beter te koud serveren dan te warm: in het glas zal hij immers nog lichtjes opwarmen door de warmte van de handen. Zorg voor geschikte wijnglazen die groot genoeg zijn en een gemakkelijk vast te houden steel hebben. Veeg ze af met een schone handdoek vooraleer je ze op tafel zet. Ontkurk de fles of draai de schroefdop los. De meeste gebruikers hebben genoeg aan een klassieke kurkentrekker met enkele draairichting of een vleugelkurkentrekker (met twee hefbomen), die je recht op de flessenhals zet. Eveneens populair zijn «sommeliersmessen», die op een zakmes lijken en werken met een hefboom die je op de rand van de fles plaatst.
Deze vergen echter enige oefening en kracht, zeker als de kurk vrij droog is. Geen paniek als de kurk breekt: het stuk dat is achtergebleven, kun je altijd nog verwijderen. In het slechtste geval duw je het erin en giet je de wijn zo snel mogelijk in een karaf, eventueel door een zeef om kleine stukjes kurk tegen te houden. Na het openen van de fles kun je het best de bovenkant en de binnenkant van de hals schoonvegen om eventuele vuiltjes te verwijderen. Laat dan een van je gasten de wijn voorproeven. Het is immers altijd mogelijk dat hij naar kurk smaakt. Oude wijnen kunnen bovendien last hebben van oxidatie als ze te veel in aanraking zijn gekomen met zuurstof.
Wat is de ideale hoeveelheid die je in een wijnglas schenkt? Een derde van het glas is een goede richtlijn. Schenk het glas maximaal vol tot het breedste punt, daar waar het smaller wordt. Om te voorkomen dat er wijn op je tafelkleed of op de kleren van je gasten drupt, kun je de fles na het inschenken een kwartslag draaien of een servet om de hals wikkelen. Of gebruik een drop-stop, een aluminium schijfje dat je oprolt en in de hals van de fles schuift.