Prosument met terugdraaiende teller? Deze leveranciers rekenen je extra kosten aan

Steeds meer leveranciers komen op de proppen met bijkomende kosten voor zonnepaneeleigenaars met een terugdraaiende teller. Hoeveel bedragen deze kosten en wat kun je best doen?
Wie moet deze kosten betalen?
Sinds 2022 brengen verschillende leveranciers deze kosten in rekening voor prosumenten die genieten van het compensatiemechanisme of de terugdraaiende teller. In Vlaanderen gaat het om zonnepaneelinstallaties die in gebruik genomen zijn vóór 2021 en nog steeds een analoge meter hebben.
In Wallonië gaat het om zonnepaneleninstallaties van vóór 2024, ongeacht of ze een analoge of digitale meter hebben. In Brussel worden deze kosten niet aangerekend aangezien er in die regio geen sprake meer is van terugdraaiende tellers.
Welke leveranciers rekenen deze kosten aan?
In 2022 beslisten Octa+ en Mega om extra kosten in rekening te brengen voor prosumenten die genieten van het compensatiemechanisme. Ook TotalEnergies rekende vanaf 1 april 2023 de kost een tijdlang aan maar stapte er intussen weer vanaf.
Daarnaast voerden ook kleinere spelers zoals Trevion en Frank Energie (beiden enkel actief in Vlaanderen) en burgercoöperaties Ecopower en Cociter een forfait in. Ook Elegant rekent sinds kort een kost aan.
Waarom rekenen de leveranciers deze extra kosten aan?
De leveranciers wezen in eerste instantie naar gestegen onevenwichtskosten die ze aan hoogspanningsnetbeheerder Elia moeten betalen. Leveranciers moeten dagelijks inschatten hoeveel stroom hun klanten per kwartier zullen afnemen en hoeveel ze zullen injecteren. Op het stroomnet moeten vraag en aanbod namelijk steeds in evenwicht zijn. Wijkt de inschatting af van de realiteit, bijvoorbeeld omdat er meer of minder zon schijnt dan voorspeld, dan betaalt de leverancier een kost aan Elia om het evenwicht op het net recht te zetten.
Volgens sommige leveranciers zouden deze kosten voor klanten met een terugdraaiende teller tot 20 keer hoger liggen dan bij klanten zonder zonnepanelen. Dit omwille van het feit dat sinds eind 2021 de kosten niet meer berekend worden op de netto afname (verbruik min injectie), maar wel apart op de verbruikte elektriciteit en de geïnjecteerde elektriciteit. Met andere woorden, stel dat je 3.000 kWh op jaarbasis injecteert en 3.500 kWh van het net afneemt, dan betaalt je leverancier niet langer onevenwichtskosten op basis van 500 kWh (3.500 – 3.000), maar wel op basis van 6.500 kWh (3.500 + 3.000).
Ondertussen is er nog een reden bijgekomen waarom bepaalde leveranciers kosten doorrekenen. De Vlaamse burgercoöperatie Ecopower en het Waalse Cociter rekenen sinds dit jaar een ‘forfait terugdraaiende meter’ aan en ze verwijzen daarvoor naar het prijsverschil tussen injectie en afname. Doorgaans zijn de elektriciteitsprijzen lager op het moment dat prosumenten stroom op het net zetten en zijn ze hoger wanneer ze van het net afnemen. Volgens de leveranciers zouden de werkelijke kosten dan ook niet gereflecteerd worden in de factuur van de consument.
Ik betaal toch al prosumententarief?
Dat klopt maar het prosumententarief is een vergoeding die je via de elektriciteitsfactuur betaalt aan je netbeheerder (Fluvius, ORES…) voor het gebruik van het distributienet. Ook als zonnepaneeleigenaar maak je namelijk gebruik van het distributienet: je neemt elektriciteit af op momenten dat je zonnepanelen weinig of niets opwekken en je injecteert overtollige elektriciteit die je niet zelf meteen verbruikt. Deze vergoeding betaal je in Vlaanderen sinds 2015, in Wallonië sinds 2020 en heeft dus niets te maken met de huidige extra kost die sommige leveranciers aanrekenen.
Hoe worden de extra kosten aangerekend en hoeveel bedragen ze?
Met een meter die terugdraait heeft een leverancier geen correct zicht op hoeveel stroom je werkelijk van het net afgenomen hebt en hoeveel je geïnjecteerd hebt. Als jouw zonnepanelenproductie optimaal afgestemd is op jouw verbruik, dan heb je na een jaar volgens de meterstand in theorie niets verbruikt. Daarom baseren leveranciers zich op het vermogen van de jouw omvormer, op basis waarvan men ook het prosumententarief berekent.
Hieronder een overzicht van de kosten die leveranciers aanrekenen in mei 2024:
Leveranciers |
€/kVA/maand |
€/kVA/jaar |
Cociter |
3,53 € |
42,40 € |
Ecopower |
3,71 € |
44,52 € |
Mega |
3,82 € |
45,84 € |
Elegant |
4,00 € |
48,00 € |
Octa+ |
4,41 € |
52,92 € |
Trevion |
4,50 € |
54,00 € |
Frank Energie |
6,50 € |
78,00 € |
De kosten schommelen tussen 3,53 en 6,50 €/kVA per maand. Voor een gezin met een gemiddelde omvormer van 4 kVA betekent dit een extra kost tussen 169,60 en 312 € op een jaar.
Is dit wel toegelaten?
Wij legden onze bezorgdheden eerder voor aan de energieregulatoren maar volgens hen is het principieel te verantwoorden dat leveranciers de extra onevenwichtskosten aanrekenen aan de klanten die ze veroorzaken. Dat betekent echter niet dat men de kost zomaar eenzijdig kan doorrekenen in bestaande contracten. De kost aanrekenen aan nieuwe klanten of op het moment van de hernieuwing van het contract waarbij de klant duidelijk vooraf geïnformeerd wordt over de extra kost, is echter wel toegelaten.
Hoe kan ik deze extra kost vermijden?
Voor prosumenten met een analoge meter die op zoek zijn naar een nieuwe leverancier, kunnen we enkel het advies geven om tarieven te vergelijken en rekening te houden met de extra kost die sommige leveranciers aanrekenen. In onze prijsvergelijker zitten de extra kosten alvast vervat. Overstappen naar een leverancier die deze kosten momenteel nog niet aanrekent – en dat is op dit moment nog steeds de meerderheid – zal wellicht voordeliger zijn.
Let wel, het advies blijft doorgaans wel om met een terugdraaiende teller pas van leverancier te wisselen op een moment dat dicht bij de jaarlijkse meteropname ligt. Op deze manier vermijd je verlies van productie van je zonnepanelen als gevolg van een vroegtijdige meteropname. Ligt je nettoverbruik op het moment van je contracthernieuwing dicht bij nul, dan kun je een overstap overwegen.
Daarnaast is het ook zo dat je de extra kost in Vlaanderen niet betaalt als je een digitale meter laat plaatsen. Op dat moment stap je namelijk over van het compensatiemechanisme (terugdraaiende teller) naar een afrekening op basis van je werkelijke afname van het net. Je betaalt dan ook geen prosumententarief meer en tegelijk ontvang je een vergoeding voor je geïnjecteerde stroom. Mogelijks kom je nog in aanmerking voor een premie. Of een digitale meter in jouw geval voordeliger uitvalt, hangt echter af van je persoonlijke verbruiksprofiel. Informeer je dus vooraf goed.
In Wallonië heeft het hebben van een analoge of digitale meter geen impact op de kost als je zonnepanelen vóór 2024 werden geplaatst. In dat geval blijft men immers genieten van het principe van de terugdraaiende teller.