Fluvius - Intern
Beste,
De methodiek die Fluvius gebruikt om de facturatiepiek te berekenen is volledig in overeenstemming met de tariefmethodologie die door de regulator is vastgelegd, en door de distributienetbeheerders strikt dient nageleefd te worden.
De berekening van de capaciteitsterm gebeurt op basis van de gemiddelde maandpieken. De regulator beoogt hiermee de kosten die voor de capaciteitsterm worden in rekening gebracht, evenwichtiger over de tijd te spreiden. Voor elke maand wordt conform de regelgeving van de regulator een maandpiek berekend die telkens het gemiddelde is van de afgelopen 12 maanden, met als voorwaarde dat voor elke maand minstens 2,5 kW in aanmerking wordt genomen. Kiest de netgebruiker met een laagspanningsaansluiting ervoor om van zijn leverancier maandelijks een afrekeningsfactuur te ontvangen, dan is de gemiddelde maandpiek meteen ook elke maand de facturatiepiek. Wanneer er jaarlijks een afrekeningsfactuur wordt gemaakt, dan beloopt de afrekeningsperiode in normaal regime 12 maanden, en is de facturatiepiek het gewogen gemiddelde - dit is in functie van het aantal af te rekenen dagen van de maand - van de voor elke maand berekende gemiddelde maandpiek. Op die manier maakt het voor de aanrekening van de netkosten - op afrondingsverschillen na - geen verschil uit of er jaarlijks of maandelijks een afrekeningsfactuur wordt gemaakt. Met andere woorden, mocht men bij jaarlijkse afrekening voor elke betrokken maand de facturatiepiek afzonderlijk berekenen, dan zou dat voor de kost van de capaciteitsterm in precies hetzelfde bedrag resulteren als wanneer men die kost met één facturatiepiek voor de volledige periode berekent.
De modaliteiten hieromtrent werden vastgelegd in de tariefmethodologie 2021-2024 en overgenomen in de tariefmethodologie voor de reguleringsperiode 2025-2028. Artikel 6.2.3 van de actuele tariefmethodologie (tariefmethodologie_reguleringsperiode_2025-2028.pdf) beschrijft de tariefstructuur voor afname elektriciteit. In de toelichting van de in tabel 13 gebruikte afkortingen wordt de term kWgemMP als volgt beschreven :
“De gemiddelde maandpiek afname, uitgedrukt in kW. Dit wordt berekend als het rollend gemiddelde van de 12 laatste maandpieken59 afname waarbij, in geval een maandpiek kleiner is dan 2,50 kW, voor de betreffende maand een minimumwaarde van 2,50 kW in rekening wordt genomen.”
Voetnoot 59 stelt : “Indien er nog geen twaalf maanden verlopen zijn, bijvoorbeeld na de vervanging van een klassieke meter door een digitale meter, is de gemiddelde maandpiek het gemiddelde van de sinds de plaatsing beschikbare maandpieken.”
De berekeningen die deze klant maakt zijn correct. De gemiddelde maandpiek van mei is gelijk aan de werkelijke maandpiek van mei, de gemiddelde maandpiek van juni is gelijk aan het rekenkundig gemiddelde van de werkelijke maandpieken van mei en juni. Dit gaat zo verder tot de 12 maanden zijn bereikt. Vanaf dan worden de rollende 12 maanden gebruikt. Het patroon van de rollende 12 maanden wordt – in normale omstandigheden – niet onderbroken zolang de netgebruiker op een bepaald aansluitingspunt dezelfde blijft, ook niet na een afrekening noch bij een afrekening die naar aanleiding van een leverancierswissel wordt gemaakt.
Zijn vaststelling dat wanneer de hoogste maandpieken in het begin van de periode vallen, deze meer doorwegen in de facturatiepiek dan als deze pas in de latere maanden zouden vallen, is juist. Maar doordat de periode van 12 maanden in beginfase systematisch dient opgebouwd te worden, is dit rekenkundig fenomeen onvermijdelijk. De methodiek dient immers voor alle netgebruikers op dezelfde manier te worden toegepast. Het fenomeen ebt van maand tot maand weg en verdwijnt van zodra bij een afrekening voor elke betrokken maand van de afrekeningsperiode de gemiddelde maandpiek o.b.v. 12 maanden is berekend.
Hopend u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
Met vriendelijke groeten,
Klachtencommissie
Brusselsesteenweg 199, 9090 Melle
fluvius-Klachtencommissie @fluvius.be
www.fluvius.be