Oplossingen voor betere wifi

We zijn steeds vaker en met meer toestellen dan ooit verbonden met het internet. In één-twee-drie sluit je ze aan op je wifinetwerk. Maar het bereik en de snelheid zijn niet altijd zoals gewenst. Dit dossier helpt je beter te begrijpen waaraan dit kan liggen en biedt mogelijke oplossingen.
Allemaal samen op de wifi
Een typische vrijdagavond ten huize Janssens. Mama Mieke en papa Kris bekijken de nieuwste aflevering van hun favoriete Netflix-serie, terwijl de robotstofzuiger zijn gebruikelijke ronde doet. Zoon Pieter speelt een online FIFA-toernooi op zijn spelconsole, terwijl hij live naar internetradio luistert. Dochter Sofie bekijkt YouTube-video’s, chat op Facebook en shopt tussendoor online. Daarenboven is de smartphone van elk gezinslid verbonden met het thuisnetwerk.
Kwestie van de spanning voor Mieke en Kris nog wat verder op te bouwen, valt tijdens het slot van de aflevering de verbinding met Netflix weg en duurt het een handvol seconden vooraleer deze terug is hersteld. Pieters internetradio valt daarnaast geregeld uit en Sofie ondervindt dat die trailer op YouTube wel heel traag wordt geladen en de beeldkwaliteit te wensen overlaat.
Netwerk overbelast
Herkenbare taferelen? Tegenwoordig kunnen we het aantal toestellen (inclusief huishoudtoestellen) dat continu verbonden is met ons wifinetwerk nog amper op twee handen tellen. Hoe meer gebruikers en toestellen gelijktijdig met het netwerk zijn verbonden, hoe meer ze van dat netwerk eisen en elkaars gebruikservaring beïnvloeden. Als iedereen gewoon een beetje surft of Facebook checkt, zal dit weinig invloed hebben. Maar wanneer we gelijktijdig streamen, online gamen, down- en uploaden kan het wifinetwerk overbelast raken en nemen we als het ware snelheid van elkaar af.
Bovendien is de kans groot dat het wifisignaal van je modemrouter niet tot in alle hoeken van je woning geraakt. Het wifibereik van zo’n toestel is immers sowieso beperkt tot enkele tientallen meters en verschillende factoren kunnen de sterkte van het signaal behoorlijk indammen.
Snelheid en bereik
Wil je je thuisnetwerk optimaliseren, dan dien je dus rekening te houden met twee parameters: snelheid en bereik. Idealiter kan je met een aantal ingrepen het wifisignaal zo snel én ver mogelijk doorheen je woning sturen, maar dat is niet altijd evident. Wij geven hier alvast een aantal tips.
Een typische vrijdagavond ten huize Janssens. Mama Mieke en papa Kris bekijken de nieuwste aflevering van hun favoriete Netflix-serie, terwijl de robotstofzuiger zijn gebruikelijke ronde doet. Zoon Pieter speelt een online FIFA-toernooi op zijn spelconsole, terwijl hij live naar internetradio luistert. Dochter Sofie bekijkt YouTube-video’s, chat op Facebook en shopt tussendoor online. Daarenboven is de smartphone van elk gezinslid verbonden met het thuisnetwerk.
Kwestie van de spanning voor Mieke en Kris nog wat verder op te bouwen, valt tijdens het slot van de aflevering de verbinding met Netflix weg en duurt het een handvol seconden vooraleer deze terug is hersteld. Pieters internetradio valt daarnaast geregeld uit en Sofie ondervindt dat die trailer op YouTube wel heel traag wordt geladen en de beeldkwaliteit te wensen overlaat.
Netwerk overbelast
Herkenbare taferelen? Tegenwoordig kunnen we het aantal toestellen (inclusief huishoudtoestellen) dat continu verbonden is met ons wifinetwerk nog amper op twee handen tellen. Hoe meer gebruikers en toestellen gelijktijdig met het netwerk zijn verbonden, hoe meer ze van dat netwerk eisen en elkaars gebruikservaring beïnvloeden. Als iedereen gewoon een beetje surft of Facebook checkt, zal dit weinig invloed hebben. Maar wanneer we gelijktijdig streamen, online gamen, down- en uploaden kan het wifinetwerk overbelast raken en nemen we als het ware snelheid van elkaar af.
Bovendien is de kans groot dat het wifisignaal van je modemrouter niet tot in alle hoeken van je woning geraakt. Het wifibereik van zo’n toestel is immers sowieso beperkt tot enkele tientallen meters en verschillende factoren kunnen de sterkte van het signaal behoorlijk indammen.
Snelheid en bereik
Wil je je thuisnetwerk optimaliseren, dan dien je dus rekening te houden met twee parameters: snelheid en bereik. Idealiter kan je met een aantal ingrepen het wifisignaal zo snel én ver mogelijk doorheen je woning sturen, maar dat is niet altijd evident. Wij geven hier alvast een aantal tips.
Een slecht thuisnetwerk is vervelend. Dat je provider daar voor iets tussen zit, is natuurlijk waar. Dat die provider als enige schuld treft, is een brug te ver. Dat bij veel mensen die foutieve perceptie leeft, ligt waarschijnlijk voor een deel bij de manier waarop providers over internetsnelheden communiceren.
Geadverteerde snelheden
Bij internetabonnementen is immers sprake van internetsnelheden die vaak vele malen hoger liggen dan de snelheden die je in werkelijkheid hebt. Waar we vaak niet bij stilstaan is dat het daarbij steeds om theoretische maximumsnelheden gaat, die je provider je tot aan je modemrouter kan leveren. Bij Telenet ligt de maximumsnelheid bv. op 300 Mbps, bij Proximus op 100 Mbps.
Binnen in je woning is deze snelheid echter enkel haalbaar als je je desktop, laptop of ander toestel via een ethernetkabel aansluit op je modemrouter. En dan nog. In de praktijk haal je maar zelden deze snelheid – zelfs niet via ethernet. Surf je via wifi, zoals vandaag steeds vaker het geval is, dan ligt je surfsnelheid vaak nog veel lager. Los van je provider spelen immers verschillende technische en omgevingsfactoren een rol en het zijn vooral die factoren die ervoor zorgen dat je werkelijke internetsnelheid, en in het bijzonder je wifisnelheid, lager is dan wat je volgens je abonnement verwacht.
Gebruikte technologie
De technologie waarmee de internetverbinding in je huis tot stand komt, beïnvloedt je internetsnelheid: een internetverbinding via de klassieke telefoonlijn heeft andere vereisten dan een kabelverbinding en zal bijgevolg ook je gebruikservaring beïnvloeden.
Afstand speelt een grote rol voor de maximale internetsnelheid die je kan behalen met een DSL-verbinding: enerzijds de afstand van je huis tot de straatverdeler, en anderzijds de afstand van de straatverdeler tot de dichtstbijzijnde wijkcentrale. Hoe groter de afstanden, hoe zwakker het signaal en hoe trager de internetverbinding.
Er zijn twee DSL-technologieën: ADSL en VDSL, waarbij de laatste hogere down- en uploadsnelheden toelaat. Of je van VDSL gebruik kan maken, hangt af van de beschikbaarheid van de technologie in je woonplaats en heb je zelf dus niet in de hand.
Wanneer de afstand van de straatverdeler tot de wijkcentrale groter is dan 2,5 km, is een ADSL2+ verbinding niet meer mogelijk. Dan maak je gebruik van een ADSL-verbinding. Indien de afstand van je woning tot de wijkcentrale niet groter is dan 1,7 km kan je normaal gesproken beschikken over een downloadsnelheid tussen 9 en 12 Mbps.
Bij VDSL-verbindingen is er een glasvezelverbinding tussen de centrale en de straatverdeler. Vanaf de straatverdeler loopt enkel nog een koperdraad tot aan het huis van de gebruiker. Bij een maximale afstand van 1 km tussen de straatverdeler en je huis, heb je maximaal 16,5 Mbps aan downloadsnelheid. Bedraagt de maximale afstand slechts 700 meter dan is de downloadsnelheid maximaal 20 Mbps. Indien de afstand niet meer dan 400 meter bedraagt, kan je zelfs tot maximaal 30 Mbps ontvangen.
In januari 2015 rolde Proximus een technologie uit die de prestaties van VDSL kan opdrijven tot 70 Mpbs, zodat het dicht aansluit bij de snelheden die mogelijk zijn met internet via de kabel.
Ondertussen is Proximus ook bezig met de uitrol van glasvezel tot in de woning (“Fiber-To-The-Home”). Dat moet dan in theorie snelheden tot 220 Mbps om te downloaden en 25 Mbps om te uploaden toelaten (met de mogelijkheid om die nog verder op te drijven naar 400 Mbps download en 50 Mbps upload).
Bij alle internetproviders kan de haalbare snelheid in de loop van de tijd variëren in functie van de belasting van het internationale netwerk. Bij kabeloperatoren speelt er echter een bijkomend aspect dat eigen is aan de kabeltechnologie: wanneer er op het lokale gedeelte van hun netwerk (genaamd “node”) veel verschillende gebruikers tegelijkertijd actief zijn, beïnvloedt dat de internetsnelheid die de verschillende gebruikers kunnen behalen.
Om dit te verhelpen investeren kabeloperatoren in het vergroten van hun netwerkcapaciteit door “splits van de nodes” uit te voeren. Op die manier gaat men het aantal aangesloten gebruikers op dezelfde node verminderen om zo de beschikbare capaciteit per gebruiker te vergroten. Kabeloperatoren investeren ook in nieuwe transmissie technologieën om de beschikbare doorvoercapaciteit verder te vergroten.
Voordat je een internetabonnement neemt of overschakelt naar een nieuwe internetleverancier, informeer je je best eerst voldoende over de maximaal leverbare snelheid op je adres. Je operator is verplicht om je bij het aangaan van een contract gepersonaliseerde informatie aan te bieden in verband met de minimale en maximale snelheden die bij jou haalbaar zijn. Vrijblijvend kan je deze informatie uiteraard ook bekomen door de operator van je keuze te contacteren.
Er zijn ook omstandigheden binnen in je woning die bepalend kunnen zijn voor je internetsnelheid. Voor de snelheid van je vast internet spelen factoren als binnenbekabeling en de capaciteit van je toestellen (bv. de maximale snelheid van de netwerkkaart van je computer of laptop) een rol.
Je wifisnelheid en -bereik worden beïnvloed door (bouwkundige) obstakels, bepaalde materialen of andere bronnen:
- Bouwkundige elementen: (dikke) betonnen muren, metalen oppervlakken, (drie)dubbel glas, … Het zijn obstakels waar een wifisignaal niet goed mee overweg kan.
- Elektrische apparatuur: omdat elektrische toestellen zoals draadloze luidsprekers of een microgolfoven net als je modemrouter radiosignalen op de 2,4 GHz-frequentieband uitsturen, kunnen deze voor interferentie zorgen en dus je wifinetwerk vertragen.
- Omringende wifinetwerken: zeker als je in een appartement of dichtbevolkte buurt woont, kan het netwerk van je buren het jouwe verstoren.
- De afstand tot de modemrouter: hoe verder je je van de modemrouter bevindt, hoe zwakker het signaal en hoe lager de snelheid.
- Eigenschappen van je wifitoestellen: de software-versie, het aantal wifi-antennes of de ondersteunde wifi-standaard (wifi ac of slechts wifi n). Ze bepalen mee je draadloze netwerkervaring.
In de eerste plaats kun je proberen met je huidige opstelling je wifiproblemen op te lossen. Heb je daarmee weinig resultaat, dan is de aanschaf van extra apparatuur het overwegen waard.
Haal het maximum uit je huidige situatie
Om je wifi-verbinding te verbeteren kan je volgende maatregelen nemen:
De kans is groot dat jouw modemrouter ergens in de inkomhal, garage of kelder staat, hoogstwaarschijnlijk ergens verdoken in de meterkast. Begrijpelijk, want dat is doorgaans de plaats waar de coaxkabel of telefoonlijn je woning binnenkomt. Ideaal is deze plaats echter niet. Vandaar: zet je modemrouter op een andere plaats, idealiter zo centraal mogelijk in je woning en in een zo open mogelijke ruimte.
Hoe efficiënt deze tip echter ook is, niet iedereen kan zomaar zijn router van bij het aansluitpunt weghalen, noch heeft iedereen centraal in huis een vrije netwerkaansluiting om de router op aan te sluiten. Volgende aanpassingen kunnen echter ook al helpen:
- Plaats de modemrouter wat hoger: mogelijk hebben de wifisignalen minder obstakels.
- Heeft je modemrouter externe antennes? Draai deze dan in andere posities en kijk of het een beter bereik oplevert.
- Plaats de modemrouter, indien mogelijk, net buiten de meterkast en kijk of je een beter bereik verkrijgt.
De meeste huidige modemrouters zijn “dual band” wat betekent dat ze twee frequentiebanden gebruiken om wifisignalen te versturen: de 2,4 GHz-band en de 5 GHz-band. De eerste heeft een minder hoge maximale snelheid, maar wel een goed bereik, terwijl de tweede hogere snelheden toelaat, maar minder ver reikt. Verder weg van je modemrouter, verbind je dus mogelijk beter met de 2,4 GHz-band, dichtbij je modemrouter, kies je best de 5 GHz-band.
Anders dan de 5 GHz-band, is de 2,4 GHz-band druk bezet: zeker als je in een appartement of rijwoning woont, is de kans groot dat één of meerdere van je buren op hun wifinetwerk via hetzelfde kanaal als jou surfen. En dat zorgt ook voor vertragingen op jouw netwerk. De 2,4 GHz-band bestaat uit 13 kanalen, waarbij kanaal 1, 6 en 11 de enige kanalen zijn die elkaar niet overlappen. Voor een betere wifi-ervaring kies je daarom best het kanaal met de minste storing binnen deze frequentieband. Dat doe je in twee stappen:
- Leer je eigen netwerk en de netwerken in je omgeving kennen. Hiervoor kan je wifi-analysesoftware gebruiken. Voor Windows 10 is er het gratis programma WiFi Analyzer. Meer uitgebreide opties biedt MetaGeek met inSSIDer voor Windows en Mac (betalend, maar met een gratis proefversie). Voor Android is er de (gratis) app Wifi Analyzer (er bestaat geen app voor iOS). Minder technische gebruikers kunnen ook via “trial-and-error” proberen welk kanaal het beste werkt.
- Log in op je modemrouter en pas het kanaal aan.
Baten de eerder vermelde tips niet, dan kan je investeren in extra hardware.
Een wifirepeater is een apparaat dat je in een stopcontact plaatst en dat het wifisignaal van de modemrouter ontvangt en opnieuw uitzendt. Voor een optimale werking plaats je het ergens halverwege je modemrouter en de ruimte waarin je de wifi-ontvangst wilt verbeteren.
Een wifirepeater is een makkelijk te installeren en goedkope oplossing als je in één of twee kamers een slecht bereik en geen ethernetaansluiting in (de buurt van) die kamers hebt. Het toestel heeft echter één groot nadeel: doordat hij tegelijkertijd dienst doet als zender en ontvanger, wordt de internetsnelheid die de modemrouter biedt, minstens gehalveerd.

Een powerline-kit (PLC) bestaat uit (minstens) twee adapters: een hoofdadapter en een tweede adapter, die je allebei in een stopcontact in de muur moet stoppen. De hoofdadapter verbind je via een ethernetnetkabel met de modemrouter om het internetsignaal te ontvangen. Dat stuurt hij naar de tweede adapter via het elektriciteitsnetwerk. De tweede adapter stop je in het stopcontact in of vlakbij de ruimte waarin je de wifi-ontvangst wilt verbeteren. Die zal dan een eigen wifisignaal uitzenden.
Powerline-adapters zullen nooit zo snel zijn als een echt ethernetnetwerk. Zo hangt de wifikwaliteit die je verkrijgt af van de kwaliteit van je elektriciteitsnetwerk. Bovendien kan de verbinding last hebben van storingen wanneer bepaalde toestellen in huis veel stroom vragen. Ze zijn wel een oplossing voor moeilijk bereikbare plaatsen (bv. een hoek van je woning of een kamer op een hogere verdieping) waar je geen ethernetaansluiting hebt.

Een access point plaats je in of vlakbij de ruimte waarin je wifi wenst en verbind je via een ethernetkabel met de modemrouter. Het is heel eenvoudig te installeren: je moet gewoon de netwerkkabel en de stroomkabel aansluiten. Na configuratie creëert het access point een extra wifinetwerk.
Het toestel biedt degelijke snelheidsprestaties: doordat het internetsignaal van de modemrouter doorgestuurd wordt via een ethernetkabel, vermindert de snelheid tot aan het access point nagenoeg niet. Sommige modellen hebben verschillende ethernetpoorten, waarop je dus meerdere toestellen ook via een kabel kunt aansluiten.
Een access point is een goede oplossing als je in (de buurt van) de ruimte met slechte wifi al een ethernetaansluiting hebt.

Een nieuwe router kan je ter vervanging van je oude gebruiken, maar voor een beter wifibereik gebruik je hem beter, net als een access point, als extra wifihotspot.
Het grote nadeel: je moet in de instellingen duiken van zowel je modemrouter als je nieuwe router om ervoor te zorgen dat beide routers niet met mekaar conflicteren en zonder enige netwerkkennis is dat niet evident. Maar als je een losse router op overschot hebt, loont het de moeite om het te proberen. Zie je het niet zitten, kies dan voor een gewoon access point zoals eerder beschreven.
Routers bieden soms handige mogelijkheden, zoals ouderlijk toezicht, een gastnetwerk enz. De meeste hebben ook meerdere ethernetpoorten (vaak vier) om andere toestellen via een ethernetkabel aan te sluiten.

Mesh of multiroom-wifi is een slim systeem dat bestaat uit een basisstation en een aantal satellieten, die allemaal draadloos met elkaar verbonden zijn. Samen vormen ze één groot wifinetwerk in het hele huis. Ze communiceren onderling om het dataverkeer te regelen en om te bepalen met welke module een apparaat zich het best verbindt. Zo ben je altijd vanzelf verbonden met het sterkste wifisignaal.
Er bestaan sets met een basisstation en slechts één satelliet, maar een “echt” mesh-systeem werkt het best met drie modules. Eerst moet je het basisstation via een ethernetkabel op de modemrouter aansluiten. De satellieten kan je vervolgens plaatsen waar je wilt, bijvoorbeeld één per verdieping. Elke satelliet moet zich wel binnen het wifibereik van een andere bevinden om onderling te kunnen communiceren.
Je kunt het systeem heel gemakkelijk installeren via een app op je smartphone. De nadelen van dit systeem zijn de prijs en de verbruikskosten (jaarlijks ongeveer € 10 per module).
