Geachte mevrouw/mijnheer,
In uw schrijven van 16 april 2024 kondigt u een prijsverhoging aan. U geeft daarbij aan dat mijn partner, mevrouw Schuurmans, 3 maanden heeft om bij niet akkoord haar contract op te zeggen.
Op 27 juni - dus mooi binnen deze termijn - heeft zij u via mail en op 28 juni via aangetekend schrijven op de hoogte gebracht van haar opzeg, en eist zij dan ook terugbetaling van 182 euro die via domiciliëring van haar rekening werd gehaald.
Uw klantendienst antwoordt dat het contract pas op 16 mei 2025 zal beëindigd worden en weigert terugbetaling. Ik vind dit niet correct en eis alsnog terugbetaling.