Hybride auto: noch vis, noch vlees, of ideale tussenoplossing?

Wil je een wagen met een laag verbruik, maar ben je nog niet overtuigd van een volledige elektrische wagen of is deze financieel niet haalbaar, dan is een hybride wagen een optie. Je benzine (of diesel-)motor wordt dan ondersteund door een elektromotor, wat het verbruik ten goede komt. Met een plug-in-hybride verhoogt je elektrisch bereik, als je tenminste de moeite neemt om zelf op te laden.
Enkel start-stop, of kilometers elektrisch?
Er zijn hybride wagens in verschillende gradaties. Bij een micro hybride is er enkel de elektronische start/stop-functie die de motor automatische stillegt, bv. bij een spooroverweg. Bij milde hybrides is er een kleine elektromotor die de gewone motor ondersteunt en waardoor je zo’n 20 tot 25 % bespaart op je verbruik.
Bij een full hybride is er een grotere elektromotor en batterij, die wordt opgeladen tijdens het rijden en door de recuperatie van de energie die vrijkomt bij het remmen. Met dit type wagen kun je al behoorlijke stukken van je traject volledig elektrisch rijden, zij het vooral op lagere snelheid zoals in de bebouwde kom of in de file. Een plug-in hybride ten slotte heeft de grootste elektromotor onder de hybrides en een batterij die je kunt opladen met een laadkabel. Hiermee kan je tot 50 km volledig elektrisch rijden, ook tegen hogere snelheden.
Vooral plug-in-modellen zijn de laatste tijd erg populair. Deze worden meestal ingeschreven als bedrijfswagens. Toch lezen we ook geregeld dat deze modellen helemaal niet zuinig zijn en zelfs meer verbruiken dan een vergelijkbaar model met gewone verbrandingsmotor.
Steve Mestdagh, mobiliteitsexpert van Test Aankoop, bevestigt dat: “Het probleem is dat de uitstoot die wij in onze labo’s meten gemiddeld ruim 2,5 keer hoger ligt dan de uitstoot die de fabrikanten opgeven. Dat komt doordat fabrikanten uitgaan ervan uitgaan dat de plug-in-wagen bijna 70 % elektrisch rijdt, terwijl dit in werkelijkheid slechts 37 % is. En bij bedrijfswagens zelfs amper 20 %.”
Het probleem van de bedrijfswagens situeert zich op verschillende vlakken, zegt Steve. “Bedrijven kopen dit type wagen momenteel vooral veel omdat ze fiscaal sterk worden aangemoedigd. Maar in de praktijk zien we dat, zodra de wagen is aangekocht, de laadkabel ergens in een kast verdwijnt om er zelden of nooit uit te komen omdat men toch een tankkaart van het werk heeft. Daarnaast zijn er nog te weinig beschikbare en geschikte oplaadpunten.”
Ook voor de oplossingen moet er dus naar verschillende partijen worden gekeken. “Bedrijven moeten eerst nagaan of een plug-in-hybride echt wel de meest geschikte wagen is voor hun personeel. En ze zouden ook het best meer laadpalen installeren. Fabrikanten moeten dan weer het bereik van de elektromotor verhogen en hun potentiële klanten beter informeren. Gebruikers moeten dan weer de nodige discipline aan de dag leggen en de batterij zeer regelmatig opladen.”
Hybride wagens zijn minder duur dan volledig elektrisch aangedreven auto’s, maar hebben toch nog steeds een stevig prijskaartje. Toch kunnen er zich soms opportuniteiten voordoen. De Europese Commissie heeft immers bepaald dat elke constructeur een bepaalde gemiddelde uitstoot moet behalen voor zijn verkochte modellen. Doordat het overgrote deel van de verkoop nog altijd over benzine- en dieselmodellen gaat en doordat de uitstoot daarvan zelfs in stijgende lijn zit doordat mensen steeds meer SUV’s kopen, moeten de constructeurs ook voldoende elektrische en hybrides auto’s aan de man brengen. En daar kunnen dus mogelijkhedenliggen voor potentiële kopers. Ben je geïnteresseerd, dan contacteer je best eerst je plaatselijke verdeler om te horen of er geen promoties zijn.
Benieuwd naar hoe de hybride modellen scoren in onze tests? Ga dan naar onze koopwijzer auto’s en check alle resultaten.