Wat betekent de accijnshervorming voor jouw energiefactuur?
De federale regering bereikte deze week een akkoord over de federale begroting van de komende jaren. Eén van de meest opvallende maatregelen is een accijnshervorming van de energiefactuur. Maar wat houdt die precies in? En vooral: wat verandert er voor jou als consument?
Wat zijn de accijnzen op energie?
Dit is een indirecte belasting die wordt berekend op het aantal kilowattuur elektriciteit en gas dat je verbruikt. De accijns wordt gebruikt om fondsen zoals het Gas- en Elektriciteitsfonds te financieren. Dit geld gaat naar de OCMW ‘s, die kwetsbare consumenten helpen die moeite hebben om hun energiefactuur te betalen. Ook de werking van de federale energieregulator, de CREG, wordt met deze belasting gefinancierd.
De bedragen kunnen verschillen per verbruiksschijf en stegen in april 2023 om de permanente btw-verlaging van 21% naar 6% te compenseren. Vandaag betaal je:
- 50,33 €/MWh aan accijnzen voor elektriciteit
- 8,72 €/MWh voor aardgas voor een verbruik tot 12 MWh (9,43 €/MWh daarboven)
- 1,73 €/100 liter stookolie (komt overeen met ongeveer 1 MWh)
Wat besliste de federale regering?
De federale regering heeft gekozen voor een geleidelijke aanpassing van de energie-accijnzen in de komende jaren. Concreet:
- Aardgas en stookolie worden stap voor stap duurder omdat de accijnzen daarop stijgen. Tegen 2029 verwacht de overheid 365 miljoen euro extra opbrengsten uit aardgas en 28 miljoen euro extra uit stookolie.
- Elektriciteit wordt net iets goedkoper, want de accijnzen daarop dalen. In 2029 zal elektriciteit daardoor 170 miljoen euro minder opbrengen voor de overheid.
Bovendien stijgt de btw op fossiele brandstoffen vanaf 2030 opnieuw naar 21%, omdat Europa dat verplicht. De regering kiest ervoor deze stijging niet in één keer door te voeren, maar geleidelijk via aangepaste accijnzen. Zo vermijd je een plotse sprong, zoals een onmiddellijke btw-verhoging naar 12% vanaf 2026. Daardoor wordt je gasfactuur volgend jaar in een eerste fase ongeveer 20 euro duurder voor een gemiddeld gezin.

Wat is de impact voor consumenten?
Deze tabel toont hoe de accijnzen voor aardgas, elektriciteit en stookolie evolueren tussen 2025 en 2029. Zo krijg je als consument een duidelijk beeld van de impact op je energiekosten in de komende jaren.
|
Accijnzen 2025 |
Evolutie 2029 | |
| Aardgas (17.000 kWh) | € 143 | € 75 |
| Elektriciteit (3.500 kWh) | € 166 | - € 34 |
| Stookolie (1.700 liter) | € 29 | € 15 |
Aardgas
In een gemiddelde gasfactuur van 1.300 euro (voor een verbruik van 17.000 kWh), zit vandaag zo’n 143 euro aan accijnzen, exclusief btw. Tegen 2029 komt daar zo’n 75 euro bovenop. Dat komt overeen met het effect van een stijging van de btw van 6% naar ongeveer 12%.
Elektriciteit
In een gemiddelde stroomfactuur (3.500 kWh) van 1.200 euro, zit vandaag zo’n 166 euro aan accijns, exclusief btw. Door de geplande daling van de accijnzen zal een gemiddeld gezin ongeveer 34 euro minder betalen tegen 2029, volgens berekeningen van energie-expert Ruben Baetens (KU Leuven).
Stookolie
Voor stookolie betaal je vandaag slechts 17 euro per 1.000 liter aan accijnzen; dat stijgt vanaf 2026 naar 23 euro, tegen 2029 gaat het om 26 euro. Dit betekent een verhoging van +/- 15 euro voor 1.700 liter tegen 2029. Op stookolie is vandaag echter wel al 21% btw van toepassing.
Wat is het standpunt van Testaankoop?
De beslissing om de accijnzen op elektriciteit te verlagen, juichen we toe. Deze accijnzen werden op 1 april 2023 nog aanzienlijk verhoogd om de btw-verlaging te compenseren, een maatregel waar Testaankoop zich toen al fel tegen verzette. Een verlaging is dus een stapje in de goede richting.
Toch blijft het effect beperkt: een gemiddeld gezin betaalt vandaag al 175 euro aan bijzondere accijns op een verbruik van 3.500 kWh. Ook de regionale heffingen laten nog ruimte voor een verdere daling van de elektriciteitsfactuur. Het is essentieel dat de kloof tussen fossiele brandstoffen en elektriciteit kleiner wordt als je van de meest duurzame keuzes ook de financieel meest interessante wil maken.
De accijnzen op gas stijgen bovendien sterker dan de accijnzen op elektriciteit dalen. Het is dus geen loutere verschuiving van lasten, maar wel een belastingverhoging. Dat is op zich niet verrassend, want de beslissing maakt deel uit van het begrotingsakkoord. Toch helpt dit volgens ons niet om het maatschappelijk draagvlak voor de energietransitie te versterken.
Bovendien zullen fossiele brandstoffen vanaf 2028 ook fors duurder worden door de invoering van het Europese emissiehandelsysteem ETS2.
Geïsoleerde prijsstijgingen zonder breder beleidskader zijn onaanvaardbaar en zetten de energietransitie op het spel. Betaalbare alternatieven zijn essentieel. Het is dan ook van belang dat dergelijke maatregelen deel uitmaken van een coherent en toekomstgericht beleid, met een duidelijk traject, een helder einddoel en flankerende financiële ondersteuning voor kwetsbare gezinnen in slecht geïsoleerde woningen. Stijgende verwarmingskosten treffen deze groep het hardst omdat zij een groter deel van hun inkomen aan energie spenderen.
