Als je na je pensionering wilt bijverdienen

Sommige senioren zoeken een bijverdienste wanneer ze met pensioen gaan. Uit pure noodzaak om rond te komen. Of omdat ze hun beroepservaring ten dienste willen stellen. Dat mag. Maar weet dat je daar uiteindelijk soms slechts bitter weinig aan overhoudt.
Elke maand je wettelijk pensioen opstrijken en daarnaast geregeld een inkomen hebben uit een of andere beroepsactiviteit, dat mag. Maar die bijverdienste kan financieel een wrange nasmaak laten. Ze kan een negatieve invloed hebben op hetpensioen dat je opstrijkt én op de belasting die later op dat pensioen volgt.
Soms mag je onbeperkt bijverdienen
Als gepensioneerde mag je naast je pensioen onbeperkt bijverdienen als je aan een van deze twee voorwaarden voldoet:
- ofwel de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt (zonder enige vereiste qua aantal jaren loopbaan);
- ofwel een beroepsloopbaan achter de rug hebben van 45 jaar.
Soms geldt een maximumbedrag
In alle andere gevallen houd je je bijverdienste beter binnen bepaalde perken. Er zijn diverse wettelijke maxima, al naargelang je leeftijd, je beroepsactiviteit en het feit of er nog kinderen ten laste zijn. De bedragen worden elk jaar automatisch geïndexeerd. De inkomensgrens ligt hoger als je alleen een overlevingspensioen trekt, onder een speciaal pensioenstelsel valt zoals militairen en vliegend personeel, of ambtshalve gepensioneerd bent (bv. wegens lichamelijke ongeschiktheid).
We verwijzen voor de meest actuele cijfers naar de website van de Federale Pensioendienst.
Je kunt een deel van je pensioen verliezen
Wanneer een maximum van toepassing is, zal niemand je verbieden om met je bijverdienste daarboven uit te komen. Maar je pensioeninstelling zal dat te weten komen op grond van inlichtingen ingewonnen bij de fiscale en sociale overheid en zal dan ingrijpen in het bedrag van je pensioen. En zodra blijkt dat je méér hebt dan het maximum, zul je een deel van uw pensioen verliezen, meer bepaald evenveel procent als het procent waarmee je boven het maximum uitkomt. In het slechtste geval riskeer je je pensioen voor het kalenderjaar in kwestie volledig te verliezen, namelijk als je de inkomenslimiet met 100 % overschrijdt.
Soms kom je sneller aan dat maximum dan je op het eerste gezicht misschien zou denken.
- Men houdt bij de bijverdiensten namelijk ook rekening met de opzeggingsvergoedingen die je eventueel hebt opgestreken. Het kan gaan zowel om verbrekings- of opzeggingsvergoedingen die na een ontslag aan een gewone werknemer worden betaald als om vertrekvergoedingen van bv. federale en gewestelijke volksvertegenwoordigers. Wanneer die vergoeding nog loopt terwijl je al een pensioen trekt, moet je dan beseffen dat je daardoor misschien tijdelijk met minder pensioen genoegen zult moeten nemen of zelfs helemaal niets zult opstrijken.
- En ook al haal je onbelaste inkomsten uit een flexi-job, die tellen wel mee om te zien of je het maximum niet overschrijdt.
Je riskeert ook zwaar te worden belast
Door die bijverdienste riskeer je dat je wettelijk pensioen zwaarder wordt belast dan normaal. De de fiscus zal er immers een lagere belastingvermindering op toekennen. Daar zul je alleen grotendeels aan kunnen ontsnappen als je al ten minste 65 jaar oud bent én je geen hoog wettelijk pensioen trekt.
Inkomsten uit een flexi-job hebben geen enkel negatief fiscaal effect.
De belasting op die bijverdienste zelf volgt de gewone regels. Je zult erop worden belast tegen het tarief van je hoogste inkomensschijf, tenzij het gaat om inkomsten uit een flexi-job.
Uitzonderlijk moet je de bijverdienste vooraf aangeven
Vroeger was je altijd verplicht om zelf het initiatief te nemen om je bijverdienste vooraf te melden aan de Federale Pensioendienst. Nu is de aangifte vooraf alleen nog verplicht als het pensioen nog voor de eerste keer moet worden uitbetaald.