Geachte mijnheer Mairiaux,
Op zaterdag 16 november 2024 bezocht ik samen met mijn beste vriendin uw zaak in Gent. Zij haalde haar kleding op, terwijl ik de mijne binnenbracht voor reiniging. Wij zijn al jarenlang trouwe klanten bij u.
Die dag merkte ik voor het eerst dat Catherine vervangen was door een nieuwe medewerkster. Daarnaast waren de regels veranderd en moest er voortaan direct betaald worden, wat ik geen probleem vond, aangezien dit al mijn gewoonte was. Mijn kleding zou vanaf 27 november 2024 klaar zijn voor afhaling.
Op zaterdag 7 december 2024 kon ik eindelijk tijd vrijmaken om mijn kleding op te halen, samen met mijn vriend. Bij aankomst zocht ik naar mijn betalingsbewijs en bon in mijn tas. Ik was ervan overtuigd dat ik ze bij me had, maar kon ze niet onmiddellijk vinden. Uw medewerkster stelde me gerust: "Geen probleem mevrouw, u hoeft uw bon niet mee te hebben. Zegt u maar wat u heeft binnengebracht." Ondertussen had ik mijn bon en betalingsbewijs teruggevonden.
Samen zochten we naar mijn kleding, maar zij kon deze niet vinden. Uiteindelijk ging ze naar achteren en haalde een stapel roze papieren tevoorschijn – kopieën van de witte bons die in uw zaak bewaard worden. Op de kopie stond de datum 29 november 2024 genoteerd. Zij concludeerde dat ik mijn kleding al had opgehaald, wat absoluut niet het geval was.
Vervolgens maakte ze beweringen die ik uiterst ongepast vond, zoals:
• "Misschien is iemand van uw familie, een vriend of kennis geweest om de kleding op te halen?"
• "Misschien was u het zelf, maar bent u het vergeten?"
Daarna richtte ze zich tot mijn vriend en zei: "Uw gezicht komt mij bekend voor, ik denk dat u de kleding bent komen afhalen!"
Ik vond het onacceptabel dat ze haar verantwoordelijkheid probeert af te schuiven op de klant.
Waarom wordt er überhaupt een bon met een uniek referentienummer links onderaan uitgegeven? Deze bon dient om te controleren wie de kleding ontvangt. Bij het afgeven van kleding moeten altijd naam, adres en telefoonnummer correct genoteerd worden, zodat misverstanden voorkomen worden – zeker wanneer een klant zijn bon kwijtraakt of vergeet mee te nemen.
Om tot een oplossing te komen, heb ik u de tijd gegeven om alle klanten te contacteren die op 29 november 2024 kleding kwamen afhalen. U heeft hier voldoende tijd voor genomen en niemand bleek mijn kleding mee te hebben genomen.
Er volgde een heen en weer van e-mails, waarbij ik volgens mij zeer redelijke voorstellen deed:
1. Voorstel 1: Ik stelde voor dat u dezelfde vest online zou kopen – dezelfde maat, kleur en model – tegen een aantrekkelijke korting van bijna 50%. Hierop ontving ik geen reactie.
2. Voorstel 2: Ik was bereid de nog niet betaalde schadevergoeding voor de twee verloren kledingstukken aan u terug te betalen, indien mijn kleding alsnog werd teruggevonden. Ook hierop ontving ik geen reactie.
Op 31 januari 2025 ontving ik een voorstel van u, mijnheer , om €150 te vergoeden, terwijl ik al €51,80 had betaald voor de reiniging van beide stukken. Dit voorstel heb ik uiteraard niet aanvaard.
Op 6 februari 2025 deed u een nieuw voorstel van €175. Na aftrek van het reinigingsbedrag van €51,80, zou u voor beide kledingstukken €123,20 vergoeden. U begrijpt toch dat ik geen kledingstukken laat reinigen voor €51,80 als deze versleten en onbruikbaar zouden zijn?
Ik heb u herinneringen gestuurd op 13 en 17 februari 2025, maar u weigerde te antwoorden. Mijn verwachting is een vergoeding van minstens €100 voor een rok die in perfecte staat verkeerde en een waarde had van €300. Daarnaast verwacht ik minstens €150 voor een vest die eind 2023 werd aangekocht voor €280, plus de €51,80 die ik al had betaald voor de reiniging.
Dit probleem sleept zich al voort sinds 29 november 2024.
Aangezien u niet wilde meewerken, heb ik Test Aankoop ingeschakeld. Zij hebben u op 20 maart 2025 aangeschreven om tot een oplossing te komen. U heeft hen niet geantwoord, maar stuurde mij op 27 februari 2025 een bericht met de vermelding:
Dernière proposition : 200€
Op 14 april 2025 heeft de juridische dienst van Test Aankoop u opnieuw gecontacteerd, zonder resultaat. Op 24 april 2025 werd er een rappel gestuurd, eveneens zonder reactie.
Het lijkt erop dat u zelf bepaalt wat een schadevergoeding waard is, volgens uw eigen wil en normen, zonder rekening te houden met de klant. Dit blijkt ook uit klachten op Google Reviews, waarin andere klanten zich over uw handelswijze hebben uitgelaten.
Ik heb u nieuwe klanten aangebracht in de loop der jaren, maar door de manier waarop u problemen aanpakt, bent u hen nu ook weer kwijt.
Dit is bijzonder spijtig, mijnheer.
Ingrid V. Ch