Mycotoxines


Wat zijn mycotoxines?
Mycotoxines zijn stoffen die geproduceerd worden door bepaalde voedselschimmels. Ze zijn met het blote oog niet waarneembaar en zijn geur-, smaak- en kleurloos. Onmogelijk dus om ze te herkennen in je voeding. In grote hoeveelheden kunnen ze echter wel gevaarlijk zijn voor onze gezondheid.
Waar komen ze voor?
Je vindt ze terug in tal van veelgebruikte voedingsmiddelen. Zeker in graanproducten zoals tarwe, rijst of maïs loop je het risico om er aan te treffen, maar ook in kruiden, groenten (bijvoorbeeld tomaten), noten, droge vruchten (zoals vijgen), melk, koffiebonen en fruit (bijvoorbeeld druiven en appels).
Aangezien deze gifstoffen resistent zijn voor industriële processen, vind je ze ook terug in bewerkte producten (brood, pasta, sap, wijn, tomatensaus, confituur enz.).
Ook als je vlees eet van een dier dat besmet voedsel kreeg toegediend of als je melk drinkt van besmette koeien, loop je het risico ze binnen te krijgen.
Hoe verspreiden ze zich?
Lange tijd werd aangenomen dat deze schadelijke stoffen ontstonden in het warme en vochtige klimaat van derdewereldlanden of van exotische landen. Maar in feite kunnen mycotoxines zich ook in onze voedselketens ontwikkelen.
Mycotoxines ontstaan uit bepaalde schimmels. Ze ontwikkelen zich bijvoorbeeld door slechte oogst-, opslag- en/of bewaaromstandigheden: oogst na hevige regenval, opslag van voedsel in slecht geventileerde ruimtes, gebruik van materiaal dat het jaar voordien besmet was en onvoldoende werd gereinigd, ... Allerlei factoren die de ontwikkeling van deze stoffen ten goede komen.
Schimmels gedijen zeer goed in warme en vochtige omstandigheden. Door de klimaatopwarming dreigen mycotoxinen zich dus mogelijk gemakkelijker te ontwikkelen tijdens de oogst.
Verschillende wetenschappelijke studies wijzen op de gezondheidsrisico's van bepaalde mycotoxines. Niet alle mycotoxines zijn schadelijk, maar sommige kunnen nier- of leverschade veroorzaken of het darmstelsel beschadigen, terwijl nog andere kankerverwekkend zijn.
Zelfs in kleine hoeveelheden kunnen ze schadelijk zijn. Door de groeiende populariteit van vegetarisme en veganisme zijn er steeds meer mensen die grotere hoeveelheden groenten, vruchten, noten en volkoren granen eten. Voor onze gezondheid worden we aangeraden deze producten meer te consumeren, maar daarmee stijgt mogelijk wel de kans op blootstelling aan mycotoxines. Indien verder onderzoek dit risico bevestigt, is het misschien aangewezen om de wettelijk toegestane hoeveelheden te verlagen.
De producenten
Mycotoxines zijn resistent voor hoge temperaturen en andere behandelingen. Eens ze zich ontwikkeld hebben, is het dan ook zeer moeilijk om ze uit te roeien.
Preventieve acties tijdens het productieproces vormen dan ook de beste manier om deze stoffen te bestrijden:
- Vóór en tijdens de oogst: producenten dienen oogst- en verwerkingsmateriaal grondig te reinigen om besmettingen van de ene oogst op de andere te vermijden. Daarnaast moeten ze hun oogst trachten te beschermen tegen schade door insecten, het weer of andere factoren.
- Na de oogst: de oogst moet in een juiste temperatuur en in droge en goed verluchte ruimtes bewaard worden. Daarnaast is het ook belangrijk om beschadigde en bijgevolg mogelijk besmette oogstproducten weg te gooien voordat ze terechtkomen in bewerkte producten.
De officiële instanties
Europa is bevoegd en bepaalt dus voor elk type mycotoxine de wettelijk toegestane hoeveelheden.
Alhoewel er op Europees niveau al verschillende acties ondernomen werden, blijft de noodzaak aan betere preventieve maatregelen, wetgevingen en controles.
Ook moet er verder onderzoek gevoerd worden, niet alleen naar de gekende mycotoxines, maar ook naar gemodificeerde gifstoffen en naar mycotoxines die tot nu toe minder bestudeerd werden. Daarnaast is verder onderzoek nodig, bijvoorbeeld naar het “cocktaileffect”. Zo werd er al onderzoek verricht naar de toxische effecten van een bepaald mycotoxine, maar bestaan er nog geen analyses van het gecumuleerde effect van verschillende mycotoxines tesamen.
De consument
Ook jij kunt zelf actie ondernemen. Bepaalde hygiënische gewoontes thuis kunnen het besmettingsrisico beperken:
- Bewaar voeding op de juiste temperatuur. Noten en granen bijvoorbeeld moeten op een droge en koele plek bewaard worden. Let goed op mogelijke besmettingen: bevatten ze geen schimmelresten of zijn ze niet verkleurd of aangetast?
- Bescherm je voeding steeds met afdekfolie of in Tupperware-bewaardozen, ook indien het niet om verse voeding gaat (vooral met als doel om insecten te weren).
- De meeste voedingsmiddelen (bijvoorbeeld groente, jam, zachte kazen, ...) moeten worden weggegooid zodra ze beschimmeld zijn. Schimmels en mycotoxinen verspreiden zich vaak ook onzichtbaar in voeding. Bij harde kazen verspreiden schimmels zich zeer moeilijk in de harde structuur. Je kunt dus de beschimmelde buitenrand verwijderen en de rest opeten.
- Maak je koelkast ook regelmatig schoon met lauw water en schoonmaakmiddel. Plekken waar beschimmeld voedsel heeft gelegen, moet je onmiddellijk reinigen.
- Verwissel ook regelmatig handdoeken, sponsjes en vaatdoeken. Deze vormen namelijk een broedplaats voor schimmels, die via je handen in contact komen met voedingswaren.
- Zorg voor voldoende verluchting in huis zodat de lucht niet te vochtig wordt.
Eet ten slotte voldoende gevarieerd, bij voorkeur met verse en lokale producten. Zo verminder je het risico op consumptie van overdreven hoeveelheden mycotoxines.