Nieuws

De saga rond de benaming van ambachtelijke producten

16 oktober 2017
lidl ambachten

In maart 2017 brachten wij de problematiek van de vele industriële producten onder de aandacht die worden bestempeld als “ambachtelijk” of “traditioneel”.  Dat leidde tot tal van reacties, waaronder die van fabrikanten die hun verpakkingen aanpasten. Ook de FOD Economie heeft nu richtlijnen opgesteld. Een eerste stap naar meer duidelijkheid!

Eerder dit jaar stuurden wij onze medewerkers naar verschillende supermarkten met als opdracht alle voedingswaren te kopen die op de ene of de andere manier via hun verpakking de indruk wekken dat ze ten onrechte op artisanale manier zijn gemaakt. Fabrikanten hadden wel oren naar onze bevindingen en kritiek, zo is gebleken.

Fabrikanten passen hun handelwijzen aan

Eerder had Albert Heijn de benaming “grootmoeders wafels” reeds gewijzigd.

Ook Lidl liet weten de consumenten op een zo correct en volledig mogelijke manier in te lichten.  Zij zal in de toekomst niet langer verwijzen naar ambachten en traditie, en dergelijke beweringen worden op alle bestaande producten verwijderd.  Ondertussen heeft de keten reeds de verpakking van zijn grijze garnaalballetjes aangepast en ligt het “traditioneel” vleesbrood niet langer in de rekken. Wanneer het product opnieuw zijn opwachting maakt, zal het etiket zijn aangepast.

Verder zal er voortaan ook op het etiket van de potjes Delio hamsalade geen sprake meer zijn van “ambachtelijk”. 

De politiek mengt zich in de discussie

Enkele weken na de publicatie van het onderzoek, stelde Michel de Lamotte (cdH) zich in het parlement de vraag of termen als “artisanaal”, “à l’ancienne”, “traditioneel” of “op grootmoeders wijze” niet wettelijk zouden moeten worden beschermd.  Hij deelde ons standpunt dat het onaanvaardbaar is dat “ambachtelijke”, “traditionele” of “op grootmoeders wijze vervaardigde” producten, smaakversterkers, kleurstoffen of bewaarmiddelen bevatten en “homemade” recepten op een industriële wijze worden geproduceerd.

Minister Kris Peeters antwoordde onomwonden dat “de indruk opwekken dat een product artisanaal wordt vervaardigd, wanneer dit niet het geval is een vorm van bedrieglijke reclame is.  Dit is verboden.”  Hij was echter van mening dat de wetgevende weg niet de beste manier is om deze problematiek aan te pakken, meteen ook de reden waarom hij de FOD Economie heeft opgedragen richtlijnen uit te werken om zo professionelen en consumenten beter voor te lichten.

Richtlijnen van de FOD

Het is dan ook met veel belangstelling dat wij ondertussen kennis hebben genomen van het document Het gebruik van de terminologie ‘artisanaal’, ‘ambachtelijk’ en afgeleiden ervan in productbenamingen” van de FOD Economie.

Wij juicht nu reeds enkele positieve punten van deze richtlijnen toe:

  • de criteria betreffende de intrinsieke eigenschappen van de gebruikte ingrediënten zoals bijvoorbeeld het gebruik van ingrediënten zonder additieven;
  • de productie op een kleine of zelfs erg kleine schaal;
  • het feit dat een onderneming die gebruikmaakt van de term “ambachtelijk” dit moet kunnen staven via reclame, de verpakking of met uitleg op een website;
  • het toepassen in extenso van artikel 7 van de Verordening uit 2011, een fundamenteel artikel aangezien het voorziet dat de informatieverstrekking over voedingsmiddelen de consument niet mogen in de war brengen.

Er zijn enkele andere punten die wij helaas betreuren:

  • er wordt niet expliciet en in detail gesproken over de problematiek rond afbeeldingen en foto’s op het product die een ambachtelijke manier van produceren suggereren (bv: de foto van een kok);
  • termen zoals “alternatief”, “op grootmoeders wijze”, “à l’ancienne” of “traditioneel” worden niet genoeg geviseerd;
  • er wordt niet duidelijk benadrukt dat een manuele handeling in een voor het overige volledig geautomatiseerd of geïndustrialiseerd proces niet voldoende is om een ambachtelijk karakter te verlenen aan een voedingsmiddel. 

Wij zijn blij dat dit dossier, dat zo van belang is voor de consument en zijn recht op informatie, de nodige aandacht krijgt van de bevoegde autoriteiten. Het is een eerste stap vooruit, en we zullen nauwgezet blijven toezien of de fabrikanten deze eerste richtlijnen respecteren.