De chronische longziekte COPD


COPD (chronic obstructive pulmonary disease) is een longziekte waar honderdduizenden Belgen aan lijden. Bijna 90 % van de patiënten is roker (geweest). Ook mensen die jarenlang passief hebben meegerookt of op hun werk schadelijke gassen of dampen hebben ingeademd, kunnen de longziekte ontwikkelen. Als de vertakkingen van de luchtpijp langdurig worden blootgesteld aan zulke kwalijke stoffen, kunnen ze meer slijm gaan vormen en verhoogt het risico op een chronische bronchitis. Bovendien kunnen de longblaasjes worden beschadigd, waardoor ze minder zuurstof opnemen. Dat verschijnsel heet longemfyseem. Beide aandoeningen vallen onder de noemer COPD.
De ziekte gaat vaak gepaard met andere aandoeningen. Door de afgezwakte werking van de longen kan het lichaam moeilijker vechten tegen infecties en word je vaker ziek. COPD kan ook hoge bloeddruk veroorzaken in de slagaders die het bloed naar de longen brengen. En het verhoogt het risico op een hartinfarct. Ook op psychologisch vlak zien deze patiënten af. Ze raken makkelijker geïsoleerd en zijn vatbaarder voor een depressie.
Bekijk de patiëntenfolder “COPD... en wat nu” die we in opdracht van het RIZIV hebben gemaakt hieronder.
Ondanks optimaal gebruik van luchtwegverwijders hebben sommige COPD-patiënten regelmatig last van ernstige opflakkeringen die dagen aanhouden. Ze krijgen dan plots veel meer last van kortademigheid en hoesten. Sommige aanvallen zijn zo ernstig dat de patiënt in het ziekenhuis moet worden opgenomen. Dan kan een combinatie van een luchtwegverwijder en een ontstekingsremmer (inhalatiecorticosteroïde) helpen.
Wie COPD in een ver gevorderd stadium heeft, kan een meer ingrijpende behandeling overwegen. Je kunt bijvoorbeeld een zuurstofkuur volgen, waarbij je overdag continu aan een zuurstofapparaat bent gekoppeld. Nog drastischer is een operatie. Door een deel van de longen weg te nemen of een long te transplanteren, kunnen de symptomen enigszins afnemen.
Probeer ook om genoeg te eten. Dat is niet altijd vanzelfsprekend als je kortademig bent. Toch is het nodig, want je bent sowieso vatbaarder voor infecties en moet dus je weerstand op peil houden. Als je dat makkelijker vindt, kun je kleinere maaltijden eten, maar wel vaker.
Essentieel is ook dat je blijft bewegen. Als je letterlijk bij de pakken blijft zitten, gaat je gezondheid achteruit en zal de ziekte je nog meer parten spelen. Zorg ervoor dat je vijf dagen van de week een matig intensieve activiteit verricht gedurende dertig minuten (stappen, fietsen …).
Is dat niet haalbaar, dan kun je een aangepaste training volgen bij een kinesist. Een intensieve variant hiervan is longrevalidatie. Gedurende enkele maanden werk je samen met een team zorgverleners in een ziekenhuis aan het verbeteren van je gezondheid.