Toxoplasmose, gevaarlijk tijdens de zwangerschap


In de volksmond wordt toxoplasmose weleens de kattenziekte genoemd. Onterecht, want de term "kattenziekte" wordt ook gebruikt voor het parvovirus bij katten. De benaming verwijst echter naar het feit dat de parasiet Toxoplasma gondii, die toxoplasmose veroorzaakt, vooral katten gebruikt als gastheer.
Levenslange immuniteit
Toxoplasmose is de meest voorkomende infectie met een parasiet bij de mens. Je kunt met de parasiet in contact komen via besmet rauw vlees of groenten, water, aarde of de uitwerpselen van katten. Hoe vaak dat gebeurt, hangt af van factoren zoals de landbouwmethoden in de regio waar je woont, hoeveel katten je in huis hebt en hoe goed je je voedsel wast.
Eens besmet, ben je je hele leven immuun. Voor gezonde mensen is toxoplasmose bovendien veelal onschuldig. Een eerste besmetting tijdens de zwangerschap kan daarentegen gevaarlijk zijn voor je ongeboren kind. Toxoplasmose wordt dan ook vooral getest bij zwangere vrouwen en bij vrouwen met een kinderwens.
Kinderwens? Plan al vóór je eraan begint
Van moeder op kind
In België heeft ongeveer de helft van de zwangere vrouwen al toxoplasmose gehad vóór ze zwanger werd. Zij hebben antistoffen en zijn dus levenslang immuun. De andere helft kan de ziekte nog oplopen tijdens de zwangerschap en doorgeven aan de baby. Deze groep moet zich tijdens de zwangerschap aan de nodige voorzorgsmaatregelen houden.
Omdat de risico's voor de foetus ernstig kunnen zijn, zal je arts actief screenen naar antistoffen in je bloed zodra je zwanger bent. Wil je helemaal zeker zijn, dan kun je zo'n bloedonderzoek al aanvragen zodra je zwanger probeert te raken.
Risico's voor de baby
Wanneer een zwangere vrouw besmet raakt, kan zij toxoplasmose overdragen op het ongeboren kind. Dat noemen we congenitale toxoplasmose.
In het begin van de zwangerschap is de kans op overdracht kleiner (10 % in het eerste trimester), maar het risico op complicaties groter. Op het einde van de zwangerschap is de kans op overdracht daarentegen groter (bv. 72 % op 36 weken), maar het risico op complicaties veel kleiner.
Congenitale of aangeboren toxoplasmose kan ernstige complicaties veroorzaken bij de baby, zoals neurologische afwijkingen, verminderde groei, oogproblemen en blindheid, gedragsproblemen, mentale achterstand, ... In het begin van de zwangerschap is er ook een verhoogde kans op een miskraam.
Let op, besmetting tijdens de zwangerschap betekent dus niet automatisch dat de baby ook geïnfecteerd is. Een arts kan de ernst van de infectie beoordelen aan de hand van een labo-onderzoek.
Een besmetting met toxoplasmose blijft bij gezonde personen doorgaans onopgemerkt en is enkel gevaarlijk voor zwangere vrouwen en mensen met een verminderd afweersysteem. Vaak zijn er geen symptomen.
Omwille van de ernstige risico's voor de ongeboren baby wordt er aan het begin van de zwangerschap gescreend op toxoplasmose. Ben je niet immuun, dan moet je speciale voorzorgsmaatregelen nemen tijdens je zwangesrchap.
Toxoplasmose geneest meestal spontaan. Zwangere vrouwen krijgen echter speciale medicatie om het risico voor het ongeboren kind te verminderen, en worden extra opgevolgd tot na de bevalling.
Met een goede voedsel- en handhygiëne kun je het risico op toxoplasmose verminderen, al bestaat er geen waterdichte garantie. Enkele tips.
Een besmetting met toxoplasmose blijft bij gezonde personen doorgaans onopgemerkt en is enkel gevaarlijk voor zwangere vrouwen en mensen met een verminderd afweersysteem. Eens je toxoplasmose hebt gehad, ben je levenslang immuun.
Vaak zijn er geen symptomen. Zijn die er wel, dan verschijnen ze 10 tot 14 dagen na de besmetting. De meest voorkomende klachten zijn:
- Opgezwollen (en mogelijk pijnlijke) lymfeklieren;
- (Lichte) koorts;
- Vermoeidheid;
- Lusteloosheid;
- Huiduitslag (vlekken);
- Keelpijn;
- Spierpijn;
- Nachtelijk zweten;
- Opgezwollen (en pijnlijke) lever en/of milt (in zeldzame gevallen).
Bij personen met een verminderde weerstand zijn de symptomen meestal ernstiger. Bij hen kunnen longen, hersenen en het hartspierweefsel gaan onsteken, met mogelijk overlijden tot gevolg.
Omwille van de ernstige risico's voor de ongeboren baby wordt aan het begin van de zwangerschap systematisch gekeken of je immuun bent voor toxoplasmose. Met een bloedanalyse wordt nagegaan of je antistoffen hebt of niet. Ben je niet immuun, dan moet je de nodige voorzorgsmaatregelen in acht nemen.
Nieuw onderzoek bij vermoeden van besmetting
Blijk je niet immuun en wordt er tijdens je zwangerschap vermoed dat je besmet bent, dan zal er opnieuw een bloedanalyse worden uitgevoerd. Blijk je besmet, dan zal de gynaecoloog een vruchtwateronderzoek doen, om te kijken of ook de baby besmet is.
In het eerste trimester is die kans één op de tien, in het derde trimester al zeven op de tien. Dat de parasiet naar de baby is overgegaan, betekent echter niet per se dat er complicaties zullen optreden met de baby. Om eventuele problemen op te sporen, is verdere opvolging nodig.
Toxoplasmose geneest meestal spontaan. Personen met een ernstige infectie, met een verminderde weerstand en zwangere vrouwen krijgen antibiotica voorgeschreven. Zwangeren moeten opgevolgd worden door een gynaecoloog.
Opvolging van de moeder
Raak je tijdens je zwangerschap besmet met toxoplasmose, dan krijg je onmiddellijk aangepaste medicatie om het risico voor de baby te beperken.
Bvoendien zal de gynaecoloog regelmatig zeer uitgebreid echografisch onderzoek doen om te bekijken hoe je baby zich ontwikkelt. Eventueel kan hij of zij ook een aanvullende MRI (een magnetisch resonantie onderzoek) van de baby aanvragen.
Opvolging van de baby
Hoe later in de zwangerschap je besmet raakt, hoe minder ernstig doorgaans de gevolgen voor de baby. In die latere fasen is het vooral het netvlies dat aangetast kan worden, met oogproblemen of zelfs blindheid tot gevolg.
In zulke gevallen zal men meteen na de geboorte al een oogonderzoek uitvoeren bij de baby om eventuele problemen op te sporen en te behandelen.
Een waterdichte garantie om besmetting te vermijden, is er niet, maar met deze maatregelen kun je wel het risico verlagen. Een goede voedsel- en handhygiëne is cruciaal.
In de keuken
- Vermijd rauw vlees en rauwe groenten;
- Schil fruit;
- Let ook op met gerookt, gemarineerd of gepekeld vlees;
- Groenten wassen vermindert het risico; maar sluit het niet uit;
- Eet je buitenshuis, kies dan voor gegaarde groenten;
- Verhit het voedsel voldoende, of vries het vooraf in (tot -20°C);
- Zorg dat vlees volledig doorbakken of gekookt is;
- Vermijd gerechten met rauwe eieren, zoals aardappelpuree, verse mayonnaise of dessertjes;
- Maak keukengerei schoon na het hanteren van rauwe producten;
- Was je handen voor elke maaltijd en telkens je rauw voedsel hebt aangeraakt.
In de tuin
- Draag altijd handschoenen als je in de tuin werkt, en was daarna de handen;
- Vermijd contact met zandbakken waar katten in kunnen graven.
Wat met de kat?
- Laat de kattenbak door iemand anders schoonmaken;
- Hou je kat binnenshuis;
- Was je handen goed als je een kat hebt aangeraakt.