Osteoporose


De meeste mensen weten niet of ze osteoporose hebben, want deze aandoening vertoont geen uiterlijke symptomen. Ze manifesteert zich meestal op latere leeftijd door bijvoorbeeld een heup- of polsbreuk. U kunt het risico op zo’n breuk echter verminderen door voldoende calcium en vitamine D op te nemen.
Sinds u de leeftijd van dertig jaar passeerde, is uw lichaam niet meer in staat om botweefsel even snel aan te maken als het afbreekt. Ook de structuur van het bot verandert langzaam. Gevolg van dit alles is dat de sterkte van het skelet geleidelijk afneemt. Als dat in die mate gebeurt dat de kans op breuken verhoogt, spreekt men van osteoporose. Vooral vrouwen moeten het ontgelden. Zij hebben al vanaf hun jeugd minder sterke botten dan mannen. En na de menopauze gaat het verder bergafwaarts onder invloed van hormonale veranderingen. Ook bij mannen komt het voor, maar in veel mindere mate en meestal op latere leeftijd.
De behandeling van osteoporose heeft als doel de kans op breuken te verkleinen. Het is raadzaam om alleen een behandeling in te stellen bij een hoge kans op breuken, onder meer omdat de gebruikte geneesmiddelen ook nare bijwerkingen kunnen hebben.
Om die kans in te schatten moet men naar alle risicofactoren kijken en niet alleen naar het resultaat van een botdichtheidsmeting. Trouwens, ook mensen zonder uitgesproken osteoporose kunnen soms baat hebben bij een preventieve behandeling als ze vatbaar voor andere risicofactoren zijn.
Er bestaan uiteenlopende medicijnen die we hier niet allemaal kunnen bespreken. In eerste instantie geeft men doorgaans de voorkeur aan zogenaamde bisfosfonaten, zoals alendroninezuur, risedroninezuur of zoledroninezuur. Deze geneesmiddelen remmen de cellen af die verantwoordelijk zijn voor de afbraak van botweefsel. Onderzoek heeft aangetoond dat ze de kans op wervel- en heupbreuken doen afnemen. Ze kunnen worden ingenomen via de mond of toegediend via injecties. Mogelijke bijwerkingen zijn onder meer spier- en gewrichtspijn, diarree, zweren van de slokdarm, necrose van het kaakbeen en nierproblemen.
Bij mensen met een laag fractuurrisico zijn algemene preventieadviezen voor het behoud van een gezond skelet en het voorkomen van breuken meer op hun plaats.
Een botdichtheidsmeting hoort enkel in specifieke gevallen te gebeuren, bijvoorbeeld als u een breuk hebt opgelopen zonder dat er sprake was van bijvoorbeeld een zware val of als u meerdere risicofactoren cumuleert.
De stevigheid van ons skelet is in de eerste plaats afhankelijk van de toevoer van het mineraal calcium (kalk). Calcium halen we uit de voeding. Zuivelproducten (yoghurt, kaas, melk…) zijn bekende bronnen van calcium. Als u elke dag een glas melk drinkt, een kommetje yoghurt en twee plakjes kaas eet, komt u al aan de aanbevolen 1 000 à 1 200 mg calcium per dag. De meeste mensen krijgen genoeg calcium binnen zonder erop te letten.
Maar calcium kan de klus niet op zijn eentje klaren. Daarom heeft hij een sidekick, genaamd vitamine D. Die helpt het calcium om vanuit de voeding in de bloedbaan terecht te komen en uiteindelijk bot te vormen.
Maar hoe komen we aan vitamine D? Zoals de meeste vitamines zit ze in onze voeding (vette vis, eieren, margarine). De belangrijkste bron is echter onze eigen huid. Daar wordt aanwezige cholesterol onder invloed van zonlicht omgezet in vitamine D. Om precies te zijn moeten we 15 à 30 minuten per dag onze handen en gezicht blootstellen aan hoge zon. Komen we met grotere delen van ons lichaam in direct zonlicht, dan volstaat een kortere tijd. Zonnebadend rond het middaguur hebt u zelfs na enkele minuten uw dagelijkse dosis al binnen.
Maar in onze contreien is de realiteit dat de zon niet bepaald elke dag schijnt. Bovendien zitten we vaak binnen: op kantoor, op school, in huis, in de auto … Gelukkig kan ons lichaam vitamine D stockeren. Wie tijdens de zonrijke maanden genoeg buitenkomt, bouwt een reserve op die hij tijdens de donkere wintermaanden kan aanspreken.
Ter preventie van osteoporose kunnen supplementen vooral voor ouderen zinvol zijn. Sommige bejaarden komen nog weinig buiten en missen zo de kans om wat zonlicht op de huid te krijgen. Daardoor daalt hun vitamine D-peil. Bovendien verliezen veel ouderen in een rusthuis hun eetlust en ontwikkelen ze op die manier een calciumtekort.
In dergelijke gevallen kan een supplement worden overwogen, maar wel in samenspraak met de arts. Meestal zal een supplement van 500 mg calcium volstaan, soms is 1 000 mg nodig. Extra vitamine D in het kader van osteoporosepreventie of -behandeling bedraagt meestal 20 µg per dag (op de verpakking aangegeven als 800 IE).- Bijvoorbeeld als ze bepaalde geneesmiddelen nemen, zoals een medicijn tegen epilepsie. Bij langdurig gebruik leiden sommige anti-epileptische middelen tot een tekort aan vitamine D.
- Ook mensen die een maagomleiding (gastric bypass) hebben ondergaan, kunnen gebaat zijn bij extra vitamine D, omdat de opname van voedingsstoffen uit de darmen is verstoord.
- Patiënten die lijden aan een chronische nierziekte kunnen een tekort aan vitamine D vertonen.
- Een extra dosis kan ook nuttig zijn voor mensen met een donkere huidskleur, die minder snel vitamine D aanmaken.