Sociale angst: hoe kan ik er beter mee leven?


Vermijd je gesprekken uit angst om af te gaan? Vermijd je activiteiten waarin je in het middelpunt van de aandacht staat? Ben je er als de dood voor om in een genante situatie terecht te komen of een domme indruk te maken?
Bijna iedereen is weleens verlegen, maar als angst om iets "verkeerd" te doen in de ogen van anderen zeer hoog oplaait en je leven overheerst, heb je misschien een sociale angststoornis. Enkele vragen en antwoorden over dit probleem.
Wat zijn de symptomen van een sociale angststoornis?
Wat zijn de gevolgen van deze stoornis?
Wat is het verschil met gewoon verlegen zijn?
Heb ik een sociale angststoornis?
Hoe vaak komt een sociale angststoornis voor?
Wat is de oorzaak van deze stoornis?
Welke therapie bij sociale angst?
Biedt medicatie een oplossing?
Wat zijn de symptomen van een sociale angststoornis?
Iemand met een sociale angststoornis ervaart intense en buitensporige angst om iets "verkeerd" te doen in de ogen van andere mensen in sociale situaties. Dat leidt ertoe dat hij of zij die situaties vermijdt of met heel veel moeite doorstaat. Sommige mensen hebben het in bijna élke sociale situatie lastig. Maar het is ook mogelijk dat de angst beperkt blijft tot één specifieke aangelegenheid, bijvoorbeeld het woord nemen in een groep of spreken met je leidinggevende.
Wat zijn de gevolgen van deze stoornis?
Mensen met een sociale angststoornis schamen zich dikwijls over hun symptomen. De angst die ze ervaren heeft een negatieve impact op hun werk, schoolprestaties en/of andere domeinen in hun leven. Ze hebben het vaak moeilijk om relaties te onderhouden en vrienden te maken, en dan loert eenzaamheid om de hoek. Een sociale angststoornis verhoogt bovendien het risico op andere stoornissen of problemen, zoals een depressie of problematisch alcoholgebruik.
Wat is het verschil met gewoon verlegen zijn?
Verlegen mensen ervaren een gevoel van ongemak in de buurt van mensen, wat helemaal niet abnormaal is. Verlegenheid is een veelvoorkomende karaktereigenschap. Naar schatting één op de twee mensen noemt zichzelf verlegen. Verlegen mensen functioneren over het algemeen nog goed.
Verlegenheid kan weliswaar ontsporen tot een sociale angststoornis. En dan is er sprake van buitensporige, hevige angst. Zo hevig dat mensen niet meer goed functioneren. Bij sommige mensen gaat de angst zelfs gepaard met hartkloppingen of hyperventilatie.
Ben jij verlegen en ervaar je dit als een probleem? Wacht niet tot angst in sociale situaties escaleert tot een stoornis. Hier zijn 9 tips om verlegenheid in een vroeg stadium aan te pakken.
Heb ik een sociale angststoornis?
Om van een stoornis te kunnen spreken moeten de klachten volgens de DSM-5 (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) al minstens zes maanden aanwezig zijn.
Trek niet te snel de conclusie dat jij of een naaste een sociale angststoornis hebben. Laat de diagnosestelling over aan een arts of klinisch psycholoog. Er zijn namelijk een aantal andere problemen en aandoeningen die gelijkaardige symptomen kunnen uitlokken. Hier vertellen we je daar meer over.
Er zijn geen laboratoriumtests waarmee je deze stoornis kunt vaststellen. De diagnose wordt vooral gesteld op basis je symptomen en voorgeschiedenis.
Hoe vaak komt een sociale angststoornis voor?
Schattingen variëren. Naargelang de bron krijgt 2 % tot 13 % van de mensen er op een bepaald ogenblik in zijn leven mee te kampen. In de Verenigde Staten lijkt het om de één of andere reden vaker voor te komen dan in België.
Wat is de oorzaak van deze stoornis?
De oorzaak is nog niet duidelijk. Waarschijnlijk zitten er meestal meerdere oorzaken in het spel.
Familieonderzoek suggereert een erfelijke gevoeligheid.
Ervaringen uit het verleden, zoals gepest worden of iets heel genant meemaken, spelen waarschijnlijk ook een rol. De opvoeding die je als kind krijgt eveneens. Een overbeschermende omgeving lijkt bijvoorbeeld een risicofactor.
Welke therapie bij sociale angst?
Qua psychologische interventies zijn de bewijzen het sterkst voor "cognitieve gedragstherapie". De focus van deze therapie ligt op het aanleren van nieuw gedrag en nieuwe denkwijzen. Wat houdt dat precies in?
Biedt medicatie een oplossing?
In ernstige gevallen schrijft een arts soms antidepressiva voor. Die werken niet enkel tegen depressie, maar ook tegen angst. Verwacht er echter geen wonderen van. In een grote overzichtsstudie knapte ongeveer de helft van de volwassen patiënten met een sociale angststoornis er een beetje van op. Er zijn ook nevenwerkingen mogelijk.
Een psychodiagnose mag volgens de wet enkel gesteld worden door een arts, klinisch psycholoog of klinisch orthopedagoog.
Hij of zij zal je eerst een aantal vragen stellen om beter zicht te krijgen op je klachten, voorgeschiedenis en levensomstandigheden. Je krijgt mogelijk ook vragen over je alcohol- en eventueel druggebruik. Problematisch alcoholgebruik komt vaak voor bij mensen met een sociale angststoornis. Ze drinken om minder angst te voelen in sociale situaties.
Er zijn een aantal andere problemen of fenomenen die gelijkaardige symptomen kunnen uitlokken. Die moet de zorgverlener uitsluiten vooraleer hij een diagnose stelt. Bijvoorbeeld:
- Gewone verlegenheid gaat ook vaak gepaard met angst om iets verkeerd te doen of een slechte indruk te maken. Maar die angst is niet zo heftig als bij een sociale angststoornis.
- Agorafobie of pleinvrees: mensen met deze stoornis ervaren ook hevige angst. Maar ze hebben het vooral moeilijk met openbare ruimtes, zoals de supermarkt, het openbaar vervoer of een winkelcentrum. Ze zijn bijvoorbeeld bang dat er daar iets gebeurt en er geen hulp is. Of ze vrezen dat ze er niet weg geraken.
- Paniekstoornis: hierbij is er sprake van onvoorspelbare paniekaanvallen, waarbij patiënten angst ontwikkelen om een paniekaanval te krijgen.
- Mensen met een gegeneraliseerde angststoornis voelen zich constant overbezorgd. Ze piekeren veel en voelen zich bijna altijd gespannen en zenuwachtig, niet enkel in sociale situaties.
- Patiënten met een stoornis in de lichaamsbeleving zijn ervan overtuigd dat ze heel lelijk zijn, terwijl dat niet zo is. De angst die ze ervaren heeft enkel betrekking op hun uiterlijk.
- Mensen met een autismespectrumstoornis hebben het ook vaak moeilijk in sociale situaties. Maar het gaat dan niet zozeer om angst om beoordeeld te worden, dan wel om angst voor onbekende en onvoorspelbare situaties.
Er zijn ook een aantal somatische problemen die angstklachten kunnen uitlokken, zoals schildklierproblemen. Volgens recente richtlijnen van de British Medical Journal (Best Practice) is een bloedonderzoek meestal echter niet nodig.
Volgens de DSM-5 (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) moeten klachten al minstens zes maanden aanwezig zijn vooraleer je van een stoornis kunt spreken.
Een sociale angststoornis is een van de meest voorkomende angststoornissen, klinkt het bij het National Institute for health and Care excellence (NICE ).
Schattingen variëren weliswaar: naargelang de bron krijgt 2 % tot 13 % van de mensen er op een bepaald ogenblik in zijn leven mee te kampen. Die cijfers lopen waarschijnlijk zo uiteen omdat het voorkomen van de stoornis in verschillende studies op telkens een andere manier werd onderzocht.
In deze studie van 2017 analyseerden een team van wetenschappers (waaronder onderzoekers van de Wereldgezondheidsorganisatie) gegevens van de WHO World Mental Health survey, waarmee meer dan 140 000 respondenten over de hele wereld werden bevraagd. Ze maakten de vergelijking tussen verschillende landen.
In deze analyse kreeg 2 % van de Belgen ooit in zijn leven een sociale angststoornis. Dat is een pak minder dan de 12 % in de Verenigde Staten. Het is vooralsnog raden naar de achterliggende reden voor deze verschillen.
Qua psychologische interventies zijn de bewijzen het sterkst voor "cognitieve gedragstherapie". De focus van deze therapie ligt op het aanleren van nieuw gedrag en nieuwe denkwijzen.
Het belangrijkste onderdeel van deze therapie is "exposure", ook wel blootstellingstherapie genoemd. Deze techniek houdt in dat je jezelf herhaaldelijk blootstelt aan enge situaties. Heb je angst om te telefoneren? Dan krijg je de opdracht om net dàt te oefenen. Als je het genoeg herhaalt, zal de angst langzaam, maar zeker uitdoven. Je begint natuurlijk niet meteen met de meest angstaanjagende situaties. Dit wordt meestal geleidelijk aan opgebouwd.
Wat ook aan bod kan komen in deze therapie:
- cognitieve technieken: met allerhande methodieken leer je om niet-helpende overtuigingen en gedachten zoals "ik ben een sukkel" of "ze moeten me niet" om te buigen in meer helpende alternatieven. Het kan ook zijn dat je je gedachten gewoon moet observeren, zonder op de inhoud in te gaan.
- gedragsexperimenten: hiermee test je uit of een bepaalde, niet-helpende overtuiging klopt. Ben je er bijvoorbeeld van overtuigd dat je je belachelijk zou maken wanneer je het antwoord niet weet op een vraag? Net dát moet je met opzet doen. Zo leer je dat dit geen ramp is.
- ontspanningstechnieken: voorbeelden zijn de progressieve relaxatie en de buikademhaling. Bij het eerste moeten mensen verschillende spiergroepen achtereenvolgens open ontspannen. Elk lichaamsdeel komt aan de beurt. Bij het tweede moeten ze rustig in- en uitademen tot laag in de buik. De buik wordt bol bij elke inademing en vlakt weer af bij een uitademing. Idealiter wordt er een halfuurtje per dag geoefend.
- aandachtstraining: mensen met een sociale angststoornis besteden tijdens sociale interacties vaak te veel aandacht aan interne gewaarwordingen, negatieve emoties en zelfondermijnende gedachten. Dat maakt hen eens zo zenuwachtig. Met aandachtstraining train je jezelf om je aandacht te focussen op andere zaken.
Is gedragstherapie niets voor jou? In dat geval raadt het Britse National Institute for health and Care excellence (NICE ) "kortdurende psychodynamische therapie" aan. Daarbij zoom je in op problemen in de kindertijd die mogelijk aan de basis liggen van de klachten. Maar ook hier is het normaal gezien de bedoeling dat je jezelf geleidelijk aan blootstelt aan de situaties die je angst aanjagen.
Kalmeermiddelen zoals benzodiazepines vermijd je beter omdat die zeer verslavend zijn. Het is alleszins een slecht idee om die langdurig in te nemen.
Richtlijnen raden veeleer antidepressiva aan. Die werken niet enkel tegen depressie, maar ook tegen angst. Verwacht er echter geen wonderen van. In een grote overzichtsstudie knapte ongeveer de helft van de volwassen patiënten met een sociale angststoornis er een beetje van op.
"Medicatie is inderdaad niet zaligmakend.", bevestigt Thomas Pattyn, psychiater in het Universitair Psychiatrisch Centrum KU Leuven. "Geneesmiddelen werken bij sociale angst zeker niet beter dan psychologische interventies. Ook wanneer je ze combineert met psychotherapie is hun meerwaarde niet duidelijk."
Qua mogelijke nevenwerkingen moet je rekening houden met onder meer misselijkheid, hoofdpijn, slecht slapen, minder zin in seks en gewichtstoename. Ongeveer de helft van de gebruikers van antidepressiva krijgt hier last van, meldt het Kennisplatform Medicatie in de Psychiatrie.