Lagerugpijn


Lagerugpijn is pijn of stijfheid onder in de rug, tussen de onderste ribben en de billen. Hoeveel mensen daarmee kampen, staat niet vast. Alleszins zijn het er heel wat. Volgens een Belgische enquête uit 2008 had ruim 14% van de mannen en ruim 18% van de vrouwen daar in de loop van de 12 maanden voorafgaand aan de enquête last van gehad.
In 9 op 10 gevallen is het quasi onmogelijk om met zekerheid te zeggen wat precies de klachten veroorzaakt. Men spreekt dan van aspecifieke lagerugpijn. In slechts 1 op 10 gevallen heeft de lagerugpijn wel een duidelijke oorzaak, bijvoorbeeld een compressiefractuur of ingezakte wervel (vaak een gevolg van osteoporose), een verschoven wervel (bijvoorbeeld door veroudering en slijtage of door een trauma, zoals een sportblessure), druk op een zenuwwortel, een vernauwing van het wervelkanaal of "lumbale kanaalstenose”, kanker ...
Lagerugpijn is acuut wanneer die binnen zes weken na het ontstaan verdwijnt. Hebt u er langer dan zes weken maar minder dan drie maanden last van, dan spreekt men van subacute rugpijn. Duurt ze langer dan drie maanden, dan is de aandoening chronisch. Als de pijn langdurig is of vaak terugkeert, kan ze zwaar wegen op uw levenskwaliteit. Helaas bestaan er geen gemakkelijke oplossingen voor frequente of chronische rugpijn.
Lagerugpijn is pijn of stijfheid onder in de rug, tussen de onderste ribben en de billen. Hoeveel mensen daarmee kampen, staat niet vast. Alleszins zijn het er heel wat. Volgens een Belgische enquête uit 2008 had ruim 14% van de mannen en ruim 18% van de vrouwen daar in de loop van de 12 maanden voorafgaand aan de enquête last van gehad.
In 9 op 10 gevallen is het quasi onmogelijk om met zekerheid te zeggen wat precies de klachten veroorzaakt. Men spreekt dan van aspecifieke lagerugpijn. In slechts 1 op 10 gevallen heeft de lagerugpijn wel een duidelijke oorzaak, bijvoorbeeld een compressiefractuur of ingezakte wervel (vaak een gevolg van osteoporose), een verschoven wervel (bijvoorbeeld door veroudering en slijtage of door een trauma, zoals een sportblessure), druk op een zenuwwortel, een vernauwing van het wervelkanaal of "lumbale kanaalstenose”, kanker ...
Lagerugpijn is acuut wanneer die binnen zes weken na het ontstaan verdwijnt. Hebt u er langer dan zes weken maar minder dan drie maanden last van, dan spreekt men van subacute rugpijn. Duurt ze langer dan drie maanden, dan is de aandoening chronisch. Als de pijn langdurig is of vaak terugkeert, kan ze zwaar wegen op uw levenskwaliteit. Helaas bestaan er geen gemakkelijke oplossingen voor frequente of chronische rugpijn.
Lagerugpijn is pijn of stijfheid onder in de rug, tussen de onderste ribben en de billen. U kunt hier plots of geleidelijk aan last van krijgen. De pijn kan plots hevig of eerder zeurend zijn. Bij felle pijn zijn bepaalde houdingen en bewegingen soms niet meer mogelijk, waardoor ze u kan hinderen bij uw dagelijkse activiteiten en uw werk. In bepaalde gevallen kan dat leiden tot werkonbekwaamheid.
Rugpijn gaat soms even plots weer weg als ze is komen opzetten. U hoeft dus niet meteen naar de dokter te gaan. Als de pijn echter aanhoudt of terugkeert, kan een onderzoek aangewezen zijn.
Vraag evenwel niet meteen om een scan of radiografie. Als de oorzaak van uw lagerugpijn onbekend is, is er immers geen garantie dat die te zien is op een radiografisch beeld of een CT- of MRI-scan. Bovendien brengen de beelden vaak andere afwijkingen van de ruggengraat aan het licht, die niet noodzakelijk pijn veroorzaken. Het risico bestaat dan op overbodige ingrepen en onnodige ongerustheid of een negatief psychologisch effect bij de patiënt. Röntgenstralen zijn trouwens duur en tijdrovend, en bovendien potentieel kankerverwekkend. Dit geldt zeker voor de CT-scan, waarbij de stralingsdosis nog een stuk hoger ligt dan bij een radiografie.
Rugpijn kan even snel verdwijnen als opduiken. Paniek is dus nergens voor nodig. U hoeft ook niet meteen naar de dokter. De kans is immers groot dat de pijn na enkele dagen of weken spontaan verdwijnt.
Bewegen
Vroeger werd vaak gedacht dat u bij rugpijn beter het bed hield. Die stelling is intussen volledig achterhaald. De boodschap is: blijven bewegen in de mate van het mogelijke.
Medicatie tegen acute rugpijn
Om felle pijn te verlichten, kunt u zo nodig pijnstillers nemen, bij voorkeur paracetamol. NSAID’s of ontstekingsremmers, zoals ibuprofen of naproxen, zijn ook een mogelijkheid, maar leveren vaker bijwerkingen op (zoals maagpijn). Blijven de klachten aanslepen, dan worden soms andere geneesmiddelen voorgeschreven, zoals opioïden, benzodiazepines en zelfs antidepressiva. Hun nut bij lagerugpijn is echter niet altijd bewezen en ze zijn niet geheel zonder risico. Zo kunnen opioïden (bv. codeïne, tramadol) bijwerkingen hebben en bovendien verslavend werken.
Manipulatie of mobilisatie
Veel mensen kiezen met lagerugpijn kiezen ervoor om zich te laten “kraken”. Bij zogenaamde manipulatie zal een chiropractor de gewrichten dan snel en kort bewegen. Soms wordt mobilisatie van de wervelkolom aanbevolen. Hiervoor kunt u ook terecht bij een chiropractor, ofwel bij een osteopaat, een kinesist of een manueeltherapeut. Die zal uw gewrichten eveneens bewegen, maar dan op een rustigere manier. Hoewel manipulatie of mobilisatie bij bepaalde mensen de pijn lijkt te verlichten, staat de doeltreffendheid van deze behandelingen nog steeds ter discussie.
Behandeling van aanslepende rugpijn
Als de pijn langer dan zes weken aanhoudt, kan oefentherapie onder begeleiding van een kinesitherapeut nuttig zijn. Dit een toegankelijke en betaalbare optie. Er zijn verschillende soorten oefeningen: spierversterkende oefeningen, aerobe oefeningen om uw conditie te verbeteren, stabilisatieoefeningen, flexie- en extensieoefeningen enz. Welke oefeningen het doeltreffendst zijn in welk geval, is niet bepaald. Alleszins moeten ze voldoende intensief gebeuren en aangepast zijn aan uw behoefte en mogelijkheden.
Bij aanslepende klachten worden ook wel cognitieve gedragstherapie en multidisciplinaire therapie naar voren geschoven. Voor cognitieve gedragstherapie is de wachtlijst echter vaak lang en de prijs soms vrij hoog voor de patiënt. Bij een zogenaamde multidisciplinaire therapie wordt de patiënt vanuit verschillende invalshoeken bijgestaan door een arts, kinesist, ergotherapeut/ergonoom en psycholoog. Dit gebeurt meestal in een ziekenhuisomgeving, wat minder voor de hand ligt. Wel wordt deze multidisciplinaire rugrevalidatie grotendeels terugbetaald door de ziekteverzekering.
Andere behandelingen
Er bestaat ook nog heel wat discussie over het nut van andere behandelingen die wel vaker worden toegepast bij lagerugpijn, zoals acupunctuur, TENS (transcutane zenuwprikkeling), tractie, yoga, biofeedback, warmte, koude ...
Invasieve ingreep
Als de pijn constant is of geregeld terugkeert, kunnen mensen waarbij geen enkele andere behandeling helpt, geneigd zijn om over te stappen op een meer ingrijpende behandeling. Over een operatie of een andere invasieve ingreep mag u echter niet te licht heengaan. Misschien kan die u voorgoed verlossen van uw lagerugpijn, maar misschien slechts tijdelijk, gedeeltelijk of helemaal niet. Vanwege hun vaak onvoldoende bewezen doeltreffendheid en de risico’s die ze meebrengen, worden ze dan ook vaak afgeraden. Het is immers cruciaal dat de ingreep de juiste oorzaak aanpakt, en die is meestal erg moeilijk te achterhalen.
Enkel wanneer de oorzaak vast staat, kunnen soms bepaalde invasieve ingrepen worden overwogen, bijvoorbeeld injecties met corticoïden bij pijn als gevolg van een beklemde zenuwwortel. Een wervelfusie – waarbij twee of drie wervels worden vastgelegd om ze aan elkaar te laten groeien - is enkel een optie voor een beperkt aantal patiënten die extreme pijn lijden, gezien de grote kans op complicaties en de gevolgen indien de operatie misloopt. Ook een discusprothese is niet zonder meer aan te raden vanwege de risico’s en het onzekere effect. Radiofrequente denervatie bij pijn door versleten facetgewrichten (die de ruggenwervels laten scharnieren) kan de pijn verminderen, maar vaak slechts gedeeltelijk en soms helemaal niet. Aangezien de behandelde zenuwbanen zich mettertijd herstellen, keert de pijn trouwens vroeg of laat terug. Als u een bepaalde ingreep overweegt, informeer u dan alleszins grondig over het te verwachten resultaat, de slaagkans en de risico’s.
Lagerugpijn kan plotseling of geleidelijk ontstaan en kan hevig of eerder zeurend zijn. Bij hevige pijn zijn bepaalde houdingen en bewegingen soms niet meer mogelijk. De pijn kan dan ook een hindernis vormen bij dagelijkse activiteiten of leiden tot werkonbekwaamheid.
Soms verdwijnt de pijn vrij snel (acuut indien ze binnen 6 weken weg is), soms duurt dat wat langer (subacuut indien ze 6 weken tot 3 maanden duurt) en soms blijft ze maar aanslepen (chronisch na 3 maanden). In geval van chronische lagerugpijn kunt u er dus constant en voor de rest van uw leven mee opgescheept zitten. Dit is echter uitzonderlijk: ook zogenaamde chronische ruglijders beleven doorgaans periodes van remissie, waarin het een heel stuk beter gaat.
Vaak schat men dat 10% van de ruglijders met chronische rugpijn kampt. Dat lijkt ons eerder een onderschatting. Dat de patiënten weer aan het werk gaan en niet meer naar de dokter gaan, betekent immers niet noodzakelijk dat ze geen pijn meer hebben! In veel gevallen sleept het probleem dan ook een stuk langer aan dan men durft toe te geven.
Ook is de kans groot dat u na uw herstel later toch weer last krijgt van lagerugpijn. Cijfers hierover lopen sterk uiteen: naargelang van de bron zou de pijn in 24 tot 80% van de gevallen binnen het jaar terugkeren.
In ongeveer 90% van de gevallen is niet zeker te zeggen wat precies de oorzaak is van de lagerugpijn. Er zijn ook geen afdoende preventieve maatregelen waarmee u met zekerheid de kans om rugpijn te krijgen significant kunt verminderen.
Mensen met duidelijk overgewicht kunnen hun rug wellicht sparen door af te vallen en zo misschien hun kans op rugpijn verminderen, maar bewezen is dat niet. Voorts tonen bepaalde studies een verband aan tussen roken en lagerugpijn. Zo suggereert een recent onderzoek dat stoppen met roken een gunstig effect kan hebben bij lagerugpijnpatiënten. Misschien kan het ook de kans op de ontwikkeling van lagerugpijn verminderen, maar dat is vooralsnog een onbewezen hypothese. Het is evenmin bewezen dat regelmatig meer aan lichaamsbeweging doen heilzaam is. We kunnen veronderstellen en hopen dat lichaamsbeweging bij mensen zonder rugpijn een preventieve rol speelt, maar zeker is dat niet. Het is ook niet duidelijk of sportieve mensen daadwerkelijk minder kans maken op rugpijn dan mensen met een meer sedentaire levensstijl. De gegevens daaromtrent zijn tegenstrijdig.