Verjaring

Beste Ik heb vernomen dat er via FOD MINFIN beslag gelegd is door Fiducré op mijn belastingteruggaven voor € 726,93. Dit zou gaan voor een nalatige betaling van een lening via ING (afgesloten contract 07/2011) Ik heb hier geen brieven etc. van ontvangen. ING had wel een melding gemaakt van de nalatigheid destijds, met gevolg dat ik als wanbetaler gemeld was bij de NBB. Ondertussen staat daar ook niets meer op de lijst van ING/FIDUCRE omdat de periode van 10 jaar verre vestreken is. Schuld is onbetaald gebleven toen wegens moeilijke financiële toestanden. Vandaag heb ik Fiducré zelf gecontacteerd en kreeg ik een afrekening van € 1.024,28 Ik zou willen dat dit dossier afgesloten wordt omdat het verjaard is + een handlichting naar FOD dat ze geen beslag meer moeten leggen op mijn teruggaven. Met vriendelijke groeten Bijlage: afrekening Fiducré

Geachte mevrouw Ozdede,In goede orde ontvingen wij via de diensten van Test-Aankoop uw vraag betreffende de vordering die wij ten aanzien van u hebben.U beroept zich in uw schrijven op de verjaring.Wij wensen op te merken dat conform art. 2262 bis Oud Burgerlijk Wetboek een vordering verjaart na verloop van 10 jaar. Conform art. 2257 Oud Burgerlijk Wetboek begint deze termijn te lopen vanaf het ogenblik dat de vordering opeisbaar is. In het kader van kredieten betekent dit dus dat de verjaringstermijn van 10 jaar pas begint te lopen vanaf het ogenblik dat het krediet wordt opgezegd.Evenwel kunnen er steeds daden gesteld worden waardoor de verjaring gestuit (waardoor een nieuwe termijn van 10 jaar begint te lopen) of geschorst wordt.In uw concreet dossier werd de kredietovereenkomst opgezegd op 3 april 2012, zodat de vordering ten vroegste kon verjaren op 4 april 2022.Evenwel werd u op 13 maart 2017 toegelaten tot de procedure van collectieve schuldenregeling. In het kader van deze procedure werd door Fiducre op 27 april 2017 een aangifte van schuldvordering gedaan. Deze schuldvordering werd vervolgens opgenomen in het minnelijk plan van de schuldbemiddelaar dewelke door u aanvaard werd. U aanvaardde dus hierbij de schuldvordering, hetgeen conform art. 2248 Oud Burgerlijk Wetboek een stuiting van de verjaring met zich meebrengt. Bijgevolg begon op dat ogenblik een nieuwe termijn van 10 jaar te lopen.Ten slotte wijzen wij u er op dat de procedure collectieve schuldenregeling liep van 13 maart 2017 tot en met de herroeping van deze procedure op 7 december 2018, periode waarin de verjaring bijgevolg geschorst werd.Rekening houdende met al deze elementen kan de verjaring slechts ten vroegste intreden op 8 december 2028.Er is dus op vandaag geen enkele reden om een handlichting te sturen naar de FOD Financiën.Volledigheidshalve geven wij u hierbij nog eens het saldo van uw dossier mee:Kapitaal: 490,89 EURForfaitaire vergoeding: 51,30 EURKosten: 32,95 EURNalatigheidsintresten: 449,31 EURTOTAAL: 1.024,45 EURWij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en handhaven onze vordering.Met de meeste hoogachting,Niels BraeckeveltBedrijfsjuristJuriste d’entrepriseS.A. Fiducre nv Avenue Marnixlaan 24 Bruxelles 1000 Brussel +32 2 728 95 36 niels.braeckevelt@fiducre.be

Geachte mevrouw Ozdede,In goede orde ontvingen wij via de diensten van Test-Aankoop uw vraag betreffende de vordering die wij ten aanzien van u hebben.U beroept zich in uw schrijven op de verjaring.Wij wensen op te merken dat conform art. 2262 bis Oud Burgerlijk Wetboek een vordering verjaart na verloop van 10 jaar. Conform art. 2257 Oud Burgerlijk Wetboek begint deze termijn te lopen vanaf het ogenblik dat de vordering opeisbaar is. In het kader van kredieten betekent dit dus dat de verjaringstermijn van 10 jaar pas begint te lopen vanaf het ogenblik dat het krediet wordt opgezegd.Evenwel kunnen er steeds daden gesteld worden waardoor de verjaring gestuit (waardoor een nieuwe termijn van 10 jaar begint te lopen) of geschorst wordt.In uw concreet dossier werd de kredietovereenkomst opgezegd op 3 april 2012, zodat de vordering ten vroegste kon verjaren op 4 april 2022.Evenwel werd u op 13 maart 2017 toegelaten tot de procedure van collectieve schuldenregeling. In het kader van deze procedure werd door Fiducre op 27 april 2017 een aangifte van schuldvordering gedaan. Deze schuldvordering werd vervolgens opgenomen in het minnelijk plan van de schuldbemiddelaar dewelke door u aanvaard werd. U aanvaardde dus hierbij de schuldvordering, hetgeen conform art. 2248 Oud Burgerlijk Wetboek een stuiting van de verjaring met zich meebrengt. Bijgevolg begon op dat ogenblik een nieuwe termijn van 10 jaar te lopen.Ten slotte wijzen wij u er op dat de procedure collectieve schuldenregeling liep van 13 maart 2017 tot en met de herroeping van deze procedure op 7 december 2018, periode waarin de verjaring bijgevolg geschorst werd.Rekening houdende met al deze elementen kan de verjaring slechts ten vroegste intreden op 8 december 2028.Er is dus op vandaag geen enkele reden om een handlichting te sturen naar de FOD Financiën.Volledigheidshalve geven wij u hierbij nog eens het saldo van uw dossier mee:Kapitaal: 490,89 EURForfaitaire vergoeding: 51,30 EURKosten: 32,95 EURNalatigheidsintresten: 449,31 EURTOTAAL: 1.024,45 EURWij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en handhaven onze vordering.Met de meeste hoogachting,Niels BraeckeveltBedrijfsjuristJuriste d’entrepriseS.A. Fiducre nv Avenue Marnixlaan 24 Bruxelles 1000 Brussel +32 2 728 95 36 niels.braeckevelt@fiducre.be

Beste Bedankt voor uw antwoord. CSR is inderdaad herroepen op 7 december 2018 zoals u zelf ook aangeeft. U spreekt wel niet van art. 2277 BW verjaring van de interesten. Kapitaalschuld is € 490,89 en Fiducré vraagt mij €1.024,45. Kan u dit ook even toelichten? Met vriendelijke groeten