Wat gebeurt er na een echtscheiding met je spaarverzekering?

Wanneer een getrouwd koppel uit de echt scheidt, moet voor de partners die onder het wettelijke huwelijksstelsel waren getrouwd– wat automatisch het geval is wanneer je niet over een huwelijkscontract beschikt– worden overgegaan tot een verdeling van het gemeenschappelijke vermogen. Elke partner heeft recht op de helft van het gemeenschappelijke bezit.
Daarbij moet ook rekening worden gehouden met de spaarverzekering die een partner eventueel op zijn eigen naam had staan als hij/zij daar tijdens hun huwelijk mee is begonnen. Ook al had hij/zij die verzekering in de praktijk volledig met eigen loon betaald. Want als je volgens het wettelijke huwelijksstelsel bent getrouwd, maakt dat niets uit en gaat men ervan dat ze met gemeenschappelijk geld werd betaald. Om die reden ben je na de echtscheiding voor die spaarverzekering een vergoeding verschuldigd aan de huwelijksgemeenschap, ook al blijft dat contract jouw eigendom.
Sinds 1/9/2018 bestaat daarvoor een wettelijke verdeelregeling (niet van toepassing voor echtscheidingen waarvan de procedure vóór die datum werd ingeleid). Ze werd ingevoerd bij de herziening van de wet op de huwelijksvermogensstelsels. Wij vinden de regeling in veel gevallen echter niet eerlijk.
Hoe verdelen volgens de wet?
Wanneer nergens anders een verdeelregel werd vastgelegd, bepaalt de wet dat de vergoeding die de partner die met gemeenschappelijk geld heeft belegd in een individuele levensverzekering, moet neerkomen op de netto-afkoopwaarde, met als absoluut minimum het totale premiebedrag dat werd gestort.
De verzekeraar kan je de netto-afkoopwaarde geven. Het is het bedrag dat hij je effectief zou uitkeren als je op dat ogenblik een einde zou maken aan het contract, d.w.z. wat de stortingen, na aftrek van de instapkosten, aan intresten en winstdeelnemingen en/of meerwaarden hebben opgebracht, min de eventuele belasting en kosten omwille van de vervroegde opvraging.
Is de wettelijke regeling fair?
Wij vinden de wettelijke verdeelregeling om diverse redenen niet fair. De belangrijkste is dat de uitstapkosten en vooral de fiscale bestraffing die volgt, een te grote rol spelen als het een levensverzekering betreft waar belastingvoordeel aan is gekoppeld.
Je bent wel niet gebonden door de verdeling die nu in de wet is opgenomen (de wet is niet “dwingend” zoals juristen dat zeggen). Je mag daar dus van afwijken en samen een meer faire regeling overeenkomen. Op de pagina ‘Ook andere afspraken zijn mogelijk bij een echtscheiding’geven we daarvoor tips. Als je dat niet hebt gedaan, zal echter de wettelijke regeling moeten worden toegepast.
De verdeelregeling: een beter alternatief
Wij zijn niet gelukkig met de huidige wettelijke verdeelregeling en stellen voor om de wetgeving in consumentvriendelijke zin aan te passen:
- De spaarpot die tijdens het huwelijk met een individuele levensverzekering werd opgebouwd, zou gewoon in tweeën moeten worden gesplitst en beide contracten zouden daarna moeten voortlopen met het behoud van de oorspronkelijke voorwaarden.
- De wet bevat momenteel alleen een regeling voor individuele levensverzekeringen. Wij vragen om ook eindelijk duidelijkheid te verschaffen over de verdeling van de groepsverzekering.
Wij hebben tips voor een meer faire verdeling.
Zeker als het gaat om een contract met belastingvoordeel, kun je proberen overeen te komen dat bij de verdeling zal worden uitgegaan van de bruto-afkoopwaarde die tijdens het huwelijk werd opgebouwd, met als minimum de som van de betaalde premies. Bruto betekent zonder rekening te houden met uitstapkosten en fiscale penalisatie bij vervroegde opvraging, maar wel met de eventuele normale eindbelasting.
Een andere mogelijkheid is vastleggen dat de vergoeding voor de individuele levensverzekering niet bij de echtscheiding, maar pas op de einddatum van het contract zal worden uitgekeerd. Op die manier moeten beide partners even lang wachten op het geld en wordt de verzekerde op het ogenblik van de echtscheiding niet met een extra financiële last opgezadeld. Daarvoor is een door beide partijen ondertekende schuldbekentenis aan te raden waarin uitdrukkelijk staat dat de verzekerde het kapitaal zal ontvangen maar daarvan een overeengekomen deel aan de ex zal afstaan. Laat je hiervoor bijstaan door een advocaat of een notaris. Als de ex die belofte niet nakomt, kan de andere ermee naar de rechtbank.
Het is belangrijk om tevens duidelijk te bepalen hoe de verdeling zal plaatsvinden als de verzekeringsnemer vóór de einddatum overlijdt, anders riskeert de ex totaal niets te krijgen, bv. omdat ondertussen de nieuwe partner de rol van begunstigde heeft opgenomen.