Antwoord van expert

Bestaat de penopauze?

12 september 2024
penopauze oudere man

12 september 2024
Penopauze is een term uit de volksmond die slaat op de leeftijdsgebonden daling van testosteron bij mannen. De wetenschappelijk juiste term is andropauze. Maar wat houdt dat nu feitelijk in en zijn de symptomen bij alle mannen dezelfde? En is er een gelijkenis met de menopauze bij vrouwen? Onze expert Jeroen Plessers licht toe.

1. Wat is de penopauze?

Penopauze is een term uit de volksmond en wordt soms ook wel aangeduid als “mannelijke menopauze”. De wetenschappelijk correcte term is “andropauze”. Het slaat op de leeftijdsgebonden daling van testosteron bij mannen.

"De termen “andropauze” en “mannelijke menopauze” worden in de populaire media gebruikt, maar zijn eigenlijk misleidend", licht onze gezondheidsexpert Jeroen Plessers toe," omdat ze een plotselinge verandering (“pauze”) in de hormoonspiegels impliceren, vergelijkbaar met wat vrouwen tijdens de menopauze ervaren." In tegenstelling tot de menopauze bij vrouwen, die een duidelijk en relatief abrupt einde van de vruchtbare jaren markeert, is andropauze echter een veel geleidelijker proces.

Een andere term die in de (Engelstalige) medische literatuur gebruikt wordt voor penopauze is “late-onset hypogonadisme”.

Hypogonadisme

Hypogonadisme verwijst naar een afname van één of beide belangrijke functies van de teelballen: sperma- en/of testosteronproductie. Deze afwijking is meestal het gevolg van specifieke aandoeningen ter hoogte van de teelballen (primair hypogonadisme; bv. niet-ingedaalde teelbal, ontsteking, bestraling, invloed van geneesmiddelen, syndroom van Klinefelter) of ter hoogte van de hypofyse of hypothalamus in de hersenen die geen signalen meer sturen naar de teelballen om testosteron aan te maken (secundair hypogonadisme; bv. hersentumor, bestraling, hersentrauma).

De klinische presentatie van hypogonadisme is afhankelijk van de leeftijd waarop de ziekte begint.

Er bestaat dus nog een derde vorm, het zogenaamde late-onset hypogonadisme (LOH, soms dus ook andropauze genoemd), wat kan ontstaan bij de ouder wordende man.
De huidige internationale richtlijnen met betrekking tot mannelijk hypogonadisme (niet alleen van het "late-onset" type) zijn heterogeen wat betreft criteria voor diagnose, behandeling en monitoring. "Klassiek hypogonadisme is echter als medische aandoening veel minder controversieel dan late-onset hypogonadisme," aldus Plessers.

Wat zijn de symptomen van penopauze?

Onderstaande symptomen op seksueel, fysiek of psychologisch vlak worden vaak gelinkt aan penopauze of andropauze, bij mannen wanneer ze eind 40 à begin 50 zijn. Maar er is veel variabiliteit. "Veel mannen met een leeftijdsgebonden daling van testosteron zullen geen klachten krijgen en bij sommige mannen zal de afname trager verlopen zodat ze heel lang niets merken," zegt Plessers. "Slechts een klein aandeel binnen de groep van oudere mannen vertonen duidelijke symptomen én lage testosteronniveaus.".

Niet alle mannen ervaren dus (dezelfde) symptomen, en ook de ernst van de symptomen kan sterk variëren.

  • verminderd libido;
  • erectiestoornissen (moeite met het krijgen of behouden van een erectie), het symptoom waarmee het vaakst naar de dokter gegaan wordt;
  • minder spiermassa, spierkracht en uithoudingsvermogen;
  • gewichtstoename en veranderend vetgehalte: toename van lichaamsvet, vooral rond de buikstreek (“buikje”) en borststreek (bv. borstontwikkeling bij de man);
  • afname van de botdichtheid en verlies van lichaamsbeharing;
  • psychische/emotionele problemen: stemmingswisselingen, verhoogde prikkelbaarheid, depressieve gevoelens;
  • vermoeidheid, gebrek aan energie, concentratie-, geheugen- en slaapproblemen;
  • opvliegers.

Wanneer wordt andropauze (penopauze) als diagnose gesteld?

Om effectief van andropauze of LOH te kunnen spreken, moet er tegelijkertijd sprake zijn van meerdere symptomen die van invloed zijn op het seksuele systeem, én lage testosterongehaltes in het bloed. De diagnose kan dus niet gesteld worden op basis van het testosteronniveau of symptomen (die sowieso vaker voorkomen op latere leeftijd) alleen.

Er zijn daarbij twee discussiepunten: wat is een te laag testosterongehalte en wat zijn andropauzeklachten? Het probleem is dat het definiëren van wat normale testosteronniveaus zijn op verschillende leeftijden, niet zo eenvoudig is. Bovendien is er geen volledige consensus over welke symptomen moeten worden opgenomen in het diagnoseproces.

Volgens de meeste onderzoekers zouden de diagnostische symptomen beperkt moeten worden tot de drie meer specifieke symptomen: verminderd libido, erectiestoornissen en minder ochtenderecties. Voor andere clinici is een algemenere evaluatie vereist, waarbij ook de minder specifieke symptomen (bv. verminderde spiermassa, vermoeidheid, opvliegers, concentratieproblemen, slapeloosheid, verminderde energie, stemmingswisselingen, enz.) worden geïncludeerd, met het risico op overdiagnose.

Als er symptomen op seksueel gebied aanwezig zijn, is het raadzaam contact op te nemen met de arts, die de algehele gezondheidstoestand van de patiënt zal beoordelen voordat aan testosteronmetingen of -behandelingen wordt gedacht. In feite is het meestal de aanwezigheid van chronische ouderdomsziekten die de symptomen kan veroorzaken en ook de oorzaak kan zijn van een te laag testosteronniveau.

Terug naar boven

2. Wat is testosteron?

Testosteron is een belangrijk hormoon dat bij mannen een breed scala aan functies vervult, op vlak van secundaire geslachtskenmerken, vruchtbaarheid en seksualiteit.

Het is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van secundaire geslachtskenmerken bij mannen tijdens de puberteit, zoals lichaamshaar en baardgroei, ontwikkeling van spiermassa, verdieping van de stem, en groei van de geslachtsorganen. Het heeft onder andere ook invloed op de botdichtheid, spiergroei, vethuishouding, fysieke energie en het libido. Ook het gedrag en de stemming van mannen wordt in zekere mate bepaald door het testosteronniveau.

Verloop van testosterongehalte

Het testosterongehalte bij mannen varieert gedurende hun leven, met pieken en dalen op verschillende leeftijden. Over het algemeen bereiken mannen hun hoogste testosteronniveaus tijdens de late tienerjaren en vroege twintiger jaren. Dit hoge niveau van testosteron is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van mannelijke kenmerken tijdens de puberteit.

Na deze piek begint het testosterongehalte bij mannen langzaam en geleidelijk af te nemen met ongeveer 1% per jaar vanaf de leeftijd van ongeveer 40 jaar. Dit betekent dat mannen op 70-jarige leeftijd gemiddeld ongeveer een derde van het testosteron zullen hebben verloren dat ze op 40-jarige leeftijd hadden. De testosterondaling is een fysiologisch fenomeen dat kan beïnvloed worden door verschillende factoren zoals levensstijl, de aanwezigheid van chronische aandoeningen en het gebruik van medicatie.

Is de leeftijdsgebonden afname van testosteron een probleem?

De geleidelijke leeftijdsgebonden afname van testosteron is een natuurlijk onderdeel van het verouderingsproces en wordt over het algemeen niet als een probleem beschouwd. In de praktijk is het afgenomen testosterongehalte (zelfs op gevorderde leeftijd) vaak voldoende voor het normaal functioneren van het organisme. Het is dus een fysiologisch fenomeen dat volkomen normaal is bij stijgende leeftijd, en niet noodzakelijkerwijs gezondheidsproblemen of moeilijkheden op seksueel of reproductief gebied veroorzaakt.

3697-Andropauze
Of een afnemend testosterongehalte bij mannen daadwerkelijk een probleem vormt, hangt af van verschillende factoren, waaronder de individuele gezondheid, levensstijl en persoonlijke omstandigheden. Voor sommige mannen kan een laag testosterongehalte leiden tot de vermelde symptomen zoals verminderd libido, vermoeidheid, depressie, verlies van spiermassa en -kracht, verminderd cognitief functioneren en verminderd gevoel van welzijn.

In dergelijke gevallen kan een laag testosterongehalte een probleem vormen dat behandeling rechtvaardigt. Dergelijke symptomen kunnen echter sowieso optreden naarmate de leeftijd vordert, en soms meer verband houden met of versterkt worden door de aanwezigheid van andere (chronische) aandoeningen of ouderdomsgerelateerde ziekten (bv. hart- en vaatziekten, obesitas, diabetes type 2, hoge bloeddruk, enz.) en medicatiegebruik.

Veel mannen ervaren echter geen significante symptomen en functioneren goed ondanks lagere testosteronniveaus. Het is dus belangrijk op te merken dat zeker niet alle mannen met een laag testosterongehalte behandeling nodig hebben. Daarom is het belangrijk om een individuele benadering te hanteren en de beslissing om testosteronvervangingstherapie te gebruiken te baseren op een grondige evaluatie van symptomen, medische geschiedenis en risicofactoren, in overleg met een gekwalificeerde arts.

Moet je na een bepaalde leeftijd je testosterongehalte laten controleren?

Neen, er is over het algemeen geen reden om je testosteronniveau te laten checken als er geen bijzondere problemen zijn. Ook om de goede reden dat er nog geen duidelijke en algemeen aangenomen definitie bestaat van wat normale testosteronwaarden zijn op verschillende leeftijden. Er zijn namelijk veel richtlijnen van verschillende wetenschappelijke verenigingen, die vaak verschillende waarden geven (soms zelfs uitgedrukt in verschillende meeteenheden, wat vergelijking nog moeilijker maakt) en bovendien in de loop van de tijd veranderen.

Er circuleren ook allerhande vragenlijsten en tests op het web die ouder wordende mannen helpen uitzoeken of ze al dan niet last hebben van andropauzeklachten. Experts zijn het erover eens dat deze zelfonderzoekjes waardeloos zijn. De vragen zijn veelal te vaag opgesteld, waardoor veel vijftigplussers er zich vanzelf in herkennen.

Wanneer men het testosterongehalte gaat meten bij die mannen die als “andropauzaal” uit zo’n vragenlijst komen, dan blijkt de overgrote meerderheid over normale hormoonconcentraties te beschikken. Bij slechts vier tot tien procent (afhankelijk van het onderzoek) vindt men een (te) laag testosteron. Het preventief opsporen van andropauzeklachten is alvast totaal zinloos.

Een testosterontest is ook slechts een momentopname en het resultaat kan worden beïnvloed door verschillende factoren, waaronder stress, slaaptekort, voedselinname, ziekte, medicatie en tijdstip van de dag. Eigenlijk moet het totale testosterongehalte op twee verschillende ochtenden worden gemeten, wanneer de patiënt nuchter is (aangezien waarden tot 30% lager kunnen zijn bij een niet-nuchtere toestand) en niet herstellende is van een acute ziekte of medicijnen gebruikt (bv. opioïden) die de testosteronconcentratie onderdrukken.

Bovendien moet er rekening mee worden gehouden dat incidentele lage testosteronwaarden waarschijnlijk geen klinische implicaties hebben, en niet moeten worden “gecorrigeerd” of “geoptimaliseerd” door testosteronvervangingstherapie. Er is echter een sterke commerciële druk gericht op mannen die zich moe of “minder krachtig en performant” voelen om testosteronspiegels te meten en te corrigeren. Dit aanbod is bovendien niet alleen gericht op “mannen in de overgang”, maar op alle mannen.

Terug naar boven

3. Is een behandeling nodig bij een laag testosterongehalte?

Het antwoord op deze vraag is niet eenvoudig, omdat de wetenschappelijke wereld van vandaag sterk verdeeld is. De klinische betekenis van een verlaging van de testosteronniveaus en de behandeling ervan door extern testosteron toe te dienen is controversieel.

Volgens sommige onderzoekers kan testosteronvervangingstherapie positieve effecten hebben, indien er een werkelijk tekort en eventuele daarmee samenhangende symptomen zijn vastgesteld. Volgens andere wetenschappers is het een therapie die is ontwikkeld voor een verzonnen ziekte. Deze wetenschappers minimaliseren de voordelen en onderstrepen de ongewenste effecten.

Afhankelijk van factoren

Of behandeling nodig is voor een laag testosterongehalte hangt af van verschillende factoren, waaronder de ernst van de symptomen, de impact ervan op de kwaliteit van leven, eventuele onderliggende gezondheidsproblemen en de voordelen en risico’s van behandeling.

Veel mannen met een laag testosterongehalte hebben geen behandeling nodig. Veel mannen ervaren geen significante symptomen of hebben slechts milde symptomen die geen invloed hebben op hun dagelijks functioneren. In dergelijke gevallen kan een afwachtende benadering worden overwogen, waarbij de symptomen nauwlettend worden gevolgd en behandeling alleen wordt gestart als de symptomen verergeren.

Voor mannen met significante symptomen die worden geassocieerd met een laag testosterongehalte, zoals verminderd libido, vermoeidheid, depressie, verlies van spiermassa en kracht, en seksuele problemen, kan behandeling worden overwogen.

Testosteronvervangingstherapie

Voor de behandeling van symptomen van andropauze, veroorzaakt door een laag testosterongehalte, wordt meestal testosteronvervangingstherapie gebruikt, analoog naar de hormoonsubstitutietherapie met oestrogeen en progestageen bij vrouwen in de menopauze.

Wat is het?

Testosteronvervangingstherapie bestaat in verschillende vormen, waaronder orale tabletten, intramusculaire injecties, gels, pleisters of onderhuidse implantaten. Het type testosteronvervangingstherapie dat het meest geschikt is, kan variëren afhankelijk van factoren zoals de voorkeur van de patiënt, de ernst van de symptomen, de medische geschiedenis en eventuele andere gezondheidsproblemen. De behandeling wordt enkel terugbetaald door het ziekenfonds wanneer een specialist een testosterondaling heeft aangetoond en vereist regelmatige follow-upbezoeken voor monitoring.

Wanneer wordt het voorgeschreven?

Volgens wetenschappelijke richtlijnen is testosteronvervangingstherapie aangewezen bij klassiek hypogonadisme. Dit wil zeggen, bij mannen met klinisch significante symptomen van een laag testosterongehalte, die veroorzaakt worden door lichamelijke dysfuncties (bv. problemen op niveau van teelballen, hypothalamus en hypofyse) en niet door een stijgende leeftijd alleen.

Voorwaarden zijn:

  • Symptomen van hypogonadisme;
  • Bevestiging van lage testosteronwaarden;
  • Uitsluiting van andere oorzaken (bv. hypothyreoïdie, depressie, obesitas, medicatiegebruik en chronische ziekten);
  • Geschiktheid en voorzorgsmaatregelen: bij mannen met bepaalde medische aandoeningen, zoals prostaatkanker of -vergroting, borstkanker, ernstige obstructieve slaapapneu, ernstig hartfalen en polycytemie (bloedziekte gekenmerkt door een teveel aan rode bloedcellen) kan testosteronvervangingstherapie worden afgeraden. Voorzichtigheid is ook geboden bij mannen met risicofactoren voor hart- en vaatziekten.

Hoe doeltreffend is het?

De belangrijkste symptomen die gerelateerd zijn aan andropauze zijn erectiestoornissen (voor de meeste patiënten is dit de meest zorgwekkende klacht) en een verminderd libido. Voor erectiestoornissen bestaan er gevestigde, effectieve, goed verdragen en algemeen verkrijgbare geneesmiddelen zoals sildenafil of tadalafil. De toevoeging van testosteron lijkt de erectiele functie niet verder te verbeteren. Testosteron is immers ook zelden de oorzaak van erectiestoornissen. Sommige onderzoeken hebben aangetoond dat testosteron op de korte termijn tot verbeteringen kan leiden wat betreft libido, maar er blijven twijfels over de langetermijneffecten en veiligheid van de therapie.

Voor andere symptomen die verband houden met andropauze (bv. spierverlies en -zwakte, verlies aan botdichtheid, cognitieve functie en vruchtbaarheid) ontbreekt het bewijs voor de werkzaamheid, terwijl de bijwerkingen niet te verwaarlozen zijn.

De conclusie is dat de huidige gegevens het gebruik van testosteron voor de behandeling van andropauzegerelateerde symptomen bij oudere mannen niet ondersteunen. De Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) verklaarde in 2015 dat noch de voordelen, noch de veiligheid van testosteron zijn vastgesteld bij oudere mannen met een laag testosterongehalte.

Hoe veilig is het?

De testosteronhuishouding is een zeer ingewikkeld verhaal dat door allerlei omstandigheden beïnvloed wordt. Daarop ingrijpen, door testosteron toe te voegen, moet weloverwogen zijn. Het is belangrijk om te onthouden dat testosteronvervangingstherapie bijwerkingen en risico’s met zich mee kan brengen. Bijwerkingen zijn bijvoorbeeld huidproblemen (irritatie op de toedieningsplaats, acne), verhoging van de oestrogeenspiegels, en vochtretentie. Er bestaat ook een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, prostaatproblemen en prostaatkanker, en slaapapneu.

Mannen kunnen ook afhankelijk worden van externe toediening van testosteron, en mogelijk een vermindering ervaren van de natuurlijke productie van testosteron in de testikels. Bovendien zijn de langetermijneffecten van een behandeling niet volledig begrepen, inclusief het effect op het risico op prostaatkanker, hart- en vaatziekten en andere aandoeningen.

Daarom moet de beslissing om testosteronbehandeling te starten zorgvuldig worden overwogen en worden genomen in samenspraak met een gekwalificeerde arts, die de potentiële voordelen en risico’s van behandeling kan afwegen en een individueel behandelplan kan opstellen.

De illusie van testosteron als wondermiddel is zeer oud en wordt zelfs vandaag nog op grote schaal commercieel uitgebuit, inclusief zogenaamd medische getuigenissen. Het is natuurlijk een aantrekkelijk en winstgevend (!) idee om te veronderstellen dat wanneer een stof ontbreekt, het voldoende is om deze te vervangen en alle daarmee samenhangende problemen, zelfs het verouderingsproces, op te lossen. Het bereiken van “hormonale optimalisatie”, een fantasievolle marketingterm, wordt wel eens aangehaald in bepaalde media en op internet, maar is volkomen zinloos.

Terug naar boven

4. Kan je zelf maatregelen nemen om eventuele symptomen van een penopauze te verbeteren?

Aanpak van onderliggende aandoeningen

Een goed beheer van onderliggende chronische aandoeningen is belangrijk en zou een hogere prioriteit moeten zijn dan starten met testosterontherapie. Dergelijke aandoeningen kunnen net aan de basis liggen van bepaalde symptomen en een laag testosterongehalte, en niet omgekeerd.

Levensstijl

 

Veel factoren die een rol spelen bij het ontstaan van een laag testosterongehalte zijn omkeerbaar en kunnen verbeterd worden door een gezondere levensstijl. Levensstijlaanpassingen kunnen helpen bij het handhaven van normale testosterongehaltes en het verminderen van mogelijks gerelateerde symptomen.

Een evenwichtig en gevarieerd voedingspatroon, stoppen met roken, matig alcoholgebruik, regelmatige lichaamsbeweging, behoud van een gezond gewicht, goede slaaphygiëne en stressbeheer kunnen niet alleen hypogonadisme voorkomen, maar zijn ook belangrijk voor het algemene welzijn op oudere leeftijd.

Voeding

Als het om voeding gaat, wordt in de media vaak de nadruk gelegd op het ene of het andere voedingsmiddel, met het idee dat er voedingsmiddelen zouden zijn die de testosteronniveaus kunnen verhogen als ze vaker worden geconsumeerd. Maar daar is geen bewijs voor. Mannen moeten eenvoudigweg een gezond en evenwichtig voedingspatroon volgen. Vermijd daarbij diëten die de vetinname drastisch beperken, aangezien vetten essentiële voedingsstoffen zijn voor veel cellulaire functies en in het bijzonder voor de synthese van steroïde hormonen.

Er zijn dus geen magische voedingsmiddelen die de testosteronniveaus verhogen of de testisfunctie verbeteren, dus het is niet nodig om je consumptie van bepaalde voedingsmiddelen te verhogen. Maar zelfs als ze al zouden bestaan, zijn ze allemaal reeds aanwezig in een gevarieerd voedingspatroon.

Voedingssupplementen

Het aanbod van supplementen om mannen te helpen de “seksuele prestaties te verbeteren, spiermassa en de fysieke kracht te vergroten” door de endogene productie van testosteron “op natuurlijke wijze” te verhogen, is wijdverspreid op het internet. Andropauze en alle symptomen die daarmee gepaard zouden kunnen gaan worden graag marketing-gewijs als voorwendsel gebruikt om supplementen te verkopen.
Deze “testosteronboosters” bevatten bijna altijd meerdere ingrediënten (bv. planten- en kruidenextracten, vitaminen, mineralen en andere stoffen), maar géén van deze afzonderlijke ingrediënten of combinaties heeft een strenge evaluatie ondergaan, zoals vereist is bij geneesmiddelen. Dit betekent dat geen van de supplementen met meerdere ingrediënten op de markt werkzaamheid en veiligheid heeft bewezen.

Hoewel sommige afzonderlijke onderzoeken erop kunnen wijzen dat dergelijke supplementen de testosteronspiegels kunnen verhogen, zijn de gegevens over meerdere studies uiteindelijk vaak inconsistent. De meeste beschikbare onderzoeken vertonen methodologische tekortkomingen waardoor ze niet als objectieve informatiebron kunnen worden beschouwd, en het veiligheidsprofiel is nauwelijks onderzocht: niet voor de afzonderlijke stof, noch voor de mix van stoffen.

Er is dus niet genoeg wetenschappelijk bewijs om het nut te bevestigen van het nemen van één van deze ingrediënten om de testosteronniveaus te verhogen, terwijl er ook een gebrek is aan gegevens over de veiligheid van hun inname. Een niet te verwaarlozen feit, dat van de veiligheid, als we bedenken dat deze supplementen soms elke dag worden ingenomen, vaak buiten enig medisch toezicht. Vergeet niet dat supplementen ook bijwerkingen, interacties met geneesmiddelen en overdosering kunnen veroorzaken, en dat je ze dus best onder medische begeleiding gebruikt.


Terug naar boven

5. Conclusie

De wetenschappelijke wereld is zeer verdeeld over de diagnose en behandeling van andropauze (of LOH), zelfs bij het evalueren van dezelfde hoeveelheid (heterogeen) bewijsmateriaal.

Het lijkt redelijk dat andropauze alleen als een aandoening kan worden beschouwd die behandeling behoeft, na een grondige bespreking over de mogelijke betekenis ervan, waarbij de individuele patiënt een verontrustend laag libido én mogelijk aanvullende algemene symptomen vertoont. Als praktische regel mag het testen van testosterongehaltes alleen worden ingegeven door klinische symptomen die, naast het feit dat ze mogelijk als onderdeel van het andropauzesyndroom worden beschouwd, waarschijnlijk ook door testosteronvervangingstherapie gecorrigeerd kunnen worden.

Helaas blijkt uit het bewijsmateriaal dat dergelijke symptomen beperkt zijn, maar dit lijkt over het hoofd te worden gezien door zowel het lekenpubliek als de voortdurend toenemende commercialisatie van testosteron op de particuliere markt (en aanverwante diensten, waaronder medische consultaties en hormonale tests). Psychologische, sociale en culturele factoren zijn ook belangrijke componenten die, indien mogelijk, moeten worden geëvalueerd, besproken en aangepakt. Indien de patiënt tegelijk aan andere aandoeningen lijdt, moeten die eerst worden behandeld.

Preventie, dat wil zeggen het doorvoeren van veranderingen in levensstijl waarvan bekend is dat ze veel van deze symptomen (evenals testosteronniveaus) en de algemene gezondheid verbeteren, is de veiligste en goedkopere optie: het betekent het vermijden van obesitas, roken en alcohol, meer bewegen, en proberen te leren ontspannen en goed te slapen. De patiënten zelf, beïnvloed door de media en vaak met onrealistische verwachtingen, geven misschien de voorkeur aan een medicamenteuze behandeling, omdat deze van hun kant minder veeleisend is en relatief gemakkelijk te volgen is. Supplementen en complementaire geneeswijzen zijn weliswaar veel geadverteerd en geliefd, maar niet op bewijs gebaseerd.
Terug naar boven

6. FAQ

“Is penopauze een fenomeen dat echt bestaat?”

De vraag of andropauze (penopauze) echt bestaat, is een onderwerp van discussie binnen de medische gemeenschap. Sommige wetenschappers en artsen beschouwen andropauze als een concept dat niet voldoende wordt ondersteund door klinisch bewijs. Ze stellen dat veel van de symptomen en veranderingen die gerelateerd worden aan andropauze simpelweg deel uitmaken van het normale mannelijke verouderingsproces.

Deze normale verouderingsverschijnselen worden in verband gebracht met effecten van de dalende testosteronproductie, die dan zichtbaar zouden worden. Dat lijkt logisch, maar in werkelijkheid spelen veel meer factoren mee en is het helemaal niet bekend welke rol het ietwat lagere testosterongehalte heeft in het natuurlijke verouderingsproces.

Hoewel er een erkende langzame daling van testosteron bij mannen is naarmate ze ouder worden, en sommige mannen symptomen kunnen ervaren die hiermee verband houden, is er geen consensus over het bestaan van andropauze als een duidelijk afgebakende medische aandoening. Er is geen universeel aanvaarde definitie van, noch zijn er universeel aanvaarde diagnostische criteria voor andropauze. Veel van de symptomen die met andropauze worden geassocieerd, kunnen dus ook worden veroorzaakt door andere factoren (bv. veroudering zelf, levensstijl, medicatie, sociale veranderingen en aandoeningen zoals hart- en vaatziekten, diabetes, obesitas, COPD, etc.) en zijn niet uniek aan een afname van testosteron.

“Is penopauze de mannelijke tegenhanger van de menopauze bij vrouwen?”

Andropauze of penopauze wordt soms ook wel de “mannelijke menopauze” genoemd, maar dit is eigenlijk een misleidende term omdat de processen heel verschillend zijn.


De menopauze bij vrouwen is het gevolg van een plotselinge, abrupte en significante verandering in de hormonale productie op een duidelijk moment in het leven (gemiddeld rond de leeftijd van 51 jaar; verschillende factoren kunnen dit proces echter versnellen, en leiden tot vroegtijdige menopauze rond de leeftijd van 40 à 45 jaar). De snelle afname van de oestrogeen- en progestageenproductie leidt tot het stoppen van de ovulatie en menstruatie (na 12 maanden wordt de term menopauze gebruikt) en het einde van de vruchtbare periode.

Het begin van de menopauze is onmiskenbaar. Menopauze gaat ook gepaard met diverse onaangename symptomen (bv. opvliegers, stemmingswisselingen, vaginale droogheid) en het risico op hart- en vaatziekten en osteoporose kan vergroten.

De andropauze, daarentegen, is het gevolg van een geleidelijke en zeer variabele afname van testosteron (en afgeleide hormonen zoals dihydrotestosteron) bij mannen naarmate ze ouder worden. Dit zou kunnen leiden tot symptomen zoals vermoeidheid, verminderd libido, erectieproblemen, verminderde spiermassa en botdichtheid, en stemmingsveranderingen. Een man in perfecte gezondheid kan echter, ondanks de fysiologische afname van testosteron, vrijwel zijn hele leven potent en vruchtbaar blijven, in tegenstelling tot de vrouw. Bovendien krijgen alle vrouwen te maken met de menopauze; bij mannen is dit niet het geval.

Ook al is het verleidelijk om andropauze te vergelijken met menopauze, dit proces is dus heel anders dan wat er gebeurt bij vrouwen in de menopauze.

“Zijn de typisch mannelijke verouderingsverschijnselen bij penopauze effectief een medisch probleem of worden ze uitvergroot door bepaalde belangengroepen (bv. specialisten, farmaceutische bedrijven, media)?”

Het beeld van andropauze doet denken aan klassiek hypogonadisme, een medische aandoening die gepaard gaat met verminderd seksueel functioneren (minder libido, minder goeie erecties), broze botten met een verhoogd risico op osteoporotische botbreuken, een kleinere spiermassa en een meer dan normale hoeveelheid buikvet. Hypogonadale mannen voelen zich vaak futloos en zijn makkelijk somber gestemd. Ze raken snel vermoeid en lopen een hoger risico op depressie. Deze mannen worden succesvol behandeld met testosteron.

De typische verouderingsklachten van andropauze (bij overigens gezonde mannen) lijken misschien een flauw afkooksel van hypogonadisme. De verleiding is daarom groot om het één met het ander in verband te brengen en verouderingsklachten eenvoudigweg toe te schrijven aan de afnemende concentratie testosteron. En dan lijkt testosteron in lage doses een waar jeugdelixir.

Of andropauze wordt gemedicaliseerd door belangengroepen, zoals de farmaceutische industrie, is een punt van discussie. Sommige critici beweren dat de farmaceutische industrie de symptomen van andropauze overdrijft om testosterontherapieën en -supplementen te promoten als een oplossing, terwijl anderen betogen dat testosteronvervangingstherapie een legitieme behandelingsoptie is voor mannen met klinisch significante symptomen van lage testosteronspiegels.

Het is belangrijk op te merken dat niet alle mannen met lage testosteronniveaus behandeling nodig hebben, en dat testosteronvervangingstherapie ook risico’s met zich kan meebrengen, zoals een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Daarom moet de beslissing om testosteronvervangingstherapie te gebruiken zorgvuldig worden overwogen en worden genomen in samenspraak met een gekwalificeerde arts.

Terug naar boven

Aanbevolen voor jou

Ontvang onze nieuwsbrief en blijf steeds op de hoogte!

Registreer je