Hyperhidrose (overmatig zweten)


Hyperhidrose is een aandoening waarbij de persoon last heeft van overmatig zweten. Deze aandoening is in principe niet levensbedreigend, maar ze zorgt wel voor dagelijkse ongemakken. Dit Testaankoop-artikel gaat dieper in op de aandoening ‘hyperhidrose’ en de mogelijke behandelingen, aan de hand van deze vragen:
-
- Waarom zweet ik (zoveel)?
- Wat is hyperhidrose?
- Wat zijn symptomen van hyperhidrose?
- Hoe wordt hyperhidrose vastgesteld?
- Hoe hyperhidrose behandelen?
Ons lichaam heeft twee tot vier miljoen zweetklieren. Per dag kunnen we tot wel twaalf liter zweet verliezen, bijvoorbeeld bij zware inspanningen op een warme dag. Dat houdt onze lichaamstemperatuur op peil, want door deverdamping van het vocht op onze huid koelen we af.
Waarom zweet ik (zoveel)?
Ons lichaam heeft twee tot vier miljoen zweetklieren. Per dag kunnen we tot wel twaalf liter zweet verliezen, bijvoorbeeld bij zware inspanningen op een warme dag. Dat houdt onze lichaamstemperatuur op peil, want door de verdamping van het vocht op onze huid koelen we af.Wat is hyperhidrose?
Wanneer de zweetproductie groter is dan wat fysiologisch gezien nodig is om de lichaamstemperatuur te reguleren, spreken we van een overmatige zweetafscheiding of hyperhidrose. Deze huidaandoening kan op verschillende plekken op het lichaam voorkomen, zoals op de handen of voeten, of in de oksels. De symptomen en gevolgen van overmatig zweten zijn niet medisch, maar eerder sociaal-gebonden. Er bestaan twee vormen van overmatig zweten: primaire en secundaire hyperhidrose. Uit onderzoek is gebleken dat artsen moeten weten om welk type van hyperhidrose het gaat, zodat er naar een gepaste behandeling kan gezocht worden.
Hoe kan hyperhidrose behandeld worden?
Afhankelijk van het type hyperhidrose - primair of secundair - zal er een andere behandeling van toepassing zijn. Daarnaast speelt de lokalisatie van de zweetzones ook een rol. Zweet je onder de oksels of onderaan de voetzolen? Het zijn verschillende lichaamsdelen, die een verschillende verzorging vereisen. De ideale behandeling van hyperhidrose is dus op maat gemaakt van de patiënt.
Overmatig zweten kan gelokaliseerd (specifieke lichaamsdelen zoals oksels, handpalmen of voetzolen) of gegeneraliseerd (volledige lichaam) voorkomen, en verschillende oorzaken hebben. Als het zweten over het hele lichaam voorkomt, is het meestal het gevolg van een andere aandoening (zoals diabetes, schildklierprobleem of menopauze) of medicatie. Dan spreken we van secundaire hyperhidrose.
Zonder onderliggende oorzaak gaat het om primaire hyperhidrose, dat bijna altijd gelokaliseerd is en aan beide kanten van het lichaam voorkomt. De zweetklieren zijn dan niet groter of talrijker dan normaal, maar reageren overdreven op prikkels zoals warmte, stress, inspanningen of pikant eten.
Niet stinkend, wel gênant
Patiënten met primaire hyperhidrosis hebben doorgaans geen ongebruikelijke problemen met lichaamsgeur. Zweet kan gaan stinken wanneer het opdroogt op de huid en bacteriën de organische stoffen in het zweet beginnen afbreken. Bij patiënten die overmatig zweten "wassen" de grote volumes zweet de bacteriën echter weg voor het zo ver komt.
Toch heeft hyperhidrose vaak een grote impact op het dagelijkse leven, niet in het minst op de sociale aspecten ervan. Het brengt immers vaak heel wat schaamte met zich mee. Patiënten zijn bijvoorbeeld bang dat anderen toch hun zweetlucht ruiken of de vochtplekken in hun kleding zien. Daardoor kunnen mensen zich gaan afzonderen en in een sociaal isolement terechtkomen.
Ook sommige beroepen (bv. muzikanten) of sommige handelingen waarvoor een droge grip nodig is (bv. sturen, sporten) kunnen moeilijker worden. Kleding kan snel verslijten of moet meerdere keren per dag vervangen worden. Bovendien komen andere huidaandoeningen, zoals atopische dermatitis, virale wratten of voetschimmel, vaker voor bij patiënten met hyperhidrose. De huid wordt week en er ontstaan sneller wondjes.
Omwille van hun schaamte wachten mensen die overmatig zweten soms lang vooraleer ze medische hulp inroepen. Nochtans kan een arts wel een aantal mogelijke oplossingen voorstellen.
Om de juiste behandeling te kiezen, moet een arts eerst weten of het gaat om primaire of secundaire hyperhidrose.
Secundaire hyperhidrose
Bij secundaire hyperhidrose wordt het overmatig zweten veroorzaakt door een onderliggend probleem, zoals een medische aandoening of bepaalde medicatie. In dat geval moet de oorzaak worden aangepakt, waarna het zweten in principe ook verdwijnt.
Mogelijke oorzaken van secundaire hyperhidrose zijn bijvoorbeeld alcohol- of druggebruik, long-, hart- of schildklierproblemen, diabetes, infecties (bv. tuberculose), neurologische aandoeningen (bv. Parkinson), menopauze en psychiatrische aandoeningen (bv. angststoornissen).
Ook geneesmiddelen zoals antidepressiva of insuline kunnen overmatig zweten uitlokken.
Primaire hyperhidrose
Voor een officiële diagnose van primaire hyperhidrose moet het gaan om een gelokaliseerd patroon van minstens zes maanden zichtbaar zweten, zonder aanwijsbare onderliggende oorzaak.
Bovendien moeten er minstens twee extra kenmerken voorkomen:
- het zweten moet min of meer symmetrisch zijn aan beide kanten van het lichaam;
- het moet een negatieve impact hebben op het dagelijkse leven;
- het moet minstens één keer per week voorkomen;
- het begint voor de leeftijd van 25 jaar;
- er is een familiale voorgeschiedenis;
- het zweten stopt tijdens de slaap.
Naar schatting heeft 0,5 tot 6 % van de mensen, waarvan evenveel mannen als vrouwen, er last van.
Met een zetmeel-jodiumtest kan een arts checken op welke plaatsen de zweetproductie het grootst is. Wanneer de huid vochtig wordt, zullen het zetmeel en het jood met elkaar reageren en donker kleuren. Zo weet de dokter precies welke zones hij moet behandelen.
De ernst van het zweten en de impact op het dagelijks leven kan worden bepaald met behulp van de Hyperhidrosis Disease Severity Scale (HDSS). Dit is een schaal van één tot vier, gaande van niet merkbaar zweten en geen impact op het dagelijks leven tot ondraaglijk zweten met een constante impact op het dagelijkse leven. Artsen gebruiken deze schaal om na te gaan wie een behandeling nodig heeft en om te meten wat de resultaten zijn van de behandeling.
Bij secundaire hyperhidrosis is het belangrijk om de onderliggende oorzaak op te sporen en te behandelen. Bij primaire hyperhidrosis is een behandeling daarentegen niet per se nodig. Soms verdwijnen de klachten na verloop van tijd weer vanzelf. Maar je kunt wel kiezen voor een behandeling als je dat wilt, bijvoorbeeld omdat je er in het dagelijkse leven te veel last van hebt.
Er bestaan verschillende behandelingen, maar die werken niet bij iedereen en worden niet allemaal terugbetaald. Voor meer informatie hierover kun je terecht bij je arts en mutualiteit.
Bovendien zijn er weinig kwaliteitsvolle studies, waardoor het moeilijk is om de werkzaamheid en veiligheid van de verschillende behandelingen te vergelijken. Aanbevelingen zijn meestal gebaseerd op het standpunt van experts.
De keuze van de behandeling hangt daarnaast ook af van verschillende factoren: waar het zweten zich voordoet (oksels, handpalmen, voetzolen, ...), de wensen, verwachtingen en voorkeur van de patiënt, mogelijke bijwerkingen, de ernst van het zweten, de prijs en tot slot de beschikbaarheid van behandelingsopties.
Eerstelijnsbehandeling
Bezorgt het zweten je te veel overlast, dan kun je in eerste instantie gewoon bij je huisarts terecht. Die kan bepaalde algemene tips geven om het zweten te helpen verlichten of verhullen:
- Draag losse, ventilerende kledij in wit of zwart. Zo zie je minder snel de zweetplekken dan bij gekleurde kleding.
-
Vermijd synthetische stoffen zoals nylon of lycra. Katoen, linnen of zijde absorberen meer vocht.
-
Er bestaan speciale “pads” voor onder je oksels, die overmatig zweet absorberen en je kleding beschermen. Ook epileren helpt, zo blijft het zweet niet aan de haartjes kleven.
-
Kies voor leren of open schoenen, en vermijd sportschoenen of gesloten laarzen waarin je voeten nog meer zweten.
- Loop zoveel mogelijk op blote voeten of in sandalen, en wissel twee keer per dag van sokken.
- Wissel af tussen verschillende paren schoenen, zodat elk paar tussendoor volledig kan drogen.
- Ook talkpoeder kan helpen om overmatig vocht te absorberen en zichtbare plekken te vermijden.
- Vermijd uitlokkende factoren zoals een warme omgeving, pikante voedingsmiddelen, alcohol of emotionele stress.
Het gebruik van antitranspiranten op basis van aluminiumzouten is de meest eenvoudige aanpak. Zulke middelen zijn vlot beschikbaar bij de apotheker of in de supermarkt, niet duur, en worden meestal goed verdragen. Terwijl deo’s enkel zweetgeuren maskeren, remmen antitranspiranten de zweetproductie af. Bij ernstige klachten kan de huisarts een magistraal preparaat voorschrijven op basis van 20 % aluminiumchloridehexahydraat.
Antitranspiranten worden 's avonds aangebracht wanneer de zweetklieren "in rust" zijn op een droge en zuivere huid, en 's morgens terug weggewassen. Na twee tot vijf dagen is er meestal verbetering merkbaar, waarna kan worden overgeschakeld op een onderhoudsbehandeling (meestal één keer per week). Antitranspiranten kunnen irriterend zijn en allergische reacties uitlokken, maar zijn in normale doses niet gevaarlijk.
Naar onze koopwijzer antitranspiranten
Als deze eenvoudige maatregelen onvoldoende effect hebben, dan kan het nuttig zijn om een dermatoloog te raadplegen.
Tweedelijnsbehandeling
Een dermatoloog kan verschillende behandelingsopties voorstellen, afhankelijk van jouw specifieke geval. Informeer altijd grondig bij je arts naar de voor- en nadelen van elke techniek.
Echte geneesmiddelen tegen zweten hebben we niet in België, al worden sommige anticholinergica, beta-blokkers of kalmeermiddelen wel “off-label” voorgeschreven. Dat wil zeggen dat ze eigenlijk voor andere aandoeningen bedoeld zijn, maar dat ze de zweetproductie afremmen als neveneffect. De voordelen hiervan wegen echter meestal niet op tegen de nadelen.
Zo kunnen anticholinergica zoals oxybutinine de prikkeloverdracht van de zenuwen naar de zweetklieren onderdrukken. De dosis moet geleidelijk worden verhoogd tot het overmatig zweten stopt. Maar bij deze (vaak hoge) doses geven zulke tabletten vaak bijverschijnselen, zoals een droge mond, maar ook slapeloosheid, verwardheid, wazig zicht, constipatie of niet kunnen plassen.
Wanneer het zweten zich ter hoogte van de oksels situeert, kan de dermatoloog de zenuwen die de zweetklieren stimuleren, inspuiten met botulinum toxine A (merknaam Botox of Dysport) om ze tijdelijk te verlammen. Meestal worden in elke oksel 10 tot 20 injecties toegediend, wat tijdelijk roodheid of zwelling kan veroorzaken.
Het effect van botulinum toxine A is pas na een zevental dagen merkbaar en houdt drie tot elf maanden aan, waarna de zenuwfuncties zich herstellen en de zweetproductie terug op gang komt. Er zijn dus regelmatig nieuwe injecties nodig. De meeste patiënten ervaren een duidelijke verbetering van de klachten en van de levenskwaliteit. Bijwerkingen zijn zeldzaam, maar het kan altijd dat men “ter compensatie” elders op het lichaam net harder gaat zweten.
Voor wie overmatig zweet ter hoogte van handen of voeten, kan iontoforese een (tijdelijke) oplossing bieden. Deze worden dan ondergedompeld in een waterbad waar een lichte elektrische stroom doorgaat die geleidelijk wordt opgedreven.
Er is een hele serie behandelingen nodig, van zo'n 10 tot 30 minuten en dat drie tot zeven keer per week. Omdat je pas na acht à tien behandelingen resultaat mag verwachten, wordt een minimale proefperiode van tien behandelingen aanbevolen. Bovendien zijn elke zoveel weken onderhoudsbehandelingen nodig. Als de behandeling succesvol is, kan ook worden overgestapt op een apparaat voor thuisgebruik.
Het mechanisme achter iontoforese is nog niet volledig duidelijk en de respons varieert van persoon tot persoon. Bij zo'n 85 % van de patiënten die overmatig zweten aan voetzolen of handpalmen is er verbetering merkbaar.
Mogelijke bijwerkingen zijn droge, gebarsten handen, roodheid, een tijdelijk ongemakkelijk gevoel en blaasjes op de huid.
Het MiraDry-apparaat, een relatief recente techniek, werkt met elektromagnetische energie en gebeurt onder lokale verdoving. De hitte van het apparaat vernietigt de zweetklieren die zich 2 à 5 mm onder de oppervlakte bevinden, terwijl de bovenliggende huid voortdurend wordt gekoeld.
Sommige patiënten hebben slechts één behandeling nodig, maar voor optimaal resultaat worden doorgaans twee behandelingen aangeraden met een tussenperiode van drie maanden. Soms is een derde behandeling nodig. Een behandeling duurt 30 minuten tot twee uur, inclusief voorbereiding. De meeste patiënten ervaren weinig ongemak. Een lichte pijnstiller en een ijscompres kunnen helpen tegen eventuele pijn, en na enkele dagen kan de patiënt terug sporten.
De meest voorkomende bijwerkingen zijn lokale reacties zoals zwelling, roodheid, pijn, bultjes, verminderde haargroei of een veranderde gevoeligheid van de huid. Compensatoir zweten komt minder vaak voor.
Omdat zweetklieren niet opnieuw groeien nadat ze vernietigd zijn, zou het effect van deze behandeling langdurig zijn. Bij sommige patiënten liggen de zweetklieren echter te diep, waardoor ze niet kunnen worden bereikt door de energie van de microgolven en de behandeling dus onsuccesvol is. Bij anderen zijn de zweetklieren "resistent" tegen de behandeling. Bovendien is de werkzaamheid en veiligheid van deze techniek op lange termijn nog niet onderzocht.
Het hoge kostenplaatje (zo’n € 1 500 voor een eerste behandeling en € 1 000 voor een tweede, allebei niet terugbetaald), het feit dat de behandeling niet overal wordt aangeboden en dat ze enkel wordt ingezet voor de oksels, betekenen ook dat zo'n MiraDry-behandeling niet voor iedereen een optie is.
Operatie als laatste redmiddel
Operaties waarbij zweetklieren of hun bezenuwing worden beschadigd of verwijderd, zijn tot slot een allerlaatste redmiddel voor ernstige gevallen waarbij geen enkele andere aanpak het gewenste effect had. Ook hier zijn verschillende technieken mogelijk, zowel onder lokale als onder algemene verdoving.
Onder lokale verdoving zijn er verschillende opties om de zweetklieren te verwijderen of te beschadigen: snijden ("excisie"), afschrapen ("curettage"), wegzuigen ("suctie") of een combinatie daarvan.
Bij excisie wordt er huid en onderhuids weefsel, waaronder zweetklieren, weggesneden.
Tijdens een curettage maakt de dermatoloog een klein sneetje in de oksel waarlangs hij zweetklieren afschraapt, zonder huid te verwijderen.
Zowel excisie als curettage kunnen lelijke en permanente littekens achterlaten. Bovendien is er een kans dat de ingreep misloopt en dat de beweeglijkheid van de arm beperkt wordt.
Liposuctie houdt in dat men via een klein buisje onderhuids vetweefsel wegzuigt, opnieuw zonder huid te verwijderen. Mogelijke (zeldzame) complicaties zijn onderhuidse bloeduitstortingen en infecties.
Tot slot is er ook nog de zuig- of suctiecurettage, een combinatie van curettage en liposuctie. De dermatoloog schraapt en zuigt via een klein sneetje de zweetklieren weg, zonder huid te verwijderen. Deze nieuwere lokale techniek geeft betere resultaten en minder complicaties, en is daarom te verkiezen boven de andere lokale technieken. De ervaring van de behandelende arts speelt echter een rol in het succesgehalte van de ingreep. Bovendien is er nog niet genoeg info over de doeltreffendheid op lange termijn.
Mogelijke complicaties zijn compensatoir zweten, pijn, blauwe plekken, infectie, littekenvorming, hyperpigmentatie en verminderde gevoeligheid.
Bij een endoscopische (thoracale of lumbale) sympathectomie worden de zenuwen naar de zweetklieren doorgesneden, afgeklemd of dichtgeschroeid. De ingreep gebeurt onder algemene narcose. Vroeger werd voor deze ingreep een grote insnijding gemaakt, tegenwoordig gebeurt ze via endoscopie (met een kleine camera via een minuscule sneetjes). In sommige ziekenhuizen gebruikt men hiervoor robots.
De procedure is enkel bedoeld voor patiënten met ernstige symptomen met een grote impact op hun levenskwaliteit, die niet geholpen zijn met de andere behandelingsopties. Voor zulke patiënten wordt de ingreep terugbetaald door de ziekteverzekering. Ze heeft het grootste effect bij overmatig zweten ter hoogte van de handpalmen, maar wordt ook gebruikt bij patiënten met hyperhidrose ter hoogte van de oksels, het hoofd, de schedel en de voetzolen. De behandeling verlicht de symptomen permanent, maar is niet zonder risico.
De kans op complicaties zoals infecties, tintelingen, klaplong, bloedingen of te lage hartslag, compensatoir zweten en pijn is reëel.