Op zondag 26 oktober melde ik mijn dochter aan op de spoed van Imelda Bonheiden. Zij was totaal ten einde raad, verzwakt en sprak van dood willen. Wij kwamen aan om 14u30 en om 18u zagen wij voor het eerst een verpleegster die ging bloed afnemen. Ze hadden ons ondertussen apart gezet omdat mijn dochter heel hard weende. Rond de klok van 21u kwam een dokter langs, die zei ons dat ze ons niet konden helpen en dat ze mijn dochter niet wilden opnemen. De reden die hij daarvoor gaf, was een drugsgebruik in het verleden. Dus was er geen hulp voor haar.Doch hiervoor had mijn dochter een vrijwillige opname gehad in Tienen. Dus na bijna 8 uur wachten, moesten wij naar huis. Ik dacht nochthans dat een mens in nood altijd moest geholpen worden, blijkbaar gelden deze regels hier in dit ziekenhuis niet. De crisis die mijn dochter meemaakte had niets met drugs te maken, maar met de verjaardag van de sterfdag van haar vriend en vader van haar zoon. We hebben zelfs de kans niet gehad om dit te vertellen.