Onze beste tips voor geslaagde portretten en selfies met je smartphone
We hebben al enkele tips gedeeld over hoe je prachtige foto’s met je smartphone kunt maken in ons dossier Onze top 10 tips om geslaagde foto’s met je smartphone te nemen. Maar we vinden dat portretten speciale aandacht verdienen... en een paar extra tips. We geven je er hier 8 om het meeste uit je smartphone te halen voor je portretten en selfies.
1. Let op de achtergrond
Kijk altijd eerst naar de achtergrond voordat je aan het portret zelf denkt. Een prachtig portret kan volledig de mist ingaan door een vervelend detail dat je over het hoofd had gezien binnen de cadrage. Vermijd een te drukke omgeving, maar kies voor een relatief effen decor.
Om de scherptediepte te versterken, moet de achtergrond zo ver mogelijk verwijderd zijn.
2. Check de scherpstelling
Voor een geslaagd portret is het cruciaal dat het gezicht, en vooral de ogen, perfect scherp zijn. Meestal werkt de autofocus efficiënt en stelt die scherp op het gezicht.
Als het gezicht niet vanzelf wordt gedetecteerd, stel dan zelf scherp door met je vinger op het scherm het gezicht te selecteren. Het fototoestel of de smartphone past vervolgens de kleuren en de belichting aan om het beste portret te maken.
3. Verlicht het gezicht en controleer de belichting
Om een heldere foto te maken heb je voldoende licht nodig. Je kunt 's avonds of in het donker geslaagde foto's maken, maar bij weinig licht moet je de ISO-gevoeligheid verhogen. En dit gaat altijd gepaard met een verlies aan scherpte.
Je gaat beter dicht bij de best beschikbare lichtbron en richt deze op het gezicht of in ieder geval op de zijkant ervan. Vermijd een lichtbron die van achter het onderwerp komt (tegenlicht) omdat het gezicht dan onderbelicht en dus te donker dreigt te zijn. Ook hier zorgt handmatig scherpstellen ervoor dat de belichting goed aan het gezicht is aangepast.
4. Gebruik een telelens en een diafragma dat groot genoeg is
Portretten worden over het algemeen gemaakt met een brandpuntsafstand van 50 tot 100 mm, dat is het dubbele of drievoudige van de groothoek van de smartphone. Hoe groter de brandpuntsafstand, hoe smaller de beeldhoek en hoe dichter bij het onderwerp. Smartphones met een portretmodus schakelen automatisch over op de telelens. Om diepte te simuleren, kan de smartphone in portretmodus ook de achtergrond vervagen via de diafragma-instelling. Pas gerust de intensiteit van de vervaging aan voor een natuurlijker resultaat.
Voor selfies heeft de smartphone vaak maar één fotosensor. Die kan in de portretmodus ook vervaging toevoegen, maar dan heb je geen telelens ter beschikking.
5. Laat je fotograferen in plaats van een selfie te nemen
Je kunt beter iemand anders vragen om een portretfoto van jou te nemen. De fotosensoren achteraan bij smartphones zijn beter dan die aan de voorkant. Bovendien zie je er waarschijnlijk natuurlijker uit en heb je meer poseermogelijkheden.
Zijn selfies je enige optie? Gebruik dan de zelfontspanner. De smartphone neemt de foto een paar seconden nadat je op de ontspanknop hebt gedrukt. Dit verkleint de kans op trillen op het moment dat je op de sluiter drukt.
6. Varieer met poses
Beperk jezelf niet tot één portret. Neem er zoveel als je kunt vanuit verschillende hoeken en bewaar alleen de beste. De klassieke gezichtspose, zoals op een identiteitskaart kan een beetje saai ogen, tenzij je voor een close-up gaat. Een pose in licht profiel geeft het portret meer natuurlijkheid en karakter.
Ben je omgeven door een prachtig panorama? Misschien kun je dan zelfs je rug naar de lens richten. Het zal dan geen echt portret meer zijn. Maar de omgeving zal beter tot zijn recht komen en het resultaat zal veel minder “toeristisch” zijn. Je moet vooral geen model spelen, de meest natuurlijke poses zijn vaak het meest geslaagd.
7. Denk aan de nabewerking (retoucheren)
Hoewel je er beter geen misbruik van maakt, kun je een foto waar iets aan scheelt, nog beter maken door ze wat te retoucheren. Installeer dus zeker een speciale app voor meer mogelijkheden. Bekijk onze selectie in ons dossier De beste apps voor fotobewerking.
Doorgaans zullen de voorinstellingen voor een portret de huid iets meer effen maken en de oogkleur accentueren. Het vignetteringseffect, dat de randen van de foto donkerder maakt, is ook zeer efficiënt om een onderwerp uit het kader te laten springen. Over het algemeen gebruik je beter niet te veel contrast om de gelaatstrekken niet harder te maken... tenzij dat natuurlijk de bedoeling is.
Heb je zwart-wit (monochroom) filters geprobeerd? De charme van een zwart-wit foto is tijdloos en komt vaak goed tot zijn recht in portretten. Je kunt er zelfs bewust wat korrel aan toevoegen om meer de aanblik van een analoge foto te verkrijgen.
8. Probeer een echt fototoestel
Ook al kan je smartphone opmerkelijke portretten maken, overweeg toch een echt fototoestel als je een passie voor fotografie hebt. Dat biedt nog steeds veel voordelen ten opzichte van een smartphone. Lees hier onze 5 redenen om een hybride fototoestel te gebruiken in plaats van een smartphone.
Voor portretten en een mooi “bokeh”-effect verkiezen we een lens die voldoet aan de criteria van ons vierde punt, namelijk een korte telelens tussen de 50 en 100 mm en een groot diafragma van bijvoorbeeld f/2.8. Hoe kleiner het cijfer, hoe groter het diafragma.
Hou er echter rekening mee dat bij een zeer groot diafragma (lage f-waarde) en een lange brandpuntsafstand de scherptediepte zeer kort zal zijn. Je moet dan perfect scherpstellen, anders wordt het portret onscherp. Als het onderwerp in deze instelling in profiel poseert, kun je slechts op 1 van de twee ogen scherpstellen.
