Antwoord van expert

Hoe dikkedarmkanker opsporen en voorkomen?

26 september 2024

26 september 2024
Één op de 20 mensen krijgt in zijn leven te maken met dikkedarmkanker. Ontdek hier hoe je de ziekte vroegtijdig kunt opsporen en hoe je het risico op darmkanker eventueel kunt verminderen.

Wat is dikkedarmkanker en hoe vaak komt het voor?

Dikkedarmkanker, ook bekend als colonkanker, colorectale kanker of simpelweg darmkanker, ontstaat wanneer cellen in de dikke darm zich ongecontroleerd vermenigvuldigen en een kwaadaardig gezwel vormen. Het begint meestal met poliepen aan de binnenkant van de dikke darm. Deze uitstulpingen van het slijmvlies zijn meestal goedaardig en veroorzaken geen klachten. Soms kunnen ze echter langzaam en geleidelijk uitgroeien tot kanker, wat een tiental jaren kan duren. Terug naar boven
Glass.Mapper.Sc.Fields.Image
Jeroen Plessers
Gezondheidsexpert
“Het is belangrijk om dikkedarmkanker vroegtijdig op te sporen, voordat er symptomen opduiken. Hierdoor is de behandeling meestal minder zwaar, kunnen complicaties vermeden worden en is de kans op succesvolle behandeling en genezing groter.”

De symptomen en risicofactoren van dikkedarmkanker

Symptomen

Dikkedarmkanker veroorzaakt in het begin vaak geen duidelijke symptomen en kan daardoor onopgemerkt blijven. Toch kunnen bepaalde klachten eventueel wijzen op deze ziekte, vooral als ze gedurende langere tijd aanhouden. Het is wel belangrijk om te weten dat onderstaande symptomen vaak voorkomen bij mensen die geen kanker hebben en dat ze ook andere oorzaken kunnen hebben. Geen enkel symptoom is dus een garantie dat er sprake is van dikkedarmkanker.

 

De symptomen van dikkedarmkanker kunnen verschillen, afhankelijk van waar de tumor zich bevindt, hoe groot deze is en of de kanker zich heeft verspreid.

Als je één of meerdere van deze symptomen hebt die een tijdje aanhouden, is het verstandig om een arts te raadplegen om de oorzaak te achterhalen. De kans dat het om kanker gaat, is echter klein. Meestal is er sprake van een veel minder ernstig probleem.

Risicofactoren

Er zijn verschillende risicofactoren voor darmkanker. Hoewel deze factoren het risico kunnen verhogen, veroorzaken ze niet direct kanker. Het betekent dus niet dat iemand met deze risicofactoren per definitie darmkanker krijgt. Sommige mensen met risicofactoren ontwikkelen nooit darmkanker, terwijl anderen zonder bekende risicofactoren het wel kunnen krijgen.

Naast erfelijke factoren en familie- of medische voorgeschiedenis is leeftijd de belangrijkste risicofactor. De overgrote meerderheid van de gevallen wordt na het 50e levensjaar gediagnosticeerd. Darmkanker kan ook het gevolg zijn van leefstijlfactoren. Een ongezond voedingspatroon met weinig groenten, fruit en vezels, maar veel verzadigd vet, rood vlees en bewerkt vlees, kan bijdragen aan het ontstaan van dikkedarmkanker. Ook overmatig alcoholgebruik, overgewicht, obesitas, roken en een gebrek aan lichaamsbeweging spelen hierbij een belangrijke rol.

De incidentie en mortaliteit van darmkanker in België en Europa

Dikkedarmkanker is een van de meest voorkomende kankertypes en één van de belangrijkste doodsoorzaken door kanker. Volgens de ECIS-database was dikkedarmkanker in 2020 de derde meest gediagnosticeerde vorm van kanker bij mannen (na prostaat- en longkanker) en de tweede bij vrouwen (na borstkanker) in de EU-27. Hoewel de incidentiecijfers stijgen, dalen de sterftecijfers. Dit kan verklaard worden door de implementatie van screeningsprogramma’s en betere behandelingen. Er zijn echter aanzienlijke verschillen tussen landen, deels door variërende gezondheidszorguitgaven en kwaliteit van screening, diagnose en behandeling.

In België krijgt één op de twintig personen in zijn leven te maken met dikkedarmkanker, wat neerkomt op een gemiddeld risico van 5%. De ziekte komt iets vaker voor bij mannen (55%) dan bij vrouwen (45%) en treft voornamelijk mensen ouder dan vijftig jaar. Bij mannen is dikkedarmkanker de derde meest voorkomende kanker (na prostaat- en longkanker), en bij vrouwen de tweede meest voorkomende (na borstkanker).

In tegenstelling tot sommige andere Europese landen, evenals de VS, Australië en China, stijgt het aantal gevallen bij mensen jonger dan 50 jaar in België momenteel niet. Over het algemeen blijft het risico op dikkedarmkanker in deze leeftijdsgroep zeer laag (ongeveer 1 op 1.000).

Terug naar boven

Hoe kan je darmkanker vroegtijdig opsporen?

In de beginfase van dikkedarmkanker zijn er vaak geen klachten, waardoor de ziekte meestal pas laat wordt ontdekt. Om dit te voorkomen en om dikkedarmkanker in een vroeg stadium op te sporen, organiseert de overheid sinds een tiental jaar een bevolkingsonderzoek bij iedereen tussen de 50 en 74 jaar.

Het belang van screening en vroege diagnose

Screening verwijst naar het systematisch onderzoeken van mensen die geen symptomen vertonen van een bepaalde ziekte of aandoening (maar er wel risico op lopen), met als doel potentiële gevallen vroegtijdig op te sporen. Het doel van screening is om de ziekte in een vroeg stadium te identificeren, wanneer behandeling vaak effectiever is en de prognose beter kan zijn. 

Het doel van screening is niet alleen om individuen te identificeren die mogelijk al een ziekte hebben, maar ook om preventieve maatregelen te nemen om de ziekte te voorkomen of vroegtijdig te behandelen. Screeningprogramma's kunnen worden opgezet op populatieniveau, waarbij groepen mensen systematisch worden uitgenodigd voor screeningsonderzoeken, of op individueel niveau, waarbij mensen hun eigen gezondheidsstatus controleren en screening aanvragen indien nodig. 

Het is belangrijk op te merken dat screening geen diagnose op zich is, maar eerder een manier om potentiële gevallen van een ziekte op te sporen. Als een screeningstest een afwijkend resultaat oplevert, kan dit leiden tot vervolgonderzoeken om de diagnose te bevestigen.

Het bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker

Screening is dus bedoeld voor gezonde mensen zonder klachten en met een normaal risico voor de betreffende ziekte. Bij mensen met een verhoogd risico, bijvoorbeeld bij erfelijke aanleg of familiale belasting, kunnen andere of regelmatigere controles, aangewezen zijn. Zo is het bijvoorbeeld aangewezen om bij personen met een verhoogd familiaal of genetisch risico op dikkedarmkanker, rechtstreeks een colonoscopie uit te voeren, en kan dit reeds op een vroegere startleeftijd aanbevolen worden.

In België gebeurt de screening naar dikkedarmkanker via een bevolkingsonderzoek, een systematisch screeningsprogramma. Bij het bevolkingsonderzoek van dikkedarmkanker is het doel kanker op te sporen en te behandelen voordat er symptomen optreden. Dikkedarmkanker groeit vaak langzaam, waardoor symptomen pas merkbaar zijn als de tumor al redelijk groot is. Hoe verder de kanker gevorderd is, hoe slechter de prognose. Daarom is het belangrijk om regelmatig te screenen, poliepen vroegtijdig te ontdekken en te verwijderen.

De overheid biedt dit bevolkingsonderzoek aan omdat het heel wat gevallen van dikkedarmkanker kan voorkomen en de sterfte door deze aandoening kan terugschroeven. 

Het bevolkingsonderzoek wordt per gewest georganiseerd in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Iedereen tussen 50 en 74 jaar wordt aanbevolen om om de 2 jaar (vaker testen biedt geen extra voordeel) een stoelgangtest te laten doen.

Het bevolkingsonderzoek is gratis, eenvoudig en vrijwillig, maar dus niet verplicht. Deelnemen is niet aangewezen als je dikkedarmkanker hebt (tot tien jaar na de diagnose), als je de voorbije twee jaar je stoelgang al liet onderzoeken, als je de voorbije tien jaar een kijkonderzoek (colonoscopie of coloscopie) van je dikke darm liet uitvoeren, of als je de voorbije vier jaar een virtuele coloscopie (CT-colonografie) van je dikke darm hebt gehad. Ook voor risicopersonen (bv. erfelijke aandoening met verhoogd risico op dikkedarmkanker) is de stoelgangtest vaak geen goede screeningstest. De screening bestaat dan vaak direct uit een kijkonderzoek van de dikke darm in plaats van een stoelgangtest. Mogelijk raadt je arts ook aan om de screening vroeger te laten starten (vanaf 40 jaar) en meer frequent te laten plaatsvinden.

De instapleeftijd voor het bevolkingsonderzoek blijft momenteel behouden op 50 jaar, omdat uit een recente studie van Stichting Kankerregister blijkt dat dikkedarmkanker bij 45-49-jarigen veel minder voorkomt dan bij 50–55-jarigen bij zowel mannen als vrouwen. Voor personen ouder dan 74 jaar is het volgens Europese richtlijnen niet wetenschappelijk aangetoond dat de voordelen van screening groter zijn dan de nadelen. Een mogelijk nadeel dat meer meespeelt bij oudere personen is dat sommige kankers zo langzaam evolueren dat ze, zelfs zonder behandeling, geen invloed (zullen) hebben op de gezondheid. Door screening worden ook deze kankers opgespoord en behandeld met een aantal invasieve methoden die bij bejaarden gepaard gaan met een verhoogd risico op complicaties en de levenskwaliteit kunnen aantasten.

De stoelgangstest

Voor het bevolkingsonderzoek in België gebruikt men de immunochemische fecale stoelgangtest (iFOBT). Indien je tot de doelgroep behoort, krijg je thuis een uitnodiging toegestuurd. De uitnodiging bevat een folder met informatie, een afnameset met gebruiksaanwijzing om thuis een staal van je stoelgang te nemen, een antwoordformulier en een speciale envelop om het staal terug te sturen naar het lab. In het lab wordt een test uitgevoerd op jouw staal die in de stoelgang bloed opspoort dat met het blote oog niet te zien is. Dat bloed kan eventueel wijzen op de aanwezigheid van poliepen of op dikkedarmkanker.

Bij de stoelgangstest zijn 3 resultaten mogelijk:

  • Niet afwijkend: er werd geen bloed aangetroffen in de stoelgang. Er is dus geen vervolgonderzoek nodig. In dit geval ontvang je twee jaar later een nieuwe uitnodiging voor een stoelgangstest. Het wordt aanbevolen om je stoelgang om de twee jaar te laten onderzoeken. Sommige poliepen kunnen immers klein zijn en geen bloedverlies veroorzaken, maar langzaam groeien en later wel bloedverlies geven. Door de test om de 2 jaar te herhalen, worden letsels die bij een eerste test mogelijk onopgemerkt blijven, beter opgespoord.
  • Afwijkend: er werd meer bloed dan normaal aangetroffen in de stoelgang. Dat kan verschillende oorzaken hebben (bv. aambeien, darmontsteking, scheurtje in de anus, enz.) en betekent niet noodzakelijk dat je poliepen of dikkedarmkanker hebt. Er is bijkomend onderzoek nodig. Met een kijkonderzoek of coloscopie kunnen darmpoliepen worden opgespoord en verwijderd. Deze poliepen kunnen de voorbode van dikkedarmkanker zijn. Een nieuwe stoelgangtest heeft geen zin. Je kan zelf een afspraak maken voor een colonoscopie bij een gastro-enteroloog naar keuze, of je kan dit via een huisarts vastleggen.
  • Het staal kon niet geanalyseerd worden, bijvoorbeeld door een foutieve afname.

De colonoscopie

Bij een afwijkende stoelgangstest zal een maagdarm-specialist met een kijkonderzoek de binnenkant van de dikke darm controleren op bloedingen, poliepen, ontstekingen en gezwellen. Tijdens het onderzoek kan er ook een biopsie gebeuren, en vastgestelde poliepen indien mogelijk verwijderd worden.

Ook hier zijn weer 3 resultaten mogelijk :

  • Er worden geen poliepen of dikkedarmkanker gevonden: Darmkanker ontstaat heel langzaam. Als er tijdens de coloscopie niets wordt gevonden, volg je het advies van de specialist die de coloscopie uitvoerde. Je ontvangt gedurende 10 jaar geen uitnodiging meer voor het bevolkingsonderzoek. Dat komt omdat het gemiddeld 10 jaar duurt voordat een poliep een kwaadaardig gezwel wordt. Nadien krijg je automatisch terug een uitnodiging (als je nog tot de doelgroep van 50 t.e.m. 74 jaar behoort).
  • Er worden poliepen gevonden: De arts verwijdert de poliep(en). Het kan zijn dat de arts een poliep of een klein stukje weefsel uit de dikke darm haalt (biopsie) voor verder onderzoek in het labo. Volg het advies van de specialist. Deze zal je aanraden om een herhalings-coloscopie in te plannen (na bijvoorbeeld 5 jaar) omdat het belangrijk is na te gaan of er opnieuw poliepen groeien. Ook hier ontvang je de eerste 10 jaar na een coloscopie geen uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek meer.
  • Er wordt dikkedarmkanker gevonden: De specialist vertelt je welke behandeling voor jou het meest aangewezen is. De behandeling hangt af van het stadium van de dikkedarmkanker.

Voor- en nadelen van het bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker

Het is voor ons zeer belangrijk dat het doelpubliek van het bevolkingsonderzoek correct en objectief wordt voorgelicht over zowel de voordelen als de nadelen van screening. Op die manier kan iedereen zelf een geïnformeerde keuze maken om deel te nemen of niet.

Voordelen

  • Poliepen, de voorlopers van dikkedarmkanker, of dikkedarmkanker zelf geven lange tijd geen klachten. Door deelname aan het bevolkingsonderzoek kunnen poliepen (of beginnende darmtumoren) in een vroeg stadium opgespoord en verwijderd worden voordat er eventuele kankercellen worden gevormd.
  • Als er effectief dikkedarmkanker aanwezig is, kan dit in een vroeg stadium gediagnosticeerd worden, wanneer je er zelf nog niets van merkt. Hierdoor is de behandeling meestal minder zwaar, kunnen complicaties vermeden worden en is de kans op succesvolle behandeling en volledige genezing groter.
  • Door de screening naar dikkedarmkanker zou de sterfte door dikkedarmkanker met 15% gedaald zijn.
  • Deelnemen aan het onderzoek is gratis voor alle mannen en vrouwen van 50 tot en met 74 jaar.
  • Het nemen en opsturen van een staaltje stoelgang kan bij je thuis en is heel eenvoudig.
  • Zowel jij als je huisarts krijgen het resultaat vrij snel toegestuurd.
  • De kwaliteit van het onderzoek wordt streng bewaakt en alle resultaten worden nauwgezet opgevolgd. Via het bevolkingsonderzoek is permanente evaluatie mogelijk: aantal deelnemers, aantal positieve testen, aantal mensen met een gepaste opvolging na een afwijkende test, aantal kankers na een afwijkende test. Dit levert belangrijke informatie op voor de organisatie en evaluatie van het onderzoek. Zo wordt de kwaliteit streng bewaakt. Deelnemen aan het gratis bevolkingsonderzoek heeft dan ook meer voordelen dan de (minder nauwkeurige) zelftesten die je in de apotheek kan aankopen.

Nadelen

  • Geen enkele test biedt volledige zekerheid. Ook deze stoelgangtest niet. De ideale screeningtest is een test die 100% betrouwbaar en onfeilbaar is, dus altijd positief wanneer een persoon een aandoening heeft, en altijd negatief wanneer hij of zij die aandoening niet heeft. Helaas bestaan zulke tests niet.
    • De test kan vals-positief zijn. Soms vindt men bloedsporen in je staal stoelgang terwijl er niets aan de hand is. Door dit vals alarm kun je onnodig ongerust of angstig zijn, en soms overbodig kijkonderzoek ondergaan. Gelukkig houdt zo’n onderzoek over het algemeen weinig risico in.
    • De test kan vals-negatief zijn. Soms vindt men geen bloedsporen terwijl er toch poliepen zijn of later dikkedarmkanker wordt vastgesteld. Poliepen bloeden immers niet altijd, en de stoelgangstest is een momentopname. Dit onterecht geruststellend resultaat zorgt voor een ‘vals’ gevoel van veiligheid en een verlate diagnose.
  • Sommige mensen vinden het vervelend om een staal van hun stoelgang te nemen en dit om de twee jaar te herhalen.
  • Wachten op het resultaat van de stoelgangtest, op een eventueel vervolgonderzoek bij een afwijkend screeningsresultaat en op de resultaten daarvan kan voor (nodeloze) spanning en onrust zorgen.
  • Een kijkonderzoek van de darm is onaangenaam en risico’s of mogelijke complicaties zijn niet uitgesloten: er is 0,2% kans op een bloeding en 0,05% op perforatie van de darmwand. In zeer uitzonderlijke gevallen kan een colonoscopie zelfs fatale gevolgen hebben.
  • Het is mogelijk dat je onnodig wordt behandeld of ongerust gemaakt. Poliepen, de voorlopers van dikkedarmkanker, groeien heel langzaam en worden niet altijd kwaadaardig. Tijdens een coloscopie worden ze hoe dan ook verwijderd, ook als ze nooit kwaadaardig zouden worden. Dat is immers moeilijk te voorspellen.
  • De kans bestaat dat je aan het bevolkingsonderzoek deelneemt, er kanker wordt ontdekt, en je op termijn aan de ziekte overlijdt. De overlevingskansen hangen af van het stadium waarin de kanker zich bevindt.
  • Screening is geen wondermiddel dat alle overlijdens zal voorkomen. Voor de meeste deelnemers heeft screening uiteindelijk geen individuele voordelen; slechts voor een minderheid waarbij effectief een kanker kan voorkomen worden door het verwijderen van poliepen of waarbij darmkanker in een vroeg stadium kan opgespoord en verholpen worden, zijn de voordelen het grootst. Weet dat dit eigen is aan alle vormen van screening.
Terug naar boven

Hoe kan je darmkanker voorkomen of het risico verlagen?

Wil je zelf maatregelen nemen om je risico op dikkedarmkanker te verminderen? Hoewel veranderingen in levensstijl en regelmatige screening het risico kunnen verlagen, is het helaas niet mogelijk om het volledig te voorkomen. Zelfs mensen met een zeer gezonde levensstijl kunnen nog steedsdikkedarmkanker krijgen.

De rol van voeding en levensstijl

Probeer een gezonde levensstijl aan te houden: 

 

Belangrijk om te benadrukken is dat er van geen van bovenstaande maatregelen ooit duidelijk en eenduidig is bewezen dat ze dikkedarmkanker daadwerkelijk voorkomen.

Screening

Door deel te nemen aan screeningprogramma’s kan je dikkedarmkanker vroegtijdig opsporen en het risico op een slechte afloop verminderen.

Meer weten over dikkedarmkanker? Ontdek hier ons dossier over dikkedarmkanker. Lees meer over de symptomen, de oorzaken en mogelijke behandelingen.

Ons dossier over dikkedarmkanker

Terug naar boven

Aanbevolen voor jou

Recevez notre newsletter et restez toujours au courant !

Je m'inscris