Al wat je als vruchtgebruiker moet weten
Je komt de term vruchtgebruik vooral tegen bij een erfenis of een schenking. Maar wat betekent dit precies? Welke rechten en plichten heb je als vruchtgebruiker tegenover de blote eigenaar? Kan een vruchtgebruik worden stopgezet? En hoe wordt de waarde berekend? We leggen het je uit.
Er is een grote kans dat je ooit in aanraking komt met het begrip ‘vruchtgebruik’.
Bijvoorbeeld:
- Wanneer je partner of wettelijke samenwoner overlijdt;
- Of wanneer je beslist dat het tijd is om je erfenis te regelen ten voordele van je kinderen.
Vruchtgebruik is eigenlijk een vorm van mede-eigendom. De andere partij wordt de blote eigenaar genoemd.
Hoe werkt vruchtgebruik?
Als vruchtgebruiker krijg je het recht om de goederen van de blote eigenaar te gebruiken en er de opbrengsten van de te ontvangen.
- Gaat het om een woning, dan mag je er zelf in wonen zonder huur te betalen. Je kan ze ook verhuren en de huurinkomsten opstrijken. Maar je mag de woning niet zomaar verkopen, schenken of met een hypotheek bezwaren.
- Gaat het om geld, dan ontvang je de intresten en dividenden. Het kapitaal zelf blijft echter onaangeroerd.
Hoe kan je vruchtgebruiker worden?
Je kan vruchtgebruiker worden via een erfenis of een schenking.
Vruchtgebruik bij een erfenis
Als een gehuwde persoon overlijdt zonder een testament, krijgt de langstlevende partner automatisch het vruchtgebruik van alles wat de overledene nalaat.
Je bent echter nooit verplicht om dat vruchtgebruik te aanvaarden. Je kan het weigeren of vragen aan de blote eigenaar(s) om het om te zetten in een geldsom.
Vruchtgebruik bij wettelijke samenwoning
Wanneer er sprake is van een wettelijke samenwoning, geldt het vruchtgebruik enkel voor de gezinswoning en de inboedel.
De blote eigendom gaat naar de andere erfgenamen, meestal de kinderen.
Vruchtgebruik en een testament
Een testament kan dit anders regelen. Zo kan iemand beslissen om al zijn bezittingen na te laten aan de kinderen of aan iemand anders. Toch kan de langstlevende partner zich daartegen verzetten en zijn of haar reserve opeisen.
In dat geval krijg je het vruchtgebruik op de helft van de erfenis, en minstens op de gezinswoning en de inboedel, zelfs als dat meer dan de helft is. Wettelijke samenwoners kunnen wél volledig onterfd worden via een testament.
Vruchtgebruik en een huwelijkscontract
Wanneer iemand hertrouwt en zijn kinderen uit een vorige relatie wil bevoordelen, kan in het huwelijkscontract afgesproken worden dat de nieuwe partner afstand doet van het vruchtgebruik. Dit noemt men de “Valkeniersclausule”.
Ook al moet de langstlevende partner in dat geval het huis verlaten na het overlijden, toch mag hij of zij er nog zes maanden blijven wonen.
Meer informatie over successierechten
Het vruchtgebruik bij een donatie
Om de erfbelasting voor hun kinderen te verminderen, kiezen sommige ouders ervoor om tijdens hun leven al een som geld of een woning te schenken, maar wel met behoud van het vruchtgebruik.
Dat gebeurt bijvoorbeeld bij wat men een gesplitste aankoop van een woning noemt: de ouders kopen enkel het vruchtgebruik, terwijl de kinderen de blote eigendom verwerven met het geld dat ze vooraf van hun ouders geschonken kregen.
Wat zijn de rechten en plichten van een vruchtgebruiker?
Vruchtgebruiker worden betekent niet alleen genieten van een goed. Je hebt ook rechten en plichten. Zo betaal jij het gewone onderhoud, terwijl de blote eigenaar instaat voor de grote herstellingen. Daarnaast ben je verplicht een inventaris op te maken en een woonverzekering te nemen.
De wet legt duidelijk vast wat jij en de blote eigenaar van elkaar mogen verwachten. Door die regels goed te begrijpen, vermijd je misverstanden en kan je het vruchtgebruik zonder zorgen beheren.
Kan je een vruchtgebruik stopzetten in België?
Soms past een vruchtgebruik niet langer bij de situatie. In dat geval kan jij als vruchtgebruiker vragen om het te zetten in een geldsom, bijvoorbeeld wanner je het goed niet meer wil bewonen of beheren. Ook de blote eigenaars kunnen, afhankelijk van de familieband en de wettelijke voorwaarden, zo’n omzetting aanvragen.
Om discussies te vermijden, kan de waarde van het vruchtgebruik in onderling overleg worden bepaald of berekend via een wettelijke formule.
Hoe kan een vruchtgebruik worden beëindigd?
Heb je vragen over vruchtgebruik of over een erfenis?
Wil je meer weten over erfenissen in het algemeen? Neem dan zeker een kijkje in ons dossier over successierechten en in dat over manieren om die te verlagen.
Je kan ook elke dinsdag van 9 tot 12u30 en van 13 tot 17u onze experten in successie telefonisch bereiken op het nummer 02 542 33 69.
Er is een grote kans dat je ooit in aanraking komt met het begrip ‘vruchtgebruik’.
Bijvoorbeeld:
- Wanneer je partner of wettelijke samenwoner overlijdt;
- Of wanneer je beslist dat het tijd is om je erfenis te regelen ten voordele van je kinderen.
Vruchtgebruik is eigenlijk een vorm van mede-eigendom. De andere partij wordt de blote eigenaar genoemd.
Hoe werkt vruchtgebruik?
Als vruchtgebruiker krijg je het recht om de goederen van de blote eigenaar te gebruiken en er de opbrengsten van de te ontvangen.
- Gaat het om een woning, dan mag je er zelf in wonen zonder huur te betalen. Je kan ze ook verhuren en de huurinkomsten opstrijken. Maar je mag de woning niet zomaar verkopen, schenken of met een hypotheek bezwaren.
- Gaat het om geld, dan ontvang je de intresten en dividenden. Het kapitaal zelf blijft echter onaangeroerd.
Je kan vruchtgebruiker worden via een erfenis of een schenking.
Vruchtgebruik bij een erfenis
Als een gehuwde persoon overlijdt zonder een testament, krijgt de langstlevende partner automatisch het vruchtgebruik van alles wat de overledene nalaat.
Je bent echter nooit verplicht om dat vruchtgebruik te aanvaarden. Je kan het weigeren of vragen aan de blote eigenaar(s) om het om te zetten in een geldsom.
Vruchtgebruik bij wettelijke samenwoning
Wanneer er sprake is van een wettelijke samenwoning, geldt het vruchtgebruik enkel voor de gezinswoning en de inboedel.
De blote eigendom gaat naar de andere erfgenamen, meestal de kinderen.
Vruchtgebruik en een testament
Een testament kan dit anders regelen. Zo kan iemand beslissen om al zijn bezittingen na te laten aan de kinderen of aan iemand anders. Toch kan de langstlevende partner zich daartegen verzetten en zijn of haar reserve opeisen.
In dat geval krijg je het vruchtgebruik op de helft van de erfenis, en minstens op de gezinswoning en de inboedel, zelfs als dat meer dan de helft is. Wettelijke samenwoners kunnen wél volledig onterfd worden via een testament.
Vruchtgebruik en een huwelijkscontract
Wanneer iemand hertrouwt en zijn kinderen uit een vorige relatie wil bevoordelen, kan in het huwelijkscontract afgesproken worden dat de nieuwe partner afstand doet van het vruchtgebruik. Dit noemt men de “Valkeniersclausule”.
Ook al moet de langstlevende partner in dat geval het huis verlaten na het overlijden, toch mag hij of zij er nog zes maanden blijven wonen.
Meer informatie over successierechten
Het vruchtgebruik bij een donatie
Om de erfbelasting voor hun kinderen te verminderen, kiezen sommige ouders ervoor om tijdens hun leven al een som geld of een woning te schenken, maar wel met behoud van het vruchtgebruik.
Dat gebeurt bijvoorbeeld bij wat men een gesplitste aankoop van een woning noemt: de ouders kopen enkel het vruchtgebruik, terwijl de kinderen de blote eigendom verwerven met het geld dat ze vooraf van hun ouders geschonken kregen.
Meer over onroerend goed schenken
Vruchtgebruiker worden betekent niet alleen genieten van een goed. Je hebt ook rechten en plichten. Zo betaal jij het gewone onderhoud, terwijl de blote eigenaar instaat voor de grote herstellingen. Daarnaast ben je verplicht een inventaris op te maken en een woonverzekering te nemen.
De wet legt duidelijk vast wat jij en de blote eigenaar van elkaar mogen verwachten. Door die regels goed te begrijpen, vermijd je misverstanden en kan je het vruchtgebruik zonder zorgen beheren.
Ontdek de rechten en plichten van de vruchtgebruiken
Soms past een vruchtgebruik niet langer bij de situatie. In dat geval kan jij als vruchtgebruiker vragen om het te zetten in een geldsom, bijvoorbeeld wanner je het goed niet meer wil bewonen of beheren. Ook de blote eigenaars kunnen, afhankelijk van de familieband en de wettelijke voorwaarden, zo’n omzetting aanvragen.
Om discussies te vermijden, kan de waarde van het vruchtgebruik in onderling overleg worden bepaald of berekend via een wettelijke formule.
Hoe kan een vruchtgebruik worden beëindigd?
Wil je meer weten over erfenissen in het algemeen? Neem dan zeker een kijkje in ons dossier over successierechten en in dat over manieren om die te verlagen.
Je kan ook elke dinsdag van 9 tot 12u30 en van 13 tot 17u onze experten in successie telefonisch bereiken op het nummer 02 542 33 69.
Hier vind je een overzicht van de belangrijkste rechten en plichten voor vruchtgebruik dat gestart is op of na 1 september 2021.
Welke rechten heb je als vruchtgebruiker?
Als vruchtgebruiker heb je bepaalde rechten op de goederen waarop het vruchtgebruik rust. Zo mag je:
- Het goed gebruiken (bijvoorbeeld gratis in een huis wonen).
- De vruchten en inkomsten innen (zoals huurinkomsten van een verhuurd huis of intresten van een effectenportefeuille).
Heb je vruchtgebruik van een goed, dan is de blote eigenaar verantwoordelijk voor de grote herstellingen. Dat zijn herstellingen die de structuur of vaste onderdelen van het goed betreffen, of die duurder zijn dan de huurwaarde. Denk aan werken aan het dak, de verwarmingsketel, de ramen of isolatiewerken.
Welke verplichtingen heb je als vruchtgebruiker?
Dit zijn de vier belangrijkste verplichtingen van een vruchtgebruiker van een onroerend goed.
Maak een inventaris
Wanneer je vruchtgebruiker wordt van een woning, moet je vanaf het begin samen met de blote eigenaar een inventaris opstellen waarin je de staat van het goed beschrijft:
- Sinds september 2021 is dit verplicht.
- Je hoeft hiervoor geen notaris in te schakelen.
- Het kost niet als je dit zelf doet.
- De inventaris moet schriftelijk gebeuren en door beide partijen ondertekend worden.
Dit document kan later dienen als bewijs dat iets al niet in orde was toen jij het goed in bezit nam.
Gebruik het goed op een zorgvuldige en redelijke manier
Je bent verplicht het goed te gebruiken volgens de bestemming, dus zorgvuldig en redelijk. Bij een woning betekent dit dat je ze in goede staat moet houden tot ze teruggaat naar, de blote eigenaar bij het einde van het vruchtgebruik.
- Kleine herstellingen, zoals schilderwerken, en het gewone onderhoud (bijvoorbeeld van de verwarmingsketel) zijn voor jouw rekening, behalve wanneer het gaat om normale slijtage.
- Sinds september 2021 kan de blote eigenaar je vragen bij te dragen aan de grote herstellingen. Het bedrag hangt af van de waarde van jouw vruchtgebruik in verhouding tot de totale waarde van het huis. Jullie kunnen dit onderling afspreken of de wettelijke formule toepassen.
- Als het vruchtgebruik betrekking heeft op roerende goederen, mag je die gebruiken tot ze versleten zijn. Je hoeft ze daarna niet te vervangen.
Verzeker het goed
Je bent verplicht een brandverzekering (woonverzekering) af te sluiten en de blote eigenaar mag vrgaen dat je hiervan bewijs levert.
Bij roerende goederen geldt opnieuw dat je ze mag gebruiken tot ze versleten zijn, zonder vervangingsplicht.
Laat een jaarlijkse controle toe
De blote eigenaar heeft het recht om het goed één keer per jaar te komen bezichtigen.
Normaal gezien stopt een vruchtgebruik pas bij het overlijden van de vruchtgebruiker. Vanaf dat moment wordt de blote eigenaar automatisch volle eigenaar, zonder dat daar nog formaliteiten voor nodig zijn. Toch kan het gebeuren dat:
- De vruchtgebruiker liever geld krijgt in plaats van een vruchtgebruik;
- De blote eigenaar niet zo lang wil wachten.
Een klassiek voorbeeld: je vader hertrouwt met iemand die jonger is. Jij en je broers of zussen uit het eerste huwelijk moeten dan misschien nog vele jaren wachten voor het vruchtgebruik van je stiefouder eindigt. Het is dus logisch dat je sneller volle eigenaar wilt worden.
Komt er toch een uitkoop, dan is het belangrijk om te weten hoe de waarde van je vruchtgebruik wordt bepaald (zie verder).
Als jij liever geld wilt
Als je het niet (meer) ziet zitten om in het pand te (blijven) wonen of het te verhuren, kun je als langstlevende partner meestal eisen van de blote eigenaar dat het vruchtgebruik wordt omgezet, zoals dat heet. Jij staat je recht dan af in ruil voor een volwaardig alternatief in geld.
- Voor de gezinswoning en de huisraad kun je dat altijd eisen.
- Voor andere goederen kun je dat alleen als er gemeenschappelijke kinderen zijn, en anders kun je dat slechts tot vijf jaar na het overlijden (daarna kun je het alleen vragen).
Als de blote eigenaar je vruchtgebruik wil stopzetten
Als langstlevende partner kan je bijna nooit gedwongen worden om je vruchtgebruik om te zetten.
Voor de gezinswoning en de inboedel kan de blote eigenaar dit niet eisen.
Voor andere goederen hangt het af van de situatie:
- Gemeenschappelijke kinderen kunnen altijd de omzetting vragen, behalve als de overledene dit in zijn testament uitdrukkelijk heeft verboden.
- Kinderen uit een eerdere relatie zijn wettelijk beschermd: de overledene kan in zijn testament niet verhinderen dat zij omzetting vragen. Bovendien wordt de duur van jouw vruchtgebruik automatisch ingekort als je niet minstens 20 jaar ouder bent dan het oudste van die kinderen. In dat geval wordt je leeftijd fictief verhoogd tot 20 jaar boven die van het oudste kind.
- Als een van de betrokkenen niet akkoord gaat met de omzetting, kan de rechter beslissen.
Zijn er geen gemeenschappelijke kinderen, dan kan een blote eigenaar de omzetting hoogstends vragen (niet eisen), en de rechter kan dit altijd tegenhouden.
Hoe bereken je de waarde van het vruchtgebruik?
Je kan samen met de blote eigenaar vrij de waarde van het vruchtgebruik bepalen. Als jullie het eens raken over een bedrag, kan je op die basis overgaan tot de omzetting. Een voorbeeld: de langstlevende partner en de twee kinderen van de overledene beslissen om de waarde van het huis in drie te delen en het vruchtgebruik af te kopen door elk een derde aan de vruchtgebruiker te betalen.
In de praktijk wil natuurlijk niemand benadeeld worden. Daarom probeert men een zo realistisch mogelijke waarde te bepalen. Dat is niet eenvoudig, want bij de berekening moet je rekening houden met:
- De levensverwachting van de vruchtgebruiker;
- Een eerlijk rentepercentage;
- De inflatie, omdat de waarde vandaag niet dezelfde is als binnen twintig jaar.
Vind je de berekening te ingewikkeld of komen de partijen niet tot een akkoord, dan kan je terugvallen op de wettelijke formule.
De wettelijke formule voor de berekening van het vruchtgebruik
De waarde van het vruchtgebruik voor een omzetting in geld of voor de verdeling van ieders aandeel in grote herstellingen kan, indien nodig, berekend worden met de wettelijke formule:
“De waarde in volle eigendom vermenigvuldigen met een percentage dat wettelijk vastligt op basis van enerzijds de levensverwachting, en anderzijds de gemiddelde rentevoet van de voorbije twee jaar.”
Deze percentages worden elk jaar in juli herzien. Je vindt ze terug op de website van het Belgisch Staatsblad. Typ daar gewoon “omzettingstabel vruchtgebruik” in bij “Woord(en) van de titel” en klik vervolgens op “Zoeken”.
Hou er rekening mee dat deze formule niet altijd in het voordeel van de vruchtgebruikers is, vooral wanneer de rentevoeten laag staan.
Verwar dit niet met de fiscale formule
De berekening hierboven geldt enkel voor de waarde van het vruchtgebruik bij omzetting of verdeling. Er bestaat ook een andere wettelijke formule, maar die is uitsluitend van toepassing op de berekening van de erf- en schenkbelasting.
In een fiscale context moet je namelijk deze formule gebruiken:
“De waarde in volle eigendom vermenigvuldigd met een vaste coëfficiënt volgens de leeftijd van de vruchtgebruiker (van 18 voor iemand jonger dan 20 jaar tot 2 voor iemand ouder dan 80 jaar), vermenigvuldigd met 4%.”
Meer info over successie en de waarde van het vruchtgebruik vind je hier.
Concreet betekent dit dat je in de aangifte van nalatenschap de waarde van de erfenis moet verdelen tussen de vruchtgebruiker en de blote eigenaar. De fiscus bepaalt dan de verschuldigde successierechten (in de praktijk betaalt de langstlevende partner vaak niets).
Voor de schenkbelasting bij een schenking met voorbehoud van vruchtgebruik geldt dezelfde berekeningsmethode.