Pensioensparen: wat te kiezen?

Pensioensparen is een manier om individueel voor een aanvullend pensioen te sparen en ondertussen belastingvoordeel te genieten. Kies je daarvoor beter een pensioenspaarfonds of een levensverzekering? En wat is het verschil met een belegging in het kader van het langetermijnsparen?
In principe adviseren we elke meerderjarige Belg die over wat geld beschikt dat hij ten minste tot zijn 60e kan missen, om aan pensioensparen te doen. Uitzondering daarbij zijn de jonge mensen die van plan zijn een huis te kopen of te bouwen. Voor hen kan het interessanter zijn om eerst een spaarpot op te bouwen waaruit ze kunnen putten op het ogenblik dat ze een hypotheeklening nodig hebben. Zonder eigen kapitaal lukt je dat niet meer vandaag de dag en/of betaal je een pak meer voor je lening.
Mooi meegenomen is dat de fiscus financieel een ruggensteuntje geeft in de vorm van een belastingvoordeel. Al wat je daarvoor moet doen, is je geld op een specifieke manier beleggen. Dankzij een belastingvermindering krijg je al naargelang het geval 25 % of 30 % van het belegde bedrag terug (telkens iets méér als we rekening houden met de gemeentelijke opcentiemen). Dat jaarlijks belastingvoordeel zorgt voor discipline om te sparen. Want zo spaar je in goede en kwade dagen, jaar in jaar uit.
Dat belastingvoordeel wordt achteraf weliswaar behoorlijk getemperd door de eindbelasting die nog volgt. Toch kan zo'n belegging precies door het belastingvoordeel interessanter zijn dan een soortgelijke belegging zonder fiscaal ruggensteuntje.
Denk er wel aan dat het geld dat je belegt, in principe tot je 60e geblokkeerd zit. Als je het bijeengespaarde geld vervroegd zou opvragen zou je daar veel van verliezen doordat de fiscus je dan zwaar zou beboeten. Voordeel is dat het een serieuze rem zet op impulsieve verkopen.
We hebben het hier alleen over de mogelijkheden waar in principe iedereen gebruik van kan maken. We gaan hier dus niet in op de specifieke formules waarmee bv. de zelfstandigen bijkomend mét belastingvoordeel voor later kunnen sparen. Alleen dit: een van die mogelijkheden, het VAPZ (vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen), is zelfs zo interessant dat we aanraden om daar voorrang aan te geven wanneer je je slechts één extra pensioenpijler kunt veroorloven.
Wat hier evenmin aan bod komt, is het VAPW (vrij aanvullend pensioen voor werknemers), het nieuwe pensioenstelsel voorbehouden voor werknemers in de privésector en voor contractuele ambtenaren. De boodschap is daar overigens dat wanneer je belastingvoordeel kunt halen uit de formules die we in dit dossier belichten, dat in principe interessanter is dan een belegging in een VAPW.
Enerzijds is er het zogenoemde pensioensparen. Daarbij heb je de keuze tussen:
- een pensioenspaarfonds: een beleggingsfonds dat specifiek in het kader van het pensioensparen werd opgericht en dat door een bank wordt beheerd;
- een pensioenspaarverzekering: een levensverzekering waarvoor je aangeeft dat je met de storting aanspraak wilt maken op de belastingvermindering in het kader van het pensioensparen.
Anderzijds is er de formule van het langetermijnsparen.
De fiscale regels verschillen lichtjes.
De storting waarmee je jaarlijks aanspraak kunt maken op belastingvoordeel, is beperkt en verschilt volgens de formule.
Bij het pensioensparen is het maximum voor iedereen gelijk, ongeacht het bedrag van de beroepsinkomsten. Maar er zijn wel twee mogelijkheden. Dit zijn de maxima voor 2025:
- ofwel beleg je maximaal € 1 050, en dan kun je aanspraak maken op een belastingvermindering van 30 %;
- ofwel beleg je maximaal € 1 350, en dan is de belastingvermindering beperkt tot 25 %.
Je zult hoe dan ook bij je bank/verzekeraar moeten langsgaan als je het hogere bedrag wilt beleggen.
De belastingvermindering in het kader van het langetermijnsparenbedraagt hoe dan ook 30 %. De maximumstorting hangt daar af van de nettoberoepsinkomsten, met een absoluut maximum per persoon, dat voor 2025 neerkomt op € 2 450. Dat maximum is hoe dan ook niet voor iedereen van toepassing: het ligt lager zodra je minder dan € 37 773 aan beroepsinkomsten hebt (vervangingsinkomsten inbegrepen) want het mag hoe dan ook slechts gaan om 6 % van je belastbaar inkomen + € 183,6.
Let wel: voor sommige consumenten heeft het totaal geen zin om mee te doen aangezien ze door de omstandigheden toch geen belastingvoordeel zullen genieten:
- Belastingvoordeel is per definitie uitgesloten als je geen belasting verschuldigd bent doordat je inkomsten zo laag zijn. Dat geldt bv. voor sommige gepensioneerden.
- Belastingvoordeel met het langetermijnsparen is soms niet mogelijk of hooguit slechts ten dele zolang je belastingvoordeel geniet met een hypotheeklening of met een andere levensverzekering. Meer daarover onder “Ons advies qua bedrag”.
Er bestaat slechts een beperkt gamma aan pensioenspaarfondsen. Soms heb je bij je bank intern de keuze qua risicograad, al naargelang het percentage aandelen en obligaties in portefeuille:
- Dynamisch betekent dat er meer belegd wordt in aandelen dan in obligaties. (Een dynamisch pensioenspaarfonds is het meest voorkomend pensioenspaarfonds.)
- Bij neutraal gaat het fiftyfifty om aandelen en obligaties.
- Defensief ten slotte slaat op een portefeuille met grotendeels obligaties en slechts een klein deel aandelen.
Met een pensioenspaarfonds is je inleg sowieso niet beschermd. In ruil voor die financiële onzekerheid mag je op lange termijn normaliter dan weer rekenen op een hoger potentieel rendement dan met een tak21-levensverzekering.
Sinds enige tijd is er een beperkt aanbod aan pensioenspaarfondsen die focussen op duurzaam beleggen. In dat geval kijken de beheerders verder dan alleen de financiële criteria en houden bv. ook rekening met milieuaspecten en met het sociaal beleid.
Je kunt eenzelfde levensverzekeringscontract meestal zowel sluiten in het kader van het pensioensparen als in dat van het langetermijnsparen. Die keuze moet je bij de aanvang maken.
Er zijn hoe dan ook heel veel levensverzekeringen op de markt, en ze bestaan in drie soorten:
- Tak 21 is de soort zonder risico. De verzekeraar garandeert een gewaarborgde intrestvoet op je stortingen (let wel: dat kan ook 0 % zijn) en vult dat rendement eventueel aan met een winstdeelneming als de resultaten van de maatschappij dat toestaan.
- Tak 23 is een levensverzekering waar een beleggingsfonds aan is gekoppeld. Dus is er automatisch risico aan gekoppeld. Er zijn echter verschillende risicograden mogelijk: net als bij de pensioenspaarfondsen kan er een dynamische, neutrale of defensieve versie van het fonds bestaan, maar het fonds kan bv. ook puur beleggen in aandelen. Met zo’n contract heb je geen enkele garantie voor je inleg, maar op lange termijn mag je normaliter rekenen op een hoger rendement dan met een “tak 21” levensverzekering.
- Tak 44 is één contract met twee verschillende componenten: enerzijds een tak 21, anderzijds een tak 23 (met zoals net uitgelegd mogelijk verschillende versies met een andere risicograad). Al naargelang de component die je kiest, heb je dus een belegging respectievelijk zonder of met risico.
Als je maximaal voordeel wilt halen uit de fiscaal bevoordeelde spaarformules voor een aanvullend pensioen, kies je hoe dan ook beter niet op gelijk welke leeftijd zomaar een belegging. Hoe meer de datum nadert waarop je het opgebouwde kapitaal denkt op te vragen, hoe meer het aangewezen is om veilig te beleggen.
Daarom ga je ook beter elk jaar opnieuw na of je nog goed zit qua product én qua beleggingsformule. Als je vindt dat je verkeerd bezig bent, kun je altijd gewoon stoppen met storten in dat product en voortaan in een ander beleggen. Een complete switch, dus met de overdracht van het reeds opgebouwde kapitaal, is echter andere koek.
Switchen kan niet altijd
Als je zo'n switch louter en alleen wilt om het risico te verlagen, zit je met twee soorten producten per definitie goed. De overdracht van het reeds opgebouwde kapitaal is sowieso mogelijk als je in een pensioenspaarfonds hebt belegd. Want dan kun je binnen datzelfde contract meestal overstappen van de dynamische versie naar de neutrale en vervolgens naar de defensieve versie. Je blijft dan wel beleggen in een formule met risico, aangezien je geen garantie hebt over je inleg, maar hoe minder aandelen in portefeuille, hoe minder groot de kans op koersschommelingen op korte termijn;
Maar je kunt ook kiezen voor een tak 44-levensverzekering (in het kader van het pensioensparen of het langetermijnsparen). Dan kun je binnen datzelfde contract probleemloos van tak 23 overschakelen naar tak 21. Daarmee stap je van een risicovol product over op een risicoloos product, waarbij je niet langer hoeft te vrezen dat je je inleg verliest. Bij sommige verzekeraars kan dit voordeel ook verkregen worden met een apart tak 21 en een apart tak 23 contract : stel dat iemand ooit een apart tak 21 contract en een apart tak 23 contract heeft onderschreven in het kader van het pensioensparen bij 1 verzekeringsmaatschappij.
Dan is het bij sommige verzekeraars mogelijk om (binnen die verzekeraar) vrij te switchen tussen dat tak 23 contract en het tak 21 contract en de spaarpot te transfereren van tak 23 naar tak 21. Dan kan men dus ook bij sommige verzekeraars met 2 aparte contracten (dankzij een switch) van beleggingsvorm veranderen. Dus net zoals bij een tak 44. Indien je zo’n switch overweegt, informeer je eerst of er hiermee kosten gepaard gaan.
Het is daarentegen wettelijk niet toegestaan om het reeds opgebouwde kapitaal over te dragen als je:
- binnen de formule van het pensioensparen overstapt van een pensioenspaarfonds op een pensioenspaarverzekering, of vice versa;
- van de formule van het pensioensparen overstapt op die van het langetermijnsparen, of omgekeerd.
Dat is jammer, want dat zou anders een oplossing kunnen zijn voor wie de tegoeden uit zijn pensioenspaarfonds wil veiligstellen en wil overstappen op het gewaarborgd rendement van een tak 21-levensverzekering.
Switch niet te snel
Denk hoe dan ook goed na vóór je de overdracht aanvraagt.
- Als je had belegd in de formule van het langetermijnsparen via een tak 21-levensverzekering (met een gewaarborgd rendement) of een tak 23-product (zonder gewaarborgd rendement) en daarvoor voortaan bij een andere verzekeraar terecht wilt, zul je daar een erg zware prijs voor moeten betalen. De fiscus zal het over te dragen kapitaal tegen maar liefst 33 % belasten (en daar komen nog eens de gemeentelijke opcentiemen bij).
Bij de overstap naar een ander pensioenspaarfonds of een andere pensioenspaarverzekering kun je makkelijk aan die fiscale boete ontsnappen. Het volstaat om het volledige kapitaal over te hevelen, en niet slechts een deel ervan. Bij de verzekering moet je er wel rekening mee houden dat je wellicht uitstapkosten zult moeten betalen bij de “oude” verzekeraar en/of instapkosten bij de “nieuwe”. Maar zelfs met een pensioenspaarfonds riskeer je vandaag de dag kosten wanneer je naar een andere bank overstapt. Informeer je dus goed vóór je overstapt. - De fiscus doet niet moeilijk over een switch van het ene pensioenspaarfonds naar het andere. Maar het is wel uitkijken voor kosten die de bank soms in rekening brengt. Bij de switch naar een ander pensioenspaarfonds binnen dezelfde bank is daar in principe geen sprake van, maar informeer toch maar beter vooraf. Ook al is het momenteel nog vrij uitzonderlijk, het is niet uitgesloten dat je de gebruikelijke instapkosten zult moeten ophoesten op het kapitaal dat je overdraagt. De kans op dergelijke kosten is veel groter wanneer je het geld naar het pensioenspaarfonds van een andere bank overdraagt. Informeer ook in dat geval vooraf, want er zijn wel degelijk banken waar je dat kostenloos kunt doen. Uitzonderlijk kun je, als je kosten hebt moeten betalen, daarvoor worden vergoed door de nieuwe bank (volledig of ten dele).
Pensioensparen
Je kunt hooguit tot je 64e belastingvoordeel genieten.
Tip: dateert je contract van vóór je 55e verjaardag, doe de storting in het jaar dat je 60 wordt, nadat de eindbelasting werd geheven. Zo bespaar je zo'n 8 % op het gestorte bedrag.
Langetermijnsparen
Er is geen wettelijke maximumleeftijd tot wanneer je in aanmerking komt voor het belastingvoordeel. Hoelang je daarvan kunt blijven profiteren, hangt af van wat er in je contract staat.
Tip: als je denkt dat je na je wettelijk pensioen nog een belastbaar inkomen zult hebben, kan het met sommige contracten interessant zijn om een hoge eindleeftijd te kiezen, bijvoorbeeld 90 jaar of zelfs nog langer. Omdat je dan, nadat de eindbelasting werd geheven, desgewenst nog vele jaren stortingen zult kunnen doen waarmee je enerzijds belastingvoordeel zult genieten en die je anderzijds een kapitaal zullen opleveren dat je volledig onbelast zult kunnen opstrijken. Zonder dat je geld ondertussen volledig geblokkeerd zit tot de einddatum en zonder dat je verplicht bent om elk jaar geld te storten.
Tip: dateert je contract van vóór je 55e verjaardag, doe de storting in het jaar dat je 60 wordt, nadat de eindbelasting werd geheven. Dezelfde redenering geldt voor een contract waar je na je 55e mee bent begonnen: wacht in het jaar van de belasting beter met de storting tot de belasting werd geheven. Zo bespaar je zo'n 10 % op het gestorte bedrag.
Hoeveel te beleggen?
Hoe maak je voor het pensioensparen de keuze tussen een storting van maximaal € 1 050 of € 1 350? En waarop moet je letten wanneer je bepaalt hoeveel premie je stort in het kader van het langetermijnsparen? Wij vertellen je alles over hoe je kunt bepalen hoeveel je het best uittrekt voor deze spaarformules met belastingvoordeel.
Welke zijn de Beste Kopen?
Kies ik gewoon het pensioenspaarfonds van mijn bank of zijn er bepaalde fondsen die het veel beter doen dan andere? En er zijn zoveel verschillende levensverzekeringen op de markt: hoe maak ik daar een keuze in? Wij leggen uit waar je het best in belegt, al naargelang je leeftijd.Hoe zit het met de eindbelasting?
Zoals gezegd laat de fiscus zich van twee kanten voelen: enerzijds met het belastingvoordeel dat hij toekent op je storting, anderzijds met de belasting die hij later in rekening zal brengen. Het is belangrijk dat je weet wanneer je die eindbelasting mag verwachten en hoeveel je daarvoor zult moeten afstaan van het opgebouwde kapitaal.
In het kader van het pensioensparen
Je hebt de keuze: € 1 050 of € 1 350 (bedragen voor 2025), maar met een ander belastingvoordeel (resp. 30 % of 25 %).
- Idealiter beperk je je tot € 1 050 en besteed je de extra € 300 aan een lucratieve belegging buiten het pensioensparen. Hoe jonger je bent en hoe verder je pensioen nog is, hoe meer je daarbij voor aandelen kunt kiezen, bv. via een aandelentracker die belegt in verschillende landen en sectoren. Een tracker (ook ETF genoemd) is een beursgenoteerd beleggingsfonds dat de prestaties van een beursindex of een korf van aandelen, obligaties, valuta, grondstoffen en dergelijke volgt. Trackers zijn een goede belegging omdat de jaarlijkse kosten lager liggen dan bij de klassieke beleggingsfondsen en omdat het jaarlijkse rendement op lange termijn vaak hoger ligt. Aandelentrackers die we momenteel aanraden vind je terug in het maandblad van Test-Aankoop Invest.
- Maar als je van jezelf weet dat je die € 300 toch niet zult beleggen in aandelen, of als je aan pensioensparen doet met een levensverzekering van het type tak 21 (dus met een gewaarborgd rendement), ga je beter voor het maximum van € 1 350.
- Merk op dat als je meer dan € 1 050 uittrekt, maar minder dan € 1 260, je belastingvoordeel minder zal zijn dan als je het bij € 1 050 had gehouden.
In het kader van het langetermijnsparen
De maximumstorting hangt af van de nettoberoepsinkomsten, met een absoluut maximum per persoon, dat voor 2025 neerkomt op € 2 450.
Let wel! Je kunt alleen in aanmerking komen voor belastingvoordeel met die storting als je "fiscale korf" – dus het gezamenlijke belastingvoordeel voor je levensverzekering én je hypotheeklening (kapitaal- en intrestaflossingen plus premies voor de schuldsaldoverzekering) – nog niet volledig is opgebruikt door het fiscale voordeel dat je geniet voor een van de volgende hypotheken: een lening voor je eigen en enige woning afgesloten vóór 2016 (in Wallonië of Vlaanderen) of vóór 2017 (in Brussel), of een lening voor een woning die niet je hoofdverblijfplaats is (voor een lening afgesloten vóór 2025).
Soms is een hogere storting geen goed idee
Wanneer je de mogelijkheid hebt om plots méér in deze spaarformules te beleggen dan de voorgaande jaren, is er geen enkel probleem zolang je jonger bent dan 55 jaar. En dan hebben we het over een echte verhoging, en niet over het feit dat je het hogere bedrag stort dat volgens de jaarlijkse indexering als maximum geldt, want dat wordt niet als een verhoging aanzien.
Maar vanaf 55 jaar denk je beter twee keer na. e pensioenleeftijd is wel veranderd, maar de regels voor pensioensparen zijn nog hetzelfde. Het is mogelijk dat een volgende regering hier iets aan doet. Je kunt fiscaal pensioensparen tot het jaar dat je 64 wordt.
- Als je levensverzekering binnen minder dan 10 jaar afloopt, kun je de premies niet meer verhogen. Bij een verzekeringscontract dat eindigt op je 65e, mag je de storting daardoor niet meer verhogen na je 55e.
- Voor het pensioensparen is het jaar waarin je 64 wordt, sowieso de laatste mogelijkheid voor een storting.
- Met een levensverzekeringscontract waarmee je vóór je 55e bent begonnen voor het langetermijnsparen en dat veel verder loopt dan tot 65 jaar, betekent een verhoging tussen je 55e en 60e dat je contract niet langer belast wordt op je 60e, maar op de 10e verjaardag van de laatste verhoging. Als er geen verhoging is tussen 55 en 60 jaar, wordt het contract belast op 60-jarige leeftijd en kunnen de premies daarna niet meer worden verhoogd, zelfs als je nog meer dan 10 jaar van de einddatum verwijderd bent. Niet alle maatschappijen passen deze regels op dezelfde manier toe en we kunnen niet voorspellen hoe jouw tussenpersoon in de praktijk zal reageren als je je premies na je 55e verhoogt. Sommige maatschappijen weigeren zelfs een verhoging tussen 55 en 60 jaar, wat is toegestaan door de belastingwetgeving. Controleer in elk geval de algemene voorwaarden om te zien of de verzekeraar de verhoging echt kan weigeren.
- Voor een levensverzekering wordt een verhoging sowieso niet meer toegestaan na je 65e. Je moet immers vóór je 65 met een contract beginnen om recht te hebben op belastingvoordeel.
Een andere vraag is hoeveel je nog mag storten zonder dat de fiscus het als een verhoging zal beschouwen. Kijk daarvoor welk van deze twee het hoogste bedrag is:
- de laatste premie vóór je 55e, 60e of 65e verjaardag, of
- het gemiddelde van de premies over de afgelopen 5 jaar.
Voor de fiscus is dit het maximum en hij zal alleen de indexering aanvaarden als het bedrag van je jaarlijkse premie gelijk is aan het absolute maximum (€ 2 450 voor levensverzekeringen in 2025). Als je jaarpremie lager is dan het maximum, vindt de fiscus dat je niet kunt indexeren. Wij zijn echter van mening dat dit verschil in behandeling discriminerend is.
Wist je dat je als lid van Testaankoop voor een levensverzekering lage instapkosten betaalt als je via de makelaars DefA Finance of VDV Conseil instapt?
Blijf je liever bij je eigen makelaar, gebruik dan de voordelige voorwaarden van DefA Finance en VDV Conseil als onderhandelingsbasis.
Wat wanneer?
Op jongere leeftijd kun je je meer risico veroorloven dan wanneer je wat ouder bent omdat het risico over een langere periode wordt gespreid en daardoor verkleint. Daarom maken wij een onderscheid al naargelang je leeftijd.
We vermelden ook telkens onze Beste Koop voor nieuwe contracten. Want zeker voor een levensverzekering is de keuze delicaat: er zijn heel veel contracten op de markt maar veel ervan zijn totaal niet interessant.
Hoe jonger je bent, hoe meer aandelen je in jouw portefeuille mag steken. Loopt het verkeerd op de beurzen, dan heb je nog voldoende beleggingshorizon om die papieren verliezen goed te maken.
Let op voor mensen die van plan zijn om een huis te kopen of te bouwen. Voor hen kan het interessanter zijn om eerst een spaarpot op te bouwen waaruit ze kunnen putten op het ogenblijk dat ze een hypotheeklening nodig hebben. Zonder eigen kapitaal lukt dat vandaag de dag niet meer en/of betalen ze een pak meer voor hun lening.
Voorkeur voor een indexfonds boven pensioensparen
Belastingvoordeel voor pensioensparen
Kiezen voor pensioenspaarfondsen lijkt vanzelfsprekend. Wie zegt nu neen tegen een belastingvoordeel dat kan oplopen tot zo’n 32 % (met inbegrip van de opcentiemen)?
Maar hogere kosten
Toch schuilen er enkele addertjes onder het gras. Zo zijn hun kosten hoog (instapkosten en jaarlijks beheerloon), is er de eindbelasting (in principe 8 % op je zestigste).
En een lagere opbrengst
We vinden beleggingen op de markt die veel beter presteren. Zo behaalden de dynamische pensioenspaarfondsen de laatste 10 jaar een gemiddeld rendement van zo’n 4% terwijl wereldwijd beleggende beursgenoteerde indexfondsen (ETF’s) gemiddeld zo’n 9 % hoger gingen (situatie begin augustus 2025).
Een indexfonds – ook wel tracker of ETF genoemd – is een beleggingsfonds dat een specifieke beursindex volgt. De portefeuille kan zodanig worden beheerd dat ze bijvoorbeeld dezelfde index (trend) volgt als de Bel 20, de Nasdaq, enz.
Onze collega’s van Testaankoop invest vergeleken beide beleggingen met elkaar, rekening houdende met de fiscaliteit en de kosten, en kwamen tot de volgende conclusie. Het is in veel gevallen interessanter om op lange termijn voor een ETF te kiezen in plaats van een pensioenspaarfonds (zie uitgebreid artikel daarover in B&R 300 alsook https://www.youtube.com/watch?v=KC3AgutHcoo én https://www.test-aankoop.be/invest/sparen/pensioensparen/news/2024/11/fonds-tracker-keuze ).
Je geeft dus beter de voorkeur aan een indexfonds boven een fonds van het traditionele pensioensparen, zeker als je er jong aan begint. Dat laatste wordt pas interessant vanaf uw vijftigste. De belangrijkste voorwaarde is wel dat u de discipline voor de dag legt om jaarlijks in de ETF te beleggen, en dat is minder evident dan het lijkt. Goede ETF’s om in te beleggen zijn iShares Core MSCI World (IE00B4L5Y983) of Xtrackers MSCI World ESG UCITS ETF (IE00BZ02LR44).
Pensioensparen
Enkel indien je denkt dat die discipline minder evident is, kies dan voor dynamische fondsen via pensioensparen en lange termijnsparen. Hebt u al een dynamisch beheerd pensioenspaarfonds en bent u er tevreden over, blijf dan rustig zitten. Hermes Pensioenfonds is dé Beste Koop bij de dynamische pensioenspaarfondsen. Helaas staat het enkel op schap bij Bank J. Van Breda en Bank Delen. De verschillen met de andere goede producten zijn echter klein.
De volgende fondsen kunnen ons dan ook bekoren: Argenta Pension Fund (Argenta), Belfius Pension High Equities (Belfius), Pricos Responsible Investing (KBC), Star Fund (ING) en VDK Pension Fund (VDK Bank). Kies voor het fonds dat het gemakkelijkst toegankelijk voor u is. Goed om weten is dat het fonds van Argenta het enige is dat geen instapkosten aanrekent. Elke euro dat u erin steekt, wordt dus ook belegd. Voor het beste fonds uit de selectie, namelijk Hermes Pensioenfonds, betaalt u wel 3% instapkosten. Wil je aan pensioensparen doen bij een verzekeraar, ga dan voor een levensverzekeringscontract van het type tak 44 (met een luik tak 23 en een luik tak 21 : zie eerste kaderstuk). Onze voorkeur gaat uit naar Plan for Life+ van Allianz.
In dat contract heb je de keuze uit verschillende tak 23 interne beleggingsfondsen. We hebben een boontje voor twee producten. Allianz Invest Strategy Dynamic belegt zowat 75 % van de portefeuille in wereldaandelen en 25 % in internationale obligaties. Zoek je daarentegen een 100 % aandelenbelegging, kies dan voor Allianz GI Global Sustainability dat belegt in een mandje met internationale aandelen. Dat fonds is riskanter dan ‘Allianz Strategy Dynamic’, maar heeft ook meer stijgingspotentieel. Als lid van Testaankoop kun je voordelig instappen via de makelaar DefA of VDV Conseil (Franstalig).
Langetermijnsparen
Als je geen hypothecaire lening hebt afgesloten vóór 2016 (in Vlaanderen of Wallonië) of vóór 2017 (in Brussel), of een lening voor een woning die niet je hoofdverblijfplaats is (voor een lening afgesloten vóór 2024) dan kun je ook een extra belastingvoordeel genieten via de levensverzekering in het kader van het langetermijnsparen.
Beleg, althans zolang niets je belet om aanspraak te maken op belastingvoordeel, ook in het kader van het langetermijnsparen via de tak 23-component van een tak 44-levensverzekering, eveneens de dynamische versie. Sluit liefst een contract tot je 90e of zelfs nog langer. Zo kun je, nadat de eindbelasting werd geheven, desgewenst nog vele jaren stortingen doen die een kapitaal zullen opleveren dat je onbelast zult opstrijken. Met het soort contracten dat wij aanraden, zit dat geld bovendien niet tot de einddatum geblokkeerd (vaak kun je er vanaf je 60e al een deel van opvragen) en ben je in principe evenmin verplicht om elk jaar geld te storten.
Onze Beste Koop
Al Strategy (een tak 23-component van het tak 44-contract Plan for Life+) van Allianz (maar via DefA Finance of VDV Conseil). Je kunt zelf de einddatum kiezen, wat interessant is aangezien wij een hoge eindleeftijd aanbevelen. De dynamische versie van dat contract heet Al Strategy Dynamic.
Dat fonds belegt zowat 75 % van de portefeuille in wereldaandelen en 25 % in internationale obligaties. Zoek je daarentegen een 100 % aandelenbelegging, dan kun je binnen dat plan kiezen voor Allianz GI Global Sustainability (internationale aandelen). Dat fonds is riskanter dan 'Allianz Strategy Dynamic', máár heeft meer stijgingspotentieel.
Naarmate je ouder wordt, wordt jouw beleggingshorizon korter en is het belangrijk om niet alleen de schommelingen in jouw portefeuille te beperken maar ook om het al opgespaarde kapitaal veilig te stellen.
Daarom raden we je aan om de switch te maken naar een belegging van het defensieve type, zoals bijvoorbeeld een tak 21 verzekering, dus een levensverzekering met een gewaarborgd rendement mét belastingvermindering.
Je bent nog niet begonnen met pensioensparen en langetermijnsparen
Pensioensparen
Voor mensen die voordien bvb belegd hebben in een ETF, is het om fiscale redenen vanaf 50 jaar nu wél interessant om ook beginnen te beleggen in pensioensparen. Begin er om fiscale redenen het best vóór je 55 mee. Kies voor nieuwe stortingen voor de levensverzekering van het type tak 21. Daarbij geniet Top Rendement van AG Insurance onze voorkeur.Langetermijnsparen
Maar om fiscale redenen is het ook belangrijk om vóór je 55e ook te beginnen met lange termijnsparen. Beleg, althans zolang niets je belet om aanspraak te maken op belastingvoordeel, ook in het kader van het langetermijnsparen via een tak 21-levensverzekering. Begin daar om fiscale redenen het best vóór je 55e mee. Sluit liefst een contract tot je 90e of zelfs nog langer. Zo kun je, nadat de eindbelasting werd geheven, desgewenst nog vele jaren stortingen doen die een kapitaal zullen opleveren dat je onbelast zult opstrijken. Met het soort contracten dat wij aanraden, zit dat geld bovendien niet tot de einddatum geblokkeerd (vaak kun je er vanaf je 60e al een deel van opvragen) en ben je in principe evenmin verplicht om elk jaar geld te storten.
Onze Beste koop : Eveneens Top Rendement van AG Insurance (maar via DefA Finance of VDV Conseil). In deze hypothese zijn er wel enkele minpunten: je neemt beter niet 90 jaar als eindleeftijd, zoals wij doorgaans aanbevelen, maar 65 jaar (of de 10e verjaardag van het contract als je pas na je 55e begint). Er zijn uitstapkosten tot 5 jaar voor de einddatum. Je kunt niet vanaf je 60e stukjes van het kapitaal beginnen op te nemen, je moet alles in één keer opvragen.
MAAR als je denkt dat je na je wettelijk pensioen nog een belastbaar inkomen zult hebben en je op dat ogenblik dus een belastingvoordeel zult kunnen gebruiken, begin dan te storten voor tak 21 Plan for Life+ van Allianz (maar via DefA Finance of VDV Conseil), waarbij je de eindleeftijd bv. op 90 jaar legt. Begin daar om fiscale redenen het beste vóór je 55 mee.
Heb je via ETF's belegd? Dan is het aangewezen om vanaf je 54 geleidelijk een deel van het kapitaal over te hevelen naar onze beste kopen spaarrekeningen. Zo slaag je erin om het aandelenrisico van je opgespaarde kapitaal te verminderen. Richt je hierbij op het bedrag dat je denkt nodig te hebben vanaf je pensioenleeftijd.
Ben je in het bezit van een dynamisch of een neutraal fonds in kader van het pensioensparen?
Gaat het over een pensioenspaarfonds?
Naarmate je ouder wordt, wordt jouw beleggingshorizon korter. Als je niet wakker wilt leggen van beursschommelingen is het belangrijk om niet alleen de schommelingen in jouw portefeuille te beperken maar ook om het al opgespaarde kapitaal veilig te stellen. Transfereer je volledig opgebouwde kapitaal naar een defensief pensioenspaarfonds. Zo slaag je erin om het aandelenrisico van jouw opgespaarde kapitaal zo goed als wettelijk mogelijk te verminderen.
Volg dus de volgende 3 stappen:
1) Transfereer je volledig opgebouwde kapitaal naar een defensief pensioenspaarfonds. Zo kun je het aandelenrisico van je opgespaarde kapitaal zo goed als wettelijk mogelijk te verminderen.
Onze beste kopen zijn daarbij Belfius Pension Low Equities, Pricos Defensive van KBC en Argenta Pensioenspaarfonds Defensive. Omdat het Belfius-fonds en het KBC-fonds instapkosten aanrekent (3 % maar liefst bij Belfius) en dat van Argenta niet, heeft dat laatste onze voorkeur voor niet-Belfius-klanten en niet-KBC klanten.
2) Stort niet langer geld in dat pensioenspaarfonds
3) Kies voor nieuwe stortingen voor de levensverzekering van het type tak 21. Daarbij geniet Top Rendement van AG Insurance onze voorkeur.
Het gewaarborgde rendement behoort tot de betere in de markt, er zijn geen bonusvoorwaarden om winstdeelneming te krijgen, er zijn geen beheerkosten en met het totale rendement kon je de voorbije jaren door de deur. Begin daar om fiscale redenen het best vóór je 55 mee. In het jaar dat je 64 bent, mag je de laatste storting doen.
Dezelfde strategie hanteren we als je al aan pensioensparen deed bij een verzekeraar via een tak 44-levensverzekering, meer specifiek met de tak 23 component met een dynamisch of een neutraal fonds. Hevel in dat geval het volledige kapitaal binnen dat contract over van een tak 23-fonds naar de risicoloze tak 21-verzekering binnen datzelfde contract. Stort vervolgens niet langer geld in die tak 44-verzekering. Kies voor Top Rendement van AG Insurance om verdere stortingen te doen. Begin daar om fiscale redenen het best vóór je 55e mee. In het jaar dat je 64 bent, mag je de laatste storting doen.
Ben je in het bezit van een dynamisch of een neutraal tak 23 fonds in kader van het langetermijnsparen?
Kies ook hier eieren voor je geld. Draag het opgebouwde kapitaal van uw tak 23-fonds over naar het tak 21-luik binnen je tak 44- levensverzekeringscontract. Doe dat vóór je 55ste.
Beleg, althans zolang niets je belet om aanspraak te maken op belastingvoordeel, ook in het kader van het langetermijnsparen via een tak 21-levensverzekering. Begin daar om fiscale redenen het best vóór je 55e mee. Sluit liefst een contract tot je 90ste of zelfs nog langer. Zo kun je, nadat de eindbelasting werd geheven, desgewenst nog vele jaren stortingen doen die een kapitaal zullen opleveren dat je onbelast zult opstrijken. Met het soort contracten dat wij aanraden, zit dat geld bovendien niet tot de einddatum geblokkeerd (vaak kun je er vanaf je 60e al een deel van opvragen) en ben je in principe evenmin verplicht om elk jaar geld te storten.
Onze Beste Koop
Eveneens Top Rendement van AG Insurance (maar via DefA Finance of VDV Conseil). In deze hypothese zijn er wel enkele minpunten: je neemt beter niet 90 jaar als eindleeftijd, zoals wij doorgaans aanbevelen, maar 65 jaar (of de 10e verjaardag van het contract als je pas na je 55e begint). Er zijn uitstapkosten tot 5 jaar voor de einddatum. Je kunt niet vanaf je 60e stukjes van het kapitaal beginnen op te nemen, je moet alles in één keer opvragen.
MAAR als je denkt dat je na je wettelijk pensioen nog een belastbaar inkomen zult hebben en je op dat ogenblik dus een belastingvoordeel zult kunnen gebruiken: Stop tussen je 50ste en 54ste met stortingen voor het tak 23 luik van het bestaand tak 44 contract (laat het opgebouwde kapitaal wel waar het is). Begin dan te storten voor tak 21 Plan for Life+ van Allianz (maar via DefA Finance of VDV Conseil), waarbij je de eindleeftijd bv. op 90 jaar legt. Begin daar om fiscale redenen het beste vóór je 55ste mee.
Als je al een contract hebt lopen
De vraag die nog rest, is wat je moet doen als het contract waarover je al beschikt, niet de Beste Koop is die we net voor een nieuw contract hebben vermeld.
- Je hebt belegd in een pensioenspaarfonds. Presteert het enigszins naar behoren? Dan hoef je niets te veranderen. Maar als je niet langer een risico op verlies wilt lopen of het risico méér wilt beperken, kun je de stortingen in het pensioenspaarfonds stoppen en intekenen op een tak 44-levensverzekering.
- Je hebt een tak 21-levensverzekering gesloten in het kader van het pensioensparen of van het langetermijnsparen.
Als het nog een is met een hoge gewaarborgde intrestvoet, blijf je beter verder storten in dat product.
Anders stop je in principe beter met beleggen in dat contract. We raden aan om je geld te besteden aan een tak 44-levensverzekering (zie onder "Wat wanneer" volgens je leeftijd voor de Beste Koop).
Ongeacht of het gaat om een contract in het kader van het pensioensparen of in dat van het langetermijnsparen, je laat in principe beter alles zoals het is. Stort gewoon verder in je lopend contract. Om fiscale redenen is het niet interessant om nog te veranderen.
Het belastingvoordeel dat je geniet met je stortingen in het kader van het pensioensparen en het langetermijnsparen, wordt achteraf wel behoorlijk getemperd door de eindbelasting die de fiscus nog in rekening zal brengen.
Anders dan wat je zou kunnen denken, is die eindbelasting niet automatisch gelinkt aan het ogenblik waarop het kapitaal wordt uitgekeerd. De meeste spaarders zullen reeds op hun 60e verjaardag worden belast, ook als ze het geld dan niet opvragen.
We vatten hier de belangrijkste spelregels samen voor al wie zoals de meeste mensen, vóór zijn 55e met deze belegging is begonnen.
Het normale tarief
Je zult op je 60e verjaardag worden belast tegen:
- 8 % in het geval van pensioensparen (fonds of levensverzekering), maar 16,50 % op de stortingen van vóór 1993;
- 10 % in het geval van langetermijnsparen (levensverzekering).
Was je al vóór 2015 met het pensioensparen begonnen, dan heeft de fiscus reeds eerder een voorschot geïnd. Dat zal bij de eindbelasting worden afgetrokken van het bedrag dat je op dat ogenblik verschuldigd bent.
Ook het bedrag waarop die aanslagvoet wordt toegepast, verschilt:
- Bij pensioenspaarfondsen wordt die aanslagvoet op een fictief rendement: men neemt het bedrag van je stortingen min de kosten, en kapitaliseert dat tegen 4,75 % of tegen 6,25 % per jaar al naargelang het kapitaal werd gevormd met geld gestort vanaf of vóór 1992. Ook al heb je minder overgehouden aan het fonds, het werkelijke rendement speelt dus geen rol. De bank zal die belasting innen door het nodige aantal deelbewijzen te verkopen.
- Bij de levensverzekeringen (pensioensparen of langetermijnsparen) word je belast op de waarde die het contract op dat ogenblik heeft, maar zonder de winstdeelnemingen, dus je stortingen na aftrek van de kosten, met inbegrip van de gewaarborgde intresten. Bij een tak 23-contract telt de waarde van het contract op de datum van de belasting.
Indien je na je 60e nog verder stortingen doet (en daar ondertussen belastingvoordeel mee geniet), zul je daar niet meer op worden belast.
Maar er is ook een boetetarief
Als je de belegging reeds vóór je 60e verjaardag opvraagt, al was het maar omdat je het opgebouwde kapitaal naar een ander product wilt overbrengen, zal de fiscus op dat ogenblik in de meeste gevallen geen genoegen nemen met het normale tarief en zal hij je zwaarder belasten. Veelal zul je 33 % moeten ophoesten en soms kan zelfs je marginale aanslagvoet worden toegepast, dus het tarief van toepassing op je hoogste inkomensschijf (tot 50 %), plus de gemeentelijke opcentiemen.
Maar er zijn wel degelijk gevallen waarin je bij een opvraging voor je 60e toch aan het boetetarief zult ontsnappen.
Je kunt er alles over lezen in onze Belastinggids.