Zijn eierstokcysten gevaarlijk?


Een eierstokcyste is een met vocht gevuld zakje dat zich in of op een van de eierstokken ontwikkelt. Meestal zijn deze cysten niet gevaarlijk en verdwijnen ze na twee tot drie maanden vanzelf. Dan vereisen ze dus geen behandeling.
Sommige cysten kunnen echter wel groot worden en daardoor klachten of complicaties opleveren. In dat geval kan wel een ingreep nodig zijn. Bepaalde soorten cysten kunnen zich ook tot een kankertumor ontwikkelen, al blijft dit vrij zeldzaam. De arts zal dan de nodige maatregelen nemen.
Wat zijn de verschillende soorten eierstokcysten?
Eierstokcysten kunnen zich in verschillende vormen ontwikkelen. De twee belangrijkste families zijn functionele cysten en organische cysten. We leggen de verschillen uit.
Wat zijn de oorzaken van eierstokcysten?
De oorzaken van eierstokcysten zijn afhankelijk van het type. Ze worden meestal ontdekt tijdens een routineonderzoek.
Wat zijn de symptomen van eierstokcysten?
Sommige cysten veroorzaken geen symptomen. Andere veroorzaken verschillende soorten pijn. Ontdek de volledige lijst met mogelijke symptomen.
Welke behandelingen zijn er voor eierstokcysten?
Sommige soorten cysten verdwijnen vanzelf, terwijl andere behandeld moeten worden. Er bestaan geen medicijnen en de behandeling bestaat alleen uit een operatie.
Hoe ontstaan eierstokcysten?
Als ze groeien, kunnen eierstokcysten complicaties veroorzaken. Er is ook een zeldzaam risico op kanker.
Functionele cysten
De meest voorkomende soort van cysten houdt verband met de menstruatiecyclus en komt dus vooral voor tijdens de vruchtbare jaren, voor de menopauze intreedt. Dit noemt men functionele cysten. Doorgaans zijn ze klein (3 tot 6 cm) en groeien ze niet verder. Meestal verdwijnen ze na enkele weken vanzelf.
Er bestaan twee types: folliculaire en luteale cysten.
Folliculaire cysten ontstaan uit een follikel. Een follikel is een ophoping van minuscule blaasjesachtige cellen in de eierstokken, waarin de eicel rijpt. Aan het begin van elke menstruatiecyclus – normaal gezien om de 28 dagen – groeit de follikel tot hij uit de eierstok puilt en uiteindelijk openbarst om de eicel vrij te laten. Het gebeurt echter dat de follikel niet openbarst en de eicel dus niet vrijkomt. In plaats van te verdwijnen zal de follikel dan blijven groeien en een cyste vormen.
Luteale of corpus luteum cysten ontstaan na de eisprong. De doorgang waarlangs de eicel de follikel heeft verlaten, raakt dan verstopt. Daardoor gaat de lege follikel (het zogenoemde gele lichaam of corpus luteum) zich met vocht vullen en een cyste vormen.
Organische cysten
Een andere soort van cyste staat los van de menstruatiecyclus en wordt organische cyste genoemd. Deze cysten kunnen ontstaan uit eender welk deeltje van de eierstokken. Er bestaan dan ook meerdere type. De meest voorkomende zijn:
- Dermoïdcysten: die ontwikkelen zich vanuit de cellen die de eitjes in de eierstok maken. Een dermoïdcyste kan gevuld zijn met vreemde weefsels, zoals haar, huid, tanden of zelfs botten.
- Cystadenomen kunnen gevuld zijn met alleen vloeistof (sereuze cystadenomen) of met slijm (muceuze cystadenomen). Dit soort van cyste kan het grootst worden, in extreme gevallen zelfs tot 50 cm groot.
- Endometriose: deze eierstokcysten vormen zich uit baarmoedercellen.
Door de band wordt hun evolutie meer opgevolgd. Organische cysten verdwijnen namelijk niet zo spontaan als functionele cysten en de kans is groter dat ze blijven groeien. Het risico is ook groter dat ze kwaadaardig zijn (kanker), zeker na de menopauze.
Cysten komen vaak toevallig aan het licht tijdens een of ander onderzoek, zonder dat er een reden is om hiernaar op zoek te gaan. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer de arts de buik palpeert en iets voelt of wanneer hij tijdens een echografie een verdacht volume opmerkt. Soms worden ze wel ontdekt omdat de vrouw klachten heeft en haar arts raadpleegt.
Het standaardonderzoek om een cyste op te sporen en in beeld te brengen, is een echografie (uitwendig op de buik of inwendig via de vagina). Meestal volstaat dit als beeldvormingsonderzoek, maar soms kan een MRI (beeldvorming met magnetische resonantie) nuttig zijn voor een accuratere diagnose.
De arts kan ook laboanalyses laten uitvoeren, maar dat gebeurt niet systematisch. Zo kan een bloedonderzoek aangewezen zijn als de arts vermoedt dat de cyste kwaadaardig is.
Veel cysten leveren helemaal geen klachten op. Sommige veroorzaken echter wel pijn of andere symptomen, zoals:
- een opgezwollen buik;
- doffe pijn in de onderbuik;
- buikpijn;
- pijn tijdens het vrijen;
- misselijkheid en braken;
- plasproblemen;
- bloedverlies buiten de menstruatieperiode.
Als een eierstokcyste een behandeling vereist, komt dat neer op een operatie. Er bestaan namelijk geen geneesmiddelen om deze cysten volledig te doen verdwijnen. Zo is het, in tegenstelling tot wat soms wordt beweerd, niet bewezen dat de anticonceptiepil helpt tegen bestaande eierstokcysten.
Wel zou ze het risico op nieuwe functionele cysten verkleinen. Daarom wordt ze wel eens voorgeschreven om de kans op herval (het ontstaan van nieuwe cysten) te verkleinen. Maar op reeds aanwezige cysten heeft ze geen enkel effect.
Echografie
Als een cyste wordt ontdekt, is het niet altijd nodig of zelfs niet aan te raden om ze operatief te verwijderen. In veel gevallen kan er worden gekozen voor een regelmatige controle via echografie (bijvoorbeeld om de drie maanden) om na te gaan of de cyste verdwenen of alleszins niet gegroeid is. Afhankelijk van het resultaat kan men dan beslissen om verder niets te doen (als de cyste verdwenen of kleiner geworden is), ze verder te blijven controleren of ze indien nodig operatief te verwijderen.
Eventuele klachten kun je in afwachting dat de cyste hopelijk vanzelf verdwijnt, natuurlijk behandelen, bijvoorbeeld met pijnstillers tegen buikpijn. Of je kunt je spieren ontspannen en krampen verlichten met huis-tuin-en-keukenmiddeltjes, zoals een kruik of een warm bad.
Operatie
Artsen zijn waakzamer bij vrouwen na de menopauze en sneller geneigd om hen te opereren, omdat ze meer kans hebben op kanker. Ook als de cyste heel groot wordt, kan een operatie nodig zijn om complicaties te voorkomen, zoals een verdraaiing van de eierstok.
De beslissing om wel of niet te opereren hangt in grote mate af van het feit of de vrouw wel of geen klachten heeft. Als de cyste veel pijn veroorzaakt, gaat men vaak meteen tot een operatie over. De ene arts zal echter al sneller een operatie aanraden dan de andere. Vergeet niet dat zo’n ingreep altijd risico’s inhoudt. Daar moet je dus zelf over kunnen beslissen. Praat er open over met je arts en stel alle vragen waar je mee zit, zodat je een weloverwogen keuze kunt maken.
Als men besluit om de cyste operatief te verwijderen, gebeurt dat indien mogelijk door middel van een kijkoperatie of laparoscopie, via kleine inkepingen in de buik. In vergelijking met een gewone operatie biedt een kijkoperatie een aantal voordelen. Zo zorgt ze voor een sneller herstel, minder pijn na de operatie en minimale littekens.
Soms is een kijkoperatie echter niet mogelijk en moet men toch overgaan tot een openbuikoperatie of laparotomie. Deze techniek geniet met name de voorkeur als de cyste zeer groot of vermoedelijk kwaadaardig is.
Risico op onvruchtbaarheid
Een operatie houdt risico’s in. De kans bestaat bijvoorbeeld dat de patiënte nadien geen kinderen meer kan krijgen. Op voorhand is het immers niet altijd met zekerheid te zeggen hoeveel de chirurg tijdens de operatie zal moeten wegnemen of kan behouden. Dat hangt af van de plaats van de cyste en de positie ten opzichte van de eierstok.
Na de menopauze kunnen de cyste en de eierstok uit voorzorg volledig worden weggenomen om nieuwe cysten te voorkomen. Hoe dan ook is kinderen krijgen dan immers niet meer mogelijk. Maar bij jonge vrouwen met een kinderwens ligt dat gevoeliger. Soms is het mogelijk om de cyste weg te nemen zonder aan de eierstok te raken, maar niet altijd.
Naargelang de chirurg één of beide eierstokken moet weghalen, kunnen de gevolgen wel zwaar zijn. Als er echter ook maar een klein stukje eierstokweefsel behouden kan blijven, is een zwangerschap soms nog mogelijk. Bespreek dat dus met je arts.
Als een eierstokcyste blijft groeien, kan dat tot complicaties leiden. Zo kan de eierstok onder het gewicht van een grote cyste draaien en uit zijn oorspronkelijke positie geraken. Zonder een snelle ingreep om de eierstok weer op de juiste plaats te brengen, kan de bloedtoevoer worden afgesneden, waardoor de eierstok afsterft.
Nog een mogelijke complicatie is dat een grote cyste scheurt en hevige pijn in de onderbuik teweegbrengt. Vaak volstaat het dan om de evolutie op te volgen en pijnstillers te nemen. Soms kan de ruptuur van een cyste echter een inwendige bloeding veroorzaken. In dat geval kan een operatie nodig zijn.
Risico op kanker na een eierstokcyste
De kans dat een eierstokcyste in kanker uitmondt, is erg klein. Na de menopauze neemt dat risico niettemin toe. Daarom worden vrouwen na de menopauze regelmatiger gecontroleerd en sneller geopereerd. Velen beslissen dan om uit voorzorg alles te laten wegnemen. Uit studies blijkt nochtans dat cysten ook na de menopauze vaak vanzelf verdwijnen en zelden kwaadaardig zijn.
Bij vruchtbare vrouwen gaat het meestal om een functionele cyste, die normaal gezien goedaardig is (dus geen kanker) en vanzelf verdwijnt. In bepaalde gevallen kan een regelmatige controle via echografie niettemin aangewezen zijn, vooral als de cyste vrij groot is.