Hallux valgus


Hallux valgus begint meestal aan één voet, maar vaak ontwikkelt de aandoening zich aan beide voeten. De afwijking neemt langzaam toe en verdwijnt niet spontaan.
Hallux is de Latijnse naam voor grote teen. Valgus wijst op het feit dat iets weggaat van de middellijn, in dit geval wijst de grote teen in de richting van de andere tenen waardoor het gewricht aan de binnenkant van de voet steeds meer naar buiten gaat uitsteken en die scheefstand geleidelijk tot een heuse knobbel leidt.
In feite is er erg weinig geweten over de juiste oorzaak van hallux valgus.
Maar het ziet er zeker naar uit dat het probleem in de familie zit: dat geldt in meer dan 60% van de gevallen.
Verder doet de aandoening zich vaker voor bij vrouwen dan bij mannen, en men wordt er veeleer op volwassen leeftijd mee geconfronteerd dan als men jong is. Hoe dat komt, is echter niet duidelijk. Wel valt niet te ontkennen dat de gewrichtskapsels in de voet met het ouder worden verslappen. Bij vrouwen draagt het feit dat de ligamenten minder sterk zijn dan mannen en dat hun beendergestel verschilt, ook bij tot het probleem. Zeker in combinatie met de gewoonte van sommige vrouwen om hun voeten te pijnigen met smalle puntschoenen met hoge hakken. Want als het probleem begint, wordt het daardoor versterkt aangezien de grote teen dan in een abnormale positie wordt gedrongen.
Ook kan de aandoening te maken hebben met andere voetproblemen zoals platvoeten, hypermobiliteit in de voorvoet of problemen met de achillespees, neuromusculaire aandoeningen zoals hersenverlamming of een beroerte.
Mensen met een ontsteking van de gewrichten lopen eveneens het risico om hallux valgus te krijgen.
Zwaarlijvigheid daarentegen schijnt nooit de oorzaak te zijn.
Tot slot is er evenmin onvoldoende bewijs als zou hallux valgus vaker voorkomen of een ernstiger vorm aannemen bij balletdanseressen, ook al vergt het uitvoeren van pointes veel van de voorvoeten en is de aandoening bij zo'n activiteit uiteraard erg belastend.
Voor sommigen beperkt de last zich ertoe dat ze niet zomaar de eerste de beste schoenen kunnen aantrekken. Bij andere wordt stappen zonder pijn mettertijd onmogelijk.
Soms is de grote teen constant opgezwollen en ontstoken, of is hij niet meer te plooien.
Naarmate de grote teen schever trekt, duwt hij almaar meer tegen de tweede teen. Daardoor kan die mettertijd ook last veroorzaken: door de wrijving kan er een wonde ontstaan of er kan zich bv. een hamerteen of een klauwteen ontwikkelen. Uiteindelijk kunnen ook de andere tenen over elkaar beginnen te groeien.
Het feit dat de drukpunten bij het stappen veranderen door de aandoening, kan eveneens tot andere problemen leiden, zoals stressfracturen.
Er is geen verband tussen de grootte van de knobbel en de pijn.
Hallux valgus is heel eenvoudig vast te stellen. Elke arts kan die aandoening probleemloos herkennen. Hij zal niet alleen naar de knobbel kijken, maar naar de hele voet. Hij kan eventueel een radiografie voorschrijven om te bepalen of er kraakbeendegeneratie of schade aan gewrichten wordt vermoed.
De botjes van de grote teen zouden normaliter recht elkaar moeten liggen. Maar bij hallux valgus komen ze in een hoek naar buiten te staan. Daardoor ontstaat een knobbel.
Meestal raden artsen eerst aan om gepast schoeisel te kiezen (geen strak zittende modellen en het liefst “platte” schoenen), voetoefeningen te doen om de beweeglijkheid van het gewricht te behouden, of ’s nachts met een spalk aan de voet te slapen.
Ook steunzolen kunnen op korte termijn helpen: ze kunnen ertoe bijdragen dat de pijn onder de voorvoet vermindert omdat ze de druk afleiden van de grote teen. Een langetermijnoplossing is dat echter niet, er is geen enkel bewijs als zou hallux valgus door het dragen van steunzolen minder snel ontwikkelen of zelfs verminderen. Het is wel belangrijk dat u niet gewoon standaardmateriaal geleverd krijgt, maar dat klantgericht wordt gedacht. Wie bv. veel sport, heeft andere steunzolen nodig dan wie schoenen alleen nodig heeft om naar kantoor te gaan of boodschappen te doen. U kunt alleen op een tegemoetkoming rekenen van het ziekenfonds als u de steunzolen op maat laat maken. U krijgt méér terug als u daarvoor een geconventioneerde bandagist of orthopedist inschakelt. Worden de steunzolen door een podoloog geleverd, dan is er in principe alleen terugbetaling voor sommige diabetespatiënten.
Als de knobbel ontstoken is en gezwollen ziet, kunt u er ijs op leggen, de arts kan desnoods een ontstekingsremmend geneesmiddel voorschrijven.
De idee van een operatie komt er meestal pas als alle “zachte” manieren die werden uitgeprobeerd, tevergeefs zijn gebleken. U blijft maar pijn hebben bij elke stap die u zet, ook al draagt u “normale” schoenen, en u wilt daar iets aan doen. Dat neemt niet weg dat u een operatie ook veeleer om esthetische redenen kunt vragen, u wilt “die lelijke knobbel” weg, of u wilt eindelijk niet langer beperkt zijn in uw schoenenkeuze.
In de internationale media wordt geregeld zogenoemde minimaal invasieve heelkunde gepromoot. In dat geval moeten veel kleinere sneetjes worden gemaakt dan bij een traditionele operatie. Daardoor wordt minder weefsel kapotgemaakt, waardoor u in theorie sneller zou moeten herstellen. Maar het risico op complicaties is niet geringer.
Er bestaan echter nog talloze andere technieken om de hallux valgus operatief aan te pakken. Het basisprincipe is dat het bot naar de correcte stand wordt verschoven en vastgezet met een pin of een plaat en schroefjes. Vaak is het ook nodig om aan de gewrichten en pezen te werken. Het is moeilijk om te zeggen welke operatietechniek de beste is, daar bestaat onvoldoende bewijs voor. Men moet hoe dan ook kijken naar de ernst van de afwijking, de onderliggende radiologische gegevens, de oorzaak, de leeftijd en het gewicht van de patiënt enz. Ook heeft niet iedere patiënt dezelfde verlangens: een sporter kan bv. een beperkte correctie verkiezen zolang zijn mobiliteit maar weer optimaal is, terwijl iemand anders wil dat de teen zo mooi mogelijk moet worden rechtgezet ook al boet hij daardoor wat in qua mobiliteit.
Het is uiteraard geruststellend als een ziekenhuis een goede naam heeft opgebouwd met dergelijke operaties en als uw orthopedist al veel ervaring heeft met een bepaalde techniek.
Bij heel wat patiënten leeft achteraf het idee dat de operatie voor niets is geweest. Het corrigerend effect wordt nu eenmaal vaak als onvoldoende ervaren, ook al is de hallux valgus in feite veel verbeterd en is de pijn verdwenen.
Het feit dat de revalidatie soms lang kan duren, is ook niet te onderschatten. Wie ervan uitgaat na een paar weken de bladzijde te kunnen omdraaien, kan bedrogen uitkomen. In de praktijk hebben de meeste patiënten een vol jaar nodig vooraleer ze weer echt alles aankunnen, het is een geleidelijk proces. De revalidatieperiode hangt onder meer af van de gebruikte techniek, en orthopedisten zouden open moeten communiceren zijn over hoe lang het kan duren voor u helemaal hersteld zult zijn.