Wat zijn galstenen en waarom ze voorkomen?


Wat zijn galstenen?
Galstenen (cholelithiasis) zijn kleine steentjes die zich vormen in de galblaas. Dat is het orgaan waarin gal wordt opgeslagen nadat ze is afgescheiden door de lever. Gal bestaat uit verschillende substanties, waaronder cholesterol, bilirubine en calcium. Deze stoffen kunnen in de galblaas neerslaan en kristalliseren tot ze steentjes vormen. De vorm, de grootte en het aantal steentjes verschillen van mens tot mens.
Voorkomen en symptomen van galstenen
Naar schatting 10 tot 20 % van de bevolking heeft galstenen, maar ruim 80 % heeft daar geen last van en merkt er zelfs niets van. Soms kunnen er echter galstenen vast komen te zitten in de afvoergang van de galblaas of in de galwegen die de gal naar de darmen voeren. Dat gaat wel gepaard met bepaalde symptomen, zoals hevige pijn.
Risicofactoren van galstenen
De precieze oorzaken voor de vorming van galstenen zijn niet bekend, maar vaststaat dat een aantal factoren het risico verhogen.
- geslacht: vrouwen hebben tweemaal meer kans op galstenen dan mannen
- leeftijd: hoe ouder, hoe groter het risico
- zwangerschap
- toediening van oestrogeen tijdens de menopauze
- de pil
- erfelijkheid
- overgewicht
- te snel gewichtsverlies
- te weinig beweging
- bepaalde ziekten
- bepaalde geneesmiddelen.
Functie van de galblaas
Gal helpt bij de vertering van vetten en de opname van vitamines. Ze helpt ook om bepaalde afvalstoffen te verwijderen. Ze wordt gevormd in de lever en opgeslagen in de galblaas. Wanneer vet voedsel in de darmen terechtkomt, wordt er gal via de galbuis in de darmen gebracht. Gal verdunt het vet, zodat het makkelijker verteert.
Meestal zijn galstenen onschuldig en veroorzaken ze geen klachten. Soms zijn de symptomen meer uitgesproken, maar dan beperken ze zich bijvoorbeeld tot het gevoel van een indigestie.
Wanneer de symptomen zich sterker doen voelen, is er meestal sprake van galsteenkoliek. Dat is zelden ernstig, maar wel heel pijnlijk. De pijn is afkomstig van een galsteen die vastzit aan de ingang van de galblaas, in de galbuis (tussen galblaas en darm) of verderop in de galwegen. De pijn treedt plots op of bereikt in enkele minuten tijd een piek. Ze blijft min of meer constant en verdwijnt vanzelf na een kwartier tot enkele uren, bijvoorbeeld omdat de galsteen terug in de galblaas valt. Vaak gaat de obstructie gepaard met misselijkheid, soms met braken. Gewoonlijk situeert de pijn zich rechtsboven of in het midden boven in de buik, net onder de ribben. De pijn kan ook uitstralen naar de rug en de rechterschouder.
Complicaties
Een galsteenkoliek is meestal ongevaarlijk. Toch kunnen er zich complicaties voordoen. De meest voorkomende complicatie is een galblaasontsteking (cholecystitis). Typische symptomen zijn pijn die abnormaal lang duurt (meer dan vier tot zes uur) en hoge koorts. Bij een acute galblaasontsteking moet je zo snel mogelijk naar de dokter. Indien niet behandeld, kan ze leiden tot een galblaasperforatie en die kan dodelijk zijn.
In zeldzamere gevallen kunnen galstenen leiden tot een acute alvleesklierontsteking (pancreatitis) of galweginfectie (cholangitis), die een specifiek onderzoek en behandeling vergen. Complicaties treden vooral op bij oudere mensen.
Vaak komen galstenen toevallig aan het licht, tijdens een echografie om een andere medische reden. De symptomen alleen volstaan niet om met zekerheid een diagnose te stellen, aangezien ze ook op andere aandoeningen kunnen wijzen, zoals een maagzweer of brandend maagzuur. Er is dus een echografie nodig om galstenen op te sporen. Daarna moet de arts nagaan of de klachten wel degelijk aan de galstenen te wijten zijn door andere mogelijkheden uit te sluiten.
Galstenen in de galgang zijn moeilijker op te sporen via een echografie. In dat geval wordt een endoscoop (een soepele buis met een camera) via de mond ingebracht. Daarmee kunnen ziekten met betrekking tot de galwegen of het alvleesklierkanaal worden geobserveerd en behandeld.
Als de arts een complicatie vermoedt, kan hij verschillende laboratoriumanalyses laten uitvoeren om een nauwkeurige diagnose te kunnen stellen. Er kunnen dus nog andere onderzoeken nodig zijn (bloedafname, scan, MRI …).
Behandelen is niet altijd nodig. De meeste mensen ondervinden nooit last van galstenen. Als ze toevallig worden ontdekt zonder dat ze klachten veroorzaken, wordt er beter niets aan gedaan.
Bij een crisis zijn pijnstillers de eerste toevlucht. In geval van een galblaasontsteking kan de arts antibiotica voorschrijven.
Als er galsteenkolieken ontstaan, wacht je beter eerst af hoe de situatie evolueert. Heb je er maar heel af en toe last van, dan kun je overwegen om niets te doen. Maar als je vaak of heel fel pijn hebt, kun je op elk moment beslissen om je te laten opereren. Een operatie garandeert echter niet dat de klachten verdwijnen. Tot 33 % van de patiënten zou na de operatie nog steeds pijn hebben. Daarbij komt dat de risico’s van de ingreep soms groter zijn dan het risico dat een galsteenkoliek tot complicaties leidt.
Als er complicaties optreden, is een galblaasverwijdering wel raadzaam om te voorkomen dat de patiënt in levensgevaar komt.
Verwijdering van galblaas
De galblaas is geen noodzakelijk orgaan: ze kan meestal worden weggenomen (cholecystectomie) zonder veel problemen. Na de verwijdering gaat de galvloeistof rechtstreeks naar de darmen zonder te passeren door de galblaas. Sommige patiënten krijgen wel last van goedaardige en tijdelijke klachten zoals winderigheid, opgezwollen buik of diarree.
Tegenwoordig wordt de galblaas gewoonlijk verwijderd via een kijkoperatie. Onder verdoving worden via kleine insnijdingen een minuscule camera en de nodige instrumenten ingebracht. Deze ingreep is minder ingrijpend dan een gewone operatie en zorgt voor een kleiner litteken, een kortere ziekenhuisopname en een sneller herstel (na één of twee weken kun je je gewone activiteiten hernemen). In één op de tien gevallen stelt de chirurg tijdens de ingreep vast dat de situatie toch een klassieke operatie vergt.
Zoals bij elke ingreep zijn er ook risico’s aan verbonden: bloedingen, infecties, verwondingen aan lever of galwegen … Het meest gevreesd is een letsel aan de galwegen. Dat is niet meteen zichtbaar, maar kan op lange termijn ernstige gevolgen hebben.
Niet-operatieve behandelingen
Er bestaan ook niet-operatieve behandelingen, die tot doel hebben de galstenen te verwijderen zonder aan de galblaas te komen.
- De patiënt kan tabletten innemen om de galstenen op te lossen. Dat is echter enkel een optie voor sommige patiënten met kleine cholesterolgalstenen. De grootte van de stenen is de doorslaggevende factor. Het is ook noodzakelijk dat de galblaas goed werkt, zodat de resten van de galstenen worden geëlimineerd en het risico dat ze terugkomen wordt herleid tot een minimum. Het grote nadeel is dat de galstenen erg langzaam verdwijnen: ze slinken gemiddeld 1 mm per maand. Deze behandeling kan meer dan twee jaar duren en dat is te traag voor een spoedgeval.
- Een chemische oplossing wordt via een katheter naar de galblaas gevoerd om de stenen op te lossen. Deze techniek werkt alleen bij cholesterolstenen en wordt toegepast bij patiënten die bij een chirurgische ingreep een hoger risico op complicaties lopen. Maar ze is zelf niet risicoloos en wordt daarom zelden gebruikt.
- Lithotripsie is een techniek waarmee de galstenen worden verbrijzeld door energiestoten die via een katheter worden afgevuurd op de galblaas. De bedoeling is de galstenen zo klein te maken dat ze uit de galblaas worden gescheiden. De behandeling wordt verschillende keren herhaald over een periode van enkele weken en het resultaat is niet definitief.
- Een ander type lithotripsie werkt met schokgolven die van buiten het lichaam worden gericht op de galblaas om de galstenen te verbrijzelen. Daarna moet de patiënt medicatie nemen om de resten, die nog maar enkele millimeters groot zijn, op te lossen. Het succes van deze behandeling hangt af van de goede werking van de galblaas, en het aantal, de grootte en de samenstelling van de galstenen.
Het grootste nadeel van niet-operatieve behandelingen is dat de galstenen kunnen terugkeren.
Eén op de drie patiënten bij wie de galblaas wordt verwijderd, blijft klachten ondervinden. Voor een deel van deze patiënten kan de verklaring liggen in het feit dat de galstenen niet de echte oorzaak van de klachten waren.