Anesthesie: dit moet je anesthesist vooraf met je bespreken


Anesthesie is veel meer dan in slaap brengen en het bewustzijn uitschakelen. De anesthesist moet er ook voor zorgen dat je lichaam blijft functioneren tijdens de ingreep of het onderzoek.
Vóór de operatie
De taak van de anesthesist start geruime tijd vóór de ingreep of het onderzoek. Hij zou persoonlijk contact met je moeten opnemen om de methode van anesthesie en de argumenten ervoor te bespreken. Hij moet je ook zorgvuldig screenen: het is belangrijk dat hij weet welke elementen van belang zijn tijdens de anesthesie en de ingreep.
Kijk welke vragen de anesthesist je vooraf moet stellen.
Tijdens de operatie
Bij de operatie komt automatisch een stressreactie op gang, zoals dat in medisch jargon heet, precies zoals wanneer je gewond raakt. Je voelt dat aan als pijn: de hersenen krijgen pijnsignalen toegestuurd vanuit het getroffen gebied. De anesthesist moet dus ook die pijn counteren door krachtige pijnstillers toe te dienen.
Hij moet er tevens voor zorgen dat alle levensbelangrijke functies van het lichaam, zoals de bloedsomloop, de ademhaling, de nieren enz. goed blijven functioneren. De spontane ademhaling komt bij een algemene anesthesie meestal in het gedrang en wordt dan overgenomen door een anesthesietoestel. Bij heel zware operaties en zeer zieke patiënten is dat de zwaarste opgave.
De dosering van de anesthesie is een uiterst precies werkje en de medicatie moet tijdens de operatie zelf indien nodig worden bijgestuurd. Je lichaam wordt dan ook continu gemonitord, zodat de anesthesist bij het geringste gevaar kan reageren.
Na de operatie
De taak van de anesthesist stopt niet op het ogenblik dat men je de operatiekamer uit rolt. Je kunt immers nog wat nabloeden en de pijnverdoving moet op punt worden gesteld. De anesthesist moet je dus onder controle houden tot je toestand stabiel is en je naar de kamer kunt.
Exclusief voor leden
Deze inhoud is exclusief gereserveerd voor onze leden.