Hoeveel kost elektrisch rijden?

Om te weten hoeveel een wagen je in totaal kost, moet je over de volledige gebruiksperiode alle kosten in de weegschaal leggen, dus naast de aankoopsom ook de prijzen aan de pomp of de laadpaal, taksen en belastingen, verzekeringen en onderhoudskosten.
Van deze totaalkost over de hele gebruiksperiode moet je de herverkoopwaarde aftrekken, d.i. het bedrag dat je van je auto krijgt wanneer je hem op het eind verkoopt.Zo kom je tot de totale gebruikskosten, ook aangeduid met de Engelse term Total Cost of Ownership (TCO).
Als voorbeeld tonen we het totale bedrag dat je uitgeeft aan een doorsnee middenklasser in de verschillende motorversies, aangekocht in 2020 en doorverkocht na 4 jaar met 60 000 km op de teller.
Plug-in hybride
Bij een plug-in hybride heeft je laadgedrag een belangrijke impact op de totale kosten van de wagen. Door het gewicht van de dubbele aandrijving en de batterij is zo'n wagen enkele honderden kilo’s zwaarder, waardoor hij in brandstofmodus meer verbruikt dan een soortgelijke diesel of benzine. Daarom maken we een onderscheid tussen een veelvuldig opgeladen plug-inhybride die altijd in elektrische modus rijdt en een plug-inhybride die nauwelijks wordt opgeladen en voornamelijk op brandstof rijdt.
Belastingen
Voor de belastingen namen we een Belgisch gemiddelde. In de praktijk zijn er regionale verschillen. In Vlaanderen zijn elektrische wagens vrijgesteld van BIV (belasting op inverkeerstelling) en jaarlijkse verkeersbelasting, terwijl je in Brussel en Wallonië de minimum BIV en verkeersbelasting betaalt. Voor plug-inhybrides wordt vanaf 1 januari 2021 BIV en verkeersbelasting aangerekend in functie van de CO2-uitstoot.
Voor vennootschappen en zelfstandigen zijn elektrische wagens voor 100 % fiscaal aftrekbaar.
De berekening
Rekening houdend met de te verwachten prijsevolutie van brandstoffen, elektriciteit en batterijen, becijferden we hoeveel een kleine, middelgrote en grote wagen je in de verschillende motortypes over een gebruiksperiode van 16 jaar en 190 000 kilometer in totaal zal kosten, bij aankoop in 2020 tot in 2030.
In onze berekening gingen we ervan uit dat de auto na 4 jaar en 60 000 km wordt doorverkocht als tweedehandswagen, waarmee gedurende 5 jaar 60 000 km wordt gereden, waarna de wagen opnieuw wordt doorverkocht als derdehandswagen en er nog eens gedurende 7 jaar 70 000 km mee wordt gereden. In de totaalkosten is dus driemaal inschrijvingsbelasting en driemaal BTW op de aankoopprijs gerekend. Als je de wagen zelf 16 jaar gebruikt, betaal je uiteraard maar één keer BTW en belasting op inverkeerstelling, waardoor de totaalkosten iets gunstiger zullen uitvallen.
Hoeveel kost 100 km rijden met een elektrische auto?
De "brandstofkosten" voor een elektrische auto kunnen lager zijn dan die van een auto met een verbrandingsmotor (ongeveer € 10 per 100 km als we een gelijkwaardige auto nemen, brandstofprijzen februari 2024). Het is echter niet de energie op zich die minder duur is. De vloeibare brandstof kost ongeveer 18 cent per kWh terwijl elektriciteit minstens dubbel zoveel kost.
In feite bespaar je maar op je factuur dankzij het hogere rendement van de elektrische motor. Je moet vooral ook een goeie leverancier vinden, hoge pieken in je verbruik vermijden (in Vlaanderen) en waar mogelijk profiteren van het dubbel tarief.
Zonder capaciteitstarief
In Brussel, Wallonië en in Vlaanderen zonder digitale meter kost deze je in februari 2024 ongeveer € 4,5 à € 8 per traject van gemiddeld 100 km, voor een auto die 16,5 kWh/100 km verbruikt en met inachtneming van wat verlies bij het laden.
Als je oplaadt tegen het tarief buiten de piekuren, 's nachts of tijdens het weekend en met de goedkoopste energieleverancier, kun je ongeveer € 1,5 per 100 km besparen.
Met capaciteitstarief (enkel in Vlaanderen)
Met een digitale teller is het variabele deel van de elektriciteitsprijs lager in Vlaanderen, maar anderzijds moet je betalen volgens de vermogenspiek. Voor hetzelfde voertuig dat 15 000 km per jaar aflegt, zal de prijs per 100 km afhangen van het laadvermogen.
- Als je altijd op minder dan 7,4 kW oplaadt, blijft de prijs rond € 4 à € 8 per 100 km. Hij zal zelfs ongeveer € 1 lager uitvallen als je genoegen neemt met 3,7 kW.
- Als je een werkelijk vermogen van 11 kW gebruikt, zal de prijs ongeveer € 1 hoger uitvallen.
- Als je 22 kW gebruikt om je wagen op te laden, zal je dat ongeveer € 10 kosten per 100 km of meer. Dan betaal je ongeveer dezelfde prijs of meer als bij een voertuig met een verbrandingsmotor.
Frequente vragen over elektrisch rijden
Is elektrisch rijden goedkoper?
Momenteel lijken de kosten voor auto’s die rijden op benzine of diesel nog lager dan de kosten van elektrische auto’s, maar dit zal in de toekomst veranderen. Je elektrische auto opladen is goedkoper dan tanken. Maar ook de aankoopprijs van een elektrische wagen daalt.
Hoe kun je goedkoop elektrisch rijden?
De belangrijkste kost bij een nieuwe auto is de kost van de aankoop zelf. Momenteel zijn elektrische en hybride auto’s nog duurder dan auto’s die rijden op diesel en benzine. Maar hoe kun je nu toch al centjes besparen met een elektrische wagen?
Waarom elektrische bedrijfswagens interessant zijn
Aangezien bedrijven van Europa steeds meer CO2 neutraal moeten worden, kiezen ze steeds vaker voor groene auto’s over auto’s op benzine of diesel. Wij vergeleken een elektrische auto met een plug-in hybride auto als bedrijfswagen.
Andere duurzame brandstoffen
Naast elektrische auto’s bestaan er ook nog andere manieren om duurzaam te rijden. Denk hierbij aan auto’s op waterstof, LPG en CNG. Deze brandstoffen zijn goed voor het milieu, maar hoe gemakkelijk zijn ze in gebruik?
Voor auto's aangekocht in 2021 oogt het totale kostenplaatje over de hele levensduur nog het gunstigst voor benzines en diesels, maar het kantelmoment waarop de overstap naar elektrisch rijden financieel interessanter wordt dan op brandstof, komt steeds dichterbij, bij kleine en middelgrote wagens al sneller dan bij grotere modellen.
Dat is te danken aan het feit dat opladen goedkoper is dan tanken, zeker als je het tijdens de daluren thuis kunt doen. Daarnaast gaan de aankoopprijzen van elektrische wagens in dalende lijn als gevolg van de dalende batterijprijzen en een productie op alsmaar grotere schaal. Nieuwe elektrische wagens verbruiken steeds minder stroom, de levensduur van de batterijen verbetert en je hebt minder onderhoudskosten omdat er minder onderdelen in zitten die onderhevig zijn aan slijtage. Tot slot kun je door een toenemende restwaarde meer van je investering terugverdienen.
Ontdek hier vanaf wanneer je financieel bekeken de beste zaak doet met de elektrische versie van een kleine stadswagen, een middenklasser of een grote wagen. Als je over de punten in de grafieken beweegt, zie je de totale kosten van de wagens over een gebruiksduur van 16 jaar en 190 000 km, en dat voor elk jaar van aankoop van 2020 tot 2030.
Van plan een middelgrote wagen te kopen? Doe je je aankoop in 2021, dan is een diesel nog de beste deal, al wel dicht gevolgd door een plug-inhybride (op voorwaarde dat je voornamelijk elektrisch rijdt) en een elektrische wagen.
Vanaf 2023 doe je financieel altijd de beste zaak door te kiezen voor de elektrische versie. Die zal je na 16 jaar en 190 000 km het minst kosten van alle motortypes.
Het duurst is een plug-in als je er niet elektrisch mee rijdt. Ook een benzine en een niet-oplaadbare hybride vallen op het eind van de rit duur uit.
Koop je een grote wagen of SUV in 2021, en rijd je daar gedurende 16 jaar 190 000 km mee, dan ben je met een benzine of diesel het goedkoopst af.
Maar wacht je met kopen tot in 2025, dan wordt de 100 % elektrische versie de goedkoopste optie. Een plug-inhybride die weinig wordt opgeladen wordt vanaf 2025 het duurste motortype.
De aankoopprijs speelt het meest mee in de totaalkost van een nieuwe auto. Elektrische en hybride wagens zijn momenteel nog het duurst in aanschaf. De lagere verbruikskosten kunnen de hogere aankoopprijs in vier jaar tijd niet compenseren. Wanneer diezelfde wagen na vier jaar tweedehands koopt, zal de aankoopprijs een pak lager liggen. Op dat moment gaan de brandstof- of laadkosten een alsmaar grotere rol spelen in de totale kostenplaatje. De balans slaat dan om in het voordeel van elektrische wagens, die door de geringere kosten voor opladen en onderhoud hoe langer hoe goedkoper worden.
Tweedehands: elektrische versie beste deal voor kleine en middelgrote wagens
Koop je in 2024 een tweedehandse kleine of middelgrote wagen en rijd je er gedurende 5 jaar 60 000 km mee, dan ben je goedkoper af als je de elektrische versie kiest. Tweedehands benzines en gewone hybrides zullen dan de duurste totaalkost hebben.
Koop je in 2024 een grote wagen of SUV tweedehands, dan blijft volgens de huidige prognoses een diesel of benzine van bouwjaar 2020 nog de goedkoopste keuze. Tweedehands een grote elektrische wagen of plug-inhybride kopen wordt wel jaar na jaar interessanter. Tegen 2030 wordt dat de voordeligste keuze.
Derdehands: elektrisch altijd het voordeligst
Schaf je een wagen van bouwjaar 2020 derdehands aan in 2029 en rijd je er gedurende 7 jaar nog 70 000 km mee, dan ben je altijd het voordeligst af met een elektrische wagen of een plug-inhybride. Doordat bij een derdehandswagen de brandstof de voornaamste uitgavenpost wordt en tanken bijna dubbel zo duur zal zijn als opladen, worden benzine- en dieselwagens de duurste van alle motorversies.
Van Europa moeten bedrijven hun wagenpark meer en meer CO2-neutraal maken. Dat betekent dat ze de benzines en diesels in hun vloot geleidelijk zullen moeten vervangen door groene wagens.
Bedrijven kopen naast elektrische wagens ook vaak plug-inhybrides als firmawagens om de eenvoudige reden dat ze fiscaal worden aangemoedigd. Een plug-inhybride heeft een elektrisch rijbereik tot ongeveer 50 km, waarna overgeschakeld wordt op de verbrandingsmotor. Niet zo geschikt dus voor langeafstandsritten op de autosnelweg, tenzij men geregeld kan stoppen om op te laden, aan - dure - publieke snellaadpalen.
We berekenden de TCO van een grote firmawagen waarmee 30 000 km per jaar wordt gereden gedurende 4 jaar, om het totale kostenplaatje van een elektrische wagen of plug-inhybride te vergelijken met dat van een vergelijkbare brandstofwagen.
De 100 % elektrische wagen blijkt met voorsprong de voordeligste. Zijn totaalkost ligt zelfs lager dan een plug-inhybride die voornamelijk in elektrische modus wordt gebruikt.
Een plug-in vraagt de nodige discipline om altijd thuis, op het werk en onderweg op te laden. In de praktijk verdwijnt de laadkabel echter vaak in een kast om er zelden of nooit uit te komen. Men heeft toch een tankkaart van het werk, dus is de motivatie minder groot om telkens te gaan opladen. De gepeperde brandstofrekening, gecombineerd met een hoge aanschafprijs doen de totaalkost dan zelfs uitstijgen boven die van een diesel- of benzineversie.
Welke bedrijfswagen kiezen?
Beschik je als werknemer over optimale laadfaciliteiten, dan is een 100 % elektrische firmawagen een goede keuze. Daarmee help je op termijn, bij afschrijving op vier jaar, het aanbod van zuiver elektrische wagens op de tweedehandsmarkt te vergroten.Je moet er wel rekening mee houden dat het voordeel van alle aard voor een elektrische bedrijfswagen hoger ligt. Dat betekent dat je binnen je beschikbare budget wellicht een iets minder luxueuze uitvoering kunt kiezen.
Door een verhoging van het voordeel van alle aard in 2020 zijn bepaalde plug-inhybrides duurder geworden voor werkgever en werknemer. Het gaat om types met een CO2-uitstoot van meer dan 50 gr/km of waarvan de elektrische batterij een energiecapaciteit heeft van minder dan 0,5 kWh per 100 kg van het wagengewicht.
Wat met alternatieven als waterstof, LPG en CNG? Zijn dat financieel interessante opties?
Wagens op waterstof bevatten een soort van minicentrale die zelf elektriciteit produceert. Hoewel waterstof voor vrachtwagens en bussen van het openbaar vervoer wel degelijk een toekomst heeft, is die voor personenwagens nog zeer onduidelijk.
De technologie is nog niet breed genoeg uitgerold om de aankoop van dergelijke wagens rendabel te maken, het aanbod is nog miniem en ze zijn ook erg duur. Er zijn maar enkele plaatsen in het Brusselse waar je waterstof kunt tanken.
Het is ook niet per definitie een ecologische aandrijving, want voor de productie van waterstof is elektriciteit nodig. Geen probleem als die uit waterkrachtcentrales kan gewonnen worden, zoals in sommige Skandinavische landen, maar als ze opgewekt wordt in steenkool-, bruinkool- of kerncentrales, kleurt het plaatje al heel wat minder groen.
Wagens op LPG (vloeibaar petroleumgas) en CNG (samengedrukt aardgas) hebben een verbrandingsmotor, en vallen dus in dezelfde categorie als benzines. De prijzen aan de pomp zijn goedkoper, maar dit motortype vereist de inbouw van een extra tank in de wagen en aanpassingen aan motor en sturing. Er zijn ook een aantal praktische beperkingen aan verbonden. Zo kun je niet overal tanken en mag je met LPG-wagens niet in ondergrondse parkeergarages of in sommige tunnels.