Dossier

Pensioensparen: wat te kiezen?

12 februari 2025
pensioensparen

12 februari 2025

Pensioensparen is een manier om individueel voor een aanvullend pensioen te sparen en ondertussen belastingvoordeel te genieten. Kies je daarvoor beter een pensioenspaarfonds of een levensverzekering? En wat is het verschil met een belegging in het kader van het langetermijnsparen?

In principe adviseren we elke meerderjarige Belg die over wat geld beschikt dat hij ten minste tot zijn 60e kan missen, om aan pensioensparen te doen. Uitzondering daarbij zijn de jonge mensen die van plan zijn een huis te kopen of te bouwen. Voor hen kan het interessanter zijn om eerst een spaarpot op te bouwen waaruit ze kunnen putten op het ogenblik dat ze een hypotheeklening nodig hebben. Zonder eigen kapitaal lukt je dat niet meer vandaag de dag en/of betaal je een pak meer voor je lening. 

Mooi meegenomen is dat de fiscus financieel een ruggensteuntje geeft in de vorm van een belastingvoordeel. Al wat je daarvoor moet doen, is je geld op een specifieke manier beleggen. Dankzij een belastingvermindering krijg je al naargelang het geval 25 % of 30 % van het belegde bedrag terug (telkens iets méér als we rekening houden met de gemeentelijke opcentiemen). Dat jaarlijks belastingvoordeel zorgt voor discipline om te sparen. Want zo spaar je in goede en kwade dagen, jaar in jaar uit.

Dat belastingvoordeel wordt achteraf weliswaar behoorlijk getemperd door de eindbelasting die nog volgt. Toch kan zo'n belegging precies door het belastingvoordeel interessanter zijn dan een soortgelijke belegging zonder fiscaal ruggensteuntje. 

Denk er wel aan dat het geld dat je belegt, in principe tot je 60e geblokkeerd zit. Als je het bijeengespaarde geld vervroegd zou opvragen zou je daar veel van verliezen doordat de fiscus je dan zwaar zou beboeten. Voordeel is dat het een serieuze rem zet op impulsieve verkopen.

We hebben het hier alleen over de mogelijkheden waar in principe iedereen gebruik van kan maken. We gaan hier dus niet in op de specifieke formules waarmee bv. de zelfstandigen bijkomend mét belastingvoordeel voor later kunnen sparen. Alleen dit: een van die mogelijkheden, het VAPZ (vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen), is zelfs zo interessant dat we aanraden om daar voorrang aan te geven wanneer je je slechts één extra pensioenpijler kunt veroorloven.

Wat hier evenmin aan bod komt, is het VAPW (vrij aanvullend pensioen voor werknemers), het nieuwe pensioenstelsel voorbehouden voor werknemers in de privésector en voor contractuele ambtenaren. De boodschap is daar overigens dat wanneer je belastingvoordeel kunt halen uit de formules die we in dit dossier belichten, dat in principe interessanter is dan een belegging in een VAPW.

Twee formules

Enerzijds is er het zogenoemde pensioensparen. Daarbij heb je de keuze tussen: 

  • een pensioenspaarfonds: een beleggingsfonds dat specifiek in het kader van het pensioensparen werd opgericht en dat door een bank wordt beheerd; 
  • een pensioenspaarverzekering: een levensverzekering waarvoor je aangeeft dat je met de storting aanspraak wilt maken op de belastingvermindering in het kader van het pensioensparen. 

Anderzijds is er de formule van het langetermijnsparen.

De fiscale regels verschillen lichtjes.

Het jaarlijkse maximumbedrag

De storting waarmee je jaarlijks aanspraak kunt maken op belastingvoordeel, is beperkt en verschilt volgens de formule. 

Bij het pensioensparen is het maximum voor iedereen gelijk, ongeacht het bedrag van de beroepsinkomsten. Maar er zijn wel twee mogelijkheden. Dit zijn de maxima voor 2025:

  • ofwel beleg je maximaal € 1 050, en dan kun je aanspraak maken op een belastingvermindering van 30 %;
  • ofwel beleg je maximaal € 1 350, en dan is de belastingvermindering beperkt tot 25 %.

Je zult hoe dan ook bij je bank/verzekeraar moeten langsgaan als je het hogere bedrag wilt beleggen. 

De belastingvermindering in het kader van het langetermijnsparenbedraagt hoe dan ook 30 %. De maximumstorting hangt daar af van de nettoberoepsinkomsten, met een absoluut maximum per persoon, dat voor 2025 neerkomt op € 2 530. Dat maximum is hoe dan ook niet voor iedereen van toepassing: het ligt lager zodra je minder dan € 39 016 aan beroepsinkomsten hebt (vervangingsinkomsten inbegrepen) want het mag hoe dan ook slechts gaan om 6 % van je belastbaar inkomen + € 189.

Let wel: voor sommige consumenten heeft het totaal geen zin om mee te doen aangezien ze door de omstandigheden toch geen belastingvoordeel zullen genieten:

  • Belastingvoordeel is per definitie uitgesloten als je geen belasting verschuldigd bent doordat je inkomsten zo laag zijn. Dat geldt bv. voor sommige gepensioneerden.
  • Belastingvoordeel met het langetermijnsparen is soms niet mogelijk of hooguit slechts ten dele zolang je belastingvoordeel geniet met een hypotheeklening of met een andere levensverzekering. Meer daarover onder “Ons advies qua bedrag”
Het productaanbod qua pensioenspaarfondsen

Er bestaat slechts een beperkt gamma aan pensioenspaarfondsen. Soms heb je bij je bank intern de keuze qua risicograad, al naargelang het percentage aandelen en obligaties in portefeuille: 

  • Dynamisch betekent dat er meer belegd wordt in aandelen dan in obligaties. (Een dynamisch pensioenspaarfonds is het meest voorkomend pensioenspaarfonds.)
  • Bij neutraal gaat het fiftyfifty om aandelen en obligaties. 
  • Defensief ten slotte slaat op een portefeuille met grotendeels obligaties en slechts een klein deel aandelen. 

Met een pensioenspaarfonds is je inleg sowieso niet beschermd. In ruil voor die financiële onzekerheid mag je op lange termijn normaliter dan weer rekenen op een hoger potentieel rendement dan met een tak21-levensverzekering.

Sinds enige tijd is er een beperkt aanbod aan pensioenspaarfondsen die focussen op duurzaam beleggen. In dat geval kijken de beheerders verder dan alleen de financiële criteria en houden bv. ook rekening met milieuaspecten en met het sociaal beleid.

Het productaanbod qua levensverzekeringen

Je kunt eenzelfde levensverzekeringscontract meestal zowel sluiten in het kader van het pensioensparen als in dat van het langetermijnsparen. Die keuze moet je bij de aanvang maken.

Er zijn hoe dan ook heel veel levensverzekeringen op de markt, en ze bestaan in drie soorten:

  • Tak 21 is de soort zonder risico. De verzekeraar garandeert een gewaarborgde intrestvoet op je stortingen (let wel: dat kan ook 0 % zijn) en vult dat rendement eventueel aan met een winstdeelneming als de resultaten van de maatschappij dat toestaan. 
  • Tak 23 is een levensverzekering waar een beleggingsfonds aan is gekoppeld. Dus is er automatisch risico aan gekoppeld. Er zijn echter verschillende risicograden mogelijk: net als bij de pensioenspaarfondsen kan er een dynamische, neutrale of defensieve versie van het fonds bestaan, maar het fonds kan bv. ook puur beleggen in aandelen. Met zo’n contract heb je geen enkele garantie voor je inleg, maar op lange termijn mag je normaliter rekenen op een hoger rendement dan met een “tak 21” levensverzekering.
  • Tak 44 is één contract met twee verschillende componenten: enerzijds een tak 21, anderzijds een tak 23 (met zoals net uitgelegd mogelijk verschillende versies met een andere risicograad). Al naargelang de component die je kiest, heb je dus een belegging respectievelijk zonder of met risico. 
De juiste keuze is belangrijk

Als je maximaal voordeel wilt halen uit de fiscaal bevoordeelde spaarformules voor een aanvullend pensioen, kies je hoe dan ook beter niet op gelijk welke leeftijd zomaar een belegging. Hoe meer de datum nadert waarop je het opgebouwde kapitaal denkt op te vragen, hoe meer het aangewezen is om veilig te beleggen.

Daarom ga je ook beter elk jaar opnieuw na of je nog goed zit qua product én qua beleggingsformule. Als je vindt dat je verkeerd bezig bent, kun je altijd gewoon stoppen met storten in dat product en voortaan in een ander beleggen. Een complete switch, dus met de overdracht van het reeds opgebouwde kapitaal, is echter andere koek.

Switchen kan niet altijd 

Als je zo'n switch louter en alleen wilt om het risico te verlagen, zit je met twee soorten producten per definitie goed. De overdracht van het reeds opgebouwde kapitaal is sowieso mogelijk als je in een pensioenspaarfonds hebt belegd. Want dan kun je binnen datzelfde contract meestal overstappen van de dynamische versie naar de neutrale en vervolgens naar de defensieve versie. Je blijft dan wel beleggen in een formule met risico, aangezien je geen garantie hebt over je inleg, maar hoe minder aandelen in portefeuille, hoe minder groot de kans op koersschommelingen op korte termijn;

Maar je kunt ook kiezen voor een tak 44-levensverzekering (in het kader van het pensioensparen of het langetermijnsparen). Dan kun je binnen datzelfde contract probleemloos van tak 23 overschakelen naar tak 21. Daarmee stap je van een risicovol product over op een risicoloos product, waarbij je niet langer hoeft te vrezen dat je je inleg verliest. Bij sommige verzekeraars kan dit voordeel ook verkregen worden met een apart tak 21 en een apart tak 23 contract : stel dat iemand ooit een apart tak 21 contract en een apart tak 23 contract heeft onderschreven in het kader van het pensioensparen bij 1 verzekeringsmaatschappij.

Dan is het bij sommige verzekeraars mogelijk om (binnen die verzekeraar) vrij te switchen tussen dat tak 23 contract en het tak 21 contract en de spaarpot te transfereren van tak 23 naar tak 21. Dan kan men dus ook bij sommige verzekeraars met 2 aparte contracten (dankzij een switch) van beleggingsvorm veranderen. Dus net zoals bij een tak 44. Indien je zo’n switch overweegt, informeer je eerst of er hiermee kosten gepaard gaan.

Het is daarentegen wettelijk niet toegestaan om het reeds opgebouwde kapitaal over te dragen als je:

  • binnen de formule van het pensioensparen overstapt van een pensioenspaarfonds op een pensioenspaarverzekering, of vice versa;
  • van de formule van het pensioensparen overstapt op die van het langetermijnsparen, of omgekeerd. 

Dat is jammer, want dat zou anders een oplossing kunnen zijn voor wie de tegoeden uit zijn pensioenspaarfonds wil veiligstellen en wil overstappen op het gewaarborgd rendement van een tak 21-levensverzekering.

Switch niet te snel

Denk hoe dan ook goed na vóór je de overdracht aanvraagt.

  • Als je had belegd in de formule van het langetermijnsparen via een tak 21-levensverzekering (met een gewaarborgd rendement) of een tak 23-product (zonder gewaarborgd rendement) en daarvoor voortaan bij een andere verzekeraar terecht wilt, zul je daar een erg zware prijs voor moeten betalen. De fiscus zal het over te dragen kapitaal tegen maar liefst 33 % belasten (en daar komen nog eens de gemeentelijke opcentiemen bij).
    Bij de overstap naar een ander pensioenspaarfonds of een andere pensioenspaarverzekering kun je makkelijk aan die fiscale boete ontsnappen. Het volstaat om het volledige kapitaal over te hevelen, en niet slechts een deel ervan. Bij de verzekering moet je er wel rekening mee houden dat je wellicht uitstapkosten zult moeten betalen bij de “oude” verzekeraar en/of instapkosten bij de “nieuwe”. Maar zelfs met een pensioenspaarfonds riskeer je vandaag de dag kosten wanneer je naar een andere bank overstapt. Informeer je dus goed vóór je overstapt.
  • De fiscus doet niet moeilijk over een switch van het ene pensioenspaarfonds naar het andere. Maar het is wel uitkijken voor kosten die de bank soms in rekening brengt. Bij de switch naar een ander pensioenspaarfonds binnen dezelfde bank is daar in principe geen sprake van, maar informeer toch maar beter vooraf. Ook al is het momenteel nog vrij uitzonderlijk, het is niet uitgesloten dat je de gebruikelijke instapkosten zult moeten ophoesten op het kapitaal dat je overdraagt. De kans op dergelijke kosten is veel groter wanneer je het geld naar het pensioenspaarfonds van een andere bank overdraagt. Informeer ook in dat geval vooraf, want er zijn wel degelijk banken waar je dat kostenloos kunt doen. Uitzonderlijk kun je, als je kosten hebt moeten betalen, daarvoor worden vergoed door de nieuwe bank (volledig of ten dele). 
Je begrijpt nu het grote belang om reeds van bij de start de juiste productkeuze te maken. We helpen je daarbij in dit dossier.
Tot wanneer kun je hiervan profiteren?

Pensioensparen

Je kunt hooguit tot je 64e belastingvoordeel genieten.

Tip: dateert je contract van vóór je 55e verjaardag, doe de storting in het jaar dat je 60 wordt, nadat de eindbelasting werd geheven. Zo bespaar je zo'n 8 % op het gestorte bedrag. 

Langetermijnsparen

Er is geen wettelijke maximumleeftijd tot wanneer je in aanmerking komt voor het belastingvoordeel. Hoelang je daarvan kunt blijven profiteren, hangt af van wat er in je contract staat.

Tip: als je denkt dat je na je wettelijk pensioen nog een belastbaar inkomen zult hebben, kan het met sommige contracten interessant zijn om een hoge eindleeftijd te kiezen, bijvoorbeeld 90 jaar of zelfs nog langer. Omdat je dan, nadat de eindbelasting werd geheven, desgewenst nog vele jaren stortingen zult kunnen doen waarmee je enerzijds belastingvoordeel zult genieten en die je anderzijds een kapitaal zullen opleveren dat je volledig onbelast zult kunnen opstrijken. Zonder dat je geld ondertussen volledig geblokkeerd zit tot de einddatum en zonder dat je verplicht bent om elk jaar geld te storten.

Tip: dateert je contract van vóór je 55e verjaardag, doe de storting in het jaar dat je 60 wordt, nadat de eindbelasting werd geheven. Dezelfde redenering geldt voor een contract waar je na je 55e mee bent begonnen: wacht in het jaar van de belasting beter met de storting tot de belasting werd geheven. Zo bespaar je zo'n 10 % op het gestorte bedrag.

 

Hoeveel te beleggen? 

Hoe maak je voor het pensioensparen de keuze tussen een storting van maximaal € 1 050 of € 1 350? En waarop moet je letten wanneer je bepaalt hoeveel premie je stort in het kader van het langetermijnsparen? Wij vertellen je alles over hoe je kunt bepalen hoeveel je het best uittrekt voor deze spaarformules met belastingvoordeel.

Welke zijn de Beste Kopen?

Kies ik gewoon het pensioenspaarfonds van mijn bank of zijn er bepaalde fondsen die het veel beter doen dan andere? En er zijn zoveel verschillende levensverzekeringen op de markt: hoe maak ik daar een keuze in? Wij leggen uit waar je het best in belegt, al naargelang je leeftijd.
 

Hoe zit het met de eindbelasting?

Zoals gezegd laat de fiscus zich van twee kanten voelen: enerzijds met het belastingvoordeel dat hij toekent op je storting, anderzijds met de belasting die hij later in rekening zal brengen. Het is belangrijk dat je weet wanneer je die eindbelasting mag verwachten en hoeveel je daarvoor zult moeten afstaan van het opgebouwde kapitaal. 

Aanbevolen voor jou

Ontvang onze nieuwsbrief en blijf steeds op de hoogte!

Registreer je