Winter is coming: bescherm je wagen tegen sneeuw en ijs
Nu de temperaturen dalen, is het tijd om te checken of je wagen gewapend is tegen winterkou, vorst en sneeuw. Hieronder vind je een aantal tips om je auto zo goed mogelijk te beschermen in winterse weersomstandigheden.
1. Kijk je banden na en vervang ze tijdig
Heel het jaar door op zomerbanden rijden? Geen goed idee. Het best investeer je in een set goede winterbanden, voor je veiligheid en ook voor de slijtage van je banden.
Ben je op zoek naar de beste winterbanden voor jouw wagen? Hier vind je de beste winterbanden uit onze test.
Naar de vergelijker winterbanden
Terug naar bovenDe beste winterbanden 225/40 R18 92 V
2. Vermijd dat de vloeistoffen in je auto bevriezen
Als de temperaturen onder nul gaan, moet je zorgen dat de vloeistoffen onder je motorkap niet gaan bevriezen. Zo voeg je het best antivries toe aan de ruitensproeiervloeistof voor de eerste vorst. Zo zorg je ervoor dat de vloeistof, de pomp en de sproeikoppen niet bevriezen en kun je je voorruit proper houden.
Als je je auto ’s avonds buiten parkeert, doe je er goed aan op even je voorruit zuiver te sproeien, zodat eventuele scherpe deeltjes ’s nachts niet kunnen aanvriezen en ’s ochtends je ruit mogelijk beschadigen.
Vervolgens check je ook het best het vriespunt van de koelvloeistof. Die moet tussen -25°C en -0°C liggen. Als de koelvloeistof onder het minimumpeil is gezakt, moet je die laten bijvullen, anders kan de motor worden beschadigd bij extreem lage temperaturen. Voor zowel de check van de temperatuur als van het vloeistofpeil kun je aankloppen bij een tankstation of in je garage.
Terug naar boven3. Houd je ruiten schoon
In deze dagen is de zichtbaarheid vanuit je auto vaak beperkt: door mist, door regen, doordat het langer donker is. De ruiten worden ook sneller vuil door opspattend water en modder. Daarom is het belangrijk om ze goed proper te houden, zowel aan de buiten- als aan de binnenkant.
Maak je ruiten binnenin nat en zet dan de verwarming of de airco aan. Droge lucht houdt ook de rubbers in een goede staat.
Om aandampen van binnenuit te voorkomen, kun je ze af en toe schoonmaken met bv. shampoo. En als je nog eens vochtabsorberende gelzakjes vindt in een verpakking, dan kun je die bijhouden en in je auto leggen om het vocht te verminderen.

4. Verzorg de spiegels, ruitenwissers, deuren en sloten
Is de kans groot dat je spiegels zullen aanvriezen? Trek er dan ’s avonds een plastic zak over en span die aan met een touw of een elastiek. Check ook je ruitenwissers eens. Zijn die versleten en maken ze strepen op je voorruit, vervang ze dan.
Spuit siliconenspray of smeer talkpoeder op de rubbers van je deuren, kofferbak en motorkap. Om bevriezing te voorkomen, spuit je kruipolie in je deurslot en het eventuele slot van je tankdop.

5. Stel je lichten juist af en check je batterij
Je zult steeds vaker in het donker moeten rijden, zorg er daarom voor dat je lichten goed zijn afgesteld. Laat dit eventueel checken door je garagist.
De batterij van je auto ligt vaak aan de basis van startproblemen na een koude nacht. Laat dus checken of ze nog in goede staat is. Eventueel kun je ’s morgens even voor het starten al de lichten aanzetten om de batterij op te warmen. Dat vraagt natuurlijk wel batterijcapaciteit, dus doe het niet te lang.
Checklist voor je naar de autokeuring gaat
Terug naar bovenWat je wel en niet moet doen
Doe dit als het vriest
- Slot vastgevroren? Leg er een zak met water of bv. een warmwaterkruik op zodat het langzaam kan ontdooien. Ook een haardroger kan hier soelaas bieden.
- Deur vastgevroren? Duw er in eerste instantie wat harder tegen, zodat het ijs breekt. Werkt dit niet, gebruik dan opnieuw warm water of een haardroger, maar verwarm hierbij de ruiten niet, want die zouden kunnen barsten.
- Handrem bevroren? Trek hem extra hard op zodat het ijs rond de kabels loskomt. Lukt dit niet, laat de motor dan even draaien. Hierdoor zullen de handremkabels snel ontdooien.
- Ramen aangevroren? Dan is een ijskrabber of een fles ruitenontdooier je vriend. Kap er geen emmer heet water over, want dan kunnen je ruiten gaan barsten. Met ruitenontdooier kun je ook aangevroren ruitenwissers los krijgen.
- Sproeikoppen van de ruitenreiniger dichtgevroren? dan kun je een zak met warm water op de sproeikoppen leggen totdat ze ontdooid zijn. Is het reservoir (met daarin ruitensproeiervloeistof voor de zomer) bevroren, giet er dan warm water in zodat het ijs kan smelten. Vul het dan meteen met ruitensproeiervloeistof voor de winter, met antivries.
- Auto ondergesneeuwd? Maak je auto sneeuwvrij voordat je wegrijdt. Als er nog resten sneeuw op je auto liggen en die vallen er tijdens het rijden af, dan kan dat jezelf maar vooral achter- of tegenliggers in gevaar brengen.
Dit doe je beter niet bij vrieskou
- Wanneer je 's ochtends je auto start, laat de motor even draaien, wacht een paar seconden en rijd dan meteen rustig weg op een laag toerental, zonder hard optrekken. De motor stationair laten draaien is verboden en bovendien helpt het niet om hem op te warmen en zorgt voor extra vervuiling. Een andere tip om snel te vertrekken: parkeer je auto de avond ervoor op een plek vanwaar je gemakkelijk de weg op kunt rijden. Zo kunnen de motor en de katalysator tijdens het rijden sneller hun optimale temperatuur bereiken, wat slijtage en uitstoot vermindert..
- Parkeer niet met je handrem op, omdat die kan vastvriezen. Zet je wagen in eerste versnelling, dan kan hij niet aan het bollen slaan.
- Heet water en ijskoud glas, het is een slechte combinatie. Ga je vensters dan ook niet ontdooien met kokend water, je ruiten zouden kunnen barsten en het is heel slecht voor de rubbers. Als je water gebruikt, niet meer dan lauwwarm.
- Als je autodeuren zijn vastgevroren, begin er dan niet aan te trekken om ze open te krijgen. Zo loop je het risico dat de rubbers los komen. Duw integendeel extra hard, zodat het ijs loskomt. Smeer het rubber dan in met vet, siliconespray of talkpoeder.
- Gebruik je ruitenwissers niet als ze bevroren zijn. De zekering zou kunnen doorbranden. Ontdooi ze eerst voordat je ze gebruikt.
- Geef geen gas als je je wagen start. Dat zal de elektronische injectie en het ontstekingsproces (bij nieuwere wagens) bemoeilijken.
- Als je wagen niet meteen opstart, doe dan geen te lange pogingen om hem toch aan de praat te krijgen. Probeer een paar keer kort op te starten, voordat je een lange poging doet.
- Laat je wagen ‘s nachts niet buiten staan als je een garage hebt.
