Geachte Heer, Mevrouw, Op 13 juli 2017 ben ik opgenomen geweest in het bezit van mijn hoorapparaten zonder dewelke ik nauwelijks hoor, dit op een 1-persoonskamer te GHB. Factuur van de apparaten in Uw bezit. Op 14 juli ben ik dan geopereerd en de hoorapparaten zijn gebleven op mijn 1-persoonskamer. Deze worden namelijk nooit meegenomen naar het operatiekwartier. De operatie in kwestie behoorde een routineoperatie te zijn waarvoor de patiënt niet onder narcose behoefd. Helaas is de ingreep totaal mislukt en ben ik ei zo na overleden op de operatietafel. Men is er in geslaagd mij te stabiliseren en na een verblijf in de intensieve waar mijn leven 3 weken aan een zijden draadje heeft gehangen ben ik er toch nog doorgekomen, dit tot grote verwondering van personeel en artsen. Tijdens dit verblijf werd mijn 1-persoonskamer geruimd door het personeel van de cardio-afdeling, zonder dat er ook maar het minste initiatief werd genomen om mijn naasten op de hoogte te brengen dat mijn kamer vrijgegeven moest worden. Nochtans was mijn schoondochter dagelijks aanwezig in GHB als werknemer en was mijn zoon drie maal daags op de intensieve tijdens de bezoekuren en andere zoon tweemaal daags en beschikte men over onze contactgegevens. Men mag toch op zijn minst verwachten dat men niet de privé-spullen van een patient die op sterven ligt zijn spullen uit zijn afgesloten kast haalt, deze in een bezemhok propt en dit zonder de familie te contacteren. En men mag van de naaste familie van een stervende toch niet verwachten dat de eerste bekommernissen de in een 1-persoonskamer opgeborgen persoonlijke spullen zijn. Het is trouwens aan het verzorgend personeel om als een goed huisvader de persoonlijke spullen van een patiënt in behandelen. Bovendien mag men voor achter slot en grendel opgeborgen spullen toch wat terughoudendheid verwachten en op zijn minst de familie contacteren bij ontruiming van privé-bezittingen. Toen mijn familie na een week intensieve poolshoogte gingen nemen bleek mijn kamer leeg en na de verpleging te hebben gecontacteerd werden mijn spullen, inclusief portefeuille, gsm e.a. in enkele plastiek zakken uit het bezemhok gerecupereerd. Gelet op de precaire situatie waren de oorapparaten en brillen nog niet aan de orde om opnieuw aan mij terug te geven en werd de inhoud van deze plastiek zakken toen niet geverifieerd. Op 3 augustus 2017 ben ik overgebracht naar een 1-persoonskamer op de cardio-afdeling, om opnieuw te leren eten, spreken, drinken, lopen. Ik had door de ingreep en bijkomende complicaties/verblijf in intensieve eveneens een delier opgelopen. Op 5 augustus 2017 heeft mijn familie dan mijn persoonlijke spullen, die onaangeroerd stonden op mijn domicilie, doorzocht naar bril en hoorapparaten en hebben we vastgesteld dat tijdens de ruimoperatie er eentje werd verloren gedaan. Voor mij een zwaar verlies gelet op mijn toestand. Alle andere persoonlijke eigendommen bleken nog aanwezig, dus ik ga niet uit van kwaad opzet, enkel onachtzaamheid. Op 18 augustus heb ik een plaats gevonden in Pellenberg voor verdere revalidatie, waar ik op 26 september werd ontslagen om huiswaarts te keren. Ondertussen heb ik de procedure/lijdensweg begonnen via NKO, audiologe/NKO/ adviserend geneesheer ziekenfonds om een nieuw apparaat te bekomen. Ondertussen hebben we van uw verzekeraar, naar eigen zeggen in overleg met uw diensten en na een jaar van het kastje naar het muurtje te zijjn gestuurd, vernomen dat U elke aansprakelijkheid naast U neerlegt, zelfs al heeft u feitelijk huisvredebreuk gepleegd door de eenzijdige ruiming van de prive-kamer.Gelet op de hierboven genoemde gang van zaken nemen wij hier bijzonder aanstoot aan. Temeer daar Uw verzekeraar het ook nog nodig blijkt te vinden om allusie te maken op mijn schoondochter, die aanwezig zou geweest zijn gedurende de operatie. Mag ik U er op wijzen dat dit niet strookt met de waarheid: zij werd omstreeks 19u, toen ik stabiel genoeg was om naar de PASA te gebracht te worden, naar het OK geroepen. Zij had met de ingreep, noch met het hoorapparaat niets te maken en haar betreft geen enkele verantwoordelijkheid ter zake. Haar vermelden is totaal ongepast, intimiderend en irrelevant. Ondertussen heb ik via de audioloog, waar ik consulteert voor een nieuw toestel, dat mijn geval verre van uniek is. GHB zit dus duidelijk met een foutieve attitude wat betreft de zorg voor persoonlijke protheses van de patiënten die zich aan hun toevertrouwen, zeker naar bejaarde patiënten toe die een ingreep moeten ondergaan en daar emotioneel toch zwaar door belast worden. Gelet op de vlotheid waarmee een slordige 8000 EURO aan ereloonsuplementen worden geind voor een operatie die beter niet had plaatsgehad vindt ik dat U en Uw BA-verzekering MS AMLIN bij monde van claimshandler Mvr A. V. wat meer inschikkkelijker mogen zijn wat betreft de schadevergoeding voor mijn protese die U zoek heeft gemaakt.