Dossier

Wat je nog niet wist over wijn

12 april 2023

Ontdek waarom wijnflessen een holle bodem en vaak een donkere kleur hebben. De holte in de bodem van een wijnfles is een verzamelplek voor eventueel bezinksel en dient tegenwoordig bij schuimwijnen om druk te verdelen tijdens rijping. Donkere flessen beschermen wijn tegen zonlicht en oxidatie. Lees ook over de voor- en nadelen van kurk en schroefdoppen in dit artikel.

Wijnflessen: de holle bodem, kleur van de fles en afsluiting met kurk of schroefdop

Waarom is de bodem van een fles wijn hol? 

De holle bodem van een wijnfles (ook wel “de ziel van de fles” genoemd) stamt uit de tijd dat flessen met de mond werden geblazen. Om te voorkomen dat de wijnfles aan de onderkant bol werd en niet zou blijven staan op de grond, werd de bolle onderkant naar binnen geduwd.

Bovendien is de onderrand rondom de holte een verzamelplek voor eventueel bezinksel. Tijdens het schenken zal de wijn zo minder kolken en komt het residu minder snel in het glas terecht. Bijkomend voordeel is dat je er mooi je duim in kan leggen, wat het uitschenken vergemakkelijkt. Door de hals van de ene fles in de ziel van de volgende te leggen, kun je ook steviger stapelen in je wijnkelder.

Tegenwoordig komt de holle onderkant vooral bij schuimwijnen goed van pas. Dankzij de holte kan de druk van het gevormde koolzuurgas (tot zes bar) tijdens de rijping beter verdeeld worden. Bij schuimwijnen is de ziel vaak zwakker dan de rest van de fles zodat bij te hoge druk alleen de onderkant eruit schiet en niet de hele fles kapot gaat. Zo raken de andere flessen rondom niet beschadigd.

Waarom is een wijnfles meestal donker?

Wijnflessen komen in tal van kleuren, maar de meest voorkomende kleur is groen of bruin. Donkere flessen beschermen tegen de zon, net als een zonnebril. Zonlicht kan er immers voor zorgen dat de antioxidanten die van nature in wijn aanwezig zijn en beschermen tegen oxidatie van de wijn, worden afgebroken. Getint glas blokkeert het zonlicht, waardoor oxidatie voorkomen kan worden en de smaak van de wijn dus behouden blijft.

Toch worden er ook wijnen in kleurloze flessen op de markt gebracht, voornamelijk bij witte en roséwijnen, zodat je de kleur van de wijn kunt evalueren. Dit zijn vaak gefilterde wijnen (om zichtbaar bezinksel onderin de fles te voorkomen), die bedoeld zijn om jong te drinken. Voor zulke flessen is een lange bewaring dus minder van belang.

Ongeacht de kleur van de fles wordt een wijn wel het best op een donkere en koele plek bewaard.

Wijnflessen met kurk of schroefdop?

Steeds meer wijnflessen worden afgesloten met een schroefdop. Volgens sommigen een grote vooruitgang, voor anderen zijn flessen wijn met kurk echter beter. Wie heeft gelijk? 

Wijnflessen met kurk

De traditionele kurk werd uitgevonden in de 17e eeuw. Dankzij zijn elasticiteit en microporiën laat een kurk een beetje zuurstof door, waardoor je wijnen kunt laten rijpen op fles (bewaarwijnen).

Er zijn echter ook nadelen. Elke wijnliefhebber kent het belangrijkste probleem van kurk: een wijn die “kurk” heeft of “bouchonné” is. De muffe geur en smaak maakt zo'n wijn ondrinkbaar. Het proces zou te wijten zijn aan trichlooranisol (of kortweg TCA), een molecule die door de kurk wordt gevormd in de wijnfles. Hoe je dit kunt vermijden, blijft echter onduidelijk. Daarnaast kunnen er met kurk onzuiverheden in de wijn terechtkomen, waardoor deze bederft.

Tot slot is er ook het probleem van beschikbaarheid. De wijnindustrie is explosief gegroeid, en de traag groeiende kurkbomen kunnen niet volgen. Het duurt immers negen jaar voor de schors terug is aangegroeid. Door die schaarste is kurk niet alleen duur geworden, maar is er ook veel minderwaardige kurk op de markt. Logischerwijze werd er daardoor gezocht naar een alternatief, zoals de synthetische kurk en de schroefdop.

Bij een synthetische kurk is er minder kans op een kurksmaak, maar zo'n nepkurk is stroever en minder geschikt om de fles luchtdicht af te sluiten.

Wijnflessen met schroefdop

Een schroefdop wordt nog vaak (ten onrechte) geassocieerd met goedkopere wijnen. Nochtans biedt hij tal van voordelen. Naast het feit dat de wijn alvast geen “kurk” meer kan hebben, zijn schroefdoppen bovendien hygiënischer, waardoor de kans op bederf kleiner is, en ook duurzamer dan kurk. De flessen laten zich vlotter openen en hersluiten, en kunnen rechtop worden vervoerd en bewaard (een fles met kurk moet liggen om de kurk vochtig te houden, zodat hij zich opspant en de fles voldoende afsluit van de lucht).

Doordat een schroefdop nauwelijks zuurstof doorlaat (al zijn er tegenwoordig schroefdoppen die beter luchtdoorlatend zijn) is hij eerder geschikt voor jonge, frisse wijnen. Vooral bij delicate druivenrassen zoals pinot noir en riesling kan dit van pas komen.

Minpunt is dan weer dat een wijn minder zal rijpen en “evolueren”. Voor industriële wijnen uit de supermarkt, die meestal worden gekocht om snel te drinken, maakt dat eigenlijk weinig verschil. De romantiek rond het ontkurken van een fles wijn gaat natuurlijk wel verloren, maar een schroefdop is handig als je geen kurkentrekker bij de hand hebt.

Wil je nog meer weten over wijn?

Goed nieuws, dat kan! In dit dossier kom je namelijk alles te weten over wijn. We hebben het over volgende zaken:

Krijg je maar niet genoeg na dit dossier over wijn? Lees dan zeker onze dossiers over schuimwijn, Belgische wijn  en biologische wijn.