Is bio veiliger, gezonder en beter voor het milieu?


Begrijp ons niet verkeerd, biologische producten bieden wel degelijk voordelen in vergelijking met voedingsmiddelen uit de conventionele landbouw. Maar onbewust linken we er ook nog heel wat andere voordelen aan die niet per se overeenstemmen met de werkelijkheid. Onze missie? De mythes van de waarheid onderscheiden.
Waarvoor staat de term ‘biologisch’?
Begin bij het begin. Waarvoor staat ‘biologisch’ nu precies en wat betekenen andere termen zoals ‘organisch’, ‘bio’, ‘eco’, ‘ecologisch’ etc.? Lees hier meer omtrent de wetten over deze termen.
Is bio beter voor onze gezondheid en het milieu?
- Zijn biologische producten effectief gezonder en wat is dan hun impact op onze gezondheid? Meer informatie over de relatie tussen biologisch en gezondheid.
- Zit er meer vitamine C in een biologische sinaasappel? Ontdek hier meer over de voedingswaarde van biologische producten.
- Is het beter voor het milieu om biologische producten te consumeren? Zijn ze duurzamer en ethischer? Een woordje uitleg over de duurzame kant van het verhaal.
Worden in de biolandbouw (natuurlijke) bestrijdingsmiddelen gebruikt?
- Hoe werken de biotelers- en kwekers? Welke bestrijdingsmiddelen worden ingezet? Verdiep je in de werking van biolandbouw.
- Zijn natuurlijke pesticiden gevaarlijk? Lees hier verder over deze werkwijze.
Hoe herken je bioproducten in de winkel?
- Wat rechtvaardigt het prijsverschil? Meer informatie over de kostprijs van biologische producten vind je hier.
- Wat garanderen labels zoals het Europees label, het Belgisch biogarantielabel, etc.? Lees meer over de labels en controles.
De term ‘biologisch’ is wettelijk beschermd. Om als biologisch te worden erkend moet de productie voldoen aan de normen van de EU-verordening ter zake, die veel strenger zijn dan die voor de conventionele landbouw. De toepassing van die regelgeving is bijvoorbeeld essentieel om het Europese Biolabel te krijgen.
Biologische landbouwers gaan heel bewust om met hun land. Om de vruchtbaarheid van de bodem op lange termijn te garanderen zorgen ze voor teeltwisseling en gebruiken ze enkel natuurlijke meststoffen. Genetisch gemodificeerde organismen, synthetische pesticiden en chemische meststoffen zijn uit den boze. Bij bioveehouders staat het dierenwelzijn uiteraard centraal: meer ruimte, toegang tot de openlucht, biologisch voer (zonder chemische additieven, hormonen of groeibevorderaars) en geen systematische toevoeging van antibiotica aan het voer zijn prioriteit.
Normaal gezien bevat een verwerkt bioproduct 100 % biologische ingrediënten, maar er is een marge van 5 %. Sommige ingrediënten bestaan bijvoorbeeld (nog) niet in een biologische variant.
We kunnen het niet genoeg herhalen: biolabels zeggen niets over het gezondheidsaspect van het product dat je koopt. In de wetgeving voor biologische productie wordt ook nergens naar de gezondheid van de voedingsmiddelen verwezen. We gaan ervan uit dat wat goed is voor de natuur ook goed is voor ons. Er zijn echter weinig studies die de positieve gezondheidseffecten van biologische voeding aantonen. Als je voor bio kiest, doe je dat in de eerste plaats dus voor de filosofie achter deze productiewijze, omdat je een ethische keuze wilt maken die streeft naar een evenwicht tussen de mens en de natuurlijke hulpbronnen.
Op deze vraag kunnen we niet volmondig ‘ja’ of ‘nee’ antwoorden. De hoeveelheid voedingsstoffen in biologische en conventionele voeding is zeer vergelijkbaar. In recente studies is bijvoorbeeld de hoeveelheid voedingsstoffen van verschillende biologische en conventionele producten (fruit, groenten, granen, vlees, melk, gevogelte en eieren) vergeleken. Uit de resultaten blijkt dat er qua gezondheidsvoordelen weinig significante verschillen zijn. We durven ook wel eens denken dat biologische producten meer vitaminen bevatten, maar dat is evenmin vastgesteld.
Waar verschillen niet-biologische en biologische producten dan wel in?
Biologische voedingsmiddelen bevatten wel meer antioxidanten, minder pesticideresiduen en minder cadmium. Het eiwit- en vetgehalte is dan weer vergelijkbaar. Maar biologische melk bevat wel een significante hoeveelheid meer omega 3 dan ‘reguliere’ melk.
In tegenstelling tot wat veel mensen denken, zijn biologische producten niet noodzakelijk duurzamer. De Europese verordening over biolandbouw gaat enkel over de gewassen en de veestapel, en houdt bijvoorbeeld geen rekening met andere factoren zoals seizoenen of het aantal voedselkilometers (de afstand tussen productie- en verkooplocatie).
In België kopen we bananen uit Guatemala of mango’s uit Peru en die kunnen ook biologisch geteeld zijn. We kunnen dus net zo goed biologisch fruit uit Zuid-Amerika kopen in plaats van lokale producten. Omgekeerd vind je ook buiten het seizoen biogroenten of -fruit die lokaal geteeld zijn in verwarmde serres.
Dan hebben we het nog niet over de verpakking van biologische voeding gehad. Vaak is er sprake van oververpakking. In de supermarkt moeten bioproducten immers goed gescheiden blijven van traditionele producten. Daarom worden biologische eetwaren, zelfs verse producten zoals fruit en groenten, vaak verpakt verkocht.
Het antwoord op deze vraag ligt dus niet voor de hand, want sommige zaken zijn niet meetbaar. Wat we wel weten is het volgende.
- Het is beter voor de biodiversiteit en bodemkwaliteit om dierlijke mest in plaats van kunstmest te gebruiken in de biolandbouw.
- Het energieverbruik (transport, verwarming ... ) bij biologische en conventionele landbouw is vergelijkbaar.
- Biolandbouw vereist, de eerste jaren na omschakeling, meer grond voor hetzelfde rendement als gewone landbouw.
Biologische dierenteelt:
- Biodierenteelt besteedt meer aandacht aan dierenwelzijn dan conventionele productie, maar is daarom niet minder milieubelastend.
Wat is dan de meest ecologisch verantwoorde keuze?
Als je je zorgen maakt over je ecologische voetafdruk, onze planeet en een correcte verloning van producenten, dan volstaat het niet om enkel biologische producten te kiezen, ook al is de milieu-impact van de bioproductie soms lager. De combinatie van biologische producten, lokaal en seizoengebonden eten, kiezen voor de korte keten, minder vlees eten én voedselverspilling vermijden, kan wel helpen je impact op het milieu te verkleinen.
Bovendien draait duurzaamheid om veel meer dan onze huidige milieu-impact. Het gaat ook om het voorzien in de behoeften van de huidige generatie zonder dat dat ten koste gaat van toekomstige generaties en hun behoeften. Daar komen dus ook sociale, economische en politieke aspecten bij kijken waarop biologische consumptie niet per se een antwoord biedt.
Ja. Anders dan wat velen denken, staat “biologisch” namelijk niet gelijk met “onbehandeld”. Biolandbouwers doen inderdaad meer inspanningen om ziektes en schadelijke organismen te voorkomen. Daarvoor moeten ze soms teruggrijpen naar pesticiden. Landbouw zonder bestrijdingsmiddelen bestaat eigenlijk niet. En elke methode heeft zijn nadelen.
Over welke pesticiden gaat het dan?
De Europese regelgeving voor biologische teelt, staat het gebruik toe van een 100-tal meststoffen, insecticiden, pesticiden en fungiciden. In tegenstelling tot de producten in de conventionele landbouw gaat het om natuurlijke middelen of synthetische stoffen op basis van grondstoffen “van natuurlijke oorsprong” in plaats van in labo’s gesynthetiseerde middelen. Bovendien worden deze natuurlijke pesticiden niet in dezelfde hoeveelheden gebruikt als in de conventionele landbouw.
Of het nu gaat om natuurlijke of synthetische producten, het blijven giftige stoffen met actieve chemische bestanddelen. Kopersulfaat en Bordeaux-mengsel (kopersulfaat + gebluste kalk), twee producten die op grote schaal in de biologische landbouw worden ingezet, zijn ingedeeld als licht giftig. Toch zijn ze niet zonder gevaar. Bij verkeerd gebruik of in verkeerde doses kunnen ze namelijk de gezondheid en het milieu schaden. Spinosad is dan weer een biologisch insecticide die zeer giftig is voor bijvoorbeeld bijen en hommels. Rotenon, een biologisch pesticide die nog niet zo lang geleden toegelaten was, werd in 2011 verboden vanwege een mogelijk verband met de ziekte van Parkinson. De situatie is dus niet zo eenvoudig als ze lijkt.
In welk opzicht is bioproductie intensiever?
- In de bioteelt krijgen dieren veel meer ruimte dan in de conventionele veeteelt. Dat betekent dus meer land of minder dieren op dezelfde oppervlakte.
- De opbrengst ligt lager door de meer gras- en zaadgerichte voeding, in plaats van ruwvoer en krachtvoer.
- Een ‘biokoe’ produceert 3.000 tot 4.000 liter minder melk per jaar in vergelijking met een ‘niet-biologisch dier’.
- Biologische veehouders geven de voorkeur aan rassen die trager groeien en langer op de boerderij blijven. Daar zijn dus meer kosten aan verbonden.
- Aangezien herbiciden verboden zijn, moeten biolandbouwers hun toevlucht nemen tot mechanische en thermische technieken om onkruid te verwijderen. Dat vergt meer tijd en dus ook meer mankracht.
- De controles om de conformiteit van de biologische productie aan te tonen, brengen extra kosten met zich mee.