Nieuws

Er zit toekomst in plantaardig eten

17 november 2021

Een plantaardig voedingspatroon is niet alleen goed voor de planeet, maar ook voor je gezondheid. Tenminste als je voor de juiste basisproducten kiest. Goed nieuws: in de toekomst zal het aanbod aan alternatieve eiwitten, van zeewier tot kweekvlees, alleen maar toenemen.

Wij zien het als onze plicht om de consument te begeleiden naar een gezonde én duurzame keuze van voeding. Vleesvervangers moeten niet altijd gezond zijn, omdat er verondersteld wordt dat deze kant-en-klare producten maar af en toe worden geconsumeerd.

Vaak zien we echter dat mensen ze drie keer per week eten met de goede bedoelingen voor de planeet. En dan is het wel onze taak om erop te wijzen dat deze kant-en-klare vleesvervangers niet voor elke dag zijn, en dat je plantaardig gezonder kan koken met basisproducten die minder bewerkt zijn. Want ook wij zijn voor een plantaardige wereld en moedigen de stijging van het aantal flexitariërs aan.

De opmars van ‘nieuwe’ eiwitten

Als je toch, zo nu en dan, een keuze maakt binnen deze plantaardige kant-en-klare producten, is het belangrijk om te beseffen dat je grote verschillen hebt op basis van gezondheidsaspect, verrijking met ijzer en vitamine B12, en van eiwitgehaltes.

Hoe kies ik een gezonde kant-en-klare vleesvervanger?

Vandaag lijkt de keuze misschien nog vrij beperkt, maar binnen dit en 5 jaar zal de waaier aan alternatieve opties alleen maar toenemen. Een evolutie die wij en de Hoge Gezondheidsraad – die adviseert om meer te kiezen voor een plantaardig voedingspatroon – alleen maar kunnen toejuichen. Naast de gezondheidsvoordelen, moet deze grootschalige transitie van dierlijke naar ‘nieuwe’ eiwitten een flinke verlaging van de milieudruk opleveren.

Met alternatieve (of ‘nieuwe’) eiwitten worden onder meer eiwitten bedoeld die afkomstig zijn van peulvruchten, van insecten of van micro-organismen (bijvoorbeeld algen). Deze eiwitten vormen een geschikt alternatief voor de ons meer bekende dierlijke eiwitten, zoals vlees, melk en eieren.

Van zeewier tot insecten

Zeewier

Dit zijn meercellige wieren die in zee leven. Ze zitten vast in de zeebodem of op de stenen en hebben heldere kleuren. De samenstelling is afhankelijk van het seizoen en de soort (zeker voor ijzer en vitamine B varieert dit sterk) en vaak is dat niet echt duidelijk. Er zitten bij sommige soorten ook visvetzuren in. Maar let ook op voor contaminanten.

Zeewieren groeien in zout water en hebben geen antibiotica, kunstmest of pesticiden nodig. Er zijn wel 500 eetbare soorten, traditioneel wordt dit veel gegeten in China, Japan en Korea. Er zijn bruinwieren (kombu/kelk), roodwieren (dulce en nori) en blauw-groene wieren (zeesla). Ze zijn rijk aan eiwit en ijzer en zowel vers als gedroogd verkrijgbaar. Op dit moment vind je zeewieren voornamelijk terug in de vorm van zeewiersalade of zeewierpasta.

Overdrijf de consumptie van zeewier echter niet. Het is niet altijd duidelijk hoeveel zware metalen, jodium en zout ze kunnen bevatten. Als je het als groente eet, wissel dan zeker af met andere groenten. En gebruik je het als vleesvervanger, varieer dan met tofu, peulvruchten, tempé, ongezouten noten of ei.


Algen
Dit zijn eencellige wieren, die in zout en zoet water kunnen leven. Spirulina en chlorella bijvoorbeeld bevatten alle essentiële aminozuren. Let wel op voor microbiologische besmetting in open bassins. Algen zijn alleen in gedroogde vorm verteerbaar en daarom vaak als poeder te koop. Je kunt dit verwerken in bijvoorbeeld een smoothie. Algen zijn rijk aan eiwit, ijzer en vitamine B1 en bevatten ook visvetzuren.
Insecten

Hoewel insecten natuurlijk officieel niet onder de noemer “vegetarische voeding” vallen, kennen ze wel heel veel voordelen ten opzichte van vlees. Insecten zijn namelijk een duurzaam alternatief als eiwitbron, omdat insecten veel minder voer nodig hebben dan veedieren. En juist de productie en het transport van veevoer wegen zwaar op het klimaat. Daarnaast ligt de uitstoot van broeikasgassen bij insecten wel honderd keer lager dan bij bijvoorbeeld een koe of een varken. Dus, misschien niet vegetarisch, wél milieuvriendelijk.

Bij eetbare insecten denk je misschien in de eerste plaats aan sprinkhanen en meelwormen. Maar wist je dat er wereldwijd zo’n 1400 insectensoorten worden gegeten? Afhankelijk van de soort eet je ze als larf, pop of volgroeid insect. Ze zijn rijk aan eiwit, ijzer en soms vitamine B1 en B12. Hun samenstelling is zeer afhankelijk van soort tot soort. Insecten eet je in z’n geheel (vaak gedroogd), maar worden ook verwerkt in bijvoorbeeld een burger.

Sinds januari 2021 zijn gedroogde gele meelwormen de eerste insectensoort die officieel als voedingsmiddel werd goedgekeurd in de EU. Bijna een jaar later mag nu ook de sprinkhaan (meer bepaald Locusta migratoria, de treksprinkhaan) op ons bord belanden. De sprinkhanen mogen bevroren, gedroogd en in poedervorm gebruikt worden in voeding. In de bevroren en de gedroogde vorm moeten evenwel de poten en vleugels worden verwijderd door de producent om spijsverteringsproblemen te voorkomen. 

Bij het eten van meelwormen is wel enige voorzichtigheid geboden. Volgens de Europese voedselautoriteit EFSA, die gele meelwormen heeft goedgekeurd als voedingsbron, kunnen ze allergische reacties veroorzaken bij mensen die al een allergie voor schaaldieren en huisstofmijt hebben. Bovendien kunnen er allergenen uit dierenvoeder in het product terechtkomen.

Vermoedelijk komt er begin 2022 ook de goedkeuring voor de huiskrekel als voedingsmiddel . Daarnaast zijn er nog negen andere insecten die aan een veiligheidsevaluatie door de EFSA worden onderworpen.

Insecten vallen onder de zogenaamde Novel Food wetgeving in voege sinds 1 januari 2018, en die van toepassing is op voedsel dat vóór 15 mei 1997 weinig werd geconsumeerd in de EU. Wie dit voedsel op de Europese markt wil brengen, moet een dossier opbouwen rond voedselveiligheid en dat voorleggen aan EFSA. Bij positief advies kan de Europese Commissie beslissen om het product een erkenning te geven. Hoewel er nog maar twee insecten zo’n goedkeuring voor humane consumptie hebben ontvangen, worden er in de EU toch ook andere insecten als voedsel verkocht. Omdat er al insecten vóór 2018 op de markt waren voor humane consumptie heeft de EU beslist om een gedoogbeleid te voeren als de toelatingsprocedure voor het insect vóór 1 januari 2019 werd ingediend.

Lupine
Lupine is een peulvrucht die in sommige landen, zoals Portugal (onder de naam tremoços) als borrelhapje wordt gegeten bij een pintje bier op café in plaats van nootjes. Het is gemakkelijk te verkrijgen bijvoorbeeld in Nederland, waar het gekend is als ‘powerpeul’. Lupine wordt beschreven als ‘het nieuwe soja’. Het bevat evenveel eiwit als soja, maar minder vet. Daarnaast is het rijk aan plantaardig eiwit, voedingsvezels, ijzer, calcium, kalium, zink en B-vitamines.
Kweekvlees
De samenstelling is vergelijkbaar met gewoon vlees, maar het wordt, zoals de naam doet vermoeden, gekweekt in een laboratorium. In theorie kunnen uit één dierlijke stamcel duizenden kilo’s spierweefsel gemaakt worden. In de praktijk moeten de productiekosten nog drastisch omlaag; kweekvlees kost nu nog tienduizenden euro’s per kilo.

Ben je van plan om meer vegetarisch te eten en kun je nog wat tips gebruiken, lees dan zeker ons dossier Meer veggie op je bord.

Meer veggie op je bord