
HPV-test doeltreffender dan uitstrijkje

Uit een studie van het KCE blijkt dat een HPV-test vrouwen nog beter kan beschermen tegen baarmoederhalskanker dan het vandaag gebruikte klassieke uitstrijkje (Pap-test). Op termijn wordt het uitstrijkje als screeningsinstrument dus wellicht vervangen door de HPV-test. Dat lijkt ons terecht.
Vandaag beveelt men alle vrouwen tussen 25 en 64 aan om zich om de drie jaar te laten screenen met een uitstrijkje. Hierbij neemt de arts cellen af, die worden onderzocht op afwijkingen die zouden kunnen leiden tot kanker. Deze screening werkt goed, maar de HPV-test is in de meeste gevallen beter.
Minder kankers en overlijdens met HPV-test
Met de HPV-test worden afgenomen cellen via DNA-analyse onderzocht op de aanwezigheid van HPV-virussen (verantwoordelijk voor het ontstaan van baarmoederhalskanker). Vindt men er geen, dan kan men minstens vijf jaar wachten alvorens zich opnieuw te laten testen.Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) berekende dat per 100.000 geteste vrouwen men 240 extra gevallen van baarmoederhalskanker en 96 overlijdens kan vermijden. Bovendien zou de HPV-test als primaire screening financieel interessant zijn: minder vaak screenen en tegelijk meer kankers voorkomen zou een besparing van zo’n € 15 miljoen opleveren, over een levensduur van 100.000 vrouwen.