Aneurysma in de buikaorta


In België lopen zo’n 60 000 mensen rond met een aneurysma (zwelling) in de buikaorta. Meestal blijft dit euvel zonder gevolgen. Maar soms scheurt het aneurysma, en in vier op de vijf gevallen heeft de daaropvolgende inwendige bloeding dodelijke gevolgen. Moeten we ons nu laten screenen?
Een aneurysma is een plaatselijke verwijding van een slagader. Die ontstaat wanneer de verzwakte slagaderwanden onder invloed van de druk van het bloed gaan uitstulpen. Het probleem kan zich overal in het lichaam voordoen, maar het vaakst treft het de buikaorta. Normaal gezien heeft die een doorsnede van circa 2 cm. Doorgaans spreekt men pas van een aneurysma vanaf 3 cm doorsnede.
Een aneurysma is niet pijnlijk en veroorzaakt op zich geen gezondheidsproblemen. Wél gevaarlijk is een ruptuur of een scheur. De meeste aneurysma’s groeien, waardoor de aortawanden dunner worden en het risico op scheuren dus toeneemt. Ruim 90 % van alle aneurysma’s is klein (minder dan 4 cm doorsnede): het jaarlijks risico op een scheur bedraagt dan minder dan 1 %. Dat cijfer stijgt echter tot bijna 15 % bij grote aneurysma’s (6 cm) en kan oplopen tot 50 % wanneer de buikaorta een doorsnede krijgt van meer dan 7 cm. Een ruptuur veroorzaakt een inwendige bloeding, die in 80 % van de gevallen de dood tot gevolg heeft.
2 tot 3 % van alle mannelijke 65-plussers sterft aan een aneurysmaruptuur. In België overlijden elk jaar circa 500 mannen en 200 vrouwen aan een gescheurd aneurysma van de aorta abdominalis (AAA) en zijn er circa 50 000 mannen en 10 000 vrouwen met een (meestal klein) AAA.

Een aneurysma is een plaatselijke verwijding van een slagader. Die ontstaat wanneer de verzwakte slagaderwanden onder invloed van de druk van het bloed gaan uitstulpen. Het probleem kan zich overal in het lichaam voordoen, maar het vaakst treft het de buikaorta. Normaal gezien heeft die een doorsnede van circa 2 cm. Doorgaans spreekt men pas van een aneurysma vanaf 3 cm doorsnede.
Een aneurysma is niet pijnlijk en veroorzaakt op zich geen gezondheidsproblemen. Wél gevaarlijk is een ruptuur of een scheur. De meeste aneurysma’s groeien, waardoor de aortawanden dunner worden en het risico op scheuren dus toeneemt. Ruim 90 % van alle aneurysma’s is klein (minder dan 4 cm doorsnede): het jaarlijks risico op een scheur bedraagt dan minder dan 1 %. Dat cijfer stijgt echter tot bijna 15 % bij grote aneurysma’s (6 cm) en kan oplopen tot 50 % wanneer de buikaorta een doorsnede krijgt van meer dan 7 cm. Een ruptuur veroorzaakt een inwendige bloeding, die in 80 % van de gevallen de dood tot gevolg heeft.
2 tot 3 % van alle mannelijke 65-plussers sterft aan een aneurysmaruptuur. In België overlijden elk jaar circa 500 mannen en 200 vrouwen aan een gescheurd aneurysma van de aorta abdominalis (AAA) en zijn er circa 50 000 mannen en 10 000 vrouwen met een (meestal klein) AAA.

- Leeftijd: het aantal ziektegevallen stijgt met de leeftijd, zowel bij mannen als bij vrouwen. Een AAA bij iemand jonger dan 60 is uiterst zeldzaam.
- Geslacht: aneurysma’s komen vijf keer vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Maar het gevaar dat het aneurysma scheurt, is bij een vrouw wel groter dan bij een man.
- Hoge bloeddruk: wie aan hypertensie lijdt, zou tweemaal meer kans hebben op een aneurysma.
- Familiale voorgeschiedenis: wie een broer, zus of ouder heeft met een aneurysma, zou zelf viermaal meer kans hebben op een aneurysma.
- Roken: roken doet het risico op het ontstaan, groeien en scheuren van een AAA toenemen. Wie ooit heeft gerookt, zou 5 tot 15 keer meer kans hebben op een aneurysma. En hoe zwaarder men heeft gerookt, hoe groter het risico. Daarmee is roken de belangrijkste risicofactor waar men zelf vat op heeft.
In de meeste gevallen weet men pas dat er sprake is van een AAA wanneer dat scheurt … en de meeste patiënten overlijden nog vóór aankomst in het ziekenhuis. Soms is opereren wel nog mogelijk, maar de ingreep is erg delicaat en slechts bij de helft van de patiënten levensreddend.
Opvolgen of ingrijpen?
Wat wanneer men een AAA ontdekt? Ogenblikkelijk behandelen? Maar de meeste aneurysma’s zijn klein en scheuren niet. En de heelkundige ingreep om een AAA weg te werken, is op zich risicovol, soms zelfs dodelijk. Het risico op overlijden ingevolge de operatie wordt geraamd op 1 tot 4 %. Een klein aneurysma opereren is dus gevaarlijker dan het ongemoeid te laten. Patiënten met een aneurysma van minder dan 5 cm krijgen meestal de raad om regelmatig op controle te gaan (om de zes maanden tot om de twee jaar). Pas wanneer het aneurysma ongunstig evolueert (bv. snel groeit), zal men een operatie overwegen. Bij een aneurysma van meer dan 5,5 cm is het gevaar op een ruptuur een stuk groter en adviseert men doorgaans om maar meteen te opereren. Bij aneurysma’s tussen 5 en 5,5 cm hangt de beslissing onder andere af van het al dan niet aanwezig zijn van bepaalde factoren die het risico op een ruptuur verhogen (vrouwelijke patiënten, familiale voorgeschiedenis, snel groeiend aneurysma enz.). Uiteraard spelen er nog andere criteria: de leeftijd van de patiënt, andere gezondheidsproblemen ...
Nieuwe operatietechniek
Het opereren van een aneurysma kan op twee manieren gebeuren. De eerste techniek is open chirurgie. De chirurg maakt een grote snede in de buik, vervangt het deel van de slagader dat door het aneurysma is beschadigd door een aortaprothese (een kunststof buisje) en naait die vast. De prothese wordt bedekt met de wanden van de slagader. Dit duurt vier tot zes uur en doorgaans kunnen de patiënten na vier tot zeven dagen naar huis. Na circa vier weken kunnen ze hun normale activiteiten hervatten. Bij de meer recente (endovasculaire) operatietechniek wordt de buik niet geopend. Een gecomprimeerde prothese wordt in de slagader ingebracht – meestal via de lies – en met behulp van een katheter tot aan het aneurysma gebracht. Eenmaal op de juiste plaats, wordt de prothese opengevouwen. Ze wordt niet vastgenaaid. Na de ingreep stroomt het bloed door de prothese, waardoor de verzwakte slagaderwanden worden ontzien.
Met een systematische screening bij mensen die omwille van hun leeftijd een hogere kans hebben op een aneurysma, zou men in theorie asymptomatische aneurysma’s kunnen opsporen en dus preventief opereren. Zweden, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk organiseren reeds een dergelijke screening voor alle mannen vanaf 65 jaar. Een analyse uit 2014 van het Amerikaanse Agency for Healthcare Research and Quality komt evenwel tot het besluit dat het aantal sterfgevallen ingevolge een AAA wel daalt wanneer men bij mannen vanaf 65 jaar een echografie verricht, maar dat dit geen invloed heeft op het totale aantal sterfgevallen. Anders gezegd: een patiënt kan worden behoed voor een aneurysmaruptuur, maar sterven aan iets anders. Ook concludeert de analyse dat de preventieve behandeling van kleine aneurysma’s geen voordelen biedt ten opzichte van een waakzaam toezicht.
Bijkomend probleem: door screening ontdekt men uiteraard ook veel aneurysma’s die nooit zouden zijn gescheurd, maar waarvan velen wel zullen worden geopereerd. Dat kunnen kleine aneurysma’s zijn, maar er zijn ook heel wat grote aneurysma’s die nooit scheuren. Screening mondt dus ook uit op heel wat nutteloze ingrepen. En mensen bij wie men een klein aneurysma vaststelt dat ze liever niet opereren, moeten dan wel verder leven met de wetenschap dat ze een aneurysma hebben, met alle stress van dien.
Lokale initiatieven
Momenteel valt niet uit te maken of systematische screening in België een goede zaak zou zijn of niet. Het KCE zou de kwestie moeten bestuderen en daarbij o.a. rekening houden met de medische en financiële consequenties van zo’n systeem op lange termijn. Met het oog op een correcte omkadering wordt systematische screening hoe dan ook het best georganiseerd door de overheid, zodat ervaren artsen de operaties uitvoeren, in gespecialiseerde centra, en zodat optimale opvolging van de patiënten verzekerd is. Nu wordt screening een beetje in het wilde weg aangeraden door bepaalde ziekenhuizen of via lokale initiatieven. Sommige geven bijvoorbeeld alle mannen ouder dan 65 en alle vrouwen ouder dan 74 de raad om zich te laten onderzoeken, andere zelfs iedereen vanaf 50 jaar met een risicoprofiel (bv. rokers) en iedereen vanaf 60 jaar, zonder onderscheid. Of dergelijke ongecontroleerde initiatieven uiteindelijk méér levens redden dan ze slachtoffers maken, is zeer de vraag.