Als je een familielid of een vriend financieel wilt helpen

Diverse mogelijkheden
Als je het zelf financieel allemaal goed kunt bolwerken, maar iemand uit je naaste omgeving - je zoon of dochter, je oude vader of moeder, een goede vriend …- in geldnood zit, wil je die persoon misschien wel steunen. Die steun kan diverse vormen aannemen, de ene al geschikter dan de andere.
Geld weggeven
Je kunt de betrokkene officieel een som geld geven. “Officieel” omdat je ondertussen aan successieplanning kunt doen en de latere rekening aan erfbelasting kunt verlagen. Of omdat je niemand van je familie wilt benadelen en je de gift gewoon als voorschot op een later erfdeel ziet. Of omdat het niet om een familielid gaat, en je open kaart wilt spelen met je verwanten.
Dat kun je via de notaris in een schenkingsakte laten vastleggen.
Maar die notaris is geen verplichting. Je kunt evengoed geld geven met een bankgift of met een handgift.
Het is belangrijk om de voor- en nadelen van elke formule te kennen.
Een onderhoudsuitkering toekennen
Als de persoon die je financieel wilt steunen, iemand van de naaste familie is, bestaat de mogelijkheid om geld te geven onder de noemer “onderhoudsuitkering”. Compleet buiten de context van een echtscheiding of co-ouderschap dus. Gewoon vrijwillig, op grond van de wettelijke onderhoudsplicht die bestaat tussen afstammelingen. De grote troef voor jou is dat je een deel van dat geld kunt terugkrijgen via de fiscus.
Je beseft evenwel maar beter dat het gevaar bestaat dat de persoon in kwestie door de fiscale regels uiteindelijk minder krijgt dan wat jij voor ogen had. In wat volgt, leggen wij uit hoe dit systeem werkt.
Een lening toestaan
Je hoeft niet per se geld weg te geven, je kunt ook een lening toestaan. Dan kom je overeen dat je het geld zult terugkrijgen.
Ongeacht hoeveel vertrouwen je erin hebt dat de lening zal worden afbetaald, het is aan te raden om de voorwaarden schriftelijk vast te leggen. Dat is niet alleen juridisch het zekerste, het is ook een garantie om jullie goede relatie niet in het gedrang te laten komen. Er kan immers plots een haar in de boter zitten. In wat volgt, geven we tips over het toestaan van een lening.
Je borg stellen
Stel, een van je kinderen wil een lening aangaan, maar vindt geen kredietgever die hem die wil toestaan. Je wilt helpen, en het lijkt je heel simpel om je borg te stellen voor die lening. Pas daarmee op. Want als je zoon bijvoorbeeld € 100 000 heeft geleend met jou als borg maar die lening niet meer kan afbetalen, zal de kredietgever jou zonder pardon aanspreken. Stel je dus alleen borg als je de afbetaling zult kunnen overnemen zonder zelf in de problemen te komen.
Lijkt het je eenvoudiger om gewoon zelf een lening aan te gaan in de plaats van je kind? Dat is nog gevaarlijker, want het betekent dat jij niet over de middelen beschikt om je kind te helpen. Als de afbetaling op een gegeven ogenblik een te zware last wordt voor jouw budget, zit jij dan met de gebakken peren.
Ongedwongen hulp bieden
In plaats van je eigen financiële situatie voor lange tijd te hypothekeren kun je ook overwegen om heel gericht bij te springen. Dus op het ogenblik dat je verwant of vriend absoluut een specifieke uitgave moet doen en dat niet aankan. Je kunt bijvoorbeeld af en toe wat geld toestoppen voor de boodschappen voor het huishouden. Of je stort een bijdrage wanneer er een wasmachine nodig is of een dringende herstelling aan het huis. Ook dat is solidariteit, maar zonder officieel kantje. Zo hou je te allen tijde onder controle dat je zelf nog voldoende reserve hebt.
Wanneer je de betrokkene officieel een som geld geeft, kun je dat via de notaris in een schenkingsakte laten vastleggen. Dat kost geld. Je moet in de eerste plaats de notaris vergoeden. Daarbij speelt de grootte van de schenking een rol. Maar er is ook schenkbelasting (registratierechten), verschillend volgens de begunstigde en volgens het gewest. Met die belasting is de kous af voor de fiscus.
Maar je kunt dat ook zonder notaris doen. Ofwel met een bankgift. Je schrijft het geld dan over op de rekening van de persoon in kwestie, en klaar is kees. Ofwel met een handgift. Je geeft het geld dan rechtstreeks van hand tot hand. Dat is iets minder evident. Wellicht staat je geld immers op een bankrekening en dus moet je eerst de hele som afhalen en aan de begiftigde overhandigen, waarna die ze op zijn eigen rekening moet zetten. Beide formules zijn volstrekt wettelijk. En ook nog eens goedkoop want je ontsnapt op dat ogenblik aan zowel notariskosten als aan schenkbelasting. Maar soms zal de begunstigde achteraf wel degelijk nog een rekening gepresenteerd krijgen van de fiscus: hij zal erfbelasting moeten betalen als jij binnen drie jaar na de schenking overlijdt (voor Wallonië is dat "binnen vijf jaar" voor een schenking van na 1/1/2022). Hij zit dus alleen op safe als jij drie jaar (vijf jaar voor recente schenkingen in Wallonië) later nog in leven bent.
Onze tips
We verwijzen je hiervoor graag naar ons uitgebreid dossier over geld schenken. Je krijgt er onder meer tips over hoe je de gift kunt bewijzen, er wordt stil gestaan bij de fiscale aderlating die later nog kan volgen en er wordt uitgelegd dat het mogelijk is om speciale voorwaarden aan de gift te koppelen.
Je kunt gebruik maken van de wettelijke onderhoudsplicht die bestaat tussen afstammelingen, dus bijvoorbeeld tussen (groot)ouders en (klein)kinderen. Wanneer je in die context geld uitkeert, kun je een deel ervan terugkrijgen via de fiscus. Het moet wel vaststaan dat de betrokkene in staat van behoeftigheid is en hij of zij mag op het ogenblik van de uitkering geen deel uitmaken van je gezin.
Als je de onderhoudsuitkering in je belastingaangifte inbrengt, zal de fiscus 80 % ervan van je belastbare inkomsten aftrekken. Wat het je concreet oplevert, hangt dus af van je marginale aanslagvoet, het hoogste belastingtarief dat voor jou van toepassing is. Stel dat je belastbaar inkomen € 50 000 bedraagt, goed voor een marginale aanslagvoet van 50 % (het maximum). Je kent een onderhoudsuitkering toe van € 500 per maand, of € 6 000 op jaarbasis. Jij kunt daar 80 % van aftrekken, dus € 4 800. Dan zul je een belastingvoordeel op zak steken van: 4 800 x 50 % = € 2 400.
De begunstigde van zijn kant zal worden belast op die onderhoudsuitkering. Tenzij zijn of haar belastbare inkomsten, met inbegrip van 80 % van de onderhoudsuitkering, lager zouden liggen dan een bepaald bedrag (€ 9 270 in 2022). Voor de belasting past de fiscus het marginale belastingtarief toe dat voor de betrokkene geldt, toe op 80 % van de uitkering. Waar het schoentje wringt, is dat die belasting zwaarder kan uitvallen dan je vermoedt.
Onze tips
Je moet in principe periodiek geld uitkeren, bijvoorbeeld maandelijks. Je hoeft niet per se rechtstreeks aan de betrokkene te storten. Je mag ook facturen aan de schuldeisers betalen (energieleverancier, ziekenhuis, rusthuis, fiscus, aannemer …) of de huur aan de verhuurder. Zelfs als je je kind gratis laat verblijven in je tweede woning, zodat het huur kan uitsparen, zou jij de huur die je daardoor derft, fiscaal als onderhoudsuitkering kunnen beschouwen.
Wanneer jij niet het enige familielid bent die het financieel aankan om een onderhoudsuitkering toe te kennen aan een afstammeling, maar wel de enige die het doet, riskeer je dat de fiscus het aftrekbare bedrag beperkt tot wat verschuldigd zou zijn als elke onderhoudsplichtige had bijgedragen.
Je denkt misschien dat de belasting die de begunstigde zal moeten betalen, zal meevallen. Het gaat immers om een behoeftig persoon, en die zal wel niet al te zwaar worden belast. Maar soms komt door jouw hulp een ander belastingvoordeel in het gedrang en verhoogt zo de totale fiscale last. Dan sijpelt de goedbedoelde hulp langs die weg ten dele weg. Dat gevaar bestaat onder meer voor gepensioneerden en werklozen.
We tonen dat aan voor enkele voorbeelden. We maken daarbij abstractie van de gemeentebelasting.
Stel dat je € 6 000 geeft aan je gepensioneerde moeder. Met alleen haar pensioen van € 15 000 was ze geen belasting verschuldigd. Maar door de onderhoudsuitkering zal ze € 2 075 belasting verschuldigd zijn.
We maken nu van de begunstigde je werkloze zoon. Hij trekt een werkloosheidsuitkering van € 15 000 en is daar normaliter € 0 belasting voor ophoesten. Maar door de onderhoudsuitkering zal de totale belastingrekening voor hem neerkomen op € 2 271. Bij een werkloosheidsuitkering van € 12 000 zou je zoon € 1 110 moeten betalen door toedoen van de onderhoudsuitkering.
Als de begunstigde geen enkel inkomen heeft en alleenstaand is, zal de fiscus de onderhoudsuitkering totaal niet belasten zolang ze maximaal neerkomt op € 11 587. De zaken liggen anders zodra er een huwelijkspartner is met een beroepsinkomen.
Om de impact te berekenen in jouw situatie kun je enkele simulaties maken in een programma waarmee belasting kan worden berekend. Zoals ons eigen programma Multitax.
Maar weet dat je de begunstigde die fiscale aderlating kunt besparen door de uitkering zelf niet in te brengen. Zolang de fiscus niet op de hoogte is van de uitkering, riskeert de begunstigde dan immers ook niet te worden belast.
Je mag gerust een renteloze lening toestaan, bijvoorbeeld omdat het maar voor een korte periode is. Maar je mag ook intresten aanrekenen. Je bepaalt zelf de intrestvoet. Je zult het ongetwijfeld redelijk houden aangezien het in deze context over je familie of een vriend gaat. Je mag hoe dan ook niet overdrijven. Het is immers bij wet verboden om misbruik te maken van de zwakke positie van een persoon om je abnormaal te verrijken. In principe moet de persoon aan wie jij leent, bij elke betaling van intresten daar 30 % van aftrekken en dat als roerende voorheffing doorstorten aan de ontvanger van belastingen. Maar slechts weinigen kennen die regel en hij wordt zelden toegepast. Doorgaans zonder enig gevolg omdat de fiscus meestal geen weet heeft van kleine privéleningen.
Je bepaalt zelf hoe je wilt worden terugbetaald: alles ineens of in schijven op vooraf vastgelegde data. Voor de tegenpartij is het beter dat er een einddatum vastligt, anders mag jij het geld terugvragen wanneer je maar wilt en daardoor kan hij of zij in de problemen komen. Al naargelang de omstandigheden kun je de leenduur desnoods verlengen.
Onze tips
Dat is een document waarin de persoon aan wie jij geld leent, erkent dat hij of zij een bepaald bedrag aan jou verschuldigd is. Met de volledige identiteit van beide partijen, maar met alleen zijn of haar handtekening. Dat volstaat als het leningsbedrag niet te groot is.
De tekst moet normaliter volledig met de hand zijn geschreven.
Wij beschikken over een voorbeeld van een schuldbekentenis.
Voor relatief grote bedragen is een uitvoeriger document meer aangewezen. Een leningsovereenkomst moet door alle partijen worden getekend en elke partij moet een origineel exemplaar krijgen.
De tekst moet, behalve de volledige identiteit van al wie tekent, alle leningsvoorwaarden opsommen.
Wij beschikken over een voorbeeld van een leningsovereenkomst.
Als je leent aan een zelfstandige, kun je daar soms belastingvoordeel mee doen in het kader van de win-winleningen in het Vlaams Gewest, de Proxi-lening in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Coup de pouce-leningen in het Waals Gewest. Lees daar alles over in onze Belastinggids.