Gastro-oesofageale refluxziekte: definitie, symptomen en behandeling


Wat is gastro-oesofageale refluxziekte?
Wanneer je last hebt van zure oprispingen ('reflux'), komen de maagsappen via je slokdarm naar boven. Die sappen bestaan voor bijna 99 % uit water en slechts een heel klein deeltje uit zoutzuur. Maar dat maagzuur is erg sterk en agressief.
Reflux is meestal niet te wijten aan een overproductie van maagsappen, maar aan een probleem met de sluitspier die zich bevindt op de plaats waar de slokdarm met de maag is verbonden. Die spier is normaliter gesloten en gaat alleen open om het eten naar de maag door te laten wanneer we slikken. Zo voorkomt hij dat de maaginhoud terugstroomt naar de slokdarm. Maar soms opent hij zich te pas en te onpas, bijvoorbeeld na een zware maaltijd, of sluit hij niet meer.
Er zijn nog andere elementen die kunnen bijdragen tot reflux:
- een vertraagde lediging van de maag ('luie maag' of gastroparese genoemd);
- een verslapte sluitspier (maagklep) waardoor deze open gaat bij een overbelaste maag;
- een slechte peristaltiek (ritmische samentrekking van de slokdarm, waardoor de voeding naar de maag wordt gestuwd en het grootste deel van de maagsappen wordt teruggedrongen);
- xerostomie ofwel te weinig aanmaak van speeksel;
- een klein scheurtje in het middenrif waardoor de sluitspier niet perfect functioneert.
Is gastro-oesofageale refluxziekte ernstig?
In de meeste gevallen is reflux onschuldig. We spreken pas van gastro-oesofageale refluxziekte (afgekort GORZ), wanneer de reflux zo frequent en zo ernstig is dat het:
- een impact heeft op je dagelijkse leven. Zure oprispingen zijn erg vervelend wanneer je het woord moet nemen, wanneer je je net naast je partner had neergevlijd, wanneer de ober je in het restaurant vraagt of je een dessert wilt … Soms verstoort dat ook je slaap en ben je overdag doodmoe;
- leidt tot een slokdarmontsteking (oesofagitis).
Wat zijn de symptomen van gastro-oesofageale refluxziekte?
Klachten variëren van persoon tot persoon, en sommige vertonen zelfs helemaal geen klachten. Je hebt last van zure oprispingen en een branderig gevoel dat van de borst naar de keel uitstraalt. Brandend maagzuur laat zich het meest voelen onmiddellijk na de maaltijd. Wanneer je voorover buigt of gaat liggen (bv. 's nachts), worden de klachten vaak erger. Ook als je kleding te strak zit rond te buik of je moet hoesten, kunnen de klachten door de verhoogde druk op de buik verergeren.
Reflux kan zich in een aantal gevallen ook op een heel andere manier uiten, waarbij je niet meteen aan maagzuur denkt:
- pijn bij het slikken
- pijn in de borst die lijkt op hartklachten (en die kan uitstralen naar de hals, rug en tussen de schouderbladen)
- nachtelijke hoest
- heesheid
- het gevoel een brok in de keel te hebben
- overmatige speekselproductie
- beschadigd tandglazuur
Moet ik altijd een arts raadplegen?
Als je klachten geregeld voorkomen, of als ze blijven aanslepen, erger worden of veranderen, ga je best naar je huisarts.
Bij typische klachten is verder diepgaand onderzoek niet meteen nodig. Je arts kan je dan enkele algemene adviezen meegeven om je levensstijl aan te passen of, indien nodig, een behandeling met geneesmiddelen voorschrijven.
In een aantal gevallen zal hij je doorverwijzen naar een maag-darmspecialist (gastro-enteroloog) die eventueel een endoscopie zal uitvoeren. Hierbij wordt het slijmvlies van de slokdarm en de maag via een flexibel buisje met een kleine camera bekeken om te zien of er sprake is van afwijkingen of letsels. Een endoscopie wordt echter niet standaard aanbevolen. Het is alleen aangewezen als de symptomen niet verbeteren met dieet- en leefstijladviezen en medicatie, of als de symptomen aanvankelijk verdwijnen maar later terugkeren en mogelijk erger worden.
Er zijn natuurlijk momenten waarop een urgente endoscopie noodzakelijk kan zijn, vooral als er bepaalde alarmerende symptomen aanwezig zijn, die kunnen duiden op een ernstiger aandoening.
Welke behandelingen zijn er voor gastro-oesofageale refluxziekte?
Een behandeling is niet altijd nodig, zeker wanneer de symptomen niet erg ernstig zijn en weinig voorkomen.
Maar als je frequent last hebt en/of de reflux zeer storend is in je dagelijks leven, zijn geneesmiddelen te overwegen. Hoe dan ook bestaat vooralsnog geen genezende behandeling. Medicijnen kunnen alleen helpen om de symptomen zo veel mogelijk te beperken en je dus klachtenvrij te houden.
Een operatie wordt doorgaans alleen uitgevoerd bij patiënten met complicaties (hardnekkige reflux, herhaaldelijke slokdarmontstekingen …) of als alternatieve methode wanneer de ziekte chronisch is en geneesmiddelen geen enkel effect hebben of de patiënt er tegen opziet om levenslang medicijnen te moeten slikken.
Zijn er niet-medicinale behandelingen tegen GERD?
Soms verdwijnen de klachten vanzelf. En anders kun je eerst een aantal niet-medicamenteuze maatregelen uitproberen:
- Eet gezond en evenwichtig.
- Voedingsmiddelen en dranken waarvan je merkt dat ze klachten uitlokken of verergeren, beperk of vermijd je het best. Welke producten dat precies zijn, verschilt sterk van persoon tot persoon. Voorbeelden zijn alcohol, koolzuurhoudende dranken, koffie, chocolade, pepermunt, scherpe kruiden of citrusvruchten. Je huisarts of diëtist kan je hierbij eventueel helpen.
- Als je met overgewicht kampt of je gewicht is recent toegenomen, helpt afvallen vaak om de klachten te verminderen. Tot 10 % van je lichaamsgewicht verliezen, kan al een groot verschil maken.
- Stop met roken. Roken heeft, naast andere negatieve gevolgen, een verhoogde productie van maagzuur tot gevolg en een verslapping van de sluitspier tussen de maag en de slokdarm.
- Als je ’s nachts last hebt van je maag, kun je het hoofdeinde van je bed met een tiental centimeter verhogen of een paar extra kussens onder je hoofd, nek en schouders leggen. Dan vloeit de zure maaginhoud minder gemakkelijk terug naar de slokdarm en verminderen de klachten.
- Vermijd uitgebreide en vetrijke maaltijden. Het is soms beter om de inname van voeding te verdelen in meerdere kleine porties. Neem rustig de tijd om te eten en kauw voldoende lang op je voedsel, dat bevordert een goede spijsvertering. Neem je hoofdmaaltijd zo’n drie tot vier uur vóór het slapen. Met een volle maag naar bed gaan, verhoogt immers de kans op een branderig gevoel in je maagstreek.
- Als je last hebt van stress, angst, verdriet of slecht slaapt, is het belangrijk die problemen aan te pakken.
- Gebruik je geneesmiddelen (bv. ontstekingsremmers of antibiotica) die maagklachten als ongewenst effect hebben, vraag dan aan je huisarts of je mag minderen of stoppen. Indien nodig kun je op een ander geneesmiddel overstappen.
- Een verhoogde druk in je buikholte zal de klachten verergeren, zoals tijdens het hoesten of persen op het toilet. Ga daarom bij aanslepende hoest naar je huisarts. Vermijd verstopping door veel groenten en fruit (vezels) te eten, veel water te drinken en regelmatig te bewegen.
- Draag geen knellende kleding ter hoogte van de maag. Buig niet voorover, maar zak door je knieën als je moet bukken.
Er is geen garantie dat dat helpt, maar baat het niet, dan schaadt het niet.
Maagzuurbinders of antacida
Als je af en toe last hebt van reflux, kun je het proberen met een geneesmiddel dat vrij te koop is in de apotheek, een zogenoemde maagzuurbinder of antiacidum. Gekende namen zijn Gaviscon, Maalox Antacid, Rennie en Riopan.
Die geneesmiddelen bevatten doorgaans aluminium- of magnesiumzouten, calciumcarbonaat of natriumcarbonaat, allemaal stoffen die het maagzuur neutraliseren.
Ze werken snel maar sowieso kort, waardoor je er doorgaans meerdere doses per dag van nodig hebt. Je neemt het middel in op het ogenblik dat je refluxklachten hebt. Of zelfs op voorhand, als je uit ervaring weet dat de oprispingen eraan zitten te komen, bv. na een zware maaltijd. En je neemt eventueel nog een dosis kort voor je naar bed gaat.
Er zijn geen overtuigende argumenten om te stellen dat het ene middel efficiënter is dan het andere. Sommige bevatten bv. alginaat, dat als het ware een laagje gel met minder zuur op de maaginhoud aanbrengt: als er dan toch reflux optreedt, wordt het slijmvlies van de slokdarm door de minder zure gellaag beschermd. Er is geen eensgezindheid over de meerwaarde van de toevoeging van die stof, maar er is ook geen gevaar aan gekoppeld. Er is wel consensus dat vloeibare preparaten het snelst werken. Maar het spreekt voor zich dat een tabletje handiger is om altijd bij je te hebben.
Antiacida zijn bij correct gebruik doorgaans veilig. Dat wil niet zeggen dat ze helemaal geen bijwerkingen kunnen hebben. Maar vaak is het gewoon iets vervelends: maaguitzetting, flatulentie, constipatie of diarree. Alleen bij langdurig en frequent gebruik zijn ernstigere bijwerkingen mogelijk. Maar maagzuurbinders zijn daar dus niet voor bedoeld.
Ook is het altijd oppassen als je andere geneesmiddelen neemt. Soms volstaat het echter om twee uur tussen te laten. De keuze van het geschikte anti-acidum (dat zonder medisch voorschrift beschikbaar is) bespreek je beter met je apotheker.
Maagzuurremmers of protonpompremmers
Als je klachten frequenter zijn, kun je bij een arts te rade gaan. Die kan je om te beginnen een kortstondige behandeling voorschrijven en kijken wat er gebeurt wanneer je met de medicatie stopt. Als je niet meteen hervalt, is het niet nodig om continu geneesmiddelen te nemen. Je grijpt dan beter pas opnieuw naar medicatie wanneer het fenomeen opnieuw de kop opsteekt.
Vandaag de dag schrijven artsen het vaakst PPI’s voor, of voluit protonpompinhibitoren of protonpompremmers. Enkele gekende merknamen: Losec, Nexiam, Pantomed. Bij de generieke geneesmiddelen wordt vaak gewoon de naam van het werkzame bestanddeel gebruikt (eindigend op 'prazol'). Je kunt PPI’s niet vrij verkrijgen in de apotheek, behalve de kleinste verpakkingen van omeprazol en pantoprazol in een lage dosis. Maagzuurremmers gaan de aanmaak van maagzuur tegen. Daardoor worden de maagsappen minder agressief en dus ga je eventuele oprispingen minder voelen.
De laatste jaren verschijnen er steeds meer (observationele) studies in de literatuur die wijzen op een mogelijk verband tussen regelmatig gebruik van PPI's en verschillende zeldzame maar mogelijk ernstige bijwerkingen. Uit voorzorg moeten PPI's altijd worden voorgeschreven in de laagst mogelijke dosering, met de laagst mogelijke gebruiksfrequentie en voor de kortst mogelijke duur in relatie tot de toestand van de patiënt.
Alles over PPI's of protonpompinhibitoren
Een operatie
Bij de meest voorkomende operatie wordt het onderste deel van de sluitspier versterkt door het bovenste stuk van de maag er als een soort van das omheen te wikkelen. Ofwel doet men dat door het bovenste deel van de buik te openen, ofwel via een 'Nissen fundoplicatie' via een kijkoperatie ('laparoscopie').
Zo’n ingreep is echter nooit geheel zonder risico’s. In een aantal gevallen ondervindt de patiënt naderhand moeilijkheden om het voedsel door te slikken, frequent opzwellen van de maag, winderigheid, diarree … Bovendien keren de refluxklachten soms terug en moet men uiteindelijk toch geneesmiddelen blijven nemen. In een klein aantal gevallen zijn de klachten na de operatie zelfs erger. Kortom, er is geen garantie op succes.
Terug naar boven
Wat is het ziekteverloop bij gastro-oesofageale refluxziekte?
In de grote meerderheid van de gevallen is reflux een aandoening die onschuldig is en dat ook blijft. Veel patiënten gebruiken na verloop van tijd geen medicijnen meer omdat ze met hun klachten hebben leren leven. Ook positief is dat de aandoening normaliter niet verergert in de loop der jaren maar redelijk stabiel blijft.
Als de refluxklachten echter lang blijven bestaan en niet afdoende worden behandeld, kan dit leiden tot een slokdarmontsteking (oesofagitis). In tegenstelling tot de maag heeft de slokdarm geen speciale beschermlaag en regelmatig contact met de zure inhoud van de maag kan leiden tot ontsteking van het slijmvlies. Symptomen van slokdarmontsteking zijn een branderig gevoel in de slokdarm, keelpijn, moeite met slikken en pijn in de buurt van het borstbeen, soms uitstralend naar de rug of tussen de schouderbladen.
Bij een kleine minderheid volgen andere complicaties, zoals een vernauwing van de slokdarm met ernstige slikmoeilijkheden tot gevolg, een bloeding of een Barrett-slokdarm. Dat laatste houdt in dat het slijmvlies van de slokdarmwand verandert, veroorzaakt door jarenlange blootstelling aan zure reflux en zonder dat dit echter voor specifieke klachten zorgt.
Op zich kan de slokdarm van Barrett geen kwaad, maar er zijn wel een aantal risico's aan verbonden. Uitzonderlijk (ongeveer 5 % van de gevallen) kan een Barrett-slokdarm uitmonden in slokdarmkanker. Patiënten met een Barrett-slokdarm worden dus het best nauwgezet opgevolgd. Hoe eerder men de kanker ontdekt, hoe beter hij te behandelen is.
Terug naar boven